Twintig grote fouten

JCTraasv2.jpg

Veel kranten en tijdschriften brengen aan het begin van het jaar een extra onderwijsbijlage uit met informatie over de gang van zaken in het voortgezet onderwijs. Soms staat er ook een opiniërend artikel in, zoals in BN DESTEM van 7 januari. De schrijver is Johan van Oosterhout, thans coördinator van de academische opleidingsschool West-Brabant. Voor een deel bestaat zijn verhaal uit de gebruikelijke, enigszins moraliserende ‘peptalk’ van buitenaf, zoals:

‘Docenten zijn een voorbeeld voor leerlingen. Een docent die onderzoekend is en aan zijn ontwikkeling werkt, geeft het goede voorbeeld. Het is ook de docent met al zijn pedagogische en didaktische vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten, die zich steeds afvraagt hoe het leren bij de leerling het best tot stand komt en welk niveau van leren wordt gehaald.’

Dergelijke redenaties worden sinds jaar en dag opgehangen door onderwijskundigen en bestuurders en maken op leraren evenveel indruk als een regenbui op een eend. En toch heeft deze van Oosterhout ook een paar interessante dingen te zeggen. Ik bedoel in de laatste alinea van zijn stuk:

‘De afgelopen jaren hebben ruim twintig grootschalige onderwijsontwikkelingen in Nederland niet opgeleverd dat het onderwijs hier beter is geworden in vergelijking met andere landen. De gewenste ontwikkeling moet echt van binnenuit komen. Leerlingen en docenten zijn de eersten die daar direct de vruchten van plukken.’

Zulke opmerkingen maken nieuwsgierig. Wil de heer van Oosterhout die ruim twintig grootschalige ontwikkelingen eens nader benoemen misschien? Want als we weten wat er mis is gegaan – en wat niet hersteld is – kunnen we wellicht verbeteringen tot stand brengen.

Ik noem alvast één voorbeeld van zo’n grootschalige ontwikkeling die buitengewoon slecht is geweest – en nog steeds is – voor het onderwijs en ik verwijs daarbij naar de petitie die deze week door 17 onderwijsorganisaties is ingediend ( NRC Handelsblad 7 januari).

Eén van de maatregelen die men voorstaat is als volgt geformuleerd: ‘Alle vormen van directe outputfinanciering dienen te worden afgebouwd, teneinde de wetenschap te vrijwaren van perverse prikkels.’ Zoals het nu geregeld is, zegt de petitie, hebben instellingen ‘een direct financieel belang bij een steeds grotere en snellere productie van studiepunten, diploma’s, proefschriften en publicaties.’

Als ik terugdenk aan het verhaal van van Oosterhout dan mag ik toch wel aannemen dat hij dit verschijnsel óók bedoeld heeft. Het bestaat al zo’n twintig jaar, er is al honderden, nee duizenden keren kritiek op geleverd en,.. het bestaat nog steeds.

Waar is dat goed voor dat steeds grotere aantallen afstuderen terwijl de kwaliteitseisen verlaagd worden? Zijn er dan banen voor al die ‘hoger’ opgeleiden? Daarover schreef Aleid Truijens pas geleden: ‘Studeren helpt niet: 10 procent van de universitair opgeleiden vindt geen baan, nog meer blijven hangen in studentenbaantjes of worden onderbetaald als stagiair.’

Het is ongelofelijk dom dat men het zover heeft laten komen. Het is een systeem dat uiteindelijk voor alle betrokkenen slecht is, niet het minst voor de docenten die door toegeven aan de perverse prikkels ook hun persoonlijke integriteit schaden.

 

J.C. Traas

 

1 Reactie

  1. Hebben die 20 grootschalige

    Hebben die 20 grootschalige onderwijsontwikkelingen van de afgelopen jaren in Nederland dan wel opgeleverd dat het onderwijs hier beter geworden is dan het daarvoor hier was?

Reacties zijn gesloten.