14 Reacties

  1. Gelukkig kloppen zijn eigen

    Gelukkig kloppen zijn eigen statistische prognoses ook van geen kant.

    Terecht dat hij dat ook aan het Kohnstam instituut verwijt?

  2. Een haar onwelgevallig

    Een haar onwelgevallig rapport in een bureaula opbergen is overigens de Nederlandse overheid niet vreemd. Dat gebeurde ook toenvolgens haar een belangrijke wijziging in het onderwijs doorgevoerd moest worden en de verantwoordelijke ministers het voor het parlement geheim wilden houden. De onderzoekers moesten rapporteren hoe de veranderingen het beste begeleid konden worden en kwamen tot de conclusie dat de veranderingen beter niet konden plaats vinden. (Ik weet niet meer zeker of dat bij de invoering van de basisvorming gebeurde of bij de invoering van het studiehuis. Het staat in elk geval in het boek  dat Leo Prick over de geschiedenis van de onderwijsvernieuwlingen heeft geschreven)

  3. De Hond heeft verstand van

    De Hond heeft verstand van statistiek? Waarschijnlijk wel. Maar hij zit met een paar BV’s in de business van Ipad methoden. En dan kan hij natuurlijk niet meer de onnozele hals zijn die zich aan integere onderzoeksmethoden wat gelegen laat liggen. Toen ik als kind van 7 van de meester sommen moest maken, voor de rekenvaardigheid, vond ik dat niet altijd leuk. Ik haatte ten diepste het mannetje dat op de kaft stond. De uitgever dacht ons aan het rekenen te krijgen met op de kaft een lachend kind dat sommen maakte. Ik vond het een misselijke vent. En nu heb je bij je rekenen met een druk op de knop leuke spelletjes. Gelooft men nu echt dat kinderen daarmee ijverig aan het rekenen slaan?

  4. @neker en laat

    @neker en laat

    Ik geloof er niets van dat het gebruik van iPad of ICT, of het plaatsen avn een mannetje die lacht op de kaft van een boekje de motivatie verhoogt. Een plakplaatje of stempetje van de juf als je iets goed hebt gedaan doet dat wel degelijk. De leerling weet dat je juf iets waardeert dat hij heeft gedaan. Diezelfde leerling weet heel goed dat een "goed zo Keesje" uit de iPad  geen complimentje van de juf of een mens is en het is daarom hooguit tijdelijk waardevol.

     

    Dirt gezegd hebbende kan het plezierig zijn om bij bepaalde oefensituaties snel te weten of je iets goed hebt gedaan of niet en ene computer kan datr some goed doen.

  5. Misschien kan de redactie

    Misschien kan de redactie mijn eigen bijdrage er tussen zetten? Het is moeilijk discussiëren als je stukje niet verschijnt.

     

    Wat de snelle terugkoppeling betreft door een computer: in mijn eigen schooltijd kreeg je van de meester de volgende dag je sommen terug. Dat is tijd genoeg. Volgens mij moet je op school alles vermijden dat een sfeer geeft van snel, snel en opwindend.

  6. Het stuk op de site van MdH

    Het stuk op de site van MdH heb ik gezien. Het onderzoek schiet tekort op statistische significantie en op de mogelijk grote invloed van de leerkracht. Na een zo korte ervaring met Ipads kan er nog niet meer worden verwacht. Desalniettemin is het verstandig dat men de vinger aan de pols houdt door ook in een vroeg stadium te meten wat de Ipads opleveren. Vrijwel iedere onderwijsvernieuwing is aanvankelijk succesvol, maar na enkele jaren raakt een overvraagd docententeam uitgeblust. Als het nieuwe voorbij is, treedt de dagelijkse gewenning in en verslapt de motivatie. Zo is het gegaan met het talenpracticum en met geprogrammeerde instructie (waar de Ipads op lijken).

     

    Als je van grotere afstand kijkt naar de Ipads, kun je een paar kritische vragen stellen. Hoe gemotiveerd blijft de onderwijzer die dag in, dag uit 25 kinderen van de computerspelletjes af moet houden? Dat telt al gauw op tot vele honderden interventies per week. Die docent geeft er ook eens de brui aan! En verder heeft ieder zijn eigen herinnering. Opleuken van het rekenen viel bij mij op de leeftijd van 7 in verkeerde aarde. Het rekenen moest gewoon worden gedaan, lollig of niet. En als de meester vond dat we de oefening nodig hadden, dan kon hij dat het beste weten. Dus je deed het maar gewoon. Een kind van 7 kan dat goed accepteren. Daar zijn geen volwassenen bij nodig die met speeltjes de school leuker willen maken voor de kindjes.

  7.  

     

    Mede BON-genoten,

    Ik merk dat we zelf de fout maken dat een 'iPad-goeroe' als MdH niet door ons met open armen wordt ontvangen. Dit uit zich in een bij voorbaat negatieve houding naar (meningen van) dergelijke personen. Ik vind dit niet juist. Ik vind dat BON zich zo objectief mogelijk moet opstellen tegenover wie en wat (onderwijsvernieuwingen/-ontwikkelingen) dan ook.

    Als we puur objectief naar het Kohnstamm-onderzoek kijken, heeft MdH gelijk. De conclusies die het Kohnstamm instituut doet op basis van dit onderzoek zijn ongegrond.In dit geval moet ik MdH bijval geven.

    Let wel, ik ben absoluut geen voorstander van dergelijke, in mijn ogen te ver doorgevoerde onderwijsontwikkelingen. Devices als iPads kunnen (misschien??) hier en daar een bijdrage leveren aan de motivatie van studenten, maar het is niet meer dan een hulpmiddel dat hier en daar en af en toe ingezet kan worden door de docent. En de docent moet dat zelf kunnen beslissen of en in welke situatie hij dat doet. Daarnaast hoeft een verhoogde motivatie van studenten (mocht dat inderdaad het geval blijken te zijn) nog niet te betekenen dat dit tot een verhoging leidt van studieresultaten. Zo kan een student het leuk vinden om met een game te oefenen met een bepaald onderwerp van een vak, maar dat hoeft niet automatisch te leiden tot betere studieresultaten. Het zou goed zijn om ook daar eens onderzoek naar te laten doen.

    Als ik als docent in het MBO, waar ook ik dergelijke vernieuwingen worden toegepast (project 'Bring Your Own Device'), merk dat het meer energie kost om studenten te controleren of men daadwerkelijk met de lesstof bezig is en niet met bijvoorbeeld games of social media, dan ben ik op voorhand geen voorstander van dergelijke ontwikkelingen.

    Ik wijs het ook niet direct af, maar de basis blijft naar mijn mening de persoonlijke interactie tussen docent en student. Het traditionele lesgeven blijft mijns inziens het fundament voor goed onderwijs. Dat af en toe (!!) gebruik wordt gemaakt van andere lesmiddelen, lijkt me geen probleem, mits het inderdaad een bijdrage levert aan het onderwijs. En dat laatste blijft, ook met het Kohnstamm-onderzoek, nog maar de vraag.

  8. Ik weet niet wie hier

    Ik weet niet wie hier allemaal mede BON-genoten zijn. Het forum staat open voor iedereen.

  9. # ovattion – U merkt dat het

    # ovattion – U merkt dat het energie kost om te controleren of men niet bezig is met spelletjes of social media. Maak de som voor een basisschool. Twee keer op een ochtend of middag grijpt een kind naar een spelletje. Niemand kan zeggen dat het veel is, nietwaar? Dat is 4 keer per dag, dus 20 keer per week. Een klas van 25 leerlingen levert de onderwijzer wekelijks 500 van die incidenten op.

     

    Elke onderwijsvernieuwing behoort op zulke aspecten te letten. De bestuurders willen hun school promoten in de vaart der volkeren. En gezeik over ordeproblemen of afleiding, och, daar staan zij boven. Daar zit alleen het voetvolk in de klas mee. MAAK IN ‘S HEMELSNAAM DE SOMMEN! Al die akkefietjes, die elk niets voorstellen, tellen op tot honderden of duizenden per week.

     

    Het opleuken en toegeven aan speelse afleiding is om een sik van te krijgen. Op zeker ogenblik liep dan ook de hele onderwijzerswereld met zo’n sik rond. Bij vrouwelijk personeel zou het risico kleiner zijn? Ik moet het nog gezien hebben.

  10. #FriendlyFoe – inderdaad,

    #FriendlyFoe – inderdaad, vandaar dat ik het heb over genoten en niet over leden!

     

  11. Ordeproblemen werden in het

    Ordeproblemen werden in het verleden teruggekaatst naar de docent: als je klachten hebt over de orde, ben je geen goede docent. Een topdocent heeft ze niet. Zo kwamen onderwijsvernieuwers altijd weg, wanneer hun plannetjes weer eens leidden tot een bende. De sommen zijn simpel: aantal incidenten per leerling per dag X aantal lesdagen in de week X aantal leerlingen in een klas = aantal incidenten per week voor de docent. Vakbonden willen al heel lang lichtere weekroosters, maar die kosten miljarden. Selectie op gedrag is een tweede optie, maar die zal hard aankomen. Er is een ding wat ik niet begrijp. Hoe kan het eigenlijk dat vakbonden onderwijsvernieuwingen accepteren zonder een goede analyse van de gevolgen voor de orde of de chaos in de klas? Er komen nog steeds wetten en maatregelen zonder ordeparagraaf. Nog steeds kunnen zakenlieden de scholen een methode in de maag splitsen die grote gevolgen kan krijgen voor de orde. En de vakbonden zwijgen? Hoe is dat mogelijk?

Reacties zijn gesloten.