NIO niation

Op 10 Februari schreef Bart Funnekotter in de NRC: scholen zoeken naar alternatieven voor CITO-toets. Het blijkt dat de politici willen dat het advies van de basisschool leidend wordt. In de wet staat dat bij plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs naast het advies van de basisschool een tweede, “objectief criterium” moet worden gehanteerd. Sommige scholen willen daarvoor de NIO intelligentietoets gebruiken omdat zij vinden dat het advies van de basisschool en de ook bruikbare informatie van het leerlingenvolgsysteem niet onafhankelijk van elkaar zijn. Maar het ministerie van Onderwijs wil de NIO-toets is niet als tweede kriterion goedkeuren, omdat die de beheersing van taal en rekenen niet meet. De overheid en haar politici enerzijds en sommige scholen anderzijds zitten dus niet op één lijn. Van de overheid moeten beide toetsen het hele voorgeschreven spectrum meten en sommige scholen willen kiezen voor een tweede toets die zich minder richt op wat de leerlingn opgestoken hebben dan op wat de leerlingen zouden kunnen opsteken en begrijpen. Botsen hier de wens van veel politici om de leerlingen lang bij elkaat te houden met de wens van sommige scholen om direct bij binnenkomstin het vervolgonderwijs te selecteren? Funnekotter schrijft  dat, om te voorkomen dat de toets een officieus eindexamen voor het basisonderwijs wordt, de toets twee maanden naar achter geschoven is en en wijst er op dat dit allemaal wel eens er op uit zou kunnen lopen dat in de komende jaren de afsluittoets van groep 7 als vervanger van die van groep 8 gaat functioneren. De CITOtoets van groep 8 is echter ook naar achteren geschoven om te voorkomen dat leerlingen na het afleggen van CITO-8 hun tijd gaan verlummelen. Dat dreigt nu aan het einde van groep 7 te gebeuren en dan hebben we te maken met de zoveelste miskleun van de overheid. Er is nog een lichtpuntje: De basisschool zelf mag de NIO-toets wel afnemen en in haar advies verwerken. Als ze daarbij de uitslag van de NIO-toets vermeldt kan die toch nog door het vervolgonderwijs als onafhankelijk tweede criterium gebruikt worden.