ICT gekkies.

 

ICT gekkies

Een i-pad is aan mij niet besteed. Vooral omdat ik het een onding vindt om stukkies op te schrijven. De paar keer dat ik het probeerde moest ik teveel denken aan het pianoklaviertje van karton dat diende om de vingeroefeningen in te studeren. Wat heb ik als kind dat langwerpig stuk karton met getekende witte en zwarte pianotoetsen gehaat. Dus mijn stukkies worden getikt op mijn getrouwe blauwe kleine netbook. Heerlijk, het aanslaan van de toetsen met het niet al te luide tikkende geluid. Mijn kleine zwarte netbook dient uitsluitend om het andere schrijfwerk op uit te voeren. Mijn dagboek, de eerste hoofdstukken van een jeugdboek en een half samengestelde bundel van columns wachten in haar geheugen op afwerking. Op mijn grote laptop die binnen afzienbare tijd vervangen wordt door een ultrabook,  doe ik alle andere werk. De huishoudboekhouding, e-mailen, het bank-gebeuren, surfen en meer van dat soort dagelijkse dingetjes.

Soms gebeurt het dat ik heel veel zin heb in schrijven met pen en papier en dan gebruik ik  een digitale pen die het schrijfsel opslaat en zonder problemen omzet in een word document. Bellen doe ik met een i-phone en mijn lezers kunnen mijn schrijfsels vinden op mijn eigen website, soms op mijn facebook pagina en de elite moet het doen met wat ik kwijt wil op LinkdInn. Twitteren vind ik uitsloverij, ik volg niets of niemand gewoon omdat ik niet nieuwsgierig of voyeuristisch ben aangelegd en ik wil al helemaal niet gevolgd worden. Enfin, het digitale tijdperk is niet tevergeefs aan mij voorbijgegaan.

Het is daarom dat ik op zekere tijden de websites bezoek van de onderwijzende ICT gekkies die mij als docent in geuren en kleuren vertellen wat ik in de klas met al die geneugten van de moderne tijd wel niet kan doen. Zo zou mijn facebook pagina het medium bij uitstek zijn om met mijn leerlingen afspraken te maken. “binnen de tien minuten weten al jouw leerlingen waar, wanneer en hoe een werkstuk ingeleverd kan worden” klinkt het facebook wervend. Laat ik daar nou één minuut in plaats van tien over doen, gewoon met in de klas te zeggen “neem jullie agenda en noteer”. Exact hetzelfde effect, al mijn leerlingen zijn direct op de hoogte waar, wanneer en hoe ze een werkstuk moeten inleveren. “Leerlingen kunnen dank zij facebook direct contact met elkaar leggen om linkjes uit te wisselen, waar ze wat kunnen vinden.” Vertelt de facebook-aanhankelijke docent. Maar dat wil ik nou net niet. Ik hoef geen grote grijze massa meningen of werkstukken. Dat is nou net het leuke aan mijn vak en aan het nakijkwerk. Iedere leerling zijn eigen invalshoek, zijn eigen documentatie, zijn eigen onderbouwing en vooral zijn eigen bedenksels. In die zin voegt facebook dus niets toe aan het onderwijsproces, integendeel.

Op een andere site komt een ander ICT gekkie mij vertellen dat hij als onderwijzer veel baat heeft bij de i-pad. Omstandig legt hij uit dat de laatste nieuwe app het i-padje van de leerling omtovert in een zwart schermpje waarop de leerling met een pen zonder inkt kan leren schrijven. Letter na letter verschijnt dan op het schermpje en kan met één druk op de knop weer omgetoverd worden tot een maagdelijk zwart schermpje en het letters oefenen kan opnieuw beginnen. Er stond ook een foto bij het artikel. Een basisschoolleerling gebogen over zijn i-padje, tipje van de tong uit te mond en puntloze pen in de hand, ingespannen letters schrijven. Waarom, ho waarom moet ik dan ineens denken aan de lei en de griffel waarbij je in één handbeweging met je mouw alle letters uitveegde om opnieuw te beginnen.

En dan heb je nog de ICT gekkies die zweren bij de onmogelijkheden van Google. Wat heb ik soms een heimwee naar de schoolbibliotheek van vroeger. Elke zoektocht begon met de kaartenbak. Of de kaartenbak van de schrijvers, netjes op alfabet gerangschikt of de kaartenbak met ‘onderwerpen’, ook op alfabet gerangschikt. De schrijver of het onderwerp gevonden, en mettertijd ging dat alsmaar vlugger, dan stond er in de hoek van het kaartje het nummer van het boek en de titel van het boek en de rest was een fluitje van een cent. Zo niet bij google. Vul ik in de zoekbalk de naam van een schrijver in of de paar woorden van een onderwerp, google vindt voor mij altijd, maar dan ook altijd een omgevallen kaartenbak. Gelukkig weet ik ongeveer wel wat ik wil, en waar ik het moet zoeken maar toch kost het mij nog altijd veel tijd, veel meer dan in de bibliotheek, om te vinden wat ik zocht. Mijn leerlingen vinden het eigenlijk bijna nooit omdat de omgevallen kaartenbak een omgevallen kaartenbak blijft waaruit ze uit armoede toch maar een kaartje pakken, op goed geluk.

Ict gekkies lachen om een leerlingenagenda en gebruiken facebook als ‘afspreekplek’, ze verketteren de pen en komen met de digitale lei en griffel, ze verwerpen het boek en zadelen de leerlingen op met een omgevallen digitale bibliotheek- kaartenbak en dat zijn nog maar drie voorbeeldjes van ICT dwaling. Laat ze dat maar eens twitteren, pingen, SMSsen, facebooke, hyven, linkdinnen of i-padden.

 

Jesse Jeronimoon