Oud nieuws

JCTraasv2.jpg

Misschien hebt u ook de kop gezien boven het artikel in Trouw van 1 november, ‘Scholen stoten vmbo af om maar wit te blijven.’

Maar dat is niet zo: die scholen willen hun beste leerlingen niet verliezen, dàt is er aan de hand, ze willen hun vwo – afdeling niet kwijtraken omdat ze weten dat dit het begin van het einde is.

Het verschijnsel dat brede scholengemeenschappen het moeilijk krijgen als er categoriale scholen of minder brede scholen als concurrenten in de buurt zijn is niet nieuw, het bestond eigenlijk al in de jaren zeventig en tachtig, toen door landelijke en gemeentelijke overheden pressie werd uitgeoefend om, zo niet de middenschool, dan toch brede scholengemeenschappen te vormen, een tendens die later nog werd versterkt door de afgedwongen schaalvergroting.

Wat bleek: de zelfstandige gymnasia die bijna de nek omgedraaid waren, gingen weer groeien evenals andere relatief kleine, niet-brede scholen.

Als nu een brede scholengemeenschap moet vaststellen dat een grote vmbo-afdeling sommige ‘vwo-ouders’ afschrikt zal men overwegen die vmbo-afdeling op enigerlei wijze op afstand te plaatsen. Dat heeft in principe niets met de kleur van de leerlingen te maken.

Het is dan ook tendentieus als Prof Dronkers zegt dat ‘geen enkele school zal willen toegeven dat ze de mavo of vmbo heeft afgesplitst om witte leerlingen en vwo’ers te trekken.’ Nee, scholen nemen de meest geëigende maatregelen om te overleven. Zakelijke overwegingen.

Dat neemt niet weg dat van de zijde van de ‘witte’ ouders wel degelijk de neiging bestaat om voor scholen te kiezen die niet te groot zijn, met weinig allochtone leerlingen. En omdat scholen afhankelijk zijn van het keuzegedrag van de ouders voor hun voortbestaan, proberen ze daar rekening mee te houden, net zo goed als ze dat doen met schoolreizen, schoolonderzoeken enz. De door Trouw geciteerde onderwijsadviseur de Wit zegt: ‘Het probleem zit hem erin dat we onderwijsvrijheid hebben in Nederland. Ouders en overheid willen niet dat de overheid zich bemoeit met de plaatsing van leerlingen.’

Vermoedelijk weet de Wit niet dat met de grondwettelijke vrijheid van onderwijs iets anders bedoeld wordt, maar goed, hij heeft een punt. Immers , het ‘gesegregeerde’ onderwijs is er mede verantwoordelijk voor dat grote groepen Nederlanders volkomen langs elkaar heen leven. Men weet niet ‘how the other half lives’. En dat is geloof ik niet erg wenselijk.

Maar ja, het Nederlandse onderwijs is een winkel die zich richt naar de consument – en die oordeelt op een oppervlakkige manier. Ondertussen, we zijn gewend geraakt aan dit systeem. Sommige leraren hebben een prettige niche gevonden waar ze goed kunnen werken, veel anderen zijn bezig met overleven en met vakken vullen, ze hebben zwakke leiders die zich graag ‘managers’ noemen en de overheid die dit systeem heeft gewild, hobbelt een beetje mee met de waan van de dag.

 

J.C. Traas

 

3 Reacties

  1. Het waren Tineke Netelenborst

    Het waren Tineke Netelenborst e.a. die het lagere beroepsonderwijs wilden genezen van haar slechte naam door samenvoeging met de mavo. Waarom bezwijken ouders en leerlingen nou niet voor de schoonheden die de "sociale ingenieurs" voor ons bedenken? Minder vrijheid en meer dwang door de onderwijs-sovjets is nu de enige uitweg. 

  2. “de leerling staat centraal”

    “de leerling staat centraal” dreunen de onderwijsvernieuwers elke keer opnieuw. Maar in de strijd om hun exsistentie te borgen en om goede VWO-leerlingen binnen te houden verliezen brede scholengemeenschappen dat ideaal graag uit het oog. Ouders die hun kinderen gelijkwaardiger vinden dan andere kinderen krijgen zo hun zin. Dat laatste is echter te kort door de bocht. Als je wilt dat elke leerling het onderwijs krijgt dat bij hem past moet er voor intelligente leerlingen een lesprogramma zijn dat hoge eisen stelt aan hun begripsvermogen en dat ingebed is in een intellectuele ambiance. Het VWO-programma voldoet sedert de invoering van de Mammouthwet steeds minder aan de eerste eis. Dat is een frustratie voor zowel witte als gekleurde ouders met intelligente kinderen. Dat maakt ook de ambiance voor hen nog belangrijker. Bij verstandelijk veeleisend onderwijs behoort dus ook een intellectuele ambiance. En die is moeilijk te handhaven als VWO-leerlingen op school gemengd worden met VMBO-leerlingen. Het zou voor ouders van VWO-leerlingen in principe wel acceptabel zijn dat op dezelfde school VMBO-leerlingen rondlopen als de school een intellectuele ambiance voor de VWO-leerlingen maar zou garanderen. Dat valt echter slecht te combineren met de ‘experience how the other half lives’ .Op de vroegere HBS zaten weliswaar geen allochthone kinderen maar wel veel kinderen uit niet-akademisch milieu. En het was de tijd waarin men leerlingen probeerde te verheffen in plaats van zich aan hen aan te passen. De HBS was de facto op het wetenschappelijk onderwijs voorbereidend onderwijs en dat bleek uit de leerstof, de kwaliteit van de leraren en het doorwerken daarvan in de schoolsfeer. In een brede scholengemeenschap valt een akademische ambiance moeilijk te handhaven en dat werkt door in alle lessen. Hoogopgeleide ouders hebben dus een gegronde reden om niet enthousiast te zijn op veel kinderen van laagopgeleide allochthone ouders op de school van hun kinderen. Het heeft niets te maken met racisme want kinderen van hoogopgeleide vluchtelingen harmoniëren vaak in VWO-klassen.

    Dat de grondwettelijke vrijheid van onderwijs niet impliceert dat de overheid zich niet mag bemoeien met de plaatsing van leerlingen is op zich genomen waar maar weinig relevant als die vrijheid ook het recht impliceert om je kind in een school met een passende ambiance te plaatsen. Die vrijheid van ambiance werd m.i. door de Gemeente Amsterdam geschonden toen zij, toen de zelfstandige gymnasia volgeboekt waren, stelde dat zij met plaatsing van een leerling op de Gymnasiale afdeling van een scholengemeenschap die leerling een volwaardig alternatief had geboden.

    Interessant in deze zijn de ontwikkelingen in het Venlose onderwijs. Eén van de 3 campussen (volledige scholengemeenschappen) verdeelt de binnenkomende leerlingen “na de voordeur” direct in twee stromen, de ene is die gevuld met HAVO- en VWO-leerlingen, de andere is die die uit VMBO-leerlingen bestaat. De stromen eindigen in fysiek gescheiden delen van “de campus”. De andere school is horizontaal gesplitst in een junior- en senior-college, elk met een eigen gebouw. Beide scholen geven ook gymnasiaal onderwijs. U kunt gemakkelijk raden welke school moeite heeft om zijn VWO- en Gymnasium—afdeling vol te krijgen en welke niet.

  3. Christenen hadden altijd

    Christenen hadden altijd recht op een Christelijke ambiance. In het verlengde daarvan zou het voor de hand liggen dat intelligente kinderen recht hebben op een intellectuele en akademische ambiance. Voor intelligente kinderen uit niet-akademische milieu's is dat recht nog belangrijker. In beide gevallen waren of zijn er krachten die het maatschappelijk onwenselijk vonden dat grote groepen Nederlanders volkomen langs elkaar heen leefden. Een belangrijk verschil tussen beide gevallen is dat het in het eerste geval om een opdeling in zuilen ging en in het tweede geval om een indeling in sociale klassen. Mag in dat tweede geval een vermeend algemeen belang wel ouderrechten terzijde schuiven? En moet het belang van intelligente leerlingen uit lagere sociale klassen niet zwaar meetellen?

Reacties zijn gesloten.