Stuit de opmars van het Engels

In NRC Handelsblad van 20 juni verzet Ad Verbrugge zich tegen de opmars van het Engels in het universitaire onderwijs. Zijn collega’s gingen hem daarin voor in het tijdschrift Onze Taal van januari 2015. Hetzelfde verschijnsel doet zich voor in het voortgezet onderwijs waar op steeds meer scholen vakken worden gegeven in het Engels. Scholen trekken met deze vorm van tweetalig onderwijs kinderen van hoog opgeleide ouders. De docenten geven hun vak of een deel daarvan in het Engels. Ze beheersen die taal echter veel minder dan de docenten Engels van de school. De leerlingen zullen ongetwijfeld het verschil kunnen horen. In plaats van docenten op te zadelen met taken waarvoor ze niet zijn opgeleid, kun je beter de schoenmakers bij hun eigen leest houden. Een taaldocent onderwijst een taal, een vakdocent een vak. Maar als ze samenwerken, profiteren ze daar beide van en zeker ook hun leerlingen. Taaldocenten bestuderen met hun leerlingen de onderwerpen die in het vaklokaal aan de orde komen. Examenopdrachten met een niet Nederlands onderwerp waarvan bronnen in een van de schooltalen op internet voorhanden zijn, zouden in het betreffende taallokaal kunnen worden bestudeerd. Taaldocenten moeten toch teksten met hun leerlingen lezen en de onderwerpen daarvan kunnen heel goed van bijvoorbeeld de zaakvakken afkomstig zijn.
De leerlingen die bijvoorbeeld het betreffende examenvak hebben gekozen, bestuderen in het taallokaal de op internet gevonden teksten, zodat ze daarna het geleerde in de moedertaal kunnen laten overhoren door de docent van het zaakvak. Het voordeel daarvan is dat de leerlingen in hun vervolgstudie minder moeite zullen hebben met het bestuderen van vreemdtalige bronnen. Bovendien is deze manier van lezen motiverender voor ze dan de continue training met oude cito examens.

2 Reacties

  1. “De leerlingen … bestuderen

    "De leerlingen … bestuderen in het taallokaal de op internet gevonden teksten, zodat ze daarna het geleerde in de moedertaal kunnen laten overhoren door de docent van het zaakvak."

     

    Je zult toch maar de universele wiskunde-taal als voertuig van kennisoverdracht gebruiken en dan de duitse of franse basisteksten als illustratie willen toepassen. Schoenmaker blijf bij je leest?

  2. @hendrikushU heeft volkomen

    @hendrikush
    U heeft volkomen gelijk. Wiskunde leent zich niet voor hulp vanuit het taallokaal. Ik bedoel ook de zaakvakken.
    Ik heb natuurlijk ook gekeken naar de examenonderwerpen geschiedenis en aardrijkskunde en vond daarbij ook veel buitenlandse gebeurtenissen die de wereldgeschiedenis hebben bepaald, zoals de eerste en tweede wereldoorlog. Ik vond ook enkele pilots waarbij de leerlingen voor geschiedenis gebruik moesten maken van niet Nederlandstalige bronnen. Je zou dus denken dat docenten geschiedenis blij zouden zijn met de hulp vanuit de taallokalen. Docenten die geïnteresseerd zijn in deze vorm van vakondersteunend leren, kunnen mijn artikelen raadplegen op internetonderwijs.net/Levende%20Talen/LTM2014/LTM5/VOL%20of%20TTO.htm

Reacties zijn gesloten.