Uitspraken (Politici)

Rekenen  –  Ict  –  Het Basisonderwijs  –  Het Voortgezet Onderwijs  –  Het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)  – Het Hoger Beroepsonderwijs (HBO) en het WO –  Onderwijskundigen  –  Adviesbureau's  – Hersenen en Leren  –  Politici en Beleidsmedewerkers  –  De Vakbonden  –  InternationaliseringDuurzaamheid  –  Sprekers en Publicisten

 

———

POLITICI EN BELEIDSMEDEWERKERS

Inhoud:

  1. Ministers en Staatssecretarissen
  2. Kamerleden
  3. Beleidsmedewerkers
  4. Het Platform Beta-Techniek
  5. Kritiek

 

Wat is wat?

Commissie-Dijsselbloem (2007-2008) was een parlementaire onderzoekscommissie  over de onderwijsvernieuwingen in het voortgezet onderwijs in Nederland. In hun eindrapport werd onder meer geconcludeerd dat de overheid haar kerntaak, het zeker stellen van de kwaliteit van het onderwijs, de afgelopen jaren ernstig heeft verwaarloosd.

(Open) Studiehuis:  Bij de invoering in 1998 van de Tweede Fase in de bovenbouw HAVO/VWO werd het woord ‘(Open) Studiehuis’ gebruikt als aanduiding van het geheel aan didactische en onderwijskundige maatregelen waarmee een school stuurde naar een grotere mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de leerlingen voor hun eigen studie. Het Studiehuis wordt vaak gezien als een concrete uitwerking van het Nieuwe Leren. Verantwoordelijk voor de opzet en invoering van het studiehuis was Rein Zunderdorp, een hoge ambtenaar van het ministerie van onderwijs.

————————

1. Ministers en Staatssecretarissen

 

"Ik heb nergens spijt van. De keuzes die zijn gemaakt waren juist." Jo Ritzen (ex-minster van Onderwijs, tegenover de commissie Dijsselbloem)

"De sociaal-democratie moet er niet voor terugschrikken om politieke besluiten door te zetten die aanvankelijk op verzet van de tevreden meerderheid stuiten."  Marleen Barth (destijds PvdA-Tweede Kamerlid, onderwijsspecialist)

"Hoge salarissen zitten er niet in, leerlingen verdienen een leraar die zijn werk met passie doet."  Marja van Bijsterveldt (Staatssecretaris van Onderwijs)

"Leraren willen helemaal niet meer verdienen. Ze willen alleen maar geholpen worden bij het omgaan met kinderen en al hun specifieke problemen.” Marleen Barth tijdens een verkiezingsdebat in 2010

"Ik spreek met heel veel enthousiaste leraren, en die willen veel liever zich ontwikkelen dan dat het ze gaat om loonsverhoging." (Staatssecretaris van Onderwijs)

"Schoolleiders moeten meer gaan verdienen. Anders kunnen geen goede mensen worden gevonden."  Wim van de Camp (Tweede kamerlid voor het CDA)

"65 miljoen voor Kaka en 96 miljoen voor Ronaldo. En …een miljoen voor Klaas Koops, een adviseur van een ROC, maar dan wel voor een periode van 4 jaar. Een flink jaarsalaris, maar niet meer dan dat. Kaka en Ronaldo zijn topspeler met bijzonder talent. Maar wat moeten dan al die buitengewoon getalenteerde medewerkers op onze scholen? Die leveren dagelijks topprestaties onder moeilijke omstandigheden en met een kritisch publiek op de tribune." Sjoerd Slagter (Voorzitter VO-raad)

"Ik vind een parlementair onderzoek naar de onderwijsvernieuwingen een verspilling van tijd en geld." Marleen Barth (oud-tweede kamerlid voor de PvdA)

 

Jacques Wallage (Staatssecretaris van Onderwijs 1989-1993 voor de PvdA)

Wallage was verantwoordelijk voor de invoering van de Basisvorming. Hij pleitte voor afschaffing van de zelfstandige gymnasia. Hij was één van de aanjagers van de onderwijsvernieuwing die zou leiden tot het Open Studiehuis.

  • De basisvorming is ‘te liberaal’ ingevoerd’. Scholen en leraren zijn te vrij gelaten in het verwezenlijken van de onderwijsvernieuwing. De autonomie werd gekoesterd, wat zoveel betekende als het realiseren van het onderwijsplan naar eigen goeddunken.
  • De basisvorming was een goed idee, alleen is er te weinig tijd genomen voor de invoering. De uiteindelijke vormgeving is uiteindelijk zo geworden dat de winst maar beperkt was.
  • Een vernieuwing zoals de basisvorming heeft tien tot vijftien jaar nodig om tot wasdom te komen.
  • Het hoofddoel van de basisvorming was dat kinderen niet meer van school af hoefden als ze van schooltype wilden veranderen. Dat kan alleen op een brede scholengemeenschap.
  • Op de school van Clan Visser ’t Hooft deden ze toen al dingen die je nu “studiehuis” zou noemen. Clan is namelijk een van de weinige mensen met werkelijke visie op onderwijs en met praktijkervaring. She’s my kind of girl: ze heeft iets heel idealistisch, en tegelijk weet ze ook hoe op een school de hazen lopen.
  • ICT, de informatiemaatschappij, hangt van nieuwsgierigheid aan mekaar. Vooral als je naar jonge mensen kijkt. Daar zit een behoorlijke ambitie bij. Het is dus niet gemiddeld het slag wat als de les is afgelopen zich naar de camping begeeft om kwart over vier. En die leraren zijn er ook. We hebben in ons docentenbestand een niet gering aantal mensen die dit geleidelijk aan als werk is gaan beschouwen. We hebben hier wel te maken met een beroepsgroep die zich sterk verengt, geconcentreerd heeft, op de vierkante meter van de klas en de eigen les. En ik vind dit een barrière voor ICT-ontwikkeling waar we te weinig over praten.
  • De vraag of een school een grote innovatie aankan, hangt er vanaf of die school een uitgekristalliseerd onderwijsregime heeft.
  • Ik snap ‘met alle respect’ niets van de ‘zwartgalligheid’ waarmee de commissie de onderwijsvernieuwingen bekijkt.
  • Ik voel me alleen maar schuldig dat ik maar 3,5 jaar staatssecretaris ben geweest, dat ik niet lang genoeg verantwoordelijkheid heb kunnen dragen.
  • Critici als Leo Prick hebben vanaf het begin een karikatuur gemaakt van de basisvorming. Die is helemaal niet zo slecht ontvangen op de scholen als Prick schetst. Eenderde van de scholen heeft haar con amore ingevoerd. Vakbeweging en bestuursorganisaties steunden haar voluit.
  • Als ik er nu voor stond, zou ik de basisvorming opnieuw invoeren, maar dan met minder vrijblijvendheid voor de scholen.
  • Het niveau van het onderwijs is omhooggegaan in een complexere samenleving waarin de informatietechnologie zich in een hoog tempo ontwikkelt. Kom dus niet aan de nieuwe generatie, ze zijn beter toegerust dan ooit.
  • Onderwijsinnovatie en bestrijden van schoolverzuim zijn twee van de vele vraagstukken, die de rol en competentie van de individuele docent overstijgen. Dat vraagt organisatie en daar heb je deskundigen voor nodig. Wie verantwoordelijkheden hoger in die organisaties afschildert als verspilling doet onrecht aan complexe organisatievraagstukken.
  • Een inzet voor kwaliteit vraagt verbeteringen naar inhoud en werkvorm in de klas, op het niveau van het team, maar zeker ook op het niveau van het management en het bestuur. Alleen een strategie, die deze verantwoordelijkheden weet te onderscheiden én aan te spreken en te organiseren zal succes boeken.

 

Tineke Netelenbos (Staatssecretaris van onderwijs 1994-1998. Lid van de PvdA)

Netelenbos was een van de felste onderwijsvernieuwers die de Nederlandse regering gekend heeft. Ze was o.a. verantwoordelijk voor de invoering van het studiehuis, het vmbo en de opheffing van de MAVO. Ze was voorstander van brede scholengemeenschappen. Het lukte haar niet om de zelfstandige gymnasia af te schaffen.

De lom- en zmok-scholen verzetten zich tegen het opgaan van deze scholen in het vmbo, omdat dit ten koste zal gaan van deze leerlingen. Door telefonisch met ontslagen te dreigen wist Netelenbos haar zin door te drijven.

Netelenbos zorgde ervoor dat een vernietigend rapport van Hoogleraar Pedagogiek Jan Dirk Imelman in verband met de invoering van het Studiehuis en in opdracht van het ‘Procesmanagement Voortgezet Onderwijs’ in de onderste la verdween.

Uit een enquête vlak voor  het beslissende kamerdebat onder schoolleiders van conrector Jan Jimkes bleek dat 76 procent van de scholen niet klaar was voor de Tweede Fase. Netelenbos had de Kamer verteld dat 80 procent juist stond te springen om te beginnen.

[Hoe de MAVO uit Nederland verdween] [Geruisloze blindheid]

  • De naderende tweedeling in het onderwijs is een verbetering. Tot nu toe is er sprake van een vierdeling: vbo, mavo, havo en vwo.
  • De laatste tijd hebben wij een studiehuis en de lessen zijn niet saai meer!
  • Mensen trekken zich op hun eigen bastion terug. Dat is makkelijk, ook voor scholen, maar ook sociale integratie is belangrijk.
  • Het gaat nu goed in het voortgezet onderwijs dankzij de vernieuwingen uit de jaren '90.
  • De spreekvaardigheid van middelbare scholieren is nu veel beter. Horen jullie hoe weinig ‘uh’ ze tegenwoordig zeggen?
  • De tweede fase was een onomstreden onderwijsinnovatie.
  • Een grote onderwijsvernieuwing heeft jaren tijd nodig. In de politiek heerst de cultuur van het snelle scoren, terwijl de scholen net op gang zijn. Nooit zou ik gezwicht zijn voor de protesten van scholieren en leraren.
  • We moeten trots zijn op ons onderwijs.
  • Ik opereerde volgens de doctrine 1/3, 1/3, 1/3. Als 1/3 van het veld geïnteresseerd is moet je het invoeren. Immers: een ander derde deel weet het nog niet en zal volgen, en het laatste derde deel wil nooit iets.
  • Je hoeft geen inhoudelijke kennis te bezitten om te kunnen managen.
  • Ik ben verbaasd over de aantijging van Prof. Keune dat het wiskundeonderwijs in het voortgezet onderwijs een ramp is. De TIMMS-rapporten en het Freudenthal-Instituut zwaaien alom lof over het niveau van de wiskundelessen in Nederland. Ik heb geen enkel signaal ontvangen dat het met het wiskundeniveau van Nederlandse jongeren slecht is gesteld. Integendeel. Het wiskundeonderwijs in Nederland is gewoon goed.

Brief aan Prof. Jan De Lange:

  • Maakt u zich geen zorgen, alles komt in orde met die wiskunde.

 

Maria van der Hoeven (Minister van Onderwijs 2002-2007)

Van der Hoeven maakte de scholen autonoom, wat er op neer kwam dat de macht van bestuurders enorm toenam.

Om ervoor te zorgen dat meer leerlingen een bèta-profiel kiezen, maakte ze deze profielen ‘aantrekkelijker’ door de studielast van de vakken wiskunde en natuurkunde te verlagen.

[De evolutietheorie is niet compleet] [Toespraak]

  • En dan bespeur ik nog wel eens in de exacte wereld een soort cultuur van trots op de moeilijkheidsgraad van het vak.
  • Exacte vakken moeten niet moeilijker worden voorgesteld dan ze zijn.
  • Niet alleen de bètavakken moeten zich vernieuwen, maar ook de bètastudies. Het hoger onderwijs in de bèta-studies moet leren dat een universitaire studie niet alleen bedoeld is voor de aankomende genieën.
  • Zo vroeg mogelijk beginnen met realistisch rekenen, mét aansprekende en uitdagende techniekproeven, kan uiteindelijk bijdragen aan het oplossen van het tekort aan technici in de maatschappij.
  • Goed wiskundeonderwijs heeft niets te maken met het aantal wiskunde-uren. Óók in wiskunde kunnen méér werkvormen worden toegepast dan alléén de één op één relatie tussen leraar en leerling die steeds méér uren vraagt.
  • Wiskunde wordt leuker en aantrekkelijker, als je het vak kleiner en makkelijker maakt.
  • Ik vind dat het hoge aantal uren wiskunde en natuurkunde dat nu nog in het profiel Natuur en Techniek zit, niet het juiste antwoord is op het tekort aan bèta's.
  • In internationale vergelijkingen doen Nederlandse leerlingen het góed in wiskunde. De examenprogramma's van de bovenbouw zijn van een hoog niveau. De Nederlandse leermiddelen zijn gemiddeld genomen goed. Getal en ruimte is daar een voorbeeld van.
  • En u zet zich in voor de nodige didactische vernieuwing van het wiskundeonderwijs. Want we kunnen in veel opzichten tevreden zijn, maar het kan altijd beter.
  • Ik zelf geloof evenmin in 'toeval'. De evolutietheorie is niet compleet. Als we erin slagen om wetenschappers van verschillende geloofsrichtingen met elkaar te verbinden, kan intelligent design uiteindelijk misschien zelfs wel worden toegepast op scholen en in lessen.
  • Wetenschappers houden geloof en wetenschap graag gescheiden. Ik vind dat jammer. De wetenschap is in hokjes verdeeld. Maar de kracht van de wetenschap is juist de ander in zijn wetenschap te erkennen.
  • Het onderwijs staat er beter voor dan vier jaar geleden, wat je merkt aan het elan dat weer terugkomt bij de docenten.
  • Mensen die opponeren tegen competentiegericht onderwijs, begrijpen niet hoe mensen tegenwoordig leren.
  • Ik ben er enthousiast over dat Slash 21 de nek durft uit te steken en de ordenende principes – de klas en het lesrooster – durft los te laten. Ik kijk er niet van op dat schoolleider Henk van Dieten het helemaal eens is met zijn eigen stelling dat je van samenwerken meer leert. Dit is een school die de toekomst maakt.
  • Scholen die geen zij-instromers aannemen, moeten eens gaan erkennen dat leraar een beroep is als alle andere. Dat de traditionele lerarenopleiding de enige manier is om een goede leraar te worden, vind ik niet meer van deze tijd.
  • Ik roep iedereen, met belangstelling om met kinderen te werken, op het onderwijs in te gaan.
  • Als een school geen onderwijskundige visie heeft dan staat het de leraren ook niet voor ogen waar de school met zijn onderwijs naar toe wil. En ik wil absoluut niet terug naar de situatie van vroeger, toen de leraar een God in de klas was die alles voor het zeggen had.
  • Ik ben niet verbaasd dat leraren mij een dikke onvoldoende geven. Dat zijn toch meestal PvdA-, GroenLinks- of SP-minnende mensen.

 

Mark Rutte (Staatssecretaris van onderwijs 2004-2006)

  • Niets is zo leuk als de macht terugleggen op de werkvloer. Dat is mijn ideaal. Ik werk aan mijn eigen overbodigheid. Ik denk dat het een goede zaak is om onderwijs over te laten aan mensen die het het beste kunnen.
  • Misschien moeten we die Chinezen toch eens bellen. Wellicht zijn ze wel te porren voor een label met de tekst: Made in China, Invented in Holland.

 

Sharon Dijksma (Staatssecretaris van onderwijs 2007-2010. Lid van de PvdA. Ze studeerde rechten, studie niet voltooid)

[60 seconden Sharon Dijksma]

  • Het is mijn ambitie om de talenten van onze kinderen maximaal kans te geven. Wat we de komende jaren gaan doen is met zijn allen hard werken aan beter taal- en rekenonderwijs. Voor alle kinderen. Dat is geen bedenksel van het ministerie of van mij maar dat hebben we afgesproken met alle basisscholen in ons land en daarvoor ben ik de afgelopen maanden heel veel bij scholen op bezoek geweest en dan spreek je al die mensen: de leerkrachten, de schoolleiders maar ook de besturen en de vertegenwoordigers van de sector. En natuurlijk met kinderen en hun ouders. Meer aandacht voor taal en rekenen is dus geen Haags besluit, het is iets van alle scholen, alle leraren en alle schoolleiders. Een gezamenlijke afspraak. En daarom ben ik er van overtuigd dat de scholen en vooral ook de leraren er achter staan. Dat we echt met zijn allen hard gaan werken aan beter taal- en rekenonderwijs. Want samenwerken is de beste garantie voor succes.
  • In de kerndoelen voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is geen expliciete verwijzing opgenomen naar de evolutietheorie. Scholen kunnen ook aandacht besteden aan andere opvattingen; de kerndoelen zijn er mede op gericht de leerlingen een kritische houding aan te leren.

 

Marja van Bijsterveldt (Staatssecretaris van Onderwijs 2007-2010. Minister van Onderwijs 2010-2012)

Als Staatssecretaris van Onderwijs:

  • Scholen van nu zijn maatschappelijke ondernemingen.
  • De kritiek van de commissie Dijsselbloem gaat juist niet op voor de maatschappelijke stage. Zowel leerlingen en scholen zijn hierover juist enthousiast.
  • Met de maatschappelijke stage heeft u goud in handen.
  • Aan de invoering van het competentiegericht onderwijs ligt geen wetenschappelijk onderzoek ten grondslag. Wel wordt de onderwijsvernieuwing breed gedragen door alle betrokken partijen.
  • Ik gun het MBO een nieuw tijdperk met een stevige MBO Raad om het beroepsonderwijs nog sterker te maken.
  • Alle scholen moeten nadenken over innovatie: we moeten slim omgaan met het geld.
  • Het VMBO is een van de meest innovatieve onderwijsvormen van Nederland. Laat tijdens deze feestelijke dag [10-jarig bestaan VMBO] heel Nederland kennis maken met het succes van het VMBO!
  • Wat ik mis is de noodzaak van een cultuurverandering op scholen. Er is daar nog te weinig zelfreflectie, te weinig kritische blik op de eigen praktijk.
  • Het negatieve beeld van het leraarschap hangt mede samen door het jarenlange optreden van de vakbonden, die alleen maar wilden behouden wat er was en niet wilden innoveren.
  • Ik geloof niet in een centrale rol van de overheid zoals BON voorschrijft. De politiek kan nooit de hartslag van het onderwijs zijn.
  • Ik roep de sociale partners in het voortgezet onderwijs op om de dure cao nog eens tegen het licht te houden.
  • Ik wil niet meer praten over werkdruk van leraren als die er geen vakantieweek in de zomer voor willen inleveren.
  • Hoge salarissen zitten er niet in, leerlingen verdienen een leraar die zijn werk met passie doet.

N.a.v. het rapport ‘Overhead of Onderwijs’ geschreven in opdracht van de VO-raad:

  • Het is goed dat de sector zelf het initiatief heeft genomen voor dit onderzoek. Dit geeft blijkt van een zelfbewuste sector die bereid is kritisch naar zichzelf te kijken.

Als Minister van Onderwijs:

  • Opbrengstgericht werken is gelukt tijdens de ‘Expeditie Durven, Delen, Doen’. Ik roem de sprankeling die ik tijdens mijn werkbezoeken aan Expeditiescholen bij leerlingen, medewerkers en onderzoekers steeds weer aantrof. Hun begeestering, enthousiasme en flexibiliteit. Ik roep de VO-raad en het veld op de innovatieopbrengsten verder te verspreiden. Het onderwijs zal de innovatiekracht in de toekomst hard nodig hebben. Alleen de scholen die iets willen, zullen het redden.
  • Het managers bashen, daar ben ik onderhand wel klaar mee.
  • Het bashen van de managers, de leidinggevenden in het onderwijs is schijnbaar heel gewoon geworden. Maar ik zie dat goed leiderschap ongelooflijk belangrijk is. De leraar is belangrijk, maar een leidinggevende die leraren in hun kracht kan plaatsen en inspireren is minstens zo belangrijk.
  • Leerlingen uit het voortgezet onderwijs die een maatschappelijke stage lopen, zijn de vrijwilligers van de toekomst. Bovendien ontwikkelen ze een hoger niveau van burgerschap en groeit het draagvlak voor dergelijke stages gestaag.
  • Uit onderzoek blijkt dat 70 procent van de scholieren de maatschappelijke stage waardeert en 80 procent van de ouders het belangrijk vindt dat het verplicht is.
  • Ik wil excellent presteren gaan belonen door scholen in het basis- en voortgezet onderwijs sterren toe te kennen. Wie uitblinkt krijgt een zichtbare ster. We moeten het plan nog uitwerken, maar het gaat inderdaad de kant op van het Michelinsterrensysteem.
  • In het streven naar excellentie moet het eenvoudiger worden om slecht presterende leraren te ontslaan. Als iemand na de zoveelste keer op uitblijvende motivatie wordt aangesproken, moet je ook durven zeggen dat het niet meer werkt.
  • Ik roep alle mbo'ers op om te vlammen met hun eigen talent.

 

Jet Bussemaker  (Minister van Onderwijs vanaf 2012. Hieroor was zij lid van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam)

[Vaardigheden voor de toekomst]

  • De cultuur bij veel leraren is nu vaak: dit is mijn les en daar zet ik een hek omheen en ik houd de deur van mijn klaslokaal dicht. De cultuurverandering betekent dat je moet openstaan voor feedback van anderen. Transparant zijn, iedereen kan binnenkijken.
  • Geld is niet het grootste probleem in het onderwijs. De kwaliteit moet omhoog door betere begeleiding van leraren en meer samenwerking met het bedrijfsleven.
  • Jonge mensen willen niet hun hele leven lang hetzelfde blijven doen. We moeten accepteren dat de moderne docent niet meer 40 jaar lang voor de klas staat.
  • Rekenen en spellen hebben we met elkaar enorm laten verslonzen. Je kunt dit de docenten ook niet aanrekenen: wij hebben ze zo opgeleid.
  • De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor taal en rekenen. Maar leren is meer. En leerlingen die moeite hebben met juist die basisvaardigheden, kunnen nog steeds heel veel in hun mars hebben. Dat vraagt om een brede oriëntatie op leren.
  • Vorig jaar bleek uit een rapport van PIAAC, dat Nederlandse jongeren tot de absolute wereldtop behoren voor wat betreft probleemoplossend vermogen. Ik zag het zelf, bij de internationale vakwedstrijd World Skills. 3 Nederlandse jongens deden als team mee aan de wedstrijd 'Manufacturing Team Challenge'. Ze moesten een recyclemachine voor blikjes en flesjes bouwen en wonnen een bronzen medaille.
  • Het ontwikkelen van niet-cognitieve vaardigheden, of 21st century skills, is geen doel op zich. Deze vaardigheden zijn eerder instrumenteel om jonge mensen in mogelijkheden te leren denken. Hen gevoel te laten ontwikkelen voor de context waarin ze werken, en besef van hun rol en verantwoordelijkheid daarin.
  • Goed cultuuronderwijs laat kinderen niet alleen kennismaken met schoonheid. Het daagt hen ook uit om een creatieve, onderzoekende houding te ontwikkelen.
  • In China neemt men een voorbeeld aan onze vakopleidingen, en de vaklui die bij ons worden opgeleid. Alle reden dus om trots te zijn op ons mbo. Het laat zien dat ons mbo internationaal op de kaart staat.
  • Het is een slecht idee om scholen in het beroepsonderwijs te verplichten een stage te garanderen aan hun leerlingen en ze daarin eindverantwoordelijk te maken. Het zorgt er onder meer voor dat andere partijen die betrokken zijn bij stages achterover kunnen gaan leunen.
  • Ik hoor van veel leraren dat ze willen dat goede leraren masterclasses geven, zodat leraren onderling veel meer van elkaar leren.
  • Er is groot draagvlak voor meer en beter muziekonderwijs. De samenleving verandert in rap tempo. We kunnen dat alleen bijbenen als we onze creativiteit ten volle inzetten. Muziekonderwijs voor alle kinderen is daarbij een goed begin.
  • De filosofie achter het bouwen van een leerwerkpark [ROC Leiden] paste in de tijdsgeest, is te typeren als sympathiek, vernieuwend en is navolgbaar. De uitvoering is echter naïef en amateuristisch gebleken. Het beeld komt op van een megalomaan project.
  • De nieuwe verplichte rekentoets kan helpen voorkomen dat jongeren in de schulden raken. Als jongeren beter rekenen, worden ze zich bewuster van wat er te koop is voor welke prijs, zoals de kosten van een mobieltje per maand.
  • Het onderwijs aan de universiteiten is vaak nog te 20e-eeuws: gericht op kennisoverdracht, op het geven van dat ene goede antwoord. Het   21e-eeuwse leren vraagt om intensief onderwijs, om maatwerk, dat recht doet aan de verschillende achtergronden, talenten en leerstijlen van studenten.
  • Een hoger salaris voor leraren? In Finland heeft de onderwijzer een hoge status, maar het salaris is daarvoor niet bepalend. We moeten ervoor zorgen dat, net als daar, iedereen hier met een leraar of een lerares wil trouwen.

 

Sander Dekker (Staatssecretaris van Onderwijs vanaf 2012)

  • Moet de medezeggenschapsraad instemmingsrecht krijgen als een school bijvoorbeeld helemaal digitaal wil worden zoals laatst bij de Steve Jobsschool in Sneek? Op een goede school wordt constant gesproken met ouders en leerkrachten. Maar onderwijsvernieuwing wordt soms tegengehouden door conservatieve krachten.
  • Waarom zou een vmbo'er met bètatalent niet natuurkunde op havo-niveau kunnen doen?
  • Ieder kind het beste uit zichzelf laten halen. Dat is de kern van het onderwijs. Helaas slagen we daar in Nederland maar ten dele in.
  • Een klas van 34 gemotiveerde leerlingen is makkelijker te behappen dan een moeilijke klas met 20 leerlingen.  Daarom vind ik ook niet dat we vanuit Den Haag moeten opleggen hoe groot een klas maximaal mag zijn. Een school moet zelf maatwerk kunnen bepalen.
  • Ik spreek met heel veel enthousiaste leraren, en die willen veel liever zich ontwikkelen dan dat het ze gaat om loonsverhoging.
  • Zo is een aantal dingen in de CAO voor leraren niet meer van deze tijd. Er gaat bijvoorbeeld veel geld zitten in regelingen voor ouderen.
  • Als ik kritisch naar het onderwijs kijk, zie ik twee punten waar nog winst te behalen is: de professionalisering van de leraar en aandacht voor toptalenten en excellentie. Ik ben dan ook heel blij dat we op deze gebieden hele concrete afspraken hebben kunnen maken met de sectoren. 
  • We willen een lerarenregister invoeren, waarbij leraren hun competenties kunnen bijhouden. Blijven ze in bepaalde competenties achter, dan moeten ze zich gaan bijscholen. Dat systeem staat nu in de kinderschoenen, terwijl dat bij artsen of notarissen heel gebruikelijk is.
  • Ik hoor dat er een grote behoefte bestaat bij leraren om veel te doen aan hun professionaliteit.
  • We laten te vaak talent onbenut. Als je kijkt naar excellentie en leraren die het beter zouden kunnen doen. We moeten zorgen dat leraren het maximale uit zichzelf halen om leerlingen uit te kunnen dagen.
  • Het onderwijs is te belangrijk om over te laten aan één partij, zoals de overheid.
  • Scholen moeten lesuren en docenten flexibeler inzetten. Ook moet er meer worden gekeken naar de individuele behoeften van kinderen. Dus niet meer dat ieder kind verplicht een aantal uren wiskunde moet doen, bij wijze van spreken.

  • [N.a.v. een kritisch rapport over Passend Onderwijs waaruit blijkt dat veel leraren vinden dat het ten koste gaat van andere kinderen in de klas. Gemiddeld 5 kinderen per klas hebben nu extra zorg nodig]  Ik erken dat er nog veel werk aan de winkel is, maar er is bij leraren ook sprake van koudwatervrees.

————

2. Kamerleden

 

Marleen Barth (Tweede Kamerlid en onderwijswoordvoerder voor de PvdA 1998-2002. Ze werd later voorzitter van de vakbond 'Onderwijs CNV'.  Ze studeerde politicologie)

Als tweede kamerlid voor de PvdA:

  • De sociaal-democratie moet er niet voor terugschrikken om politieke besluiten door te zetten die aanvankelijk op verzet van de tevreden meerderheid stuiten.
  • Een ouder die zijn kind niet naar een school wil sturen waar kinderen uit lagere sociale milieus rondlopen, neemt een besluit dat wordt gewaardeerd als gerechtvaardigd optreden van een mondig burger. De vraag wat het lot is van kinderen van ouders die niet zo mondig zijn, wordt niet gesteld, laat staan beantwoord.
  • De leerplicht moet leerlingafhankelijk worden. Leerlingen dienen net zo lang op school te blijven als nodig is, niet alleen voor het bereiken van het eindniveau basisvorming; ze dienen er daarnaast ook nog eens een startkwalificatie in beroepsmatige zin te verwerven.
  • Dankzij het verplichte vak statistiek heb ik in mijn studie geleerd cijfers te ontmaskeren.

Tegenover de Commissie-Dijsselbloem

  • Persoonlijk ben ik altijd een voorstander van de middenschool geweest en ben dat nog steeds. Mijn opvatting was dat de Partij van de Arbeid met de invoering van de basisvorming al behoorlijk wat water in de wijn had gedaan en dat het daarom belangrijk was dat de basisvorming er ook zou blijven.
  • De heer Wallage heeft de basisvorming niet verkeerd ingeschat door voor één niveau te kiezen. In het tempo waarin leerlingen dat ene niveau dan moesten bereiken, zou de differentiatie ontstaan, dus niet in de inhoud van de stof.
  • Maar wat in feite met de basisvorming is gedaan, is als een tuinman die kijkt naar een knop van een struik, eraan gaat zitten plukken en trekken en zegt: oh, hij bloeit niet. Ja, als je de knop voortijdig kapot maakt.

 

Wim van de Camp (Tweede kamerlid CDA. Hij was betrokken bij de invoering van de basisvorming. Hij is toezichthouder bij 2 schoolbesturen. Bestuurslid van het Cinop. Lid raad van toezicht Domstad Pabo. Hij was medeopsteller van de 'beloningsleidraad schoolbestuurders' van de VO-raad, dat de mogelijkheid voor riante salarisstijgingen voor bestuurders zou openen door deze groep buiten de CAO te plaatsen. Momenteel is hij Lid van het Europees Parlement)

  • Schoolleiders moeten meer gaan verdienen. Anders kunnen geen goede mensen worden gevonden.
  • Het is niet logisch dat bestuurders onder de CAO vallen, want al hebben ze een dienstverband met de organisatie, ze zijn geen werknemer maar werkgever, en dus direct betrokken bij het toepassen van de CAO. Als lid van een raad van toezicht zeg ik: in het kader van de professionalisering is die slag nodig.
  • Alle kritiek op de basisvorming is arrogant en irritant. De basisvorming was een historische doorbraak die een einde maakte aan 25 jaar onderwijsellende.

Tegenover de Commissie Dijsselbloem:

  • Alle kritiek op de basisvorming is arrogant en irritant. De basisvorming was een historische doorbraak die een einde maakte aan 25 jaar onderwijsellende.
  • Wallage verzette geen stap zonder instemming van het onderwijsveld. Het onderwijsveld heeft echt kilo’s boter op zijn hoofd. Het is gemakkelijk om 'de' politiek overal de schuld van te geven.

Als lid van het Europees Parlement:

  • De bijdrage van het hoger onderwijs aan de Europese kennissamenleving is zo essentieel, dat we niet op het nationale niveau kunnen blijven aanmodderen. De tijd van benchmarken en 'softe' afspraken is voorbij. We hebben een stevig Europees hoger onderwijsbeleid nodig met verplichtingen voor kennisinstellingen en overheden. Alleen zo kunnen we de internationale concurrentieslag winnen.

 

Jan de Vries (Tweede kamerlid voor het CDA)

  • Ik spreek niet de individuele brievenschrijver aan, maar wel alle filosofen en alle andere zogenaamde deskundigen die denken een mening te hebben over het onderwijs, maar die daar niet wekelijks in rondlopen. Ik vind dat zij aangesproken mogen worden op hun verantwoordelijkheid om een reëel beeld te geven van de kwaliteit van ons onderwijs en van alle mensen die daar dagelijks hard voor werken.
  • Het CDA gelooft in bevlogen leraren, gedreven door de liefde voor hun vak. Leraren onderwijzen niet alleen wat ze weten, maar vooral ook wie ze zijn.

 

Jack Biskop (Tweede Kamerlid voor het CDA. Specialist voor het MBO)

  • We hebben voor competentiegericht onderwijs gekozen, omdat het een uitstekend idee is. Het moet er dan ook snel komen, maar het mbo kan niet toveren. Docenten, deelnemers en bestuurders van het mbo mogen van het CDA in 2008 verwachten dat we hun enthousiasme zullen blijven stimuleren.
  • Het is best geruststellend om te kunnen lezen, dat het eigenlijk geen ontwerpfouten zijn, die geleid hebben tot de problemen in het mbo, maar alleen maar uitvoeringsproblemen.
  • We leggen nu nadruk op lezen, schrijven en rekenen. Probleem daarvan is dat we daardoor kunnen verhinderen dat een leerling zijn diploma haalt.
  • Het merendeel van de organisaties is klaar voor CGO. Veel leraren zijn dat nog niet. Zij moeten nog een inhaalslag maken.
  • Het is toch te gek voor woorden, dat iedere betrokkene inziet dat de manier van aanpak met het CGO een goede is, maar dat we er met z’n allen niks van hebben weten te maken.
  • Het imago van het mbo staat ter discussie. De CDA-fractie adviseert de staatssecretaris om met name vanuit de kenniscentra en de bedrijven een positieve boodschap over het mbo uit te dragen.
  • Ik ben het oneens met de stelling van Depla dat de vernieuwing [CGO] pas doorgang kan vinden als docenten tevreden zijn over de uitgangspunten en randvoorwaarden. De tijd van arbeiderszelfbestuur hebben we inmiddels achter ons gelaten.
  • Voor de ROC’s geldt: alle leerlingen, of ze nu een VMBO-diploma hebben of niet, moeten worden toegelaten tot het MBO. Dat is nu zo en dat moet zo blijven. Het CDA vindt namelijk dat iedereen meetelt.
  • Het Nederlandse beroepsonderwijs is goud. We moeten wegdraaien van de incidenten en vieren wat er goed gaat. Ik wil de winnaars van de beroepenwedstrijden bij Pauw & Witteman hebben, niet de klagers!
  • Waar moet iemand leren hoe hij zich in de samenleving moet gedragen? Dat is in dat beroepsonderwijs.
  • De angst dat kinderen niet meer kunnen rekenen vanwege dat competentiegerichte onderwijs, dat is natuurlijk de reinste flauwekul. Er staat in geen enkel kwalificatiedossier dat kinderen niet moeten kunnen rekenen of dat ze er maar een gooi naar kunnen doen.
  • Veel scholen hebben onder het mom van CGO het vak Nederlands afgeschaft? In het kader van CGO is de uitspraak gedaan dat taalonderwijs voor de leerling niet belangrijk was? Ik weet niet waar u dat vandaan haalt, maar het is volstrekte onzin. Binnen het CGO is het Nederlands juist contextgericht gemaakt. Dit betekent dat je een schilder leert lezen wat er op een blik verf staat zodat het Nederlands iets betekent. Dat is beter dan dat Nederlands zomaar een losstaand vak is.
  • In het bedrijfsleven wordt er al veel langer met competenties gewerkt. Eigenlijk is het dan ook heel logisch dat het de wens van het bedrijfsleven is om de opleidingen daarbij te laten aansluiten.
  • Of ik nu in Sittard was bij Leeuwenborgh of in Leeuwarden, docenten en studenten hebben mij gevraagd om ervoor te zorgen dat het competentiegerichte onderwijs zou doorgaan omdat het een stuk beter is dan het was.

N.a.v. een onderzoek van JOB onder 84.000 MBO-leerlingen, waaruit blijkt dat vooral diegene die competentie-gericht onderwijs volgen niet tevreden zijn over de kwaliteit van hun docenten en van het lesmateriaal, en vinden dat er te weinig geleerd wordt:

  • Er wordt op de mbo's heel veel geleerd en er komen echt goede vakmensen vandaan. U had dat kunnen zien als u ook op EuroSkills was geweest. Dan had u zelfs kunnen zien dat een aantal Nederlandse jongens en meisjes medailles hebben gewonnen.

Religie:

  • Ook wiskunde kan katholiek of openbaar zijn. De manier waarop de leraar met dit vak omgaat, de toepassingsvoorbeelden, de manier waarop hij met leerlingen bezig is, dat kan katholiek zijn. Die katholieke docent wiskunde zal veel meer refereren aan die katholieke achtergrond, hij zal voorbeelden geven uit de katholieke cultuur. Je kunt wiskunde ook vorm geven d.m.v. het ‘ik sta alleen in de wereld’, maar in het christelijk onderwijs komt die identiteit naar voren, die compassie, die christelijk-sociale leer.
  • Ik zal me tot de laatste druppel verzetten tegen de dictatuur van de secularisatie.

 

Arie Slob (Tweede-kamerlid voor de CU)

  • Het is de dood in de pot als we nu in het MBO een streep zetten door competentiegericht onderwijs.
  • Scholen moeten naast de evolutietheorie van Darwin ook het scheppingsverhaal onderwijzen. Dat is een boodschap aan zowel het christelijke als aan het openbare onderwijs. Er moet breder geïnformeerd worden. Er zijn meer opvattingen over het begin van deze aarde dan alleen maar die ene die nu toevallig zwart op wit in de lesboeken wordt afgedrukt.

 

Staf Depla (Tweede Kamerlid voor de PvdA)

  • Het onomkeerbare besluit om in het MBO het competentiegericht onderwijs in te voeren is in wezen al genomen.
  • Stel dat het competentiegericht onderwijs inderdaad niet Dijsselbloem-proof is. Dan hoeven we het toch niet af te blazen? We kunnen het gaandeweg Dijsselbloem-proof maken.
  • Ik snap het wel als mensen over de invoering van het CGO in het MBO zeggen dat er weer niet wordt geluisterd naar Dijsselbloem. Maar afblazen is ook niet Dijsselbloem-proof, dan haal je weer alles overhoop.
  • Geef professionals de ruimte om scholen te leiden, en dat hoeven geen docenten te zijn.
  • Scholen zullen een zodanig personeelsbeleid moeten gaan voeren dat er ook eens iemand uit kan vliegen. Docenten moeten voluit gaan.

 

Ton Elias (Tweede-kamerlid voor de VVD)

  • Te veel docenten presteren ondermaats.
  • Veel protesterende leraren leven in het stenenonderwijstijdperk en hebben onvoldoende oog voor het falen van delen van hun beroepsgroep.
  • De Inspectie van het Onderwijs stelde vast: 'Uit lesobservaties blijkt dat één op de tien leraren in het voortgezet onderwijs geen goede instructie geeft en dat één op de vijf leraren de tijd in de les niet efficiënt gebruikt. De helft van de leraren kan het onderwijs niet afstemmen op verschillen tussen leerlingen.’
  • Vandaag staken leraren tegen van alles, maar toch vooral tegen de inperking van hun vakanties van twaalf naar elf weken per jaar.
  • Waar ík al tijden voor pleit is een betere kennisoverdracht en professionele intervisie om het lerend vermogen van het onderwijsveld zelf op te krikken. Maar helaas zijn dat voor leraren scheldwoorden.
  • We moeten in Nederland toe naar een ambitieuzere leercultuur waarin prestaties, meer dan nu, worden gewaardeerd en gestimuleerd. En nu heb ik het niet over de leerlingen, maar over hun docenten.
  • Leraren leveren een fundamentele bijdrage aan het ontplooien van het talent van leerlingen. Ik vind dat we aan deze sleutelfiguur in het onderwijs hoge eisen mogen stellen. Zoals dat zij of hij op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen. Dat de leraar wordt getest op deze kennis en dat in een lerarenregister wordt bijgehouden of hij nog aan stevige kwaliteitseisen voldoet. Ik wil dat leraren zich eerder moeten inschrijven in het lerarenregister zodat incapabele leraren zo snel mogelijk op non-actief worden gesteld. Is dat hard? Nee, dat is logisch en wel zo eerlijk.

 

Pieter Duisenberg  (Tweede Kamerlid voor de VVD)

  • Veel leerlingen krijgen les van saaie, ongeïnspireerde docenten.
  • Hoe kun je van leerlingen verwachten dat ze een acht halen, als ze les krijgen van een zesje?
  • We moeten stoppen met het gedogen van de saaie leraar.  Als het aan mij ligt geven alle leraren over vijf jaar goed les en kunnen ze omgaan met de verschillen in de klas.

 

Trude Maas (PvdA senator. President van Hay Vision Society. Commissaris bij onder meer ABN Amro, Schiphol, Philips. Trude was kandidaat voor de post van minister van onderwijs in 2007)

[Trude Maas] [Leven lang leren vraagt om icoon]

  • Nederlandse studenten zouden hun opleiding niet moeten kunnen voltooien zonder buitenlandse ervaring.
  • Mijn zorg is dat Leven Lang Leren overgelaten blijft aan amateurs. Amateurs die denken dat “doceren” vanzelf het wonder van het leren teweeg brengt.
  • Misschien gaat het ook wel veel meer om allerlei socialisatieprocessen: gezag leren ervaren, zelfstandig leren etc. Misschien zijn dat wel stiekem de hoofdvakken in plaats van wiskunde en engels.
  • Door de vergrijzing zitten er nog te veel grijze kurken op flessen die de geest van kennisdeling en netwerkleren tegenhouden.
  • Er moet snel inzicht komen in hoe mensen leren, want ontwikkelingen als open source en technologische innovaties vragen andere competenties van mensen.

——————-

3. Beleidsmedewerkers

 

Open Studiehuis  

Clan Visser 't Hooft (Procesmanager Open Studiehuis)

Ze opende een seminar over onderwijs met yoga oefeningen. Ze schreef samen met Kees Blase het voorwoord van het boek: ‘Kinderen leren hun hart te gebruiken’ een boek over hart-brein leren.

[Onderwijsvernieuwers op zoek naar geestelijke warmte] [De onvergetelijke leraar] [Kritiek werd snel weggewuifd]

  • Je wàs docent Frans, je hàd een lokaal met een deur en een ruit. Op de ruit plakte je een poster van de Eiffeltoren en je trok de deur achter je dicht. En je wàs God in Frankrijk. Die tijd is goddank voorbij.
  • Ik ga er van uit dat tien procent van alle docenten de nieuwe ontwikkelingen niet kunnen bijbenen. Voor hen zit er niets anders op het onderwijs, liefst eigener beweging, te verlaten. Ze kunnen voor een lager salaris bij de een of andere educatieve uitgever gaan werken.
  • Dat er weinig van het studiehuis terecht gekomen is ligt aan de pers. Die heeft docenten al bij voorbaat tegen de plannen opgejut.
  • Klachten over het studiehuis kwamen vooral van scholen die er niets aan gedaan hadden, dus waren niet serieus.
  • Er was kritiek van de pedagoog Imelman, die vond dat zelfstandige geleer modieuze flauwekul. Ik had er totaal geen boodschap aan.
  • Leren beklijft als het antwoord geeft op vragen die de onze zijn en niet op die voorbedachte vragen uit een leerboek.
  • Eigenlijk weten we al zolang dat met name het hart een heel belangrijke rol speelt in opvoedings- en leerprocessen.
  • Ik gebruik chakra's en astrologen als sturingsinstrumenten. Het helpt je je gesprekspartners bereiken. Dat heb ik geleerd op een cursus transformatie van het management.

 

Rein Zunderdorp (Procesmanager Voortgezet Onderwijs)

  • Ik ben blij met de staking van leerlingen tegen het studiehuis. Dit demonstreert dat scholieren inderdaad tot zelfstandig denken en doen in staat zijn. En daar gaat het bij het 'studiehuis' tenslotte om.
  • De mensen in het onderwijs wilden zelf het studiehuis. De weerstand is pas ontstaan tijdens de invoering.

Zunderdorp vertelt Imelman dat hij een kritisch rapport over de invoering van het studiehuis  niet mag publiceren. Het rapport verdween daarna in de onderste la:

  • Ik kan me niet herinneren dat ik Imelman verzocht zou hebben om zijn rapport niet te publiceren, maar ik kan me het wel voorstellen; als je door derden voor een onderzoek wordt gevraagd, ligt het niet voor de hand om het vervolgens zelf nog eens uit te geven.

 

SLO: Instituut voor leerplanontwikkeling

Jos Letschert (Manager primair onderwijs bij het SLO. Hij studeerde aan de kunstacademie)

  • Kennis is een subjectief gegeven en persoonsgebonden. Kennis laat zich niet zonder meer delen en overdragen. Onderwijzen als overdragen van kennis is een verouderd en niet toepasbaar paradigma.
  • Het gaat me veel meer om het proces ernaartoé, dan om het product (de leerprestatie) waar je op rekende. Ik heb liever dat leerlingen zo'n proces goed hebben doorlopen, dan dat ze zeggen: nou kunnen we dit. Onderwijs moet een onzeker avontuur worden. Daarom vind ik dat er veel mag misgaan in het onderwijs, misgaan in de zin van het product waar je op rekende.
  • Het leerstofjaarklassensysteem, de gangbare leerplannen en eindtermen, moeten meteen opgedoekt worden, want elke standaard, hoe dan ook, levert problemen op. Als bijvoorbeeld de eindtermen heel zwaar zijn, halen veel kinderen ze niet omdat de norm te hoog ligt. Versoepelt men de eisen dan vervelen anderen zich omdat de norm te laag ligt.
  • Leerplannen verdringen het geïndividualiseerde en sociale proces van het leren naar de tweede plaats.
  • De leraar moet primair de functie van coach krijgen, die goed observeert wat de leerlingen doen. Pedagogiek moet dan ook de basis vormen van de nieuwe lerarenopleiding. Studenten moeten meer leren oog te hebben voor de leerlingen, te kijken hoe ze zich ontwikkelen. Natuurlijk is enige vakkennis in de lerarenopleiding ook nodig, maar heel specialistisch hoeft dit niet te zijn.
  • De Onderwijsraad brengt een hiërarchie aan tussen doelen die er veel toe doen [rekenen, taal] en doelen die er minder toe doen. Dat is een uitnodiging om gemankeerde kinderen op te voeden.
  • Onderwijs is vandaag de dag toch nog onderwijs waarin instructie een meer dominante positie heeft dan het opdoen van authentieke leerervaringen. Dit ondanks het gegeven dat de moderne leer- en instructiepsychologie bij herhaling heeft laten zien dat de traditionele didactische benaderingen niet goed werken. Bijvoorbeeld als het erom gaat lerenden tot hoogwaardige en duurzame kennis, begrip van en inzicht in de stof te brengen. Of om hen de zin en de mogelijke gebruikswaarde van het geleerde te doen inzien en ervaren.

 

OESO

Aart-Jan de Geus (OESO-medewerker)

  • In Nederland moet je op 12 jaar al kiezen. Als je kinderen echter langer bij elkaar houdt geeft dat meer chemie, de beste dynamiek voor iedereen om goed te presteren. Daarbinnen moet wel meer ruimte zijn voor individuele aandacht.
  • Gaat het niet goed op school dat wordt er door de leraar al gauw gezegd: het is niet dat ik niet goed les geef maar deze leerling hoort niet op de HAVO maar op het VMBO. De animo om het beste uit een leerling te halen, om de beste leerweg op een individuele niveau te ontwerpen wordt ontmoedigd.
  • Als je meer aandacht besteedt aan individueel onderwijs dat kun je toe met iets grotere klassen. Het vergroten van klassen levert financiële ruimte op, en die ruimte kun je gebruiken om te investeren in individuele aandacht.

 

Ministerie van Onderwijs

Geert Steenbakkers (Medewerker Ministerie van onderwijs. Manager bij Fontys. Senior consultant bij ISISQ5, een projectorganisatie die is gericht op de professionalisering van leidinggevenden in het voortgezet onderwijs)

  • De maatschappij is niet in vakken ingericht, dan moeten scholen dat ook niet zijn.
  • De leerling staat centraal. Wat die wil leren, dáár moet het om gaan.

 

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid

Pieter Winsemius (Lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Hij komt niet uit het onderwijs)

  • Ik ben tegen evidence based onderwijs. Als we moeten wachten tot er onderzoek gedaan wordt, kunnen we lang wachten. Onderwijs moet zichzelf voortdurend kunnen vernieuwen door juist wel experimenten aan te gaan.
  • De onderwijsvernieuwing is honderd jaar geleden blijven steken omdat we willen dat leraren zich houden aan de kerndoelen en de methodes die de school voorschrijft. Noem eens een paar vernieuwingspedagogen op. Uit welke tijd komen die? Zie je wel?
  • De individuele man of vrouw voor de klas ontbreekt het vaak aan een zichzelf vernieuwend vermogen. Dat zit hem in het gebrek aan bijscholing.
  • Er is in het onderwijs een sterke ‘ieder-voorzich’-cultuur, zowel op schoolniveau als bij de man of vrouw voor de klas. Ik vind dit absoluut niet acceptabel.
  • Een aardrijkskundeleraar moet meer in het wel en wee van Pietje geinteresseerd zijn dan in het overbrengen van topografie.
  • MBO-leraren werken te solistisch en hebben de overbelaste leerlingen te weinig op het netvlies. Het onderwijs is teveel rekenen en taal en te weinig verbondenheid, en dat laatste is de basis waarop je later wel rekenen en taal kunt leren.

 

De Hay group: De Hay group adviseert het ministerie van onderwijs en de PO- VO en HBO-raad over salarissen van leerkrachten.

Peter Langerak (Senior consultant bij de Hay group)

[Het onderwijs heeft meer managers nodig]

  • Dat leraren slecht betaald worden is een fabel. Om het onderwijsniveau in Nederland op te krikken, heeft de aanbeveling van de commissie Rinnooy Kan voor een algehele salarisverhoging dan ook geen zin.
  • Niet alleen geld, ook andere vormen van beloning, zoals een bos bloemen of complimenten, zijn belangrijk.
  • Managers moeten docenten juist niet met rust laten. Minder onderwijsmanagers gaat docenten niet helpen. Het onderwijs heeft juist meer managers nodig.
  • Nu loopt een docent die vindt dat zijn vak naar de knoppen gaat naar de krant. Ik heb liever dat hij dat tegen zijn leidinggevende zegt.
  • De Balkenende-norm is gebaseerd op emotie en zorgt voor een onwerkbare situatie. Het wordt nu nóg lastiger om goede mensen te werven.

 

De Onderwijsinspectie

Kete Kervezee (Inspecteur-Generaal van de Onderwijsinspectie 2001-2007. Ze werd hierna voorzitter van de PO-raad. Verder is/was ze Lid Raad van Toezicht van diverse instellingen zoals Hogeschool Utrecht en het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten)

[[Te veel jongeren krijgen te weinig bagage mee]

Als inspecteur-Generaal van de Onderwijsinspectie:

  • Onderwijs moet sneller, moet eigentijdser, moet passen bij de parallelle manier waarop de zap-generatie gewend is zich te ontspannen.
  • Iederwijs is niet extreem. Als ik kijk naar ander vernieuwingsonderwijs zie ik niet heel veel verschil. Deze richtingen gaan allemaal uit van heel gemotiveerde ouders en van de interne motivatie van een kind om te leren. Goed mogelijk dat lederwijs uitgroeit tot een professionele stroming, die door de overheid betaald wordt.
  • Ik wil niet dat mijn kind naar een Iederwijs-school gaat. Ik vind het belang van goed onderwijs zo groot dat ik niet wil experimenteren op rekening van mijn kind. Dat is een persoonlijke opvatting.
  • Het babbelgehalte dat het Nederlandse onderwijs niet goed is, is heel hoog. Het gaat gemiddeld gezien hartstikke goed in Nederland.
  • Onderwijs is leuk. Wij zouden ons product wel eens beter mogen verkopen.

————————

4. Het Platform Beta-Techniek

Dit door de overheid met € 60 miljoen per jaar gesubsidieerde platform moet leerlingen stimuleren te kiezen voor bèta-technische studies i.v.m. het vermeende bèta-tekort. Dit tekort bestaat alleen maar in de hoofden van werkgevers, die ruime keus willen: de beste en de goedkoopste. Technici komen moeilijker aan werk, worden slechter betaald, verliezen sneller hun baan, ze zijn al snel te oud, technische banen zijn conjunctuur-gevoelig en tegenwoordig worden onze eigen bèta-technici gemakkelijk ingeruild voor jonge goedkope buitenlandse krachten, de zogeheten kenniswerkers, vooral afkomstig uit Oost-Europa en India. Het Platform ondersteunt de ontwikkeling van vakoverstijgend, liefst projectmatig, opgeleukt, boterzacht bèta-onderwijs.

[Het sprookje van het bèta-tekort]

"Het tekort aan technici kan grote gevolgen hebben voor de loonkosten."  Jos Kleiboer (Voorzitter TechniekTalent.nu)

"Om meer jongeren te inspireren om te kiezen voor betatechniek is inzicht nodig in wat hen drijft. Het Platform Beta Techniek gaf Motivaction en YoungWorks de opdracht hier een praktisch toepasbaar model voor te ontwikkelen. Dit heeft geresulteerd in BetaMentality: een indeling van jongeren tussen 14 en 18 jaar op basis van waarden (YoungMentality) en hun houding ten opzichte van de exacte wereld. Zo vonden we bijvoorbeeld de Concrete Beta's en de Carrière Beta's. Met BetaMentality hebben scholen en opleidingsinstituten een instrument in handen waarmee zij in kaart kunnen brengen welke BetaMentality's er al rondlopen, hoe ook andere BetaMentality's geworven kunnen worden en hoe het onderwijs aantrekkelijker kan worden gemaakt om deze groepen te (blijven) boeien."  Platorm Beta Techniek

"Het zijn juist de technische opleidingen in het mbo waar mensen het moeilijk hebben om werk te vinden."  Jan van Zijl, voorzitter MBO-raad (2013)

"Je zou denken dat bedrijven om ict-studenten staan te springen en dat een stageplek zo gevonden is. Over het algemeen merk ik weinig van het tekort aan ict’ers in Nederland. Mijn ervaring is helaas maar al te vaak dat bedrijven niet de moeite nemen om studenten fatsoenlijk te woord te staan of ze beleefd af te wijzen. Onze studenten lopen letterlijk en figuurlijk tegen een gesloten deur aan."   Elmer Veerhoff (Docent ict Nova College Haarlem)

"De meest simpele rekensommen worden omgebouwd tot wollig geklets. Techniek en wetenschap wordt op een manier uitgelegd dat de grootste domoor het moet begrijpen terwijl, wanneer je het even door hebt, techniek doodsimpel is."  Jan Roobeek (Organisator van Eureka, dat jongeren moet interesseren voor een technische studie)

 

Rolf Schreuder (Communicatiemanager Platform Bèta Techniek. Projectleider BètaMentality)

  • Jongeren worden niet aangesproken op een manier die ze willen.
  • We kijken in de hoofden van jongeren. We moeten leren het juiste verhaal op de juiste manier te vertellen.
  • Het bèta-onderwijs moet worden vernieuwd. Op universiteiten kan de bachelorfase veel breder. Voor het hoger beroepsonderwijs geldt hetzelfde. Maar ook de bètavakken in het voortgezet onderwijs moeten op de schop.
  • In Eindhoven start het experiment 'Smartcard': door deel te nemen aan bètatechnische activiteiten kunnen leerlingen zogenaamde ‘technomiles’ sparen. Deze kunnen ze vervolgens verzilveren met technogadgets zoals een mp3-speler, muziek downloads, games en memorysticks. De veronderstelling is dat dit ertoe bijdraagt dat leerlingen kiezen voor een bèta- of techniekopleiding.
  • Het experiment 'BètaBrug' van de Universiteit van Amsterdam heeft het eerste resultaat opgeleverd: alle deelnemers kiezen voor een bètastudie.

In 2010 was van de 1,5 jaar daarvoor afgestudeerde hbo-technici 6,1 procent werkloos. Alleen hbo-ers met een kunst-opleiding hebben het nog moeilijker aan werk te komen dan de technici.

  • Scholieren of studenten die nu kiezen voor een technisch profiel of bètastudie zijn straks zeker van een baan: in 2010 zal het tekort aan bèta/technische talenten op 77.000 liggen.

 

Beatrice Boots (Plaatsvervangend directeur Platform Bèta Techniek)

Technici worden buiten de techniek bijna nergens gevraagd.

  • Het is niet erg als er veel bèta’s zijn. Ze kunnen namelijk ook in andere sectoren worden ingezet. Een technicus kan makkelijker psycholoog worden dan andersom.
  • Technici zijn overal populair en er wordt sterk aan hen getrokken, ook buiten de technische sector.
  • We hebben veel onderzoek gedaan en zeventig procent van de leerlingen blijkt talent te hebben voor bètavakken. Daarom is het nieuwe doel dat tenminste 55 procent van de havo/vwo-leerlingen in 2016 een bètaprofiel volgt.

 

Hans Corstjens (Directeur Platform Bèta Techniek)

  • We hebben laatst een onderzoek laten doen naar het beeld dat de jeugd heeft van wetenschap en techniek. Wij associëren dat misschien met prachtige intellectuele prestaties en moleculen. Jongeren zien het meer als een slimme weg naar macht en geld. En deels is dat natuurlijk ook zo.

 

Technasium: Een Technasium is een middelbare school met extra aandacht voor techniek. Het Platform Bèta Techiek ondersteunt het Technasium. Op het Technasium krijgen leerlingen twee nieuwe (examen)vakken: Onderzoek en Ontwerpen.

Judith Lechner(Directrice Expertisecentrum Technasium)

[Technasium]

  • Het Technasium daagt de vwo-leerling uit met echte, authentieke opdrachten. Er wordt daadwerkelijk gebruik gemaakt van de adviezen van de leerlingen.
  • Middelbare scholieren denken dat ict te moeilijk is. Je moet middelbare scholieren laten zien dat het niet moeilijk is en dat kan met een praktijkopdracht.
  • De leerlingen werken als milieukundig adviseur in opdracht van de wethouder van Haren aan een Milieu Effect Reportage voor een groengebied bij Haren waar voor de toekomst woningen gepland zijn.
  • In het UMC Groningen is bij een aantal patiënten een bacterie waargenomen. Als arts-microbioloog doen de leerlingen onderzoek naar de bacterie en ze stellen een preventieplan op.
  • In opdracht van Prolyte maken leerlingen als werktuigbouwkundig ingenieur een ontwerp van een opvouwbare vierkante klaptruss, die gemakkelijk getransporteerd kan worden.
  • Oving architekten BV laat zijn jongste architecten een ontwerp maken waarmee zijn bureau zich kan presenteren bij een wedstrijd voor duurzaam bouwen in een nieuw te ontwikkelen gebied.
  • Avebe wil zijn productiemethoden efficiënter maken. Dit proces begint met het reinigen van de aardappels. De scheiding van vuil van aardappels levert problemen op en de directie wil dit verbeteren. Als procestechnoloog stellen de leerlingen een advies op.

——-

5. Kritiek

“Wij, leerlingen van het voortgezet onderwijs, leren vooral handig kletsen. Doodnormale feitenkennis is kennelijk nauwelijks van belang.” Duco Burgers,  Leerling Gymnasium

 

Bart Tromp (Socioloog, politicoloog, pvda-ideoloog)

  • Vorig jaar bracht de Onderwijsinspectie een vrij vernietigend rapport uit over zeven jaar basisvorming; de Onderwijsraad concludeerde dat de belangrijkste doelstellingen van de basisvorming onvoldoende werden gerealiseerd. Doorgaan op de ingeslagen weg vond de raad heilloos; het zou niet vanzelf wel goed komen. Wallage maakt zich echter verschrikkelijk kwaad op mensen die van mislukking van de basisvorming spreken.
  • Het oorspronkelijke plan voorzag in twee niveaus waarop de basisvorming zou kunnen worden afgesloten. Door Wallage is dat veranderd tot één, en dat blijkt een van de voornaamste oorzaken van de mislukking die van hem niet mag heten.
  • Het merkwaardige van al deze plannen om sociale ongelijkheid te verminderen door structurele veranderingen in het onderwijs is dat ze op zand zijn gebouwd en met water zijn geschreven.
  • Dat zijn basisvorming wel eens niet zou kunnen deugen is voor Wallage onbestaanbaar en mag niet eens geopperd worden. Wat er mis is gegaan ligt aan allerlei andere zaken: leraren die verkeerd lesgeven, scholen die te klein zijn, grote scholen die verkeerd georganiseerd zijn, ouders die hun kinderen de best mogelijke opleiding willen geven en nog meer van zulke verstorende factoren. Hier spreekt de klassieke tunneldenker. In de voormalige Sovjet-Unie bestond voor zulke goedpraterij een formule: aan het plan was niets mis, alleen de uitvoering deugde niet.
  • Wallage vindt het bovendien veel te vroeg om van een mislukking te kunnen spreken. Zo'n vernieuwing heeft tien tot vijftien jaar nodig om tot wasdom te komen. De voormalige staatssecretaris vindt het kennelijk geen enkel probleem dat aan zijn onderwijsvernieuwing tien tot vijftien jaargangen scholieren worden opgeofferd. Dit is het huiveringwekkende van het 'constructieve onderwijsbeleid' dat Nederland nu al dertig jaar teistert: de scholieren, leerlingen, studenten en onderwijzers, leraren en hoogleraren zijn er voor het onderwijsbeleid. Niet andersom.

 

Leo Prick (Docent. Werkte daarna bij het Cito. Daarna Vakdidacticus en onderwijskundige bij HBO en WO. Columnist)

  • In Socialisme & Democratie bepleit PvdA-Tweede Kamer-lid Marleen Barth een ingrijpende wijziging van ons onderwijssysteem. Haar pleidooi is een bizarre mengelmoes van quasi-wetenschappelijk betoog met veel voetnoten, warrige argumentatie en demagogie. Met haar zwart-wit voorstelling van zaken en haar verdacht maken van iedereen die er anders over denkt als zij, roept Barth herinneringen op aan een ver, vooroorlogs verleden. Haar schets van het huidige onderwijs doet denken aan de jaren vijftig. Met de oplossing die zij voorstaat, de introductie van de Middenschool, grijpt ze terug naar de jaren zeventig, een periode waar je als onderwijswoordvoerster van de PvdA moeilijk met vrolijkheid naar kunt terugkijken.
  • Marleen Barth, een van de jonge honden waarmee de Kamer onder Rottenbergs en Vreemans voorzitterschap werd verrijkt, verkondigt doorlopend niets te moeten hebben van cijfers. Integendeel: dankzij het verplichte vak statistiek heeft zij in haar studie geleerd cijfers te ontmaskeren, zo luidt haar credo. Toen werd uitgelegd dat je er ook iets nuttigs mee kunt doen, heeft ze blijkbaar even niet goed opgelet.

 

Jan Dirk Imelman (Hoogleraar pedagogiek te Utrecht)

In een rapport in opdracht van het Procesmanagement Voorgezet Onderwijs i.v.m. de invoering van het studiehuis. Dit rapport verdween in de onderste la:

  • Het studiehuis is gebouwd op fundamenten van eenzijdige leerpsychologie, goede bedoelingen en veel new speak. Daarop bouw je geen studiehuis. Daarop bouw je een pedagogische ruïne.

 

  • De volwassene die via de basisvorming, het Studiehuis en Projectonderwijs is gevormd, zal enorm gevoelig zijn voor de waan van de dag. Hij zal snel in enthousiasme ontsteken voor allerlei modes, omdat hij simpelweg geen weet heeft van eventuele politieke en ideologische valkuilen. Het is dit historisch besef, het streven naar een erudiete levenshouding, dat op de helling wordt gezet.
  • Wat nou ‘de tijd geven’! Het is op het criminele af. Het gaat toch om jaargangen van kinderen. Het onderwijs heeft zich al eeuwenlang op een bepaalde manier ontwikkeld. Waarom die felle ingrepen? Dat zijn felle ingrepen! Het zijn breuken met een vak. Het is van een schandaligheid waar ik geen woorden voor heb, wat mij machteloos woedend maakt.

 

Prof. Jaap Dronkers (Hoogleraar Internationaal Onderwijsonderzoek Universiteit Maastricht)

  • Middelbare scholieren presteren veel beter als er meer en betere leerkrachten voor de klas staan. Scholen met een lerarentekort scoren aanmerkelijk lager dan scholen met voldoende docenten. Vooral allochtone havo- en vwo-leerlingen doen het slechter naarmate er op hun school meer onbevoegde docenten voor de klas staan.
  • Zowel autochtone kinderen als kinderen met een migrantenachtergrond behalen slechtere resultaten op etnisch sterk gemengde scholen dan op etnisch homogene scholen.
  • Je moet allochtonen niet behandelen als een homogene groep. Het is juist de etnische diversiteit op zwarte scholen die zorgt voor een dalend onderwijsniveau.

 

Anneke Korevaar (Docent klassieke talen Motessori Lyceum Rotterdam)

[Minister stuurt examencijfers]

  • De Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven (CEVO) stelt na afloop van het examen de normering vast, dus beslist welk cijfer hoort bij welke score. De CEVO doet dat onder directe verantwoordelijkheid van de minister van Onderwijs.
  • Tot 1999 gold voor alle eindexamenvakken een simpele normering. Je kon honderd punten halen, delen door tien en dat was het cijfer. Soms werd een examen opvallend slecht gemaakt. Dan werd een aantal punten cadeau gegeven (een 'ophoging'). De leraar die een 5 had berekend, mocht blij verrast toch een 6 noteren. In het jaar 2000 stapt de CEVO over op een nieuw systeem van normeren. Het aantal scorepunten van de kandidaten wordt naar de CEVO gestuurd, die beslist welke normeringsfactor er voor de verschillende vakken wordt vastgesteld. Die zogenaamde N-factor bepaalt welk cijfer aan welke score wordt geplakt. De motivatie achter de keuze voor een bepaalde N-factor is het geheim van de CEVO.
  • Het lijkt geen toeval dat dit nieuwe systeem juist in 2000, het jaar voordat de eerste leerlingen uit de tweede fase aan hun examen toe waren, werd ingevoerd. Het volgende jaar, in 2001, waren immers alle ogen gericht op onze proefkonijnen. Het nieuwe systeem van normeren was intussen een feit en niemand vroeg zich meer af waarom dat eigenlijk nodig was geweest. Van de tweede-faseleerlingen, die nota bene een aangepast, want gemakkelijker examenprogramma hadden dan hun collega's 'oude stijl', haalde bijna de helft (42 procent) een onvoldoende! Nu kwam de nieuwe N-factor goed van pas. De CEVO stelde voor de leerlingen 'oude stijl' de N-factor op 1 en voor de proefkonijnen op liefst 1,6. Nu had van de tweede-faseleerlingen opeens nog maar een kwart een 'onvoldoende.
  • Het persbericht ging de deur uit. De kranten schreven en Het Journaal jubelde: 'Eindexamens in de tweede fase vrijwel even goed gemaakt als vroeger! Wonder gebeurd! Kinderen minder les maar even goede cijfers! Leve de minister, leve de tweede fase!'
  • Dit ritueel herhaalt zich sindsdien ieder jaar. Dat die examencijfers zo verbazend hoog blijven, is geen kwestie van niveau maar van beleid. Dat beleid wordt bedacht op het ministerie en uitgevoerd door de CEVO.

 

Loek Hermans (Oud-minister van Onderwijs)

  • Als u mij diep in het hart kijkt, vind ik zo’n doelstelling om 50% van de Nederlanders ten minste hbo te laten volgen een kuldoelstelling. Dat kun je namelijk wel realiseren maar dan moet je de kwaliteit wel blijven verlagen. Dan lukt het wel hoor! Dat kan ik u zelfs 100% garanderen.

 

 

2 Reacties

  1. Die 3 keer ⅓ regel van

    Die 3 keer regel van Netelenbos is zowel stupide als arrogant en intolerant. Ik zou graag weten wat zij precies met het veld bedoelt. De schoolbesturen? De ouders horen er beslist niet bij en toch zijn veel ouders ook stemmer en hebben zij het mogelijk gemaakt dat Netelenbos minister werd. Kun je het bijna een regel noemen dat als van een doelgroep ⅓ ergens voor is door Aufklärung ten slotte ⅔van de groep vóór is en dat de overige mensen onverschillig zijn? Mij komt niet één voorbeeld voor de geest. En arrogant is ze waarschijnlijk ook al omdat ik denk dat ze alleen in die regel gelooft als ze het zelf ziet zitten. Maar vooral het idee dat iemand die uiteindelijk niet vóór haar is onverschillig of meningsloos is (en waarschijnlijk ook stupide) getuigt van een grenzeloze zelfoverschatting. Bij domme mensen gebeurt dat wel meer. Een beetje ordening moet er wel zijn maar je moet mensen niet dwingen om dezelfde weg te bewandelen als het niet nodig is. Netelenbos is in hart en nieren blijkbaar ook een tyran.

  2. betreft : proza van Asscher,

    betreft : proza van Asscher, op  25 aug 2012 : [Onderwijs heeft niets aan een mooiweerpartij]

     

    Ondertussen weten we countrey-wide dat Asscher, voor en na zijn Woonakkoordinterventie bij Duivesteijn, een alles vermorzelende supermooiprater is. Vlot gebekt, mooi gepraat, goed ingevoerd in het partij-salonsocialisme en absoluut geen  benul van onderwijs.

     

     

     

    Giga on-benullig dus.  Zal hij "het onderwijs" kunnen redden ? Met of zonder Alexander Pechtold ? Ongetwijfeld, dat doet ie er wel nog even bij : deze would-be Rutte 2.0. Forumlezers en andere onderwijswerkers : ga vast dekking zoeken  –  Asscher 3.0 komt eraan. 

Reacties zijn gesloten.