Bedenkelijke ideeën

JCTraasv2.jpg

Er is, begrijpelijk, door veel leraren verontwaardigd geregeerd op de uitspraken van Paul Rosenmöller over wenselijke veranderingen, liefst in rap tempo, die hard nodig zouden zijn in het onderwijs. In een toespraak voor het VO-congres zei hij onder meer: ‘Goed onderwijs is niet het hoogste diploma. Het is veel meer dan die acht of negen cijfers waarmee je de school verlaat. Het gaat ook om het ontwikkelen van vaardigheden als creativiteit, ondernemerschap en sociale vaardigheden. En dat moet nadrukkelijker tot zijn recht komen. Wat ons betreft, verlaat daarom elke leerling het VO binnenkort  met een diploma voor de cognitieve vakken èn een document waarin inzicht wordt gegeven in de opgedane vaardigheden en de verrichte activiteiten. Een soort vaardigheidsdiploma dus.’

Eerlijk gezegd, ik ben hier niet zo verbaasd over. Rosenmöller is voorzitter van de VO-raad en hij behartigt dus de belangen van bestuurders en hun entourage. Welnu, die mensen zijn gelukkig met dit soort uitspraken. De aandacht wordt ermee afgeleid van de echte praktische problemen in het onderwijs, van de eerder ingevoerde vernieuwingen die niet geslaagd zijn en niet geëvalueerd, van de slechte resultaten, van de klachten van leraren – maar laat die heerlijk buiten het zicht. Vernieuwingen zijn ook altijd welkom bij onderwijskundigen en begeleiders: er is weer werk aan de winkel en brood op de plank! Nieuwe cursussen, nieuwe sessies, nieuwe uitdagingen!

Toch hebben de verontruste leraren gelijk. Ten eerste vanwege het bijna vanzelfsprekende dedain waarmee in dit voorstel de leraren worden genegeerd. Dat zegt veel over de instelling van Rosenmöller en zijn vrienden: ‘Bij u, over u en zonder u!’ Het is een houding die alle vernieuwers vanaf van Kemenade tot en met Netelenbos gemeen hebben:’ Die leraren hebben maar uit te voeren wat wij voor ze bedacht hebben’. Toch blijkt keer op keer, bijv uit het rapport van de commissie Dijsselbloem, dat de kritiek van de leraren op onderwijsvernieuwingen terecht was, dat er veel meer bereikt had kunnen worden als naar ze geluisterd was.

Inhoudelijk zijn de plannen van Rosenmöller zeer bedenkelijk. Misschien komen ze voort uit zijn eigen ‘communistische’ verleden want het gebruik van de school om de jeugd voor te bereiden  op een leven in dienst van een bepaalde ideologie is in communistische landen gewoon. In de Sovjet-Unie onder Stalin en in het China van Mao was dat systeem geperfectioneerd. Maar ook in het Westen, met name in de Verenigde Staten werd steeds meer geld in het onderwijs gepompt met de bedoeling meer welvaart te creëren en jongeren op te leiden tot brave , stevig consumerende vaderlanders. De school werd steeds belangrijker gemaakt op elk terrein van het leven en kreeg het karakter van een ‘total’institution’ waar jongeren gevormd en gemanipuleerd worden, uitgaande van wat Ivan Illich al in 1970 noemde ‘our pedagogical hubris, our belief that man can do what God cannot, namely, manipulate others for their own salvation.’( Deschooling Society, London 1971)

In Rosenmöller’s doelstellingen zie ik ook een teruggrijpen op de onderwijsontwikkelingen van de jaren zeventig en tachtig in ons eigen land, toen in sommige onderwijsinstellingen ‘solidariteit’, ‘inspraak’ en sociaal bewustzijn een belangrijke rol speelden bij het behalen van een diploma. De deur stond open voor manipulatie, arbitraire beoordelingen en vriendjespolitiek.

Gelukkig is de situatie sindsdien verbeterd want het onderwijs is wel erg kwetsbaar als het in de greep komt van indoctrinatie en afhankelijk wordt van subjectieve beoordelingen. En zelfs als het goed bedoeld is, moet vastgesteld worden dat de door Rosenmöller nagestreefde doelen moeilijk meetbaar zijn.

In 1983 schreef Prof Wiegersma hierover het opstel ‘Moeilijk meetbare doelen’, in de bundel ‘Examens in discussie’, Groningen 1983. Hij zegt daarin onder meer: ‘De vele pogingen om niet-technische arbeidskwaliteiten te meten, bijvoorbeeld die van commerciële, administratieve of organisatorische aard, hebben alweer een zeer bescheiden oogst opgeleverd. Zo lang het gaat om simpele ‘clerical aptitudes’, die in wezen nog zeer dicht bij de cognitieve  en psychomotorische functies liggen, zijn er wel resultaten geboekt, maar als men verder kijkt ziet men weinig dat zelfs maar tegen een zeer zachtmoedige toetsing bestand is. Over de toetsing van sociale en leiderschapskwaliteiten moge verder worden gezwegen.’

Het zou wel prettig zijn als we nu ook verder over Rosenmöller konden zwijgen.

 

J.C. Traas

16 Reacties

  1. Als gewenste persoonlijke

    Als gewenste persoonlijke attitudes niet goed meetbaat zijn, betekent dat bijna vanzelf dat leerlingen een subjectief oordeel van een leraar moeten ondergaan.

    "Niet creatief genoeg", "niet ondernemend genoeg", "niet sociaal genoeg" krijgt de hard werkende leerling dan mee. Slechte ontwikkeling.

  2. Op een onderwijsconferentie

    Op een onderwijsconferentie in België kreeg ik een brochure mee van de gemeente Sint Niklaas waarin dezelfde ronkende bewoordingen gebruikt werden als de heer R. bezigde. Er werden allerlei cursussen aan leraren aangeboden, met allerlei lesmateriaal waarin het weer ging om "creativiteit", "ondernemerschap" en alles wat maar los en vast zat aan de 21th century skills. Ondertussen is door de politici en beleidsmakende ambtenaren daar ook alles in het werk gezet om de leraren hun vakmanschap te ontstelen. Ze worden met "competenties' om de oren geslagen, terwijl die term door een vorige minister in Nederland dat in 2011 al naar de eeuwige jachtvelden gestuurd is.
    Alom wezen de leraren al dat gedoe af. En ze wisten dat ze de stem van het overgrote deel van de onderwijsgevenden vertolkten. Maar ze probeerden wel te analyseren waarom er niet een massaal protest was ontstaan. Dat bleek ook te maken te hebben met de "doorlichting" waarbij leraren door buitenstaande inspecties werden beoordeeld op de modieuze maar dwingende nieuwigheden. Ook in België worden bekwame leraren zo het onderwijs uit gedreven. Een schoolleider gisteren: "Leraren waar leerlingen met enthousiasme over spreken, inspirerende leraren, zitten nu gebroken thuis"
    Dat is in Amsterdam onder leiding van Hilhorst ook gebeurd. Ook daar bekwame mensen afgebrand. Ik zag gisteren in het Parool hoe hij de zegeningen van zijn beleid op onderwijsgebied nog ophemelde, want dat had hij toch maar bereikt. Niet veel later zag ik bij Pauw en Witteman waar Rick van de Ploeg een vlijmscherpe kritiek uitsprak op het beleid van zijn PvdA: draconisch bezuinigen, terwijl juist werkscheppende projecten bezig zijn, de cultuur verraden en het onderwijs onderuit halen. 
    De heer R. is dus geen roepende in de woestijn, hij is een van de bestuurders van de internationale stoomwals die het onderwijs eronder probeert te krijgen.

  3. Op weg terug vanuit België

    Op weg terug vanuit België las ik het boek "Mao's massamoord" waarin alle megalomane projecten van Mao onder de lope worden genomen en het lot van de miljoenen slachtoffers tot vaak in details wordt verhaald.

    Ik kon de gedachte niet van me afzetten om de ideeën van voorzitter Paul daarmee te vergelijken.
    Nee, fysiek zijn de twee niet te vergelijken, ook de gevolgen van hun ideeën van bovenaf die de mensheid geluk moeten brengen zijn in omvang en diepgang van ellende niet te vergelijken.

    Maar er zijn parallellen. Ook voorzitter Paul wil een grote sprong voorwaarts. Klassenstrijd is vervangen door ondernemerschap, productie door creativiteit (als heeft die ook productie als uiteindelijk doel), solidariteit door leiderschap en zo zijn er meer schijnbare tegenstrijdigheden. Paul lijkt 180 graden gedraaid, de wind komt niet meer uit het oosten, maar uit het westen. 
    De overeenkomst is dat we na over jaren zullen zien dat er niets veranderd is, maar dat er een verwoest landschap achters het oog reikt is achtergebleven .

    Maar laat Paul maar springen. Misschien dat wat lieden in de VO-Raad meespringen. Maar laten we elke aanvechting om mee te doen, onderdrukken. Wij weten dat er een enorme afgrond gaapt, wij doen niet aan zelfdestructie.

  4. Ga maar “gewoon lesgeven” en

    Ga maar "gewoon lesgeven" en laat Paul maar l.ll.. Wees blij met de eeltlaag op je ziel die door alle voorgaande onderwijsvernieuwlingen is aangekweekt.

    Als het zover is zien we wel wat er van terecht is gekomen.

  5. Dat “‘Bij u, over u en zonder

    Dat “‘Bij u, over u en zonder u!” betreft ook ouders en onderwijsconsumenten.

    “In onze scholen, naar onze doelstellingen en volgens onze methode zult gij naar de volwassenheid gebracht worden” geeft de complementaire gedachte weer van de onderwijsvormers genoemd in het rijtje van Traas. Maar Reuzemoller is wel de eerste koning in het totalitaire Nederlandse Onderwijsland die niet tevens minister van Nederland is. Onderwijsland is een staat in een staat geworden.

  6. 180 graden. Van Saulus naar

    180 graden. Van Saulus naar paulus of van Paul naar Saul?

  7. Mochten zich in de

    Mochten zich in de wandelgangen a.s. zaterdag mensen naar mij toewenden dan zou voor een concept manifest of brief aan elke fractie van de Tweede Kamer ook onderstaande tekst als uitgangspunt genomen kunnen worden:

    ………………………………………………………………………………………..

    Geachte leden van de fractie van de X-partij,

    Naar aanleiding van de rede die de heer P. Rosenmöller als voorzitter van de MO heeft gehouden willen wij protesteren tegen de machtusurpatie van de MO-raad die door u gedoogd wordt.

    De MO-raad is in feite een belangenorganisatie van bestuurders die in de praktijk als de bezitters van de scholen voor gesubsidieerd secundair onderwijs beschouwd kunnen worden. Deze bestuurders zijn niet door de belanghebbenden in het secundair onderwijs gekozen en ook niet door de overheid benoemd. Ze zijn door coöptatie op hun bestuursstoel gekomen en vertegenwoordigen slechts de belangen van zichzelf en hun collega-bestuursleden die hen gekozen hebben. Derhalve dient naar onze mening in het verlengde daarvan de MO-raad slechts als een belangenvereniging van schoolbesturen en bestuurderen in het secundair onderwijs beschouwd te worden.

    De MO-raad wil een aantal veranderingen in het onderwijs initiëren of bespoedigen waarvan veel mensen betwijfelen dat ze het onderwijs zullen verbeteren en de heer Rosenmöller wil dat “de sector” de regie van de overheid zal (af)pakken. Wanneer de heer Rosenmöller met “de sector” zijn raad bedoelt lijkt dat ons om bovengenoemde redenen onaanvaardbaar. Het is omineus dat hij vindt dat de overheid geen supercollege van bestuur van dat voortgezet onderwijs mag zijn en stelt “Er zit in de sector zo ongelofelijk veel kennis en ervaring, als we dat eens plaatsen naast de relatie met de politiek en de vakbonden, dan moet het mogelijk zijn om zelf als sector de regie te pakken” en “De financier, het departement,  bepaald het wat, maar we willen ook graag met de politiek in gesprek over dat wat”.

    Wij vinden dat om 2 redenen ongepast:

    1.De MO-raad pretendeert meer dan een belangenorganisatie van schoolbesturen te zijn

    2.De opvattingen die de MO-raad verkondigt strookt niet met de meningen van de meeste docenten en veel ouders. ………… <verschillen UITWERKEN, een paar knuffelleraren doen voor spek en bonen mee, schoolbestuurder hooguit deskundig als manager UITWERKEN>

    Wij verzoeken u daarom de MO-raad voortaan te nemen voor wat hij is, namelijk een belangenorganisatie van schoolbesturen, en voor het overige mee te werken aan een alternatieve MO-raad waarin leraren, ouders, leerlingen en andere ideeën over onderwijs op een faire manier vertegenwoordigd zijn.

    ……………………

    Bovenstaande is een incompleet alternatief concept voor een schrijven.

    Andere concepten staan in mijn BLOG Hét Moment

  8. Sorry Philippens. Maar wat

    Sorry Philippens. Maar wat vind jij er verder van?

    ………………………..

    Gedeeltelijke invulling < …… >

    <Er zijn ouders en leraren die meer vertrouwen hebben in het vroegere klassikale onderwijs en het verwerven van veel kennis met bijbehorend inzicht heel belangrijk vinden. Die geen overvoering met kennis vrezen die de creatieve gaven van de leerlingen zouden aantasten of de ontwikkeling ervan zou remmen. Ze zien ook niet in dat leerlingen die geen belangstelling voor zakelijk ondernemen hebben daarin toch getrained zouden moeten worden.

    Wij hopen dat ook u inziet dat het niet fair is om leerlingen die al sociale vaardigheden hebben tijd te laten verliezen door hen daarin een training te geven en dat het moeilijk zo niet onmogelijk is om de resultaten van sociale trainingen te evalueren. Om deze reden vinden ook veel ouders het expliciet trainen is sociale vaardigheden onverantwoord. Sommige ouders vinden het voor een eigen kind beter dat hij zijn diploma met behulp van afstandsonderwijs verwerft.  Een kind moet trouwens het recht hebben thuis te werken als voor zijn begeleiding op school weinig tijd is  ̶̶  wat bij “passend onderwijs gemakkelijk het geval kan zijn   ̶   en als een kind al op school zou moeten zijn wanneer het zelfstandig moet of wil werken zou voor hem een studiecel in plaats van een open ruimte ter beschikking moeten staan. U ziet dat er veel wensen van ouders en leraren zijn die de VO-raad niet wil vervullen en waarvan de VO-raad ook niet kan aantonen dat ze niet minstens voor een gedeelte van de leerlingen terecht zijn. Wederzijdse kwaliteitscontrôle van de scholen onderling kan in plaats van tot een hoge kwaliteit tot toenemende eenvormigheid leiden terwijl de ouders el leraren snakken naar meer keuzes.  …. (lerarenwensen) ….. >

  9. Ik kan er overmorgen op in

    Ik kan er overmorgen op in gaan. Hopelijk vind ik dit bericht dan nog.

  10. Je zou de politieke partijen

    Je zou de politieke partijen ook nog kunnen verwijten iets in stand te houden (namelijk de onderwijsraden) dat in een corporatistische staat thuis hoort maar niet in een demokratie. Of ze er gevoelig voor zouden zijn weet ik niet. Of de fracties in de Tweede Kamer en de politieke partijen willen uitleggen waarom ze zo nauw samenwerken met de "scholenbezitetrs" (schoolbesturen) in plaats van met de ouders wier belangen zij geacht worden te vertegenwoordigen en met de leraren wier ervaring verantwoorde besluitvorming vergemakkelijkt  is afwachten. Zij zullen mogelijk proberen er mee weg te komen door niet te reageren.

    Aan het concept van de brief die dat aan hen moet vragen zal zeker nog veel verbeterd kunnen worden. De tekst moet prikkelend genoeg zijn om de aandacht vaan de media te verkrijgen en het zou goed zijn als enige prominente bonsympatisanten de brieven zouden ondertekenen. Voor het maken van de definitieve versie hoop ik op input op komende  zaterdag wanneer de jaarlijkse BON-dag plaats vindt.

  11. Ik hoop dat er eindelijk één

    Ik hoop dat er eindelijk één partijzal zeggen dat ze aan de noodrem wil trekken en stemmers probeert aan te trekken door aan te kondigen dat ze de Augiasstal van het onderwijs wil schoonspoelen. D66 is te laf want zij wil he onderwijs hervormen “zonder leraren, leerlingen en hun ouders op te zadelen met weer een grote hervorming”, Dat zelfde argument heb ik onze tegenstanders ook horen gebruiken om de ernst van de kwalijke gevolgen van een eerder genomen verkeerde beslissing te bagatelliseren. D66 wil waarschijnlijk geen mogelijke coalities met andere partijen tevoren afblazen. Ik geloof er niets van dat leraren of ouders een ingrijpende beslissing ten goede zouden afwijzen omdat ze ziek zijn van al die veranderingen ten slechte die hebben plaats gevonden. Bij terugkeer van vertrouwen komt veel extra energie vrij.

    Er zijn beslist veel goed opgeleide ouders en daardoor die het huidige onderwijs verfoeien en er de bijl in willen zetten. Welke partij zal het wagen achter die kiezers aan te gaan?

  12. De VO-Raad is een

    De VO-Raad is een besturenraad, en dan eigenlijk hoofdzakelijk van de grote onoverzichtelijke besturen. Ik weet dat rectoren en andere bestuurders van eenpitters of gelijksoortige scholen niet altijd gelukkig zijn met de rol die de VO-Raad zich aanmatigt.

    Een probeem is dat veel schoolbestuurders (van grote scholen vooral dus) het wle prettig vinden als dit orgaan voor hen lobbiet – en die is effectief- en hen bepaalde werkzaamheden uit handen neemt.

    Eigenlijk zou de Onderwijscooperatie – de grote massa van leraren vertgenwoordigend – steeds het voortouw moeten nemen als er iets geregeld moet worden. En de media zouden ook daar eerst naar standpunten moeten zoeken als er weer eens iets accuuts gebeurd. Maar de cooperatie is door haar structuur – een EU-constructie – niet in de positie om meteen iets te roepen.

    De VO-Raad wil zich ook steeds met de inhoud van het onderwijs bemoeien, terwijl dat aan de bekwame leraren is. Ze bevordert alle mogelijke – zoals later blijkt mislukkende – experimenten op het gebied van het nieuwe leren. En ze heeft steeds voorzitters die of de kluts kwijt zijn of als hobbiisten zonder kennis van zaken achter flodderige dagdromen aanlopen. Daar zouden de media nu eens onderzoek naar moeten doen. 
    Waarschijnlijk zal blijken dat veel schoolbestuurders dat voor lief nemen, zeker als ze weten dat ze daarmee een lobbiist in dienst hebben die alle achterkamertjes in Den Haag kent.

    Zoals Roel Kuiper, christen-senator voor de ChristenUnie, deze week in Vrij Nederland laat weten, heeft de overheid in Nederland (lees: de grote politieke partijen) allerlei diensten verkwanseld en beginnen ze door te krijgen dat er kardinale (niet een woord dat Kuiper gebruikt overigens) fouten zijn gemaakt, maar weten ze niet meer  hoe ze dat kunnen repareren. Ook al omdat ze met handen en voeten verstrikt zitten in hun netwerken van bevriende (ex)-politici die overal aan de touwtjes trekken.

    Een werkelijke breuk met deze toetstanden moet er komen. Het onderwijs moet inhoudelijk en didactisch weer naar de leraren in overzichtelijke scholen. De lumpsump moet liefst afgeschaft, en als dat niet meteen kan voorlopig geoormerkt worden. Maar ik denk in tegenstelling tot Malmaison, dat de overheid een belangrijke rol moet blijven spelen in het onderwijs. Ik geloof niet in het vrijlaten van thuisonderwijs, want dan kan dat een alibi worden om grote groepen kinderen goed onderwijs van vakbekwame leraren, te onthouden.

  13. Bij “thuis studeren” in het

    Bij "thuis studeren" in het secundair onderwijs dacht ik aan één van de onderstaande gevallen:

    1.        De school laat de leerlingen vaak zelfstandig werken. Dan hoeven ze dat natuurlijk niet op school te doen. Verder is thuis in de eigen kamer studeren is voor sommige leerlingen efficiënter dan studeren in een zaal of een overdekte  markt. (αγορα met spiritus lenis is het oud-Griekse woord voor markt).  Misschien dat voor sommige leerlingen samenwerkend studeren  in een groepje in een zaal met andere  groepjes een vruchtbare studiemethode is  maar leerlingen die efficiënter alleen kunnen werken mogen m.i. niet gedwongen worden om in een groepje te werken. Maar zelfs wanneer het om een groep ter grootte van een klas gaat die in een eigen lokaal  van een goed in zijn leervak opgeleide docent les krijgt zou een leerling die de zelfstudie meer ligt het recht moeten hebben om thuis zelfstandig te studeren.  Dat recht zou hij kunnen verspelen  al gevolg van onvoldoende  toetsresultaten.

    2.       De scholier volgt afstandsonderwijs. Dat hoeft niet per se voor een Nederlands diploma te zijn.  Als het instituut dat het afstandsonderwijs verzorgt maar van goede kwaliteit is. De kosten die een leerling voor deze wijze van studeren moet maken zouden bij voldoende resultaat vergoed moeten worden.

    ………………………………………………………………………………

    Vóór de invoering van de Mammouthwet was op de leerstof van de Gymnasia en voor de exacte vakken ook van de HBS het voorbeeld voor lagere vormen van secundair onderwijs zoals de MULO en de MMS. Daarna werd steeds vaker gekeken naar wat een gemiddelde leerling zou moeten kennen en kunnen en werden zowel de hogere als de lagere onderwijsvormen daaraan aangepast. Daardoor verdwenen de Euklidische Meetkunde en het vertalen bij de moderne vreemde talen .  De aandacht voor literaire waarde van talen werd  gemarginaliseerd. Het is niet zeker dat de meerderheid van de leraren  zich achter een herboren Gymnasium en HBS zou scharen. Een aantal ouders wil zo’n intellectuele ommezwaai (denk aan het boek Steeds minder leren dat op verzoek van ouders met kinderen op zelfstandige Gymnasia bij het jubileum van hun vereniging is uitgebracht) en die moeten niet in de weg gezeten worden door de nieuwe generatie van slecht opgeleide leraren. Dus ook ouders moeten inhoudelijk wat te vertellen krijgen en wel op een zodanige wijze dat  voldoende grote subgroepen hun eigen weg mogen gaan

  14. Een sprekendvoorbeeld van een

    Een sprekendvoorbeeld van een zeer waardevol diploma waarvoor een moeilijk examen moest worden afgelegd maar waarvoor (oorspronkelijk) geen opleiding bestond waren de MO-akten voor middelbaar onderwijs, te weten MO-A en MO-B. Later kwamen daarvoor goede goedkope opleidingen. Op deze wijze zou door dissidente ouders en lerarendoor afwijkend betaalbaar en toch goed voortgezet onderwijs ingevoerd kunnen worden. Maar eerst zou de belangengemeenschap van politici en schoolbesturen illegaal verklaard moeten worden. De politici die het educatief-politieke complex in stand houden zijn geen haar beter dan uit de PVV getreden parlementariërs die hun zetel vasthouden omdat parlementariër zijn zo goed betaalt.

  15. Een veelgehoorde opvatting is

    Een veelgehoorde opvatting is, dat 'managen' een vak apart is, waarvoor je niet of nauwelijks inhoudelijke deskundigheid nodig hebt. Daar ben ik het niet mee eens!

    Echter: als je dan als niet deskundig manager aangesteld wordt over het onderwijs, hou dan ook je mond over onderwijs!

    Er is geen enkele reden waarom de babbels van Dhr. Rosenmöller serieus zouden moeten worden genomen!

     

Reacties zijn gesloten.