In antwoord op uw brief,

In antwoord op uw brief,

 

Het is een goede gewoonte om als staatssecretaris in het begin van het schooljaar het middelbaar onderwijs duidelijk te maken wat uw plannen zijn voor het komende schooljaar. U liet uw licht schijnen over de nog in het duister gehulde toekomst van ons Nederlandse onderwijs.

Wij, u weet wel de generatie van vóór de Mammoetwet, opgegroeid en gevormd in wat u zo smalend het ‘industriële proces’ noemt moeten al jaren met lede ogen aanschouwen dat in ons onderwijs de middelmaat hoogtij viert. Wat dat betreft zijn we het roerend eens. Maar uit de rest van uw brief stijgt de onaangename geur van zweefliegerij, luchtfietserij en newspeak op. Mag ik u er op wijzen dat het uw generatie is die de middelmaat tot norm heeft verheven.

Uw generatie ziet ‘talent’ als aangekeken worden met verwonderde blikken, schouderklopjes, toejuichingen en sympathiek worden gevonden. Daarom wil u een einde maken aan het ‘industriële proces’. Volgens u is het talent gebaat bij het individuele leerproces, gestuurd door het talent zelf en omgeven met de nieuwste technologische snufjes. Het talent zal op eigen kracht de lof en de roem oogsten waar het recht op heeft. En laat dat nu net de kiem zijn voor de door u verachte middelmaat.

Mijn generatie werd gevorm door leermeesters die stuk voor stuk gepokt en gemazeld waren in de pedagogiek, didactiek en het vak waarin ze les gaven. De ‘talenten’ waar u het zo veelvuldig in uw brief over hebt, werden door onze leermeesters niet ‘ontdekt’, het talent bood zich aan. Het ligt in de aard van talent dat het onzichtbaar is voor anderen en voor zichzelf. Niemand weet op voorhand waar en wanneer het opduikt, achter een hoekje verdwijnt of het zich schuil houdt. Het echte talent bestaat wanneer het niet bestaat. Op het ogenblik dat het benoemd wordt is het de nek al omgedraaid. Alle benoemde talenten zijn valse talenten omdat zij niet de tucht van nederigheid hebben doorstaan. Met dit besef was het voor onze leermeesters de kwestie om het talent te benutten, om de ruwe doffe steen te slijpen tot die briljant glinsterende diamant. Als geen ander wisten onze docenten dat talent op zichzelf leidt tot niets. Discipline, inzet, orde, regelmaat, en soms dwang en tucht waren de werktuigen van onze leermeesters om de talenten tot bloei te laten komen. Zonder deze werktuigen dooft het talent en verwordt het tot een zielig hoopje ‘gelijkhebberij’.

Uw brief ademt de sfeer van de onderwijshervormers, de vernieuwers die reeds een decennia lang het onderwijs onderwerpen aan een vergaarbak van theorietjes, paradigmashiften en de meest absurde leermethoden. Waar het ‘industriële proces’ de samenhang, tolerantie en mededogen voor de minder getalenteerden onder ons institutionaliseerde, vernietigde de individualisering van het onderwijsleerproces dit alles maar vernietigde evenzeer de hoeders van ons onderwijs, onze leermeesters en docenten.

Waar ik vroeger dacht dat het prettig zou zijn vele herinneringen mee te dragen, veel kennis te vergaren, soms gewoon om op terug te zien, besef ik nu, na het lezen van uw brief wat een onnoemelijke kwelgeest mijn geheugen is geworden. Ergens moet ik vroeg of laat beseffen dat alles onherroepelijk voorbij is. Moet ik beseffen dat de hoogtepunten van mijn generatie, met Nobelprijzen als grootste eer, onherhaalbaar zijn geworden, ook als de kans zich aan zou dienen. Wij zijn omringd door uw generatie, een generatie, zoals u het zo prachtig verwoordt, van opdringerige onbenullen, zeurend over het gelijkheidsbeginsel, klagend over ‘de middelmaat’ en zich ver verheven voelend boven de hardwerkende ‘ouderwetse’ docent.

Uw brief is een grafrede op het ‘industriële proces’, een morbide geschrift over honderden jaren kennis delen als maatschappelijk en cultureel doel, een requiem voor de leermeester en zijn leerlingen en een ode aan de hebzuchtigen en misleiders. Uw brief is een in een steen gebeitelde belofte aan al diegenen die niet in staat zijn goed onderwijs te geven om het slechte onderwijs van anderen te begeleiden, een mooi gebaar aan diegenen die ‘talent’ hebben voor plunderen en graaien.

 

J. Jeronimoon

 

 

2 Reacties

  1. Juist Jeronimoon. We weten nu

    Juist Jeronimoon. We weten nu waar we aan toe zijn met deze staatssecretaris.

    Hij loopt achter de Hond aan, niet met een plastic zakje om netjes op te ruimen wat die laat vallen maar om het triomfantelijk in de lucht te steken. Hij is enthousiast na zijn bezoek aan een TOM-school, waar de klas is afgeschaft, de teams  (de T van Tom) de leerling volgen in diens leerproces. Hij gebruikt de terminologie van Sir Ken Robinson ("de school als industrie"). We hebben nu een nieuwe Netelenbos aan het roer. Dat worden dus weer verloren jaren, waarna het onderwijs weer decennia nodig heeft om er bovenop te komen.

  2. voorstel voor een “addendum”

    voorstel voor een "addendum" :

    U heeft leerplicht gelijk gesteld aan opkomstplicht in trainingscentra waar diploma’s gefabriceerd worden en u doet alsof die een goede opleiding of een goede voorbereiding daarop zouden garanderen. De Bildung wordt met uw medeweten verder gemarginaliseerd en dat is verstandig van u want hoe zouden ungebildte en slecht ausgebildete leraren leerlingen kunnen bilden? En door de protectie en die u aan de bestaande onderwijsinstellingen laat u de toestand waarbij het de ouders feitelijk onmogelijk gemaakt wordt om hun kind naar eigen inzicht op te voeden onaangetast en ondermijnt daarmee in Nederland het democratische recht van zelfbeschikking dat zich traditioneel ook uitstrekt tothet maken van educatieve keuzes voor eigen kinderen.

Reacties zijn gesloten.