Het gevolg: De arbeidsmarkt

In het artikel "De onderwijsrichting: Versoepeling" wordt uitgebreid de versoepeling in het Nederlands onderwijs beschreven. Uit het artikel blijkt dat het niveau en kwaliteit van het vervolg onderwijs (MBO, HBO en WO) scherp gedaald is.Het oorspronkelijk Nederlands onderwijs was altijd bereikbaar, waar één ieder de kans krijgt. De scherpe dalin van de kwaliteit en het niveau werd versterkt door het Verdrag van Bolongna in het jaar 1999. We kunnen zeggen dat de verwezenlijking van het percentage in dit Verdrag en later de neerwaartse voorgeschreve percentage in de Verklaring van Leuven (2009) belangrijker is dan het oorspronkelijk Nederlands onderwijs (kwaliteit en het niveau). De Europese Unie (EU) gaat niet over het onderwijs, in overeenstemming met artikel 165 EU-Verdrag. Nederland heeft er zelf voor gezorgd dat het onderwijs een voortdurende scherpe daling van de kwaliteit en het niveau heeft ondergaan en betaalt de prijs hiervoor (meer collegezalen, meer leraren, lagere kwaliteit, lagere niveau, e.d.). Dit heeft grote consequenties voor de Nederlandse arbeidsmarkt.

In het artikel "Het gevolg: De arbeidsmarkt" zult u een aantal gevolgen lezen voor de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is dynamisch, daar zij meebeweegt met de macro conjunctuur. De versoepelingen in het Nederlands onderwijsbestel laat duidelijke sporen na in de arbeidsmarkt. Bij een toenemende werkloosheid zullen velen geneigd zijn dat dit alleen te wijten is aan een economische neergang. We hebben te maken met een tweede aanjager, namelijk de versoepeling van het onderwijs. Het aanbod van werkzoekende is dus tweeledig, vandaar dat we kunnen spreken over de "dubbele aanbod aanjager".  Na het lezen van bijgesloten artikel zult u begrijpen dat niet alleen een neergaande economie de oorzaak is van  stijgende werkloosheid.

   

 

 

2 Reacties

  1. De arbeidsdriehoek fig.1

    De arbeidsdriehoek fig.1 geeft wel heel weinig begrijpelijke informatie. Hoe hoger de opleiding des te hoger ligt de laag waar de betreffende werknemer een arbeidsplaats zou moeten krijgen. Dat is nog wel begrijpelijk. Vanuit de IQ-verdeling van de bevolking zou je geen driehoek verwachten maar misschien een ruit, twee driehoeken met dezelfde basis waarvan één met de top naar beneden staat. Er zitten immers niet een groot aantal mensen met een erg laag IQ in de benedenste lagen. Nu gaat het hier misschien niet om inteligentie maar verschillen in onderwijsqualificatie of onderwijsniveauverschillen omdat blijkbaar de vlag (het diploma) de lading (laag) niet dekt. Je kunt natuurlijk een normale verdeling (die je hier je het beste vertikaal kan voorstellen) aanpassen. Dan zou het IQ van de mensen in een dunne laag ter hoogt van ongeveer 0,3 van de totale hoogte (0,3 is ongeveer 1 – 1/√2) gelijk aan 100 zijn en de IQ as (vertikale as) is dan alineair geworden. Maar ik snap echt maar weinig van de driehoek.

  2. Mijn excuses voor mijn

    Mijn excuses voor mijn irritatie over “de driehoek”.

    Duidelijker zou geweest zin om zo’n driehoek drie keer te tekenen en telkens iets anders op de hoogtelijn uit te zetten. Om te beginnen het IQ. Als horizontaal de IQ-dichtheid zou zijn uitgezet en het model van een driehoek zou daarbij gehandhaafd worden zou de IQ-schaal die uitgezet is op de hoogtelijn er “behoorlijk alineair” uitzien. Bij de tweede en de derde driehoek zou men op de hoogtelijn de diploma’s door een punt kunnen aangeven. Bij diplomata hoort geen schaal maar wel een rangorde. Om de vorm van een driehoek te handhaven zou de helft van de som van de afstanden tot de twee aangrenzende punten  als maat voor het benodigde of gediplomeerde mensen kunnen nemen. Bij de tweede driehoek geldt het aantal mensen dat dat diploma zou moeten bezitten als de gedipomeerden precies aan de eisen zouden voldoen waar het diploma voor staat. In de derde driehoek zou men uit kunnen zetten waar het diploma in werkelijkheid voor staat en via de laagdikte kan men dan aangeven hoeveel mensen dat diploma bezitten.

    Als diploma’s steeds minder waard worden omdat de eisen waaraan een examinandus moet voldoen steeds lager worden is er een diploma-inflatie die opgeheven kan worden door steeds nieuwe diploma’s en opleidingen in te voeren waarvoor hogere eisen gelden dan in een later stadium voor de bestaande. Dat gebeurt om ideologisch-politieke reden echter niet. De vroegere universitaire studenten in spe waren bij het verlaten van de lagere school in staat om staartdelingen uit te voeren, berekeningen met breuken te maken, ingeklede vergelijkingen zonder een kletsverhaal vooraf op te lossen, redekundig en taalkundig te ontleden, konden eenvoudige Franse tekstjes lezen en schrijven en hadden via de Vaderlandse geschiedenis een stukje algemene ontwikkeling achter de rug.  De huidige VWO-ers lopen dus al op de basisschool achter op de vroegere HBS-ers en Gymnasiasten. De overheid voldoet dus (behalve door misleidende naamgeving) niet aan de internationaal aangegane verplichting om ieder kind passend onderwijs te geven. Daarnaast is er een chronisch tekort aan hoogopgleide zeer intelligente mensen dus onze overheid schaadt de Nederlandse samenleving met haar lachwekkende gelijkwaardigheidsheidsmanie waarmee ze intelligente mensen in het algemeen en intelligente kinderen in het bijzonder het leven zuur probeert te maken.

Reacties zijn gesloten.