Vintage?

Het BON onderzoek naar de besteding binnen de VO scholen en de reacties van VO raad en VosABB daarop, leggen de vinger op de zere plek.

De eerste organisatie stelt, aan de hand van de wel beschikbare openbare gegevens te mogen stellen, dat er een significant deel van het geld dat door overheid voor personele bekostiging aan VO besturen wordt gegeven, niet aan de aanstelling van vakdocenten  wordt besteed.

De twee laatste stellen, dat de bekostigingsregels sterk verouderd zijn en volgens hen vloeit het geld langs een andere weg naar het primaire proces.

 

 Aan de basis van beide beweringen ligt de vraag: wat en hoeveel moet een docent aan werkzaamheden doen ?

 

In het antwoord op die vraag ligt besloten welke onderwijs kwaliteit wij van onze docenten verwachten. Stel deze vraag voor ieder taak onderdeel van een docent en je hebt een lijst van wensen waarvoor bekostiging nodig is. Blijf wel realistisch. Als wij voor het plannen en uitvoeren van individuele leerbehoeften geen tijd geven aan de vakdocenten, hoeveel tijd wil je dan in werkelijkheid dat zij aan die taak besteden?

 

Voor elke sector die zichzelf respecteert, bestaan er op basis van arbeidsdeskundige expertise rapporten, waarin de te besteden tijd voor handelingen etc, zijn uitgewerkt, onderbouwd en samengevoegd.Zo niet in het onderwijs. Tijdens de laatste zitting ( eind 2014) in het proces tussen een docente wiskunde en haar werkgever, schoolbestuur SCOL, is dat onomstotelijk vast komen te staan.

De vice voorzitster van dat schoolbestuur, maakt al jaren deel uit van de commissie arbeidsvoorwaarden van de VO Raad. Het bestuur dat zij vertegenwoordigt in de rechtszaal, SCOL, weigert nu drie jaar de vraag van de eisende docente te beantwoorden: wat zijn de specificaties van de normtijden waaraan ik als docent moet voldoen?

Deze vraag is die laatste zitting in aanwezigheid van rechter en advocaten opnieuw aan SCOL gesteld. Tijdens die zitting kreeg de docente namelijk toestemming haar eis tot uitbetaling werkelijk gemaakte arbeidsuren te gaan  onderbouwen. Voor de zuiverheid werkt het het best, als er een ijkpunt is, waarmee je kunt werken en vergelijken:  Hoeveel tijd geeft een of deze werkgever  in VO voor de specifieke onderdelen van de werkzaamheden in de opslagfactor van een docent. ( Die opslagfactor maakt ongeveer 40% van de officiële aanstelling uit) 

Het antwoord van SCOL is opgeschreven in de zittingverslagen: die specificaties bestaan niet.

Dit is niet de oprisping van 1 moment. Dezelfde docente heeft de afgelopen  jaren letterlijk ieder schoolbestuur, aangesloten bij de VO Raad aangeschreven met dezelfde vraag:  Wat zijn de door jullie toegepaste specificaties van jullie opslagfactor? ( zie iemanddoetiets.nl)

Geen enkel  van de “ruim 300 besturen” ( zie website VO Raad) heeft daarop een inhoudelijk antwoord gegeven. Integendeel. Men  heeft vanuit diezelfde VO Raad het advies gekregen helemaal niet of afwijzend te reageren. “Men was immers geen partij in het conflict”.

Zelfs al zou je het, net als SCOL en VO Raad, willen vegen onder de noemer: individueel (alleen al bij dit bestuur ruim 900 docenten in dienst met exact dezelfde taakomschrijving, maar ok) Dan nog staat ditbestuur model voor de besturen die bij de VO Raad zijn aangesloten. Mevrouw vicevoorzitter zit letterlijk in de commissie die zulke dingen vastlegt voor de gehele sector VO.

 

 

 

Beter Onderwijs  Nederland is zo vriendelijk geweest om de(zeldzame) beschikbare gegevens over bekostiging personeelsbudget  eens te bestuderen, iets wat de vakbonden al jaren systematisch nalaten.  Dan blijkt dat de hoeveelheid formatie die de overheid toepast als basis voor haar financiering compleet achterhaald is (?) “wel 50 jaar oud” volgens alweer de website van de VO Raad. En dus op geen enkele waarheid gebaseerd(?) Volgens de Raad wordt er binnenkort “gekeken”naar die financiering.

Tegelijkertijd schrijft deze Raad op haar website dat het vooral NIET gewenst is om welke graad van specificatie dan ook in de verantwoording te moeten stoppen. Integendeel. Wat haar betreft moeten ook de laatste nog resterende tussenschotten in de lumpsum verwijderd worden. Men is oud en wijs genoeg om het allemaal zelf te regelen.

Aldus de Raad die tot eind 2013 nog niet eens over een klachtenregeling beschikte en die elk van haar leden adviseert in een kwestie over de basale voorwaarden van arbeidsomstandigheden, vooral geen partij in het conflict te zijn/worden.

Hoeveel voorbeelden van narigheid zijn er nodig voordat de politiek de conclusie durft te trekken dat er juist meer specifieker verantwoording door schoolbesturen nodig is? Hoeveel miljoen euro moet er nog naar de knoppen gaan? Al dan niet beloond door lintjes ?

 

Is de laatste smoes nu: de bekostigingsstructuur is te oud? Die kunnen we volledig negeren? Wat is nu de feitelijke taak van een docent ? Dat laatste komt in het Professioneel Statuut te staan. Over dat statuut zijn de politici en bestuurders lyrisch: kijk eens wat mooi ! Dit moeten jullie allemaal kunnen! Dit mogen we van jullie eisen.

Maar over de andere kant van de arbeidsovereenkomst, de beschikbare tijdruimte, krijgt  een werkneemster tijdens een rechtszitting als antwoord dat er geen enkele verantwoording op papier staat ten aanzien van meer dan 40% van haar aanstelling. Waar ze toch al drie jaar om vraagt.

Loopt de VO Raad in dat opzicht niet 120 jaar achter? Is het misschien vintage?

 

Volgens deze docente wiskunde, komt het juist uitrekenen van de haar toebedeelde taken erop neer, dat de uitvoering van die bewuste takenlijst in plaats van ruim 400 uur neerkomt op 1200 uur per jaar.

Als dat de manier is waarop de werkgevers menen hun “moderne” bestedingsmodel te mogen rechtvaardigen, waarmee de deur open wordt gezet voor een gigantische bezuiniging op personeelskosten binnen VO ( wat je niet nodig hebt, kan worden gekort). Zolang die sector blijkbaar niet in staat is om de meest elementaire wetten arbeidsrecht uit te voeren ( voor elke opgedragen taak dient een tijdruimte overeengekomen en vastgelegd te worden), zou ik als politicus mijn geld niet inzetten op de zelfsturende vaardigheiden van sector VO.

 

 

Voor de leek: iedere docent VO valt onder hetzelfde taakbeleid, ongeacht het vakgebied, graad en soort onderwijs. Een docente wiskunde VMBO krijgt voor elk van de wel omschreven onderdelen precies evenveel tijd als een docente Duits bovenbouw VWO. Op papier geldt dat er af te wijken valt, in de praktijk ,……., lees iemanddoetiets.nl.

Denise Hupkens

Docente wiskunde

2 Reacties

  1. Het is moeilijk na te gaan

    Het is moeilijk na te gaan wat je met het woord vintage, wijnoogst bedoelt. Het wordt ook in de betekenis wijnjaar, druivenoogst van een bepaald jaar bedoeld. Of van wijn uit een goed wijnjaar! .Vervolgens werd het voor ouderwetse, al dan niet modieuze, kleding gebruikt: oude haute cultuur kleding, authentieke kleding maar ook gewoon tweedehands kleding. Er valt ook degelijke maar ouderwetse merkkleding onder. Als het om fotoafdrukken gaat worden afdrukken bedoeld die kort na het ontwikkelen van de negatieven door de fotograaf zelf gemaakt zijn.

    Dat maakt de vraag "is het misschien vintage?" moeilijk te duiden

  2. Je kunt ook te ver zoeken
    Je kunt ook te ver zoeken soms.
    De VO raad neemt als excuus de volgens hen 50 jaar oude bekostigingsregels die zo ouderwets zijn dat ze ze mogen negeren.
    Maar gebruikt zelf een invulling van arbeid die stamt uit 1895 en eerder.

Reacties zijn gesloten.