21e eeuwse vaardigheden

*’Uitspraken’-blogs*

______________________________________________________

21e eeuwse vaardigheden  (21-st century skills )

21e-eeuwse vaardigheden worden ook wel vakoverstijgende of brede vaardigheden genoemd.

 

“Met goede ICT-inzet kunnen leerlingen bèta-onderwijs en onderzoek doen met resultaten vergelijkbaar met wat in vaktijdschriften wordt gepubliceerd.
André Heck, uit zijn proefschrift ‘Perspectives on an Integrated Computer Learning Environment’

 

Kennisnet: ‘Alles wat u moet weten over 21e eeuwse vaardigheden

  • SLO en Kennisnet presenteren een nieuw, meer gedetailleerd model van 21e eeuwse vaardigheden. Het gaat om 11 competenties waaronder vaardigheden als kritisch denken, creatief denken, probleem oplossen, ict-basisvaardigheden, informatievaardigheden, computational thinking en mediawijsheid.

 

Verslag 34-ste PANAMA-conferentie:

  • Tijdens de Panama-conferentie van 2016 ligt de focus op de toekomst. De deelnemers aan de conferentie twijfelen er niet aan dat er iets moet veranderen. Reken-wiskundeonderwijs moet meer gaan over het leren wiskundig denken en oplossen van problemen en minder over de juiste antwoorden op sommen. De gewenste verandering is ingrijpend. De huidige generatie leerkrachten is hier nog niet voldoende op voorbereid. In de lerarenopleiding is nog weinig aandacht voor leren probleemoplossen. Op de conferentie zijn er niet of nauwelijks tegengeluiden te beluisteren. Integendeel, de toon op de conferentie is vol elan en enthousiasme. De deelnemers zijn ervan overtuigd dat het reken-wiskundeonderwijs kan bijdragen aan de ontwikkeling van 21e eeuwse vaardigheden, met name het leren oplossen van problemen. Wiskundig denken zou veel meer dan nu vaak het geval is, de kern van het reken-wiskundeonderwijs moeten zijn.

 

Uit: ‘Handreiking brede vaardigheden (Curriculum.nu)‘:

  • Binnen Curriculum.nu hanteren we een generiek model van brede vaardigheden voor alle ontwikkelteams. Het model kent drie groepen vaardigheden: manieren van denken en handelen, manieren van omgaan met anderen en manieren van jezelf kennen.
  • Een creatieve leerling heeft een ondernemende en onderzoekende houding.
  • Het creatieve vermogen van leerlingen wordt het sterkst ontwikkeld in een rijke leeromgeving waarin kinderen gestimuleerd worden om zelf oplossingen te bedenken.
  • Door te leren over de werking van de hersenen, geheugentechnieken en leervormen die aansluiten bij de ontwikkeling van het jonge brein verwerven leerlingen inzicht in een eigen passende manier van leren.

 

Dolf Janson (Senior onderwijsadviseur en -ontwikkelaar bij Jansonadvies. Bestuurslid NVORWO)

Janson was betrokken bij *het ERWD-protocol* en bij ‘Curriculum.nu’.

Hij is schrijver van het boek ‘Rekenonderwijs kan anders’:  “Het zou heel vanzelfsprekend moeten zijn om het rekenonderwijs af te stemmen op de leerlingen, in plaats van te verwachten dat de leerlingen zich wel zullen aanpassen aan de methode. Met dit boek als leidraad kun je als team de omslag in denken en handelen maken naar een rekenles waarin alle leerlingen actief zijn en waarin oefenen heel iets anders is dan een opgegeven taak maken.”
Dolf Janson

[Leren denken als basis voor succes op school]

  • Tot slot wil ik de aandacht vestigen op wat inmiddels bekend is als 21st Century Skills. Tony Wagner noemt in zijn bestseller The Global Achievement Gap vaardigheden die de school kinderen moet bijbrengen, zoals kritisch denken en probleemoplossend denken.
  • Het gaat er niet om òf je je hersens gebruikt, maar hoe.
  • Door creatief denken maken de hersenen nieuwe verbindingen. Kennis die tot dan gescheiden was, komt met elkaar in contact en leidt tot iets nieuws. Hoe vaker en intensiever zoiets gebeurt, hoe sterker en gedifferentieerder dergelijke verbindingen worden.
  • Als alle denkstapjes al zijn uiteengerafeld door de methode en/of de leraar, of als de vragen vooral zijn gericht op reproductie van de aangeboden informatie, is er weinig kans om je analytisch denken te ontwikkelen.
  • Out of the box-denken is in wetenschap, kunst en ondernemen een kwaliteit. In te weinig klassen is die kwaliteit te herkennen in de opdrachten en de feedback van leraren.

[Rekenonderwijs kan anders]

  • De kinderen moeten in de gaten houden dat ze alleen oefenen wat ze nog niet weten, want anders is het geen oefenen. Dit betekent dat dit oefenen per definitie maatwerk is en dat de kinderen dus kritisch moeten nagaan wat ze al wel kunnen of weten en wat niet. Dit is ook niet iets dat klassikaal kan, omdat de leerling dan niet verantwoordelijk is voor wat zij/hij oefent. Juist die reflectie en het zelf ervaren van de eigen invloed leidt tot een houding waarvan ze ook in volgende jaren zullen profiteren. Dit maakt ook dat ze leren dat ze dit oefenen voor zichzelf doen en niet voor de leraar en ook niet voor een toets.
  • Als oefenen op maat het doel is en als je de vele verschillen tussen de leerlingen erkent en wilt honoreren, moet de vorm het mogelijk maken dat leerlingen zelf actief worden en alleen doen wat aansluit bij hun voorkennis.
  • Er is pas sprake van goed en toekomstgericht onderwijs als je de leerlingen actief laat zijn en verantwoordelijkheid durft te geven. Als denken en verwoorden belangrijk zijn voor het maken van de juiste verbindingen in het brein, dan moet de vorm daarop gericht zijn.

 

Dr. Evelyn Kroesbergen (Hoofddocent Educatie en Pedagogiek aan de Universiteit Utrecht. Ze studeerde orthopedagogiek)

Uit haar artikel  ‘Creatief rekenen-wiskunde in de basisschool‘   verschenen in het boek ‘Rekenen-wiskunde in de 21e eeuw’ onder redactie van Marc van Zanten:

  • Een van de belangrijkste doelen van het rekenen-wiskunde onderwijs is dat kinderen probleemoplossingsvaardigheden leren.
  • We leren kinderen vaak opgaven op te lossen waarvan het antwoord al bekend is. In hoeverre gaat het dan werkelijk om probleemoplossen? Vragen we niet vaak naar de bekende weg? Kinderen maken dan gebruik van strategieën of procedures die ze bij vergelijkbare opgaven hebben geleerd. Maar daarmee bereiden we kinderen onvoldoende voor op de problemen die ze in de toekomst gaan tegenkomen en waarvoor nog geen oplossingen voor handen zijn.
  • Een kind dat creatief denkt, zal bijvoorbeeld met originele oplossingen voor wiskundige vraagstukken komen, maar waarschijnlijk ook met originele producten bij de creatieve vakken; de verschillende vormen van creativiteit kunnen niet los van elkaar gezien worden.
  • Creativiteit is nodig voor excellente prestaties in rekenen-wiskunde.
  • Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat creativiteit samenhangt met rekenvaardigheid, en dat met name de excellente rekenaars zich onderscheiden van de gemiddelde rekenaars in hun creatieve denkvaardigheid.
  • Om creativiteit te stimuleren, moet allereerst een omgeving gecreëerd worden waarin het gestimuleerd wordt om risico’s te nemen, regels/procedures ter discussie te stellen en je de ruimte krijgt om je gedachten de vrije loop te laten. Het gebruik van complexe, open opgaven, zeker als kinderen mogen samenwerken, is heel stimulerend.
  • Om creatief denken in de rekenles te bevorderen, is het belangrijk dat kinderen leren om heel verschillende oplossingen bij een probleem / opgave te bedenken. Het gebruik van open opgaven en samen mogen werken met klasgenoten zal het creatief denken nog eens extra stimuleren.
  • Verschillende onderzoeken hebben laten zien dat in de basisschoolleeftijd de creativiteit van kinderen steeds verder af lijkt te nemen. De verklaring daarvoor is dat een cultuur van toetsen, met de nadruk op het goede antwoord, vaak tijdsgebonden, kinderen weinig ruimte geeft om alternatieve oplossingen te exploreren.
  • Een nadruk op procedurele en feitenkennis, het toepassen van de juiste strategie kan zelfs het creatief denken belemmeren.

 

_______________________________________________

Kritiek op de 21e eeuwse vaardigheden

Als we niet weten hoe de toekomst eruit ziet, hoe weten we dan welke vaardigheden nodig zijn in die toekomst?
Terry Freedman (Educational ICT Consultant)

Waarom is samenwerken een vaardigheid van de 21e eeuw? Mensen hebben altijd al moeten samenwerken. Niets nieuws onder de zon.”
Terry Freedman (Educational ICT Consultant)

Tot verbazing van veel reformpedagogen blijkt uit de meeste grondige onderzoeken dat ‘directe instructie’ veruit het meest effectief is. Directe instructie verbetert niet enkel de prestaties van bijna alle leerlingen, maar verhoogt ook het zelfvertrouwen in het eigen kunnen en reduceert de faalangst.”
Prof. Franz Weinert (Max Planck Institut für Bildungsforschung)

Het afgeven op basisvaardigheden is de belangrijkste 21st century skill.”
Casper Albers (Gedrags- en maatschappijwetenschappen RU Groningen)

Vaardigheden en inzicht gaan hand in hand. Stop met valse tegenstellingen.
Christian Bokhove (Associate Professor of Mathematics Education. Hij was wiskundedocent op een VO-school)

21st Century Skills is [often] a codeword for removing knowledge from the curriculum. And removing knowledge from the curriculum will ensure that pupils do not develop 21st century skills.
Uit: ‘Seven Myths about Education’, Daisy Christodoulou (Onderwijskundige)

 

Fred Janssen (Hoogleraar Didactiek van de Natuurwetenschappen. Werkzaam bij het Interfacultaire Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing (ICLON) aan de Universiteit Leiden)

[De gevaarlijke mythe van de brede vaardigheden]

  • In bijna ieder curriculumdocument wordt onderstreept dat leerlingen moeten leren probleem oplossen, onderzoeken, reflecteren, zelfreguleren, informatie verwerven, creatief en kritisch denken. Er wordt vaak ten onrechte vanuit gegaan dat het hier om brede vaardigheden gaat die je in een bepaald domein kunt leren en vervolgens in andere domeinen weer kunt toepassen. Dit is een gevaarlijke mythe.
  • De belofte van brede vaardigheden is een lege huls. En het leidt de aandacht af van het uitwerken van het domeinspecifieke denkgereedschap waarmee leerlingen echt creatief en kritisch problemen kunnen leren oplossen.
  • Brede vaardigheden in combinatie met specifieke kennis geven leerlingen, volgens voorstanders, grip op complexe kwesties in hun persoonlijke, maatschappelijke en beroepsmatige leven. Maar is dat wel zo?
  • Onderzoek naar verschillen in probleem oplossen tussen experts en beginners heeft ook aangetoond dat betere probleem oplossers niet perse beschikken over betere algemene oplosstrategieën. De ‘werkzame stof’ is nu juist domeinspecifiek. Hun kennis van een bepaald domein is hiërarchisch georganiseerd rond centrale concepten en principes (ze kunnen hoofd- van bijzaken onderscheiden: de dieptestructuur) en gekoppeld aan bepaalde typen problemen. Ze herkennen in een probleemsituatie welke kennis relevant kan zijn en beschikken over domeinspecifieke strategieën die richting geven aan het zoekproces. Doordat ze regelmatig succesvol zijn geven ze ook niet snel op als het moeilijk wordt en beschouwen ze het maken van fouten vaak als onvermijdelijk bij het verkennen van onbekend terrein.
  • Minder goede probleemoplossers in een domein gaan vaak af op oppervlakkige kenmerken omdat ze slechts over gefragmenteerde kennis beschikken. Ze herkennen de dieptestructuur in een probleemsituatie niet. Omdat ze veel minder succeservaringen opdoen ontbreekt het hen aan domeinspecifiek zelfvertrouwen, geven ze eerder op als het moeilijk wordt en proberen ze soms fouten maken te voorkomen.
  • Kortom, brede vaardigheden zijn geen ‘magic bullet’. De ‘werkzame stof’ voor succesvol en innovatief probleem oplossen is domeinspecifiek. Ook onderzoek naar transfer laat zien dat reflectief, creatief en kritisch probleem oplossen wel degelijk bestaat, maar voor elk domein weer opnieuw moet worden ontwikkeld.

 

Ben Wilbrink (Psycholoog. Onderwijsonderzoeker)

  • Velen zien probleemoplossen als een vaardigheid. Sterker nog: het zou een typische vaardigheid van de 21e eeuw zijn, een vaardigheid dus waar het onderwijs enige prioriteit, zo niet topprioriteit aan zou moeten geven. Er waren overigens ook in de vorige eeuw al onderwijsromantici die het bevorderen van probleemoplossen en creativiteit zagen als de core business van het onderwijs, en wel naast of zelfs in plaats van het verwerven van kennis — zelf-ontdekkend leren. De romantische stroming die ik bedoel is het constructivisme, waaronder ook het realistisch rekenen van Hans Freudenthal en zijn volgers valt. ‘Leren denken’ is trouwens al enkele eeuwen een idealistisch doel van didactici van het wiskundeonderwijs.
  • Er ontbreekt iets wezenlijks in de huidige verhalen over de vaardigheden van de 21e eeuw. De inhoud bij al dat probleemoplossen: zonder vakkennis geen probleemoplossen dat ook maar iets voorstelt. Een ‘vaardigheid in generiek probleemoplossen’ is vooral een contradictio in terminis. Maar dan valt het ook op dat dezelfde organisaties die rondtoeteren dat het in het onderwijs en in de samenleving van de 21e eeuw gaat om probleemoplossen, ook de indruk wekken dat in het onderwijs die nadruk op kennis wel iets minder mag, omdat kennis tegenwoordig een muisklik, hooguit twee muisklikken ver zou zijn. Twee punten om deze onzin te weerleggen: (1) nieuwe kennis bouwt noodzakelijk voort op oude kennis, (2) wie niets weet, zal nonsens vinden.
  • Vakkennis (expertise) is nog steeds van belang in iedere ambachtelijke en professionele beroepspraktijk. Probleemoplossen is in dergelijke beroepen voortdurend aan de orde, als onlosmakelijk onderdeel van het uitoefenen van het vak. Nadrukkelijk onlosmakelijk, want veel professionals hebben terecht het idee dat zij goede probleemoplossers zijn, maar ten onrechte het idee dat zij dat ook buiten het eigen vak zijn. Ziehier een mogelijke bron van de romantische misvatting dat we allemaal generieke probleemoplossers zouden kunnen zijn, als het onderwijs er maar meer aandacht voor zou hebben, meer aandacht die dan best ten koste mag gaan van verzamelen van kennis die toch snel veroudert.

 

_____________________________________________________________

Hogere-orde denkvaardigheden

 

SLO: ‘Hogere denkvaardigheden

  • Een van de bekendste manieren om denkvaardigheden in te delen is de taxonomie van Bloom. Wiskunde gebruikt vaak een indeling in reproductieve en productieve vaardigheden. Willen we de verbinding tussen wiskunde en Bloom leggen dan zouden we grosso modo kunnen stellen dat productieve vaardigheden een beroep doen op de hogere denkvaardigheden.
  • Bij de lagere denkvaardigheden gaat het om het zich herinneren van feitelijke of conceptuele kennis, om het begrijpen van die kennis en ten slotte om het toepassen ervan in bekende situaties. Bij deze vaardigheden is sprake van aangeleerd gedrag of reproductief denken.
  • Bij de hogere orde denkvaardigheden wordt geappelleerd aan kritisch, logisch, reflectief, metacognitief, en creatief denken. Deze denkvaardigheden worden geactiveerd als leerlingen geconfronteerd worden met nieuw en onbekend bronnenmateriaal, met onbekende problemen of met onzekerheden of dilemma’s.

 

Minka Dumont (Ze geeft trainingen en workshops over het aanspreken en ontwikkelen van hogere orde denkvaardigheden bij leerlingen. Ze heeft de opleiding ‘ECHA Specialist in Gifted Education’ aan de Radboud Universiteit gevolgd en is werkzaam bij het SLO)

  • Leerlingen zijn meer gebaat bij het leren van denkvaardigheden dan bij het onthouden en begrijpen van feiten en theorieën. Waar theorieën en specifieke kennis door de tijd achterhaald kunnen raken, zijn denkvaardigheden meer generiek en toepasbaar binnen
    uiteenlopende gebieden.

Uit de leraar24-video  *Slimme kinderen uitdagen* van Minka Demont op de site van Kennisnet:  kinderen denken na over sterrenkundige problemen en wel op een onconventionele manier, om ze zo het hogere-orde denken aan te leren. Kinderen zijn te zeer gefocussed op het beantwoorden van vragen; doel van de les is om kinderen dit af te leren en ze vooral te leren om vragen te stellen. Ze leren de Taxonomie van Bloom en maken hierbij gebruik van een organizer.

  • Kinderen uitdagen doe je door hen een andere manier van denken aan te leren.
  • Het meeste onderwijs bestaat uit ‘lagere orde – denken’: onthouden, begrijpen en toepassen. Hoe kun je als leraar meer aandacht besteden aan ‘de hogere-orde’ denkvaardigheden ?
  • Teveel hebben de lessen van nu als doel om inhoud over te brengen. Maar alle inhoud die zo’n beetje voorradig is die heb ik in mijn telefoontje in mijn broekzak zitten, dus het doel om inhoud over te brengen is wat mij betreft niet meer zo simpel in deze tijd.
  • Als je kinderen vaardig maakt in analytische, kritische, creatieve denkers dan kunnen ze elke inhoud, elke kennis toepassen.

_______________________________________________________

Kritiek

Benjamin Bloom (onderwijspsycholoog) heeft in zijn (omstreden) taxonomie nergens beweerd dat kennis niet belangrijk zou zijn.

Bloom’s Taxonomy is not supported by any research on learning.”
Carl Hendrick, Head of Wellington Learning and Research Centre

“Veel onderwijsproblemen ontstaan uit ongefundeerde zweverij zoals ‘hogere orde wiskundig denken’.  Wiskunde is geen hogere orde denken, het is een ambacht dat veel oefenen vergt.”
Frans van Haandel, Docent wiskunde VO

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter