Uitspraken (MBO)

Rekenen  –  Ict  –  Het Basisonderwijs  –  Het Voortgezet Onderwijs  –  Het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)  – Het Hoger Beroepsonderwijs (HBO) en het WO –  Onderwijskundigen  –  Adviesbureau's  – Hersenen en Leren  –  Politici en Beleidsmedewerkers  –  De Vakbonden  –  InternationaliseringDuurzaamheid  –  Sprekers en Publicisten

—————————————

HET MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS (MBO)

Inhoud:

  1. De MBO-raad: belangenbehartigers van de onderwijsbestuurders
  2. De bestuursvoorzitters van de ROC's
  3. De gebouwen
  4. Managers, directeuren, onderwijsmanagers, coordinatoren, stafmedewerkers, coaches, etc.
  5. Taal in het MBO
  6. Hoe leg je het 'Competentiegericht Onderwijs' uit aan toekomstige leerlingen en hun ouders?
  7. Colo. Stichting Consortium Beroepsonderwijs, etc.
  8. Organisatiekunde
  9. De Einstein generatie
  10. De politici
  11. Kritiek op  het MBO
  12. Kritiek op de MBO-raad
  13. Kritiek van MBO-leerlingen
  14. Kritiek van MBO-docenten

 

Wat is wat?

ROC (Regionaal OpleidingsCentrum): Het samenwerkingsverband van onderwijsinstituten in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. De ROC's zijn halverwege de jaren negentig ontstaan als gevolg van fusies van diverse mbo-opleidingen.

Kwalificatiedossier: Voor iedere MBO-opleiding is er een kwalificatiedossier; hierin staat beschreven wat een leerling aan het eind van zijn opleiding moet kennen en kunnen. Ze worden vastgesteld door ‘kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven’ (SBB).

BVE: Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie.

CompetentieGericht Onderwijs (CGO): Onderwijs dat gericht is op het bijbrengen van competenties die aansluiten bij de beroepspraktijk.

Beroepsgericht Onderwijs. Vanwege de heftige reacties heeft men de naam 'Competentiegericht Onderwijs' in 2012 vervangen door ‘Beroepsgericht Onderwijs’. De onderwijsstructuur op de ROC’s is hiermee echter niet veranderd.

Colo (Centraal Orgaan van Landelijke Opleidingsorganen van het bedrijfsleven): vereniging van kenniscentra. De kenniscentra ontwikkelden de kwalificaties voor het middelbaar beroepsonderwijs. In 2012 ging Colo op in de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB).

Consortium Beroepsonderwijs: Het Consortium Beroepsonderwijs is een samenwerkingsverband van ROC’s en VMBO’s.  Taak: ontwikkeling en implementatie van een duurzame opleidings- en examenmethodiek voor het VMBO en het MBO.

Deelnemer: CGO-jargon voor MBO-leerling.

JOB: Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs. JOB komt op voor de belangen van MBO-leerlingen

 

Trefwoorden: MBO-raad – ROC – Raad van Toezicht – Stichting Consortium Beroepsonderwijs – Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ECBO) – COLO (Vereniging van samenwerkende kenniscentra)  –  ‘Dit is MBO’  –  MBO Uitblinkers  –  Skills Heroes 2014  –  MBO Tour: een toekomstbestendig MBO  –  CompetentCity – MBO City (inspirerend MBO) – Roadshow MBO Marshalls – Landelijk Ambassadeur Beroepsonderwijs – Taalkist MBO – Drieslag taal – Deltaplan Taal en Rekenen in het MBO – Rekenkist MBO – Rekenbewust vakonderwijs – APS-Exact – Horizontaal mathematiseren – Verticaal mathematiseren – Assessmentcoördinator – Competentiegerichte kwalificatiedossiers – Competentiemeter – Competentiemonitor – Ontwikkelassessment – Ontwikkelingsgericht assessment – Peerassessment – Competentiegerichte kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs – Competentieprofiel assessor powered by SHL – Centrum voor Assessment Begeleiding en Coaching (AsBeCo) – Proeve van bekwaamheid – Procesarchitectuur examinering (PE) – 360 graden-feedbackmethode – Leernavigator – Deelnemer – Coachen op competentieontwikkeling – Competentieontwikkeling in de doorlopende leerlijn – Competentiegericht Doorstroominstrument (CDI) VMBO-MBO – Procesmanagement MBO 2010 – WorkPlaza – KennisPlaza – Maintenance Education Consortium (MEC) – Portfolio – Gecertificeerd assessor – Bekwaamheidseisen Matrix – Interpersoonlijk competent – Organisatorisch competent – Competent in reflectie en ontwikkeling – Crossculturele competenties – Accreditatie –  Innovatieregisseur – Innovatiearrangementen – Innovatiemakelaar – Stichting Innovatie Alliantie (SIA) – Innovatievoucher – SURFNet/Kennisnet Innovatie Programma – saMBO-ICT – Kenniskringen – Leerarrangement – Competentieprofiel – Selfassessment – Formatieve en summatieve beoordelingsystemen – Critical friends – DOLA (Docent op loopafstand) – Peer teaching – Peer support – Formeel leren – Lifelong learning – Toekomstgericht leren – Essentieel leren – Social learning – Just-In-Time learning – Slim Leren in Korte Tijd (SLIK) – Blended learning – Brain-based learning – Hersenvriendelijk leren – Verbindend Leren – Ervaringsgericht leren – Discovery learning – Activity-based learning –  Case-based learning – Probleemgestuurd leren – Ondernemend leren – Actief leren – Authentiek leren – Bewust leren – Zelfgestuurd leren – Gepersonaliseerd leren – Aansprekend leren – Leerstijlgericht leren – Ontwikkelingsgericht leren – Onderzoekend leren – Ontwerpend leren – Opbrengstgericht leren – Stategisch leren – Inductief leren – Passion-based learning – Adventure learning – Technology enhanced learning (TE-learning) – Resource-based learning – Content-based Learning – Challenge-based learning – Cooperative Learning – Positive learning – Multi-level learning – Deep learning – Deep-level learning – Seamless learning – eLearning – Mobile Learning – Game-based Learning – Virtual Action Learning – Embodied learning – Self-organized learning – Networked Learning – Project-based learning – Location-based learning – Customized learning – Serendipity Learning – Tribal learning – Triple Loop Learning – Distributed Learning –  Peer Assisted Learning (PAL) – Accelerated learning – Ubiquitous learning – Reciprook leren – Betekenisvol leren – Eigentijds levensecht leren – Ecologisch leren – Duurzaam leren – Collectief leren – Monologisch leren – Dialogisch leren – Trialogisch leren

—————————————————–

1. De MBO-raad: belangenbehartigers van de onderwijsbestuurders

De MBO-raad ziet niets in het plan van minister Van der Hoeven van Onderwijs om centrale examens in te voeren in het mbo voor algemene vakken als engels, nederlands en wiskunde. Centrale examinering is in tegenspraak met de zelfstandigheid van de scholen. Scholen mogen inspelen op de regionale arbeidsmarkt. In een horeca-opleiding in Zeeland kun je bijvoorbeeld meer aandacht besteden aan vis en schaaldieren, en in Limburg aan asperges. Een centraal examen zou die vrijheid ondermijnen, en is bovendien helemaal niet nodig.”  MBO-raad (Volkskrant 7 nov 2006)

"Een bijzonder aspect van de geldende regelgeving is de mogelijkheid om onderwijspersoneel breed in te zetten. Zoals recent Inspectie-onderzoek aantoont leidt dit niet tot verlaging van kwaliteit. De besturen in het mbo zijn van mening dat de inzet van het personeel hun zaak is: zij worden immers aangesproken op de kwaliteit van het onderwijs en kunnen deze kwaliteit ook leveren."  MBO-raad

"Het mbo kan zich vinden in de geformuleerde ambities waar het gaat over het wegwerken van deficiënties bij leraren/onderwijspersoneel. In dit kader vindt op dit moment een 0-meting plaats. Deze 0-meting meet specifiek 49 competenties die voor het mbo beschouwd worden als zeer relevant. Het kernbegrip hierbij is het multidisciplinaire onderwijsteam."  MBO-raad (Brief aan Staatssecretaris Zijlstra)

De MBO Raad snapt de ophef niet die ontstaan is over het afsluiten van derivaten door een aantal ROC’s. Derivaten worden in de hele publieke sector afgesloten. De suggestie dat het bestuur maar een beetje gokt met publiek geld werpen wij verre van ons."  MBO-raad

Het Nederlandse mbo staat internationaal hoog aangeschreven. In de EU-mededeling Rethinking Education wordt het Nederlandse mbo als een van de vier stelsels van ‘wereldklasse’ geclassificeerd. “  Website MBO Raad

Deze 46 Uitblinkers staan symbool voor de kwaliteit van het MBO en wij zijn trots op ze.” Kerstkaart MBO Raad

Ik gun het MBO een nieuw tijdperk met een stevige MBO-Raad om het beroepsonderwijs nog sterker te maken.” Marja van Bijsterveldt, Staatssecretaris van Onderwijs

 

Jan van Zijl (Voorzitter van de MBO-raad sinds 2008. Hij was Lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Hij komt niet uit het onderwijs)

Zijn salaris als voorzitter van de MBO-raad in 2013: € 194.257,–. 

[Veel draagvlak in mbo voor het nieuwe leren] [Onderwijsradio] [Het bedrijfsleven is de inspirator]

  • Ik twijfel geen seconde: de arbeidsmarkt heeft competentiegericht onderwijs nodig.
  • De invoering van het 'competentiegericht leren' in het MBO is niet omstreden. In het voortgezet onderwijs is onder docenten veel cynisme over vernieuwingen, in het MBO kom ik dat nauwelijks tegen. Er is breed draagvlak in het MBO, er is geen sprake van dat deze vernieuwing van bovenaf wordt doorgedrukt.
  • Het draagvlak bij docenten, leerlingen en bedrijfsleven voor het competentiegericht onderwijs is enorm. Weliswaar stamt het competentiegericht onderwijs van vóór Dijsselbloem, maar de invloed van het rapport is onmiskenbaar.
  • Studenten klagen niet over het CGO, integendeel: ze vinden het ontzettend belangrijk.
  • Als je met een diploma van het MBO komt, dan kom je in een baan die na 2 jaar weer van kleur verschiet.
  • Een werknemer moet een link kunnen leggen met zijn omgeving. Een klant accepteert niet dat de timmerkracht die bij hem komt een hork is in de omgang.
  • De ambachtschool is niet meer van deze tijd, omdat de maatschappij is veranderd.
  • Het is nodig pragmatisch om te gaan met lesbevoegdheden. Niemand wil dat er onbekwame mensen voor de klas staan. Maar onbekwaam en onbevoegd is niet hetzelfde.
  • Bekwaam is belangrijker dan bevoegd.
  • Als het Colo lukt om de bezuinigingen van tafel te krijgen gunnen we hen dat van harte. Zolang het maar niet uit mbo-geld van de onderwijsinstellingen komt.
  • Er is het beeld dat er spanning zou zijn tussen bestuurders en de werkvloer. Alsof het niet verzelfsprekend is dat bestuurders ook snappen dat het kapitaal waar je het mee moet doen, je docenten zijn. Ik vind dat er wel eens gesuggereerd wordt dat hier een tegenstelling is, dat docenten te weinig ruimte zouden krijgen, dat alles bevochten moet worden. Daar geloof ik niet in.
  • Docenten vinden dat de leiding niet te vertrouwen is? Ik vind dat je [Walter Drescher AOb] nogal overdrijft; hierin herken ik onze scholen niet. Ik ken de meeste bestuurders als moderne people managers.
  • In het mbo is de afstand tussen top en werkvloer groter dan elders? Dat is wat mij betreft: afdeling lariekoek, ofwel de bekende grammofoonplaat.
  • Het is te kort door de bocht om wettelijk te regelen dat leraren het laatste woord hebben over competentiegericht leren. Dat zou voor scheve verhoudingen tussen roc's kunnen zorgen, omdat de ene instelling dan wel met deze onderwijsvorm gaat werken en de ander niet.
  • [N.a.v. de lijst van 64 zeer zwakke MBO-opleidingen van de Onderwijsinspectie. Het is het resultaat van een steekproefonderzoek; er werd o.a. gekeken of er voldoende diploma’s behaald werden, de inhoud van de opleiding was minder belangrijk] Een half procent is niet veel. Van de 11.000 bekostigde opleidingen die het mbo aanbiedt scoren er op dit moment 10.936 goed. Studenten kunnen er dus met een gerust hart van uitgaan dat vrijwel alle opleidingen in het mbo onderwijs en examinering kwalitatief gezien de zaken op orde heeft.
  • Er is bij bestuurders van roc’s veel ergernis. Jarenlang heeft de politiek ingezet op schaalvergroting in het middelbaar beroepsonderwijs. En nu dat proces gaande is, wordt het op een nogal goedkope manier in een kwaad daglicht geplaatst.
  • Het mbo kan nog beter! Onder dat motto organiseert de MBO Raad de komende maanden rondetafelgesprekken. De afgelopen maanden hebben we veel kritiek over ons heen gekregen. Een deel van die kritiek is ongefundeerd en ongenuanceerd. De MBO-raad wil door rondetafelgesprekken de echte problemen boven tafel krijgen. We nodigen gesprekspartners uit met een frisse constructieve blik. De gesprekken moeten leiden tot een verzameling bruikbare suggesties die het mbo verder kunnen helpen.
  • [N.a.v. de opening van de MBO-ombudslijn] De MBO Raad wil niet dat het een trend wordt om te klagen over de kwaliteit van mbo-scholen. We moeten voorkomen dat er een 'jacht op de klacht' ontstaat. Er zijn inmiddels wel vier instanties waar klagers terechtkunnen. De beeldvorming over mbo-scholen loopt scheef. In de media hoor ik over aantallen slechte scholen. Die aantallen kunnen helemaal niet kloppen, want zoveel scholen hebben we niet eens.
  • De felle kritiek op het MBO-onderwijs klopt niet want anders zou het een wonder zijn dat er nog auto’s rijden in dit land, dat deze uitzending gemaakt kan worden; allemaal werk van MBO-ers.
  • Scholen willen in strijd met de afspraken de regie voeren als hun docent via de Lerarenbeurs een opleiding kiest? Ik kan me voorstellen dat een school niet zit te wachten op een techniekdocent die een dag per week vrij neemt om Afghaanse letterkunde te gaan studeren.
  • Er zijn ook docenten die niet zitten te wachten op bijscholing. Ik heb de indruk dat het nog wel eens schort aan motivatie in het werk. Het is meer de aard van het mbo: veel docenten kiezen pas later voor het onderwijs. ‘Ik doe mijn werk en verder is het wel goed’. Ze zijn geen leraar uit roeping geworden en hebben vaak een zekere eigenwijsheid als het gaat om het verkrijgen van pedagogisch-didactische vaardigheden.
  • De MBO Raad ziet kansen in het aangekondige onderzoek van staatssecretaris Van Bijsterveldt naar de bestuurbaarheid van mbo-scholen. Van belang daarbij is wel dat de opdracht aan de commissie zal zijn dat er een antwoord komt op vragen of de overheid teveel vraagt van het mbo en of de overheid het mbo voldoende equipeert om alle opdrachten uit te voeren. De brancheorganisatie ziet niets in enkel een commissie als antwoord op het negatieve nieuws over het mbo van de afgelopen maanden en verwacht bij de invulling van het onderzoek te worden betrokken.
  • Als bestuurders klagen over teveel aan inspectietoezicht dan komt dat omdat ze zich zorgen maken. Bestuurders weten zich de vertolker van al die docenten die veel te weinig toekomen aan lesgeven, omdat ze te maken hebben met de bureaucratie van de inspectie. Docenten willen gewoon voor de klas staan, willen gewoon lesgeven, willen lessen voorbereiden.
  • Werkgevers hebben kritiek op de kwaliteit van de ROC-opleidingen? Bedrijven richten daarom bedrijfsscholen op? Ik begrijp weinig van die kritiek. Ik vind dat de industriële sector een slecht imago heeft en daar zelf iets aan moet gaan doen. Bedrijfsscholen leiden heel eenzijdig op. Als je bij IHC Merwede wordt opgeleid, leer je boten bouwen. Op een ROC leer je een vak volledig in de breedte.
  • Uit alle onderzoeken blijkt dat het mbo er goed op staat. (2013)
  • De MBO Raad is niet erg gelukkig met het voorstel om lerarenopleidingen mbo'ers te laten weren vanwege hun gebrekkige reken- en taalvaardigheden.
  • Hartverwarmend te zien hoe de Chinese overheid het Nederlandse mbo als voorbeeld ziet. Ik beschouw dat als een compliment aan onze scholen en onze docenten.

 

Margo Vliegenthart (Voormalig voorzitter van de MBO-raad. Ze werd opgevolgd door Jan van Zijl. Ze studeerde psychologie, studie afgebroken)

  • Het vernieuwingsproces is in eerste instantie vooral op aangeven van het bedrijfsleven tot stand gekomen, en is dus geen modieus nieuw leren, maar een noodzakelijke aanpassing aan veranderende omstandigheden, zowel op de arbeidsmarkt als onder de onderwijsdeelnemers zelf.
  • De docent die louter met een krijtje voor het bord staat en vertelt hoe de wereld in elkaar zit, werkt niet meer voor deze groep jongeren.
  • De jongere van nu ontwikkelt zijn kennis niet lineair zoals u en ik dat deden, maar ze leren via een netwerk van associaties.
  • Om het competentiegericht onderwijs te ontwikkelen is extra geld nodig: een half miljard euro extra. Krijgen we dat niet, dan gebeurt er waarvoor Berenschot waarschuwde: dan verdwijnt het enthousiasme voor competentiegericht onderwijs en dreigt de invoering ervan te mislukken.

——————–

2. De bestuursvoorzitters van de ROC's

Het onderwijs is niet van de leraar.” Leo Lenssen  (Voorzitter College van Bestuur ROC ASA)

De school is geen instelling voor kennisoverdracht.” Leo Lenssen

 

Klaas Koops (Voorzitter College van Bestuur ROC Friesland College (1989-2007). Mede-oprichter van de MBO-Raad, waarvan hij een aantal jaren bestuurslid was. Voordien was hij beleidsmedewerker (PvdA). Koops schreef boeken en publicaties in opdracht van het procesmanagement 'Herontwerp mbo'. Schrijver van het boek 'Duurzaam veranderen van (beroeps)onderwijs'. Lector bij het Consortium voor Innovatie)

Koops voerde abrupt het nieuwe leren in op het Friesland College. Sindsdien heerst er op de school een angstcultuur bij tegenstanders van die methode en nam het aantal leerlingen fors af. Het was voor de Heerenveense Courant ondoenlijk om de vele klaagbrieven van ouders te publiceren. In 2006 staakten leerlingen van het Friesland College omdat ze maanden achter elkaar geen lessen hadden en er grote chaos heerste. Volgens decanen is er al jaren crisis bij het Friesland College en zijn bij dit ROC de problemen bekend, maar er wordt niets met deze kennis gedaan. Na zijn voortijdig aftreden als collegevoorzitter bleek dat hij nog 5 jaar werd doorbetaald, formeel als adviseur. In 2009 kreeg Koops uit handen van PvdA-voorzitster Lianne Ploumen een onderscheiding voor zijn verdiensten.

  • De hele wereld is vol met praters, maar er zijn weinig mensen die wat doen.
  • Het ROC Friesland College heeft een eigen onderwijsconcept "Praktijkgestuurd leren" ontwikkeld, een concept waarin constructivistisch leren en niet onderwijzen centraal staat.
  • Bij succesvolle onderwijsinnovatie gaat het vooral om visie, durf en doorzettingsvermogen. Kenmerken die in onderwijsland schaars zijn.
  • Innoveren betekent tegen de mensen zeggen ‘Kan niet ligt op het kerkhof en Weet niet ligt ernaast’. En hen te bewegen om soms vreemde dingen die in eerste instantie niet kunnen toch op te pakken.
  • Door het Britse Postoffice wordt gezegd dat slechts tien procent van de innovaties slaagt. Zo lang er geld is, hoeft dat feit geen probleem te zijn.
  • Veranderingen in het onderwijs zijn duurzaam als de kans op terugvallen in oud gedrag minimaal is.
  • Leren begint bij het opdoen van reële ervaringen, bij prestaties die de cursisten in de echte praktijk realiseren.
  • Van de cursisten krijgen we overwegend positieve reacties op dit praktijkgestuurde leren. Ook de docenten vinden praktijkgestuurd leren een goede ontwikkeling.
  • Een groep medewerkers heeft moeite de vernieuwingen te volgen. Zij streven naar een grotere vrijheid van de docent. Maar het onderwijs heeft geen behoefte aan docenten met meer vrijheid, het onderwijs heeft behoefte aan professionals.
  • Het regionale bedrijfsleven blijkt minder sterk gericht op het vasthouden van een hamer. Bedrijven vinden het belangrijker dat er gewerkt wordt aan de persoonlijkheid en aan de attitude als werknemer. Gedrag als op tijd komen, je betrokken tonen, een beetje flink zijn: daar draait het om.
  • [Naar aanleiding van het programma Rondom Tien, waar ontevreden leerlingen hun ongenoegen kenbaar maakten] De presentator gaf met name 'tegenstanders' van het Friesland College spreektijd en wij kregen nauwelijks de gelegenheid te reageren.
  • [Naar aanleiding van de commotie nadat uitlekte dat Koops na zijn voortijdig aftreden als collegevoorzitter nog 5 jaar doorbetaald wordt door het Friesland College, formeel als adviseur, wat hem meer dan een miljoen euro oplevert] Ik kan de ophef niet begrijpen. Ik heb bij mijn komst vastgelegd dat ik op m’n 63ste met fpu wilde en die afspraken lopen gewoon door.
  • Ik heb geen topsalaris. Als ik vijf ton zou verdienen, dan begrijp ik dat u hierover schrijft.

 

Marc Veldhoven (Bestuursvoorzitter ROC De Leijgraaf (2001-2011). Procesmanager 'Realisatie Competentiegericht Onderwijs'. Initiatiefnemer van de kenniskring Stealth Education, die zich bezighoudt met spelenderwijs leren zoals gebeurt tijdens het spelen van computergames. Hij heeft tal van nevenfuncties waaronder lid van de Raad van Toezicht van Stichting Kennisnet. Schrijver van een boek over management in onderwijsorganisaties. Hij was genomineerd als Overheidsmanager van het jaar)

[Stealth Education: Bits, Brains & Games]

  • Het examineren van schrijf- en spreekvaardigheden zou contextgebonden moeten zijn. Neem als voorbeeld de piloot die op de minuut nauwkeurig aan kan geven hoe laat het vliegtuig waarin je zit en dat zojuist in Amsterdam is opgestegen aan zal komen in New York. Hij kan alle parameters interpreteren. Diezelfde piloot kan dat niet op een boot.
  • Het opnieuw invoeren van een centraal examen is een van de maatregelen die dreigt te worden genomen om aan alle kritiek op ROC's een eind te maken. Als dat gaat gebeuren wordt onze studenten ernstig tekort gedaan.
  • Onderzoek toont aan dat 70 procent van het leren informeel is. De school is dus niet de regisseur van het leren. De jongeren zelf zijn – bewust of onbewust – regisseur van hun eigen leerprocessen.
  • De leertheorie over drive en motivatie is gebaseerd op moderne inzichten in de werking van de hersenen. Het aanbrengen van motivatie is feitelijk het prikkelen van de hersenen. Alleen dan komt leren tot stand.
  • De ballenbak is voortgekomen uit een onderzoek dat communicatiebureau Keesie onder onze leerlingen hield. Daar kwam uit dat studenten zich niet voldoende uitgedaagd voelden door ons onderwijs. Ze konden hun interesses niet op school kwijt en voelden zich belemmerd in het leren. Als je wilt dat jongeren productief worden, moet je er eerst achter zien te komen wat hun motiveert en wat hun leervragen zijn. Pas dan kun je een grote sprong voorwaarts met ze maken. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de innovatieprojecten waarbij een bedrijf een concreet probleem voorlegt aan een team van studenten en docenten. In zo’n team is er geen onderscheid tussen leraar of leerling. Ze lossen samen het vraagstuk op. Daar zouden we meer naar toe moeten.
  • Ik ben een digitale allochtoon, mijn zoon is een digitale autochtoon. Ik SMS met een vinger, hij met een duim. Ik heb een eigen website, hij zit op HIVES. Ik lees eerst de handleiding van een nieuw apparaat, hij heeft het apparaat na twee minuten aan de praat. Ik zet mijn mobiele uit als ik rust wil, hij is 24/7 “connected”.
  • Bij ‘World of Warcraft ‘ontdekten we, in onze gesprekken met jongeren, een sociale wereld waar we het bestaan niet van vermoedden. Het lijkt er op dat gamers betere teamleden zijn, beter kunnen samenwerken en problemen op een andere manier benaderen en oplossen. Vooral de waarneming dat gamers problemen niet lineair en solistisch benaderen, maar in groepen “onderduiken” , trekt grote aandacht. We hebben het ook gehad over het verslavende effect van games, maar we kwamen snel bij het begrip flow uit. De zintuigen werken op een hoog niveau. Men is alert. Men reageert snel. Er is sprake van samensmelting van actie en bewustzijn. Er zijn duidelijke doelen. Er is hoge concentratie op de gestelde taak. Er is gevoel van controle. Men is gretig naar feedback. Het tijdsbesef verandert. Er is sprake van bevrediging, genot. Dit alles leidt tot een toestand waarin geleerd wordt. Men leert. Men onthoudt. Men verbetert zich.
  • We hoeven niet overal games van te maken in het onderwijs. Wel moeten we het ‘verborgen’, informele leren door middel van games expliciteren en naar wegen zoeken dit leren te erkennen en waarderen.
  • Het onderwijs stoort onze jongeren hinderlijk in hun wens om 24/7 connected te zijn. Wij moeten als onderwijsinstellingen iets doen met deze “connectivity”.
  • In deze tijden moet er goed gestuurd worden. Ook al zitten we soms in de mist of is het in ieder geval soms slecht zicht. Maar de volgende spreuk blijft van toepassing: "Ook in de mist lopend, ontdek je de wereld. Al het is het meter voor meter."
  • Om mezelf te verdiepen in theorie en praktijk van natural leadership ben ik met een groep managers in 2008 naar de binnenlanden van Zuid Afrika gegaan. Onze opdracht? Eén vraag beantwoorden: Wie ben ik en wat is mijn werk? Het is de moeite waard om van gedachten te wisselen over de psychologische opbrengsten van diepe natuurervaringen, het (her-)ontdekken van nieuwe bronnen in jezelf en het gebruiken van deze bronnen in je persoonlijke en professionele leven.
  • Ik heb het boekje ‘Gung Ho’ gelezen. Het boekje gaat over ‘persoonlijke betrokkenheid en samenwerking’ binnen succesvolle bedrijven. De uitvinder van deze werkwijze is een indiaan. Een goedwerkende organisatie krijg je door het toepassen van drie principes: 1) De drijfveer van de eekhoorn. 2) De werkwijze van de bever. 3) De gave van de gans. Deze principes zijn volgens mij ook voor ons als Leijgraaf-organisatie van belang.
  • Ik was vroeger zelf géén aardige leerling. Het onderwijs van toen wist me niet te boeien.

 

Edo de Jaeger (Voorzitter College van Bestuur ROC van Amsterdam sinds 2003. Hij zorgde voor heel wat luxueuze nieuwbouw, waaronder ‘The College Hotel’. Dit laatste gebouw werd een paar jaar later onder druk van het ministerie weer verkocht. Hij is niet afkomstig uit het onderwijs. Naast zijn werkzaamheden als collegevoorzitter voor het ROC van Amsterdam is hij lid van de Raad van Commissarissen van Topsport Amsterdam, lid van de Raad van Advies van de EFA,  lid van de Raad van Educatie van NEMO en lid van de Raad van Advies van de Stichting City Marketing Amsterdam Zuidoost)

"Top top top. Topkwaliteit, topinstituut, topconcept, topsport, toonaangevend. Wel acht keer vielen dit soort woorden in de brief die de topmedewerkers van het roc van Amsterdam onlangs van hun topman Edo de Jaeger ontvingen." Evelien Tonkens

“Bestuursvoorzitter Edo de Jaeger van het Roc van Amsterdam staat aan de absolute top in het mbo. In 2010 bedroeg zijn bruto salaris ruim 193 duizend euro, zijn totale beloning €227.325. Meer dan de norm die het kabinet nu al hanteert, vooruitlopend op de Wet normering topinkomens (Wnt)”   Website AOb

[Brief aan Depla]

  • [N.a.v. kritische uitlatingen van kamerlid Depla op een congres over het feit dat het ROC van Amsterdam bij de start van het schooljaar leerlingen 3 weken naar huis stuurde omdat de roosters nog niet klaar waren] Geachte Heer Depla, U heeft een aantal uitspraken gedaan over het ROC van Amsterdam en in het bijzonder over de kwaliteit van het onderwijs. Deze uitspraken zijn verkeerd gevallen en ik betreur het dan ook ten zeerste dat U geen contact heeft opgenomen voordat U dergelijke schadelijke uitspraken deed. Het is een goed gebruik als dergelijke uitspraken gedaan worden er van tevoren contact wordt opgenomen met het college van bestuur van de desbetreffende onderwijsinstelling. Wellicht bent U bereid uw beweegredenen om op deze wijze over het ROC van Amsterdam te communiceren aan mij kenbaar te maken.
  • Ik wens niet mee te werken aan een uitzending die negatief en tendentieus is. [Zembla-uitzending 'Wij willen les']

 

Leo Lenssen (Hij was Voorzitter College van Bestuur ROC ASA tot 2004. Hij was nauw betrokken bij de totstandkoming van de ROC’s. Hij adviseert overheids-organisaties, besturen en leidinggevenden met name op het gebied van governance, maatschappelijk ondernemerschap, innovatie en leiderschap. Bestuurder van coöperatie De Netwerkschool. Lid Programmaraad Innovatie van de VO-raad. Lector Maatschappelijk Ondernemen aan de Hogeschool InHolland. Managing partner van de CBE Group)

Leo Lenssen was de architect van de megafu­sie van middelbare scholen en het Roc Asa waaruit later Amarantis ontstond. Al voordat  deze fusie plaatsvond had men al vele miljoenen euro’s uitgegeven aan het ontwerpen van nieuwe schoolgebouwen volgens het ‘Master­dam-concept’ van Lenssen, waarin ook plaats was voor bedrijfjes, zoals een kap­salon, een garage of een café. Met het onderwijs ging het bergafwaarts. Lenssen trok zich in 2004 terug als collegevoor­zitter, maar bleef daarna tot 2010 formeel adviseur van het College van Bestuur van Roc Asa later Amarantis voor hetzelfde salaris als toen hij voorzitter was, terwijl door hem weinig tot geen werkzaamheden hiervoor verricht werden. Zijn opvolger werd Bert Molenkamp.

[Laat de maatschappij binnen] [Nederlandse school voor onderwijsmanagement] [Leo Lenssen: Openbare les]

  • Schaf alle klassen af.
  • Centrale eindexamens zouden afgeschaft moeten worden. Het laatste schooljaar is zo'n verspilling. Al die tijd doen ze niets anders dan zich voorbereiden op het examen.
  • Directies hebben onvoldoende moed, geen ambities. Ze zouden zich meer als ondernemers moeten ontwikkelen.
  • Het onderwijs is niet van de leraar.
  • De leraar is niet meer de autonome professional in een relatief eenvoudige schoolorganisatie, maar werknemer in dienst van een professionele organisatie die eigen doelstellingen heeft en eigen beleid voert. Dat verwacht de samenleving ook van de school. De school als organisatie en niet de docent bepaalt in toenemende mate de doelen van het onderwijs en maakt keuzen op het gebied van de pedagogische en onderwijskundige aanpak. Schoolleiders gaan daarom steeds meer echt leiding geven.
  • Laat scholen die willen innoveren contracten sluiten met partijen die in staat zijn nieuwe professionals op te leiden. Het personeelsvraagstuk is een HRM-zaak die begint bij de school.
  • Het echte probleem in het onderwijs is niet het lerarentekort, maar een volstrekt gebrek aan innovatief vermogen! Ik zou zelfs willen stellen dat het tekort moet worden gecontinueerd als we het échte probleem willen oplossen. Dat is de enige manier om het onderwijs ingrijpend te veranderen.
  • Niet de leerstof maar de waarderende persoon van de leerling dient in het onderwijs centraal te staan. Alleen als je erin slaagt daadwerkelijk met jongeren in contact te treden, mag je hopen hen in een gewenste richting te kunnen beïnvloeden.
  • De kritiek op het Nieuwe Leren zit 'm niet in de methodiek maar in de uitvoering.
  • Scholen worden maatschappelijke ondernemingen waar de leraar diensten levert aan de samenleving.
  • Scholen moeten partners zoeken en vooral niet alles zelf willen doen.
  • De school is niet langer kennismonopolist, maar regisseert de veelheid aan leeromgevingen waarmee de leerling te maken heeft. De klassieke school transformeert van bolwerk naar netwerk; van monopolist naar partner; van autist naar communicator. De school krijgt een regiefunctie in het leerproces van de leerling, koppelt leeromgevingen en leermomenten aan elkaar en zorgt ervoor dat die toegevoegde waarde krijgen.
  • Niet de docenten zijn dominant, maar de leerweg van de leerling. Niet de overheid bepaalt, maar de community van partners.
  • Niet wat kinderen leren, is de hoofdvraag in het onderwijs, maar hoe ze dat doen.
  • Is er één andere sector in het maatschappelijk bestel die zich met zoveel hartstochtelijk genot laat kastijden als de onze? Wekelijks spat het azijnzuur ons in het gelaat, afkomstig van de bijdragen die de ‘Pricken’ en de ‘Van Haperens’ leveren aan het onderwijsdebat. We laten ons graag vernederen en beschimpen. Aanleg voor martelaarschap lijkt een cruciale onderwijscompetentie.
  • Anno 2005 zien we dat het gemeenschappelijk beleefde gevoel van monochronisme – je leeft allemaal in dezelfde tijd – is verdwenen. Dat geldt ook voor de gemeenschappelijke ervaring van een gecodificeerd kenniscomplex. Kennis staat ter discussie. Vergelijk deze buitenwereld met de binnenwereld van de schoolklas, waarin 25 individuen gedwongen worden tegelijkertijd hetzelfde te doen en te denken. We bevinden ons in de omslag van een cultuur van geletterdheid naar een cultuur van mediaal verbeelden. In plaats van een nieuwe canon in het leven te roepen, zouden we ons beter kunnen bezinnen op het vraagstuk dat samenhangt met het mediale denken, met het leven in meerdere werelden tegelijk: het vraagstuk van betekenisgeving in een context van vluchtigheid.
  • Er is een tijd geweest dat het beeld de dominante factor was in de ontwikkeling van de menselijke beschaving. De uitvinding van de boekdrukkunst heeft bijgedragen aan het primaat van het theoretisch leren boven het praktisch leren. Mensen leren echter het moeizaamst door middel van teksten. Die manier van leren is feitelijk een ontkenning van het wezen van de lerende mens. We leren vooral door beelden. Wij hebben leren leren uit een boek en daarbij onze natuurlijke eigenschappen onderdrukt. Het spannende van het huidige tijdsgewricht is dat we door de dominantie van het beeld weer dichter bij het wezen van de lerende mens komen. En daarmee ook dichter bij onze creatieve bronnen, bij onze niet-rationele talenten. Het is mijn stellige overtuiging dat juist die ontmoeting, die in het nieuwe leren een belangrijke rol speelt, zoveel weerstand oproept. De wereld van het beeld staat haaks op de wereld van het boek, waaraan de meesten onder ons zoveel waarde hechten. Onderzoek naar dominanten in de communicatie tussen mensen wijst uit dat het beeld daarin een aandeel van 60% heeft, het spreken een aandeel van 30% en het schrift een aandeel van 10%.
  • De school is geen koekjesfabriek, zelfs geen instelling voor kennisoverdracht, maar een waardengemeenschap. Niet statisch, maar dynamisch, innovatief derhalve. De school moet een plek worden waar wordt gereisd en getrokken, waar wordt gezocht en vragen worden gesteld.
  • Op havo, vwo en hbo geven academici les die niet wetenschappelijk genoeg zijn ingesteld om onderzoeker te worden. Ze zijn qua aanleg niet nieuwsgierig, niet creatief, niet ondernemend. Dan waren ze wel wat anders gaan doen.
  • De interpretatie van Nederlandse beleidsmakers van de recente Pisa-onderzoeken worden het best getypeerd door de uitspraak: Als je alleen een hamer hebt, zie je de hele wereld voor een spijker aan (A. Maslow). Analyse van de Pisaresultaten wijzen op de noodzaak om het Nederlandse onderwijs fundamenteel anders te organiseren, omdat de concurrentiepositie van Nederland niet zozeer wordt bepaald door de positie op internationale ranglijstjes (quality), maar vooral door de onderwijsverwachtingen die jongeren hebben en het gerealiseerde onderwijsniveau (equity).
  • Scholen zijn betekenisloze organisaties.

 

Bert Molenkamp (Voorzitter College van Bestuur van Amarantis Onderwijsgroep (2004-2011). Bestuurslid van de Besturenraad. Daarvoor was hij commissaris bij de politie)

De bestuurlijke chaos onder zijn leiding zorgde er voor dat het met het onderwijs bergafwaarts ging. In juni 2011 trad Molenkamp af: vertrekpremie  € 250.000,– plus een bedrag van € 150.00,– als extraatje voor zijn pensioenopbouw. Hij kreeg een nieuwe functie als Voorzitter van het College van Bestuur bij ROC Rivor. Amarantis had in 2011 een lening van 110 miljoen euro nodig. De banken weigerden en Amarantis klopte bij de minister aan. De crisis kwam in een stroomver­snelling, een faillissement dreigde, waarop Van Bijsterveldt Marcel Win­tels aanstelde als interim-voorzitter. Marcel Wintels. ‘Ik heb nog nooit zo’n incompetente, chaotische en stuurloze organisatie aangetroffen.’ Besloten werd om Amarantis op te splitsen.

“Begin dit jaar bleek dat Amarantis, dat 132 miljoen euro aan noodsteun vroeg, op de rand van een faillissement stond. Bij Amarantis heerste een angstcultuur en maakten bestuurders zich schuldig aan zelfverrijking. Signalen dat het niet goed ging werden door alle betrokkenen genegeerd. Amarantis ging prat op zijn zorgzame cultuur waarin het ging om idealen en niet om geld. In werkelijkheid werd de onderwijsinstelling autocratisch bestuurd en heerst er een angstcultuur waardoor signalen van misstanden niet doordrongen naar boven.” Volkskrant 1 dec 2012

  • [N.a.v. kritiek dat het bestuur kantoor houdt in een prestigieus gebouw aan de dure Zuidas] Wat wil je dan? Ons onder de Bijlmerbajes neerzetten? Ik vind dat scholen in goede gebouwen moeten zitten en alle medewerkers ook.
  • Wij kennen de problemen van de leerlingen [gebrek aan lessen, structuur etc.]. Maar wij werken met kleine locaties. De directeur van zo’n locatie moet het uitleggen en met een oplossing komen. Ik ga daar niet over.
  • De lesroosters bevatten gaten? Er vallen hele dagen uit? De directeuren gaan over lesroosters. Die duizend roosters heb ik echt niet allemaal op het netvlies. Ik ben geen schooldirecteur.
  • Of wij de klachten van de leerlingen onderzoeken? Wij hebben geen extra onderzoek nodig van dingen die we al weten. Ik ben wel verbaasd om de externe publiciteit. Dat helpt niet altijd om de goede oplossingen te bereiken. We hebben een klachtenprocedure, we pakken dingen intern aan en desondanks zoeken leerlingen de publiciteit. [Aan een aantal leerlingen werd gevraagd een verklaring te ondertekenen waarin staat dat ze zich zullen onthouden van negatieve uitlatingen richting de media.]
  • Ik hoop dat zowel de Besturenraad als de sectorraden zullen blijven opkomen voor de door regelgeving ingeperkte ruimte van onderwijsinstellingen. Zij moeten tegenwicht bieden tegen het statelijk denken, want anders gaat het gulzige bestuur in Den Haag met het onderwijs op de loop.
  • Wij doen in zingeving. 
  • Helaas is de heersende benadering van onderwijskwaliteit tegenwoordig zeer technocratisch. Wij gaan uit van andere waarden.
  • Begin jaren negentig zette de overheid tien jaar lang een bonus op schaalvergroting. En dan gaan ze nu opeens roepen dat het geen goed idee is. Zo wordt een overheid volstrekt onbetrouwbaar.
  • Het raakt mij persoonlijk als het verwijt wordt gemaakt dat ik te weinig betrokken zou zijn. Dat voelt slecht, vooral omdat ik weet dat de werkelijkheid anders is. Misschien heeft het ook een functie: je moet iemand de schuld kunnen geven als het niet goed gaat.
  • Wat me het meest dwars zit, is het beeld dat het bestuur losgezongen zou zijn van de werkelijkheid van de werkvloer.

 

Coen Free (Bestuursvoorzitter van ROC Koning Willem I College in Den Bosch (1992-2013). Voorzitter van het Consortium voor Innovatie. Oprichter van de ‘School voor de Toekomst’)

[De school voor de toekomst] :

“Architectonische hoogstandjes en ultramoderne technische hulpmiddelen wisselen elkaar af. Het gebouw vormt in alle opzichten de metafoor voor een nieuw onderwijsconcept. Het ‘De Bono Expertise Centrum’ verzorgt trainingen en workshops met het gedachtegoed van Edward de Bono als uitgangspunt: creatief of lateraal denken of denken en handelen buiten de gebaande wegen en paden. Onze trainingen richten zich op De zes hoeden. Het Crealucion (een samentrekking van creativity, luce, solution, innovation en revolution), compleet met een divergentieruimte en een convergentieruimte en  kleurrijke skippybalstoelen en andere speelse elementen. De Workplaza en het Cybercafé zijn uitermate geschikt om deze manier van leren in de praktijk te brengen. Om het plein heen bevindt zich de Howard Gardner Room, die grenst aan de Monique Boekaerts Room. De inrichting is geheel afgestemd op de creatieve processen die er plaatsvinden. Tussen de Orange Room en de Green Room ligt de Brainbox, een ruimte voor reflectie en incubatie. Een centraal element is het Metaforum. Een ruimte geschikt voor meetings met meer dan 100 mensen met alle mogelijkheden voor interactiviteit, zoals een interactive voting system. Aan de andere kant van het Metaforum is het Edward De Bonoplein.”  De school voor de toekomst

[Studeren op je eigen]

Het verhaal van een journaliste tijdens een rondgang van Coen Free door zijn ROC: “Vooralsnog wordt het open leercentrum alleen nog bevolkt door Oussama, Mohammed en nog een Mohammed. Oussama voelt zich niet helemaal thuis op het college. ‘Het is anders dan de middelbare school. Daar kende je iedereen’.  ‘Dit is niet echt een school, meer een warenhuis’, zegt een van de Mohammeds. ’Ik vind het te groot hier. Je bent een nummer, de leraar onthoudt je naam niet eens. Je wordt te veel op je eigen gelaten’. Kennelijk hebben sommige leerlingen geen behoefte aan de zelfgestuurde leerweg. ‘Het maakt niet uit of je afwezig bent, ze merken het niet eens’, zegt de andere Mohammed. ‘Ze gaan ervan uit dat je zelfstandig bent en zelfstandig kunt werken, maar als je ziet hoeveel er stoppen ga je wel twijfelen.’

Zie verder hieronder Jos Barends over Coen Free.

  • We merkten het eerst niet zo op, maar we hebben inmiddels een andere generatie leerlingen gekregen. Ze denken anders over school. De werkwijze van docenten sloot niet meer aan op hun denk- en leefwereld. De oude manier van lesgeven paste niet meer; de huidige generatie leerlingen leert op een heel andere wijze dan de vorige.
  • Onze kinderen komen terecht in een onderwijssysteem dat hun grootste gave om optimaal te kunnen leren, hun natuurlijk vermogen tot divergerend denken, eerder doodt dan benut. Tel uit je winst voor een non-lineaire wereld die compleet nieuw denken vereist.
  • Ons verhaal heeft een roadmap nodig om te kunnen existeren in een wereld, waar we met onze lineaire manier van denken géén oplossing meer kunnen vinden voor de gigantische wereldproblemen. Voor mij is die roadmap het inspirerende boek van Daniël Pink ‘A whole new mind’ die ons 6 allesbepalende competenties voor de 21-ste eeuw leert: Design, Symphony, Play, Storytelling, Empathy en Meaning.
  • Gaming (Play) veroorzaakt in de hersenen een constante afwisseling van spanning en ontspanning. Tevens een optimale samenwerking tussen de linker en rechter hersenhelft. Gevoegd bij het gevoel van macht te hebben op het verhaal, doet dit in de hersenen een bepaalde stof vrijkomen, die de speler een gevoel van welbehagen en euforie geeft, waardoor hij in een toestand van flow komt, net als bij een drug. De nieuwste onderzoeken geven aan dat games een belangrijke rol kunnen spelen bij het informele leren.
  • Wij introdueerden een 'interactief leersysteem', waarbij leerlingen geselecteerd worden op leerstijl. In ieder groepje op elke afdeling zijn die verschillende stijlen vertegenwoordigd, zodat ze een hecht team kunnen vormen. Het onderwijs is omgebogen naar wat de student, of deelnemer in roc-jargon, voor ogen heeft als hij of zij kiest voor een opleiding. 
  • Ook het Koning Willem I College in Den Bosch heeft onderwijsassistenten. Omdat ze goedkoper zijn, kunnen we meer mensen voor het onderwijs inzetten dan wanneer we alleen docenten aanstellen.
  • Toffler zei: ‘het bedrijfsleven vernieuwt met een snelheid van 160 km/uur, het onderwijs met 15 km/uur’.
  • Het Koning Willem I College positioneert zich als community college dat studenten een eigentijdse belevenis biedt, maar tevens trouw blijft aan zijn erfgoed.
  • Het Koning Willem I College stopt met het gebruik van de term CGO, maar gaat de term: Eigentijds Levensecht Leren gebruiken. Eigentijd Levensecht Leren is o.a. gebaseerd op de zes competenties van Daniel Pink en de vijftien aspecten van zingeving  (2010).
  • BON richt zich in wezen slechts op een zeer beperkte elite en biedt geen oplossing voor het overgrote deel van het Nederlandse onderwijs.

[Het onderwijs-schandaal (2013)]

  • Minister Bussemaker verklaart in recente interviews dat het mbo op de eerste plaats goede vakmensen moet afleveren waar de arbeidsmarkt op zit te wachten en de banden met het bedrijfsleven verder moet aanhalen. Dit ook nog eens gekoppeld aan haar opvatting dat mbo’ers niet per se hoeven door te stromen naar het hbo, omdat Nederland niet zit te wachten op louter hoogopgeleiden. Hoezo ‘Universele Rechten van het Kind op zelfontplooiing’? Hoezo Lissabondoelstellingen? Hoezo eigentijds onderwijs?
  • Even oliedom is het recente verzoek van vier jongerenorganisaties aan het ministerie om de instroom van al te populaire studierichtingen, met náme in het mbo, te verminderen.
  • Er is in wezen geen grens aan wat een kind kan leren, alleen maar een grens aan wat anderen het willen leren of toestaan te leren.
  • Het is een groot schandaal dat het Nederlandse onderwijsstelsel op gespannen voet staat met internationale verdragen als de ‘Universele Rechten van het Kind’ en de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’.

 

Piet Boekhoud (Hij was bestuursvoorzitter van ROC Albeda College tot 2009)

Na zijn afscheid van het Albeda College kreeg hij nog 7 ton ‘salaris’ mee, formeel als adviseur. Op dat moment had het Albeda College te maken met miljoenenverliezen en gedwongen ontslagen. Zijn reactie op de ontstane commotie:

  • Dit zijn de spelletjes zoals ze gespeeld worden. Hier moet ik de komende jaren gewoon voor werken. Graaigedrag? Het zijn leugens. Daar kan ik wel om gaan huilen, maar het gaat niet om de schade die mij wordt aangedaan, het gevaar is dat de school er de dupe van wordt. Voor mij telt wat mijn vrienden zeggen, wat de wethouders vinden.

 

Rob Franken (Bestuursvoorzitter van ROC West-Brabant (2005-2012))

  • Dit weekend keek ik naar een filmpje op YouTube: Sir Ken Robinson: Bring on the learning revolution! Dit filmpje past naadloos in de zoektocht en in ons denken over meervoudig intelligente jonge mensen en maximale ontwikkeling van talenten van studenten. Dit moet iedereen met gevoel voor onderwijs, gezien en gehoord hebben. Gewoon even kijken, deze 17 minuten maken je rijker in je denken over onderwijs. Sir Ken pleit voor personalized learning. Het bevestigt ons zeer in onze bijzondere besturingsfilosofie waarin juist níet naar eenvormigheid wordt gezocht, maar naar diversiteit en onderscheid. Een grote verscheidenheid van onderwijsconcepten waaruit studenten de persoonlijke en meest passende keuze kan maken, is ons hoge doel. Onze back office strak, eenduidig, standaard en efficiënt ingericht. Onze front office daarentegen, het onderwijs dus, pluriform, meervoudig intelligent, divers en onderscheidend ingericht, als stappen op weg naar personalized learning.
  • De ontwikkeling van structureel internationaliseringbeleid is ter hand genomen. Immers, zoals beschreven in ‘Onderwijs met Passie’ de wereld is ons leerpark. In de tweede helft van 2009 hebben we een eigen steunpunt in Brussel geïnstalleerd omdat we in ons onderwijsbeleid nadrukkelijk een Europese scope willen uitdragen. Het Florijn College is een ontwikkeltraject begonnen onder naam van multicultureel empowerment. Hoe kunnen we kracht halen uit die veelheid van culturen en levensbeschouwingen?
  • Ons onderwijs is niet failliet, maar juist springlevend. Gisteravond sprak ik 5 studenten van 3 verschillende colleges, onze gamebassadors. Weer 5 toppers (in spe).
  • Ik heb een anonieme brief gekregen van een medewerker dan wel een groepje medewerkers. De toon van de brief was zeker niet verkeerd, een punt van zorg werd zorgvuldig geformuleerd, het onderwerp was onderwijs gericht en niet gericht op personen. Niets mis mee, maar waarom anoniem? Dat type brieven ontvang ik zelfs graag, maar dan wel met een open vizier, een naam en een rugnummer. Anonieme brieven passen niet binnen onze organisatie.

 

Bernard Fransen (Voorzitter van College van Bestuur ROC Midden Nederland)

  • Zo’n megaoperatie [de fusie die tot het nieuwe ROC Midden Nederland leidde] doe je niet zonder externe expertise. Je moet reorganiseren, 250 mensen ontslaan, twee culturen samenvoegen en een nieuwe koers bepalen. Pentascope begeleidt de hele operatie. Dat doen ze fantastisch, in partnerschap. Samen werken we aan draagvlak en vertrouwen, en realiseren we onze nieuwe koers ‘Ondernemend Leren’. 

 

Ankie Verlaan (Bestuurder ROC Amsterdam; lid College van Bestuur van de Hogeschool en de Universiteit van Amsterdam. Verlaan staat met € 341.000 euro op de derde plaats op de lijst van veelverdienende onderwijsbestuurders)

[Respect voor het onderwijs]

  • Ik vertelde mijn leerlingen dat het Engelse woord voor broek 'trousers' is. Ze staarden me glazig aan. 'Waarom is het niet "trouser"', zei iemand. 'Het is toch ook enkelvoud in het Nederlands: broek'. Ik ben toen naar het kledingmuseum met ze gegaan. Om te laten zien wat broeken zijn en hoe ze vroeger gemaakt werden. En dat zo'n broek uit twee pijpen bestond, meervoud dus. Die praktijkgerichte aanpak, dat is competentiegericht leren.
  • Structuurverandeingen zijn wel gerealiseerd (ROC-vorming, Tweede Fase etc.) maar de pedagogisch-didactische vernieuwingen zijn vastgelopen op de overtuigingen van traditionele kennisgerichte vakdocenten.
  • De voorzitter van BON vaart weer eens op de van hem bekende wijze ongenuanceerd ten oorlog met aannames die hij nergens onderbouwt. Hij beschouwt het competentiegericht leren als de veroorzaker van alle ellende en wil terug naar het oude model van uitsluitend kennisoverdracht. Generaal Verbrugge zou met minder dédain over coaches en begeleiders moeten spreken. Weg met BON.

 

drs. A.Hamoen (lid van het College van Bestuur van ROC Eindhoven)

[Onderwijs maken]

  • Competentiegericht leren hoort meer te zijn dan probleem gestuurd onderwijs: we zoeken daarin meer het grote geheel, zonder te moeten voldoen aan allerlei verfijnde eindtermen. Een groot gevaar is dan ook dat de competenties veel te nauwkeurig en uitgebreid worden omschreven.
  • Het is een misverstand te denken dat deelnemers die vrijheid niet aan kunnen.
  • Uit veel pedagogische ervaringen komt naar voren dat kinderen en jongeren ontzaglijk veel leren van elkaar, het best in een praktijkcontext leren en uitdagingen nodig hebben.
  • Competentiegericht onderwijs kan de uitdaging bieden die de deelnemers van tegenwoordig (die aan zo’n veelheid aan prikkels onderhevig zijn) nodig hebben.
  • “We leren nu in één dag meer dan vroeger in een jaar,” zegt een van die leerlingen in een videoproductie over competentiegericht leren. Beter kan ik het niet zeggen.

————–

3. De gebouwen

 

Het spiksplinternieuwe, moderne, grote schoolgebouw bij de Amsterdamse Poort is een prachtig, ruim gebouw met de nieuwste van de nieuwste pc's waar menig bedrijf jaloers op kan zijn. 'Fatsoenlijke huisvesting is belangrijk, want daarmee geef je het goede voorbeeld. We hebben elke etage een andere kleur gegeven zodat elke afdeling zijn eigen identiteit heeft. Het roc van Amsterdam hoopt dat leerlingen trots zijn op hun school. Dat ze aan familie of vrienden willen laten zien waar zij doordeweeks te vinden zijn. Binnenkort openen we bijvoorbeeld een college-hotel in een voormalig monumentaal schoolgebouw nabij het Museumplein. Dit 3-sterren opleidingshotel zal door leerlingen worden gerund met hulp van mensen uit het bedrijfsleven. Deze praktijksimulatie is de perfecte manier om goed onderwijs te bieden. En dat kost geld.'''   Edo de Jaeger, voorzitter College van Bestuur ROC van Amsterdam (Volkskrant 4 nov 2003)

 

Toon Theunissen (voorzitter van het College van Bestuur van het Arcus College)

Er is veel kritiek op de nieuwbouwplannen voor het Arcus-college te Heerlen. Er waren goede kleinschalige schoolgebouwen. Het onderwijs op het Arcus-College werd heel lang verwaarloosd, vanwege de investering van € 100 miljoen in een nieuw modern gebouw in een natuurgebied. Zo was er veel lesuitval. Een hele klas werd bevorderd ondanks dat vrijwel alle leerlingen onvoldoende scoorden, want volgens Arcus wilde men niet dat de leerlingen het slachtoffer werden van het slechte beleid. De gemeente Heerlen, die tegen deze nieuwbouw was, werd onder druk gezet, door te dreigen met vertrek.

Het Arcus-College scoort slecht in de ‘Keuzegids mbo-studies’.

  • Generatie Einstein heeft een gevarieerde leeromgeving nodig. De leeromgeving wordt transparanter en beweeglijker. Alle gebouwen worden optimaal ingericht voor het competentiegericht onderwijs. Omdat de hedendaagse leerling flexibeler inspeelt op veranderingen, is het onderwijs van morgen gebaat bij een moderne, gevarieerde multimediale praktijkgerichte leeromgeving.
  • Werkgevers willen competente mensen die ook klanten te woord kunnen staan. We kunnen dit dankzij de moderne faciliteiten van onze nieuwbouw op een nog betere wijze invullen.

 

ROC Leiden

“ROC Leiden stapt over op nieuwe huisvesting: een nieuw gebouw in aanbouw bij het Centraal Station moet in 2013 worden opgeleverd, een ander gebouw aan de Lammenschans is vorig jaar in gebruik genomen. Het pand aan de Lammenschans is in mei 2011 voor € 75,6 miljoen verkocht aan Green Real Estate. De bouwkosten lagen aanmerkelijk hoger:  € 91 miljoen. Roc Leiden heeft zich verplicht om na twintig jaar het pand terug te kopen voor een bedrag van € 73.387.096.”  Website AOb

Het nieuwe ROC stapelt verkeersstromen en functionaliteiten tot één luchtig, oplopend, meanderend gebouw. Een verrassend vormgegeven leerstad waarin alle onderwijsvormen zichtbaar worden.”  ROC Leiden

 
"Een prachtdeal tussen drie partners met een gedeeld belang, een unieke constructie tussen een school, een investeringsmaatschappij en een bank." Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), over de samenwerking van Roc Leiden, Green Real Estate en BNG (2009)

“Roc Leiden is onder de strengste vorm van financieel toezicht van de Onderwijsinspectie geplaatst. De ambitieuze nieuwbouw, en de financiering ervan, spelen een belangrijke rol in de problemen, zo blijkt uit de jaarrekening 2011.”   Website AOb

“ROC Leiden wordt overgenomen door het ID-college. ROC Leiden is er niet in geslaagd om een oplossing te vinden voor de problemen waarin de onderwijsinstelling is terecht gekomen. De financiële molensteen die het vastgoed voor ROC Leiden is, zou steeds slechter wordend onderwijs tot gevolg hebben.”    Minister Jet Bussemaker [2014]

 “De filosofie achter het bouwen van een leerwerkpark paste in de tijdsgeest, is te typeren als sympathiek, vernieuwend en is navolgbaar. De uitvoering is echter naïef en amateuristisch gebleken. Het beeld komt op van een megalomaan project. Waar een behoefte bestond van 37.000 vierkante meter werden twee gebouwen ontwikkeld van 80.000 vierkante meter.” Minister Jet Bussemaker [2014]

Wij hebben prachtige afspraken gemaakt. Wij zouden deze afspraken nu weer maken. Iedere bestuurder zegt natuurlijk dat de problemen voor zijn tijd zijn begonnen. Ik zou het als een uitdaging zien. " Tjeerd van Rij (Oud-voorzitter Raad van Toezicht) n.a.v. de noodsituatie bij ROC Leiden als gevolg van de omstreden vastgoeddeal, waarvoor hij medeverantwoordelijk was [2014]

Ik voel me niet aangesproken. Als er iets is misgegaan, moeten mijn opvolgers het oplossen.’’  Jacques van Gaal (oud-bestuursvoorzitter ROC LEIDEN) n.a.v. de noodsituatie bij ROC Leiden als gevolg van de vastgoeddeal, waarvoor hij medeverantwoordelijk was[2014]

"Roc Leiden heeft van 2003 tot en met 2013 circa 9,4 miljoen euro uitgegeven aan adviseurs die een rol speelden bij nieuwbouwprojecten. Dat becijfert PricewaterhouseCoopers in een vertrouwelijk rapport dat het ministerie van Onderwijs gedeeltelijk heeft vrijgegeven na een Wob-verzoek van het Onderwijsblad en de Volkskrant." Website Algemene Onderwijsbond

"Het bestuur van ROC Leiden heeft bij de bouw van twee dure schoolgebouwen onverantwoorde risico's genomen.  De belangrijkste ambitie werd het nieuwbouwproject, niet het geven van goed onderwijs. Er was intern onvoldoende kennis voor het leiden van een groot bouwproject en het bestuur verzuimde om goede adviseurs in te huren. De gebouwen werden vijf keer duurder dan was voorzien en de school had slechts een derde van de gebouwde oppervlakte nodig. Er was bij het bestuur van het ROC Leiden een gebrek aan regie en overzicht. Terwijl de aandacht uitging naar het vastgoed, ging de onderwijskwaliteit hard achteruit."  Pauline  Meurs, bij de presentatie van het onderzoeksrapport over ROC Leiden 

 

 

 

Jeroen Knigge (Voorzitter College van Bestuur ROC Leiden)

[Investeren in nieuwbouw is investeren in professionaliteit]

  • De afgelopen maanden kon je geen krant  openslaan of een actualiteitenprogramma bekijken of het ging over het geld wat de verschillende ROC's de afgelopen jaren hebben gestoken in het realiseren van de nieuwbouw. Was dat nu wel nodig, vroeg men zich af. En was er geen sprake van megalomanie van egotrippende bestuurders? Opvallend was dat het bij de beantwoording van deze vraag het zelden of nooit over het voordeel voor het onderwijs ging.
  • We moeten ons blijven realiseren dat de ontwikkeling van deze plannen reeds een groot aantal jaren eerder gestart zijn en nu gerealiseerd worden. Waarom komt de discussie nu pas los?
  • Ook ik ben de trotse bezitter van een nieuw onderwijspand. Een pand waar wij geen eigenaar van zijn maar wat wel ruim 76 miljoen euro heeft gekost. Onder architectuur gebouwd. 
  • Het gebouw is een aanwist voor de stad Leiden, een aanwinst voor de regio. Het uitzicht op het dak is geweldig. Juist onze studenten, of ze nu op het vmbo danwel het mbo zitten, hebben recht op een omgeving waar het gevoel van trots op het beroep, maar ook het gevoel van eigenwaarde, opgekrikt kan worden.
  • Feit is wel dat, juist door het realiseren van de nieuwbouw, ons ROC veel beter aan kan sluiten bij de ontwikkeling en innovatie van de verschillende branches waar wij studenten voor opleiden. De geavanceerde voorzieningen van bijvoorbeeld de techniek-opleidingen; de toepassingen van de informatica in het onderwijs; de gerichtheid op de praktijk en het meer individueel vorm kunnen geven van het onderwijs zijn door de nieuwbouw en de daarbij horende faciliteiten beter te realiseren. Het opleiden voor een beroep is de afgelopen jaren drastisch veranderd. De veelgehoorde klacht dat het onderwijs achterliep bij het bedrijfsleven kan door de realisatie van de nieuwbouw in ieder geval aangepakt worden. Het bedrijfsleven vraagt om studenten die adequaat zijn opgeleid en die kunnen omgaan met de nieuwste technieken. De verschillende didactische werkvormen vragen meer dan alleen maar lokalen. De oude meuk (18 gebouwen) waar wij uit kwamen was geen garantie meer om daar het predicaat modern onderwijs aan mee te geven.
  • Het mbo is de kurk waar onze maatschappij op draait maar waar we, met elkaar, te weinig waardering voor op kunnen brengen. Juist daarom is het van belang dat de kwaliteit van het mbo onmiskenbaar is. Juist daarom moeten we professionaliseren en juist daarom moet dat in een omgeving die uitdagend is waar je kunt opleiden en werken aan de toekomst van jonge beroepsbeoefenaren die trots zijn op hun beroep. De mooie gebouwen van de ROC's helpen om dat te bereiken.
  • Het roc heeft nu eindelijk de financiële verplichtingen die voortvloeien uit de nieuwbouw in beeld gekregen. Ik heb bij mijn aantreden moeten constateren dat de risico’s en verplichtingen die verband houden met de nieuwbouw niet met een druk op de knop duidelijk werden.
  • Had het nieuwe gebouw aan de Lammenschans per se onder architectuur gebouwd moeten worden? Zoiets ligt altijd heel ingewikkeld. Maar als ik kijk naar wat het geworden is en denk aan de barakken waar we uit komen, dan is dat wel heel bijzonder.

 

Jelle Marchand (Directeur Economie College ROC Zeeland)

Het regent klachten over het nieuwe prestigieuze hypermoderne twintig miljoen euro kostende schoolgebouw van het ROC Zeeland in Middelburg. Leerlingen klagen over teveel lawaai in de open leerruimtes (alle verdiepingen inclusief het trap-gedeelte vormen een heel grote open ruimte), een gebrek aan voldoende stopcontacten voor laptops, liften die regelmatig kapot zijn, een kleine kantine etc. Ook leraren zijn niet tevreden: er is een tekort aan leslokalen, er zijn te weinig theorielokalen en het aantal zitplaatsen in die lokalen is vaak beperkt. Op toetsmomenten is er een tekort aan afgesloten ruimtes. Er is geen personeelsruimte voor de docenten. Onlangs hebben docenten enkele trendy banken uit het zogeheten 'lokaal van de toekomst' verwijderd om deze ruimte weer om te toveren tot normaal klaslokaal.

[Klachten over nieuw ROC-gebouw]

  • We geven hier al langer onderwijs maar vandaag is het officiële moment dat we de buitenwereld meedelen dat we hier in een nieuw gebouw zitten. Dit is een gebouw van de 21-ste eeuw en het geeft een antwoord op de nieuwe vragen van de nieuwe studenten van de nieuwe generatie.
  • Dit gebouw onderscheidt zich in het duurzaamheidsaspect, maar dan in al zijn aspecten zoals de samenleving tussen studenten, onze maatschappelijke verantwoordelijkheid en de rol van MBO-onderwijs in Zeeland. Daar geven we ruimte voor in dit gebouw op een heel praktische manier.

———————————————————————–

4. Managers, directeuren, onderwijsmanagers, coordinatoren, stafmedewerkers, coaches, etc.

”Ik zou zo snel mogelijk afstuderen als ik jou was. Dan heb je die ellende achter de rug.” Lex Sanou (In antwoord op een klacht van een MBO-leerling over het slechte onderwijs. Sanou is procesmanager van Het Platform Beroepsonderwijs. Ook is hij verantwoordelijk voor het opsporen en begeleiden van mensen met goede ideeën voor innovatieprojecten die in aanmerking komen voor subsidie)

”Roc-docent Mattijs van Mansfeld is leraar van het jaar. Hij begrijpt als geen ander de behoefte van zijn leerlingen aan eindeloos msm’en en internetten. ‘Ik sluit makkelijk aan bij hun belevingswereld’.” Kennisnet – inDruk

Met het verbeterprogramma wil ROC Zadkine zich weer meer richten op het geven van onderwijs.”  Volkskrant 19 oktober 2012

”Het examen rekenen/wiskunde is zeer slecht gemaakt. Dit geldt voor alle opleidingen. Het gemiddelde cijfer is zo laag dat de examencommissie heeft besloten de resulaten niet te vermelden op de cijferlijst. Wel wordt aangegeven dat er is deelgenomen aan het examen en op welk niveau het examen is afgenomen. Het resultaat van rekenen/wiskunde telt niet mee bij de eventuele inloting voor een vervolgopleiding bij het HBO.”  Mediacollege Amsterdam (ROC)

 

Hans van Nieuwkerk (procesmanager herontwerp MBO)

  • De klassikale manier van kennisoverdracht heeft het einde van de levenscyclus bereikt.

 

John Schobben (Onderwijskundige. Directeur Onderwijs & Ontwikkeling ROC de Leijgraaf)

  • Als school zijn we het monopolie op kennistoegevoegde waarde kwijt. In de toekomst zijn we in het gunstigste geval ketenpartner in kennistoevoegingen.
  • Competentieleren staat voor het maximale uit iedere individuele deelnemer halen. Centrale examinering kan alleen maar gaan over het toetsen of een minimale prestatie gehaald is.

 

Tineke Land (Manager Techniek bij ROC Friese Poort)

  • Het College van Bestuur van ROC Friese Poort bood mij een managementfunctie aan bij Techniek. Ik ben absoluut a-technisch. Dit overkwam me gewoon, geweldig toch? Je moet immers managen en dat je niets van techniek weet, is eigenlijk wel prettig.

 

Anneloes Vogelaar (Docentenbegeleider ROC Da Vinci)

  • Het Competentiegericht onderwijs is beter dan het oude onderwijs. En dat is wat eigenlijk iedereen zegt.
  • Een docent wiskunde gaf vroeger drie uur per week 'losse lessen'. Nu moet hij een korte cursus wiskunde ontwerpen voor een specifiek project, zoals in een echte werksituatie het geval is.
  • Het is nog niet precies bekend hoe die grote, 'integrale' finale eruit ziet. We weten nog niet precies waar we naartoe werken. We zijn dus eigenlijk omgekeerd bezig.

 

José Jansen-Gulen (MBO-docente Communicatieve Vaardigheden bij ROC Nijmegen met als specialisme de integratie van IQ, EQ en SQ)

[MBO krant maart 2011]

Ze was MBO-docente van het jaar 2011 en daarmee ook ambassadeur van het beroepsonderwijs.

  • Ik heb het geluk dat ik in mijn lessen authentiek kan zijn.
  • Ik heb een studieloopbaanprogramma ontwikkeld, waarin ik IQ, EQ en SQ met elkaar verbind.  Onder SQ wordt spirituele intelligentie verstaan. Leerlingen leren luisteren naar hun intuïtie, krijgen les over chakra’s en hun aura en gaan aan de slag met hun enneagram. We leggen het niet alleen uit, we gaan er ook concreet mee aan de slag.
  • Ze krijgen aikido- of tai chi training. Ze leren daar dat geestkracht ook fysieke kracht geeft.  

 

Wilfred Rubens (Senior beleidsmedewerker bij ROC Gilde Opleidingen. Studeerde Pedagogische Wetenschappen. Hij heeft zelf nooit voor de klas gestaan. Hij heeft een eigen website met publicaties over ict en onderwijs)

[Niet terug naar frontaal-klassikaal onderwijs]

  • De eisen die anno 2008 aan lerenden worden gesteld verlangen dat leren plaats vindt in complexe, betekenisvolle projecten waarbinnen sprake is van duurzame betrokkenheid van lerenden en van samenwerkend leren. Dit vraagt ook om een onderzoeksmatige benadering van leren, die niet uitgaat van "het juiste antwoord" maar van het ontwikkelen van een onderzoekende attitude.
  • De rol van just-in-time leren zal steeds belangrijker worden in het onderwijs. Dit houdt in dat lerenden toegang hebben tot informatie op het moment dat zij die nodig hebben. Dit in tegenstelling tot het principe van just-in-case: het aanbieden van leerstof voor het geval dat de leerling die nodig zou hebben.
  • [Rubens bespreekt panelgesprekken met leerlingen over CGO] Deelnemers van Gilde Opleidingen willen niet terug naar frontaal-klassikaal onderwijs. Deelnemers hebben vaak nog een ‘traditionele’ verwachting van onderwijsgevenden: docenten moeten expert zijn, en deelnemers altijd op alle vragen onmiddellijk antwoord kunnen geven. Deelnemers willen meer uitleg krijgen. Nu moeten zij te veel zelfstandig uitzoeken. Zelfstandig werken onder begeleiding wordt vaak ervaren als zelfstandig werken zonder begeleiding.
  • Volgens Sir Ken Robinson moet het onderwijssysteem niet worden verbeterd, maar getransformeerd: meer nadruk op persoonlijke ontwikkeling. In feite beoogt competentiegericht onderwijs slechts verbetering, terwijl een veel radicalere verandering vereist is. Op dit moment signaleer ik in de discussies over onderwijs dat we helaas een tegengestelde richting inslaan.
  • Taal en rekenen op zich zijn separaat lastig betekenisvol te maken voor jongeren en daarom dodelijk voor de motivatie. Binnen het middelbaar beroepsonderwijs zie je ook een grotere nadruk komen te liggen op taal en rekenen, en op taal en rekenen als aparte examenvak. Het risico ligt op de loer dat dit ten koste gaat van andere bekwaamheden die deel uit maken van modern vakmanschap.
  • De koers in dit regeerakkoord [Rutte-Verhagen] staat volgens mij haaks op denken over competenties van de 21ste eeuw, een brede pedagogische opdracht, het benutten van diversiteit aan passies, talenten en ambities, modern vakmanschap en integrale beroepsvorming. Op zich is een pleidooi voor meer ruimte voor vakmanschap goed, maar niet als dit in een adem wordt genoemd met een focus op kennis en uniforme toetsen.
  • Tot dusver weet het onderwijs ontwrichtende innovaties grotendeels buiten de deur te houden. Ik vraag me af hoe dat kan, en hoe lang dat nog duurt.
  • Sugata Mitra is één van mijn 'helden'. Mitra heeft niet alleen duidelijke ideeën over andere manieren van leren, maar kijkt ook of dit werkt. Daarnaast is hij een inspirerend spreker. Ik was dus blij dat ik hem vandaag tijdens de Onderwijsdagen mocht zien optreden.
  • Mitra stelde dat een arts uit 1800 een artsenpraktijk van deze tijd niet meer zou herinneren. Voor een docent geldt dat wel. Kennis die je via internet kunt opzoeken, hoef je niet in je hoofd op te slaan, stelde hij.
  • Mitra ziet een belangrijke rol voor ICT weggelegd. Een voorbeeld waren tien jaar oude kinderen die zelfstandig biotechnologische zaken zoals DNA moesten leren. Mitra is begonnen met een pretest. 5% van de leerlingen had deze test voldoende gemaakt. Via zelfgeorganiseerd leren met behulp van internet werd dit percentage opgehoogd naar 30%. Daarna werden de leerlingen begeleid. Niet door een vakinhoudelijk expert, maar door een 'cloudgranny': een 'oma' die leerlingen uitsluitend aanmoedigd, bewonderd en bekrachtigd. Hierdoor werd de score opgehoogd naar 50%.
  • Educaching is een woordcombinatie van 'education' en 'geocaching'. Bij geocaching gebruik je GPS-technologie om op zoek te gaan naar een schat. Bij Educaching pas je deze toepassing toe op leren. Je verstopt vraagstukken of opdrachten op locaties en laat je leerlingen op zoek gaan naar die opdrachten. Als zij de opdrachten hebben gevonden, dan moeten zij deze maken en vervolgens hun kennis delen met anderen. Educaching heeft kenmerken van een game, van location-based learning, van ontdekkend leren en van serendipity learning. Lerenden zijn actief bezig met leerstof.
  • Binnen een servicegerichte, post-industriële netwerksamenleving speelt zelfverantwoordelijkheid voor de inrichting van je werk- en leerprocessen zeker een cruciale rol. Volgens mij is dat een 'revolutionair' -transformatief- proces. We moeten ons niet alleen een nieuwe manier van leren eigen maken, maar ook een ingesleten manier van leren afleren. Ik zou daarbij ook liever niet spreken van "managers of their own knowledge". Dat klinkt erg beheersmatig. Wellicht is "knowledge leaders of knowledge leadership" een betere uitdrukking. Je geeft leiding aan je kennisontwikkeling. Leiderschap impliceert, veel meer dan management, visie, richting en initiatief. En daar gaat het in het conceptuele tijdperk om.
  • Gisteren brainstormde ik met een aantal collega's over de vraag of de term 'docent' nog wel past bij het onderwijs van de 21ste eeuw. Ik denk van niet en pleit eigenlijk voor revitalisering van de term 'leerkracht'. Doceren wordt vaak geassocieerd met het overdragen van kennis of technische bekwaamheden. De term 'leerkracht' impliceert m.i. precies waarom het gaat: het bekrachtigen van het leren van een lerende.
  • Als ik De Volkskrant mag geloven, kunnen jongeren niet meer met pen schrijven. Ik vraag me echter af: wat is het probleem?

 

Karin Winters (Procescoordinator ICT op ROC Midden Nederland)

  • Aan alle kanten worden de onderwijsondersteunde kleiklompen afgebrand en verguisd. Omdat het MBO de afgelopen jaren dichtgeslibd is met BIO-lozen en zij-inzeilers is er echter een grote behoefte ontstaan aan deze kleiklompen.
  • Willen we echt terug naar platte eenzijdige kennisoverdracht: lees een boek en schrijf de vragen over? Nee, de eindtermen dat is wat! Alle MBO opleidingen leiden dan op tot antiquair of archeoloog.
  • Afremmen of stoppen met de invoering van CGO maakt niet dat het MBO onderwijs kwalitatief ineens een stuk beter wordt, daarvoor zullen we eerst afscheid moeten nemen van de mensen die zich ongenuanceerd blijven verzetten tegen welke verandering of vernieuwing dan ook. Natuurlijk gaat er veel niet goed, maar wat mij betreft ligt dat niet aan het competentiegerichte opleiden, maar aan de competenties van diegenen die dat onderwijs vorm en inhoud moeten geven.
  • Alle inwoners van Nederland hebben recht op het “genieten” van onderwijs.

 

Tonnie Kroesen (Teamleider ROC Deltion College)

  • Op onze school zullen in de toekomst nagenoeg alle boeken uit de schooltas verdwijnen. Het boekengeld is een enorme kostenpost in het gezin. Bovendien zorgen zware boekentassen voor fysieke problemen.
  • Alles wat de student nodig heeft voor de studie, wordt digitaal aangeboden. Ze kunnen uitprinten wat ze willen. Het zijn allemaal bijkomstige voordelen. Er is voor deze vorm gekozen omdat de techniek sneller verandert dan in boeken kan worden weergegeven. Boeken zijn te statisch. Wat vandaag aan de orde is, is morgen alweer achterhaald.

 

Tineke Sijp (Stafmedewerker ROC Horizon College Hoorn; leider van het project ‘flexibele zorgkolom’ uitgevoerd met behulp van subsidie van het Innovatiearrangement)

[Niet kennis maar gedrag staat centraal]

  • Niet kennis, maar gedrag staat centraal in de nieuwe zorgopleiding. Leerlingen hoeven straks niet meer eerst allemaal vakken langs om kennis op te doen die ze vervolgens moeten toepassen in de praktijk. Vragen die de praktijk oplevert, worden verwerkt op school, en niet andersom.

 

Magda Bruin (Sectormanager mbo bij Kennisnet)

  • De invoering van een nieuwe kwalificatiestructuur in 2010 is de wens van het beroepsonderwijs zelf en niet van de ‘onderwijsmaffia’.
  • U vindt op internet een filmpje, 2 foto’s en wat tekst over zwaartekracht. Door de informatie samen te voegen arrangeert U een leereenheid, hierbij wordt er een eigen betekenis aan gegeven. Er lijkt sprake te zijn van een nieuwe rol voor de docent, die van ‘arrangeur’.

 

Cor Brandwijk (MBO-docent)

  • Als leerlingen kunnen ervaren dat ook de docent nog steeds veel leert is dat zeer waardevol. De docent laat daarmee zien dat hij waardering heeft voor de leerlingen en veel van hen leert. Leerlingen ervaren dit als attentvol gedrag.
  • In het huidige competentiegericht onderwijs is het erg belangrijk dat je leerlingen traint in het kunnen benoemen van hun leereffecten. 

 

Wijbe Bekkema (Coach op MBO ROC Landstede Harderwijk in de opleiding voor de detailhandel. Wijbe heeft geen achtergrond in de detaihandel, hij is theoloog)

[Scholen zijn beter af zonder die oude garde] [De school moet zich aanpassen aan de jongeren]

  • Dat een derde van de leraren binnenkort met pensioen gaat, is een zegen voor het onderwijs. Starre opvattingen blokkeren de onderwijsvernieuwing. Nu meenden we vroeger dat we de gedachten en ideeën van volwassenen konden overdragen op jongeren door het ze duidelijk te vertellen. Dat was een goede opvatting en een goede werkwijze maar die werkt nu absoluut niet meer. Het onderwijs zal zich dienstbaar moeten opstellen naar de huidige jongeren. En die wachten niet meer op die oude vorm van kennisoverdracht. Laten we hopen dat die geluiden snel met pensioen gaan. Ze blokkeren het onderwijs in hoge mate. De jongere leert niet meer door het horen. Mensen uit de onderwijswereld horen dat te weten.
  • Jongeren zitten niet te wachten op docenten voor de klas die wel even de waarheid en de feiten komen opleggen.
  • De mens van deze tijd en zeker ook jonge mensen leven steeds minder vanuit een extern waarheidbesef. Waarheid, werkelijkheid en dus persoonlijkheid worden meer en meer gevonden en ingekleurd in wat we meemaken, in wat we doen. De beleefde werkelijkheid is ook bron van zin en motivatie. Deze mentaliteit brengt met zich mee dat we in het onderwijs af moeten van het ongevraagd overdragen van kennis, kennis die een voorbijgaande generatie wel belangrijk vond. Een situatie waarin één docent voor de klas staat met zogenaamde relevante informatie voor dertig leerlingen in een klaslokaal, is niet meer van deze tijd.

 

Lily Guyt (Education manager bij ROC Leeuwenborgh Opleidingen. Ze won een prijs van het Consortium voor Innovatie)

  • De overprikkeling en eenzijdige belasting van de hersenen via de zintuigen, in de huidige maatschappij, creëert onrust en onbalans tussen beide hersenhelften. In de afgelopen jaren worden we binnen het onderwijs geconfronteerd met een veranderde deelnemer, en een eenzijdige lessentabel. Om talent te ontdekken en te ontwikkelen is balans tussen beide hersenhelften, tussen lichaam en geest, en tussen inspanning en ontspanning noodzakelijk. Dit vraagt een onderwijsaanbod waarbinnen beide hersenhelften geactiveerd worden, en ook aandacht is voor fysieke ontlading.

 

Erik Luigies (ROC da Vinci College. Coördinator bij ‘Stichting Kenniscentrum Peer Support’. Peer Support wil zeggen: leerlingen begeleiden/geven uitleg aan jongerejaars)

[Stichting Kenniscentrum Peer Support]

  • Het is inmiddels algemeen bekend dat mensen het meest leren van uitleggen aan anderen, en het minst van lezen en horen.
  • Sociaal constructivistisch leren kan niet bestaan zonder Peer Support. Peer Support is bij uitstek gebaseerd op samenwerken en samen leren.
  • De kennis en vaardigheid die docenten hebben van de computer en van het vinden en verwerken van informatie steken soms schril af tegen de kennis en vaardigheden van veel leerlingen op dit gebied.
  • Informatie kan de leerling op elk moment zoeken op het internet, in een door hemzelf gewenste vorm en op een door hemzelf gewenst niveau. Links zorgen ervoor dat je steeds bij de juiste auteurs komt. Daar is de leraar niet meer voor nodig.
  • Een leerling zei eens: “Van een leraar moet ik het maar aannemen en verder mijn mond houden, met een medeleerling kan ik discussiëren en als hij meer weet dan ik, dan zal ik in de discussie van hem leren.”
  • Peer Support is goedkoop in de exploitatie en eenvoudig in de uitvoering.
  • Ik sprak laatst een leerling die verpleegster wilde worden, maar niet kon rekenen. Dat ze een spuit moest vullen, had ze nooit bedacht. Bij Peer Support praten leerlingen over dit soort praktische zaken.
  • Mijn devies: leer de docent het primaire beheersgedrag af en laat hem de coach zijn die leerlingen laat presteren.

 

Bart Havenaar (Docent ROC Arcus College)

  • We gaan gebruikmaken van 'leercoaching'. In de eerste weken wordt van elke deelnemer bepaald welke leerstijl deze heeft. Vervolgens formeren we leercoachgroepjes van vier deelnemers met elk een andere leerstijl. Zij gaan de rest van het jaar aan de slag met opdrachten. Elke week bespreken ze elkaars vorderingen in hun eigen groepje met de docent als leercoach. Zo leren ze van elkaars ervaringen én elkaars aanpak. De docent legt de afspraken die binnen het groepje worden gemaakt vast in een contract.

 

Ruud van Diemen (Onderwijsmanager bij ROC Midden Nederland. Zelfstandig adviseur)

  • De aanname dat de werkdruk (te) hoog is in het onderwijs is hardnekkig. Even zomaar wat feiten op een rij dus.
  • Het blijkt dat een docent, wil hij recht hebben op 12 weken vakantie per jaar, werkweken heeft van ongeveer 41 uur. 12 weken per jaar is bijna een kwart jaar vrij.
  • Omgerekend naar dagen, betekent het dat een docent 200 dagen per jaar werkt. Van die 41 uur in de week, wordt verwacht dat de docent ongeveer 26 à 28 lesuren verzorgt wat gelijk staat aan ongeveer 21 klokuren. Dat is iets meer dan 50 procent van de tijd die een docent werkt.
  • Hoe zit het nu met de 41-urige werkweek? Ook dat valt reuze mee hoor. Probeer maar eens op een willekeurige school 's middags na vier uur een docent tegen het lijf te lopen.
  • Laat docenten maar eens en half jaar ervaring op doen in het bedrijfsleven. De terugkeer naar het onderwijs zal ervaren worden als stappen in een warm bad.  En de docent die nog steeds vindt dat hij echt zeven weken moet bijtanken van zijn baan, zou ik willen adviseren; laat je eens medisch onderzoeken.

 

Erno Mijland (Projectleider 'Onderwijsontwikkeling' bij ROC Eindhoven. Hij heeft een eigen bedrijf ‘Erno Mijland & Ineke van Aaken VOF’)

[De Kennis-Ratrace]

  • Wat we als wereldbevolking weten, neemt een enorme vlucht. De afgelopen decennia heeft dat de halfwaardetijd van kennis drastisch verkort. Wat je nu leert, is vandaag nog waardevol, maar die waarde kan morgen al achterhaald zijn.
  • Het internet en snel en goedkoop vervoer maken afstanden korter. Wil je mee blijven doen, dan moet je minstens even goed blijven als die programmeur uit India of die metselaar uit Polen.
  • We bevinden ons in een duizelingwekkende kennis-ratrace. Maar met een andere bril ziet het er meteen al een stuk positiever uit. Wat een tijd! Er is zoveel boeiende informatie beschikbaar, vaak gratis, dat je een dief van je eigen brein zou zijn als je daar niets mee zou doen. We moeten langer werken. Maar wat geeft dat als ons werk steeds nieuwe uitdagingen en mogelijkheden biedt, omdat we onze kennis en vaardigheden verdiept en verbreed hebben. Hoe geweldig is het als je het keerpunt van je mentale levenstrap een paar decennia kunt uitstellen. Want leren, daar blijf je jong en fris bij!
  • Nederland wil meedoen in deze race en noemt het parcours ‘de kenniseconomie’. Het onderwijs heeft als taak de jonge generatie het gereedschap mee te geven om invulling te geven aan een leven lang leren.
  • Het is niet voldoende om als leraar slechts je kennis over te brengen. Je bent een rolmodel en inspirator, de coach van je raceteam, iemand die zijn of haar coureurs helpt uitblinken, niet alleen nu, maar ook in de race van morgen.
  • Je mag niet experimenteren met kinderen.’ Kent u die uitdrukking? Je hoort hem vaak als reactie op een idee voor een vernieuwende aanpak in het onderwijs. Ik zeg: ‘Je moet experimenteren met kinderen.’  Experimenteren met leerlingen is belangrijker dan ooit. Met zijn ‘survival of the fittest’ doelde Charles Darwin op het principe dat zij die zich het best aan kunnen passen aan de omstandigheden de grootste overlevingskansen hebben. Die omstandigheden veranderen momenteel snel, razendsnel.

—————

5. Taal in het MBO

"We hechten te veel belang aan taal."  Janneke Voltman (Senior policy advisor bij Colo)

"Binnen het CGO is het Nederlands contextgericht gemaakt. Dit betekent dat je een schilder leert lezen wat er op een blik verf staat zodat het Nederlands iets betekent. Dat is beter dan dat Nederlands zomaar een losstaand vak is."  Jack Biskop (Tweede Kamerlid voor het CDA. Specialist voor het MBO)

Het examineren van schrijf- en spreekvaardigheden zou contextgebonden moeten zijn. Neem als voorbeeld de piloot die op de minuut nauwkeurig aan kan geven hoe laat het vliegtuig waarin je zit en dat zojuist in Amsterdam is opgestegen aan zal komen in New York. Hij kan alle parameters interpreteren. Diezelfde piloot kan dat niet op een boot.“  Marc Veldhoven (Bestuursvoorzitter ROC De Leijgraaf)

 

Kuny Bouman (ROC Aventus, coördinator van het Expertisecentrum Taal)

  • Wij willen dat leerlingen binnen hun vakgebied voldoende taalvaardig worden.
  • Zo moeten de talige handelingen binnen het beroep geïnventariseerd worden op basis van eigen kennis van de beroepspraktijk.

 

Elke van Balkom (Taaldocent aan het ROC Midden Nederland. Projectleider ‘Taalbeleid’ op unit welzijn)

  • Deze kinderen moet je geen algemene examens laten doen. Wij als scholen deden dat altijd zelf. Als centrale examens betekenen dat kinderen zakken, dan kan dat niet de bedoeling zijn.
  • De studenten lossen zelf het probleem waar ze mee zitten op, niet ik. Ik heb alleen een coachende rol.

 

Tiba Bolle (Projectleider van het project 'Taalontwikkeling in het mbo – taalcoaches aan de slag in vakteams')

[Geen plek voor vakdocent in nieuwe onderwijsstructuur]

  • Ik zie niets in verandering van taalonderwijs, in de wijze die door docenten wordt verzonnen. Docenten zijn uitvoerders. Als je verandering wilt, doe je dat vanuit de top, eerst bestuur en directie, dan het management, want die bepalen allemaal hoe het zal gaan.

—————

6. Hoe leg je het 'Competentiegericht Onderwijs' uit aan toekomstige leerlingen en hun ouders?

Peter Blees, Peter Janssen, Jan van der Laan, Els van Riel (Communicatie-adviseurs bij resp. ROC Eindhoven, Mondriaan College, Nova College, ROC Twente)

[Handreiking Competent Communiceeren]

Adviezen voor bestuurders van ROC’s, hoe aan leerlingen en ouders het competentiegericht onderwijs uit te leggen:

  • Presenteer de vernieuwing niet als van boven opgelegde verplichting.
  • Vermijd in alle communicatie-uitingen het typische vernieuwingsjargon. Dus geen woorden als contextrijke omgeving, loopbaancoach, beroepshouding, deelnemer.
  • Benadruk niet het revolutionaire karakter van de vernieuwing. Geef aan dat er sprake is van een geleidelijke vernieuwing.
  • Kies niet voor een verdedigende toon. Leg uit dat de vernieuwing een wens is van werkgevers en van leerlingen en hoe de school deze vernieuwing gebruikt om tot nog beter onderwijs te komen.
  • Maak duidelijk wat de vernieuwing betekent voor de rol van de docent en de leerling. Gebruik geen populaire termen als ‘docent als coach’ en ‘student als regisseur van zijn loopbaan’, maar maak wel duidelijk dat de taak van de docent breder is dan vroeger en dat in het nieuwe onderwijs een passieve houding van de leerling niet past.
  • Laat anderen het verhaal vertellen. B.v. de leerlingen.
  • Leg uit dat leerlingen niet aan hun lot worden overgelaten.
  • Maak duidelijk dat theorie belangrijk blijft.

Uit de voorbeeldbrieven, bestemd voor de bestuurders om te versturen naar leerlingen resp. ouders:

  • ROC naamgaat uit van 25 competenties die uit verschillende onderdelen (componenten) bestaan. Zo bestaat bijvoorbeeld de competentie samenwerken en overleggen uit onder meer de volgende componenten: afstemmen, proactief informeren en bevorderen van de teamgeest.
  • Wij beschikken over moderne werkruimtes die van alle gemakken zijn voorzien. Heeft een leerling een vraag, dan kan hij die altijd stellen aan een medeleerling. Of aan een docent. Er is altijd een begeleider aanwezig om hen op weg of verder te helpen.

————————————————

7. Colo,  Stichting Consortium Beroepsonderwijs etc.

 

Ben Rijgersberg (Directeur Colo, de koepelvereniging van de Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Deze centra zijn inmiddels kleine onderwijsministeries, die veel taken naar zichzelf hebben toegetrokken. Colo is o.a. verantwoordelijk voor de kwalificatiedossiers in het MBO wat resulteert in zeer dikke brochures, berucht vanwege hun vaagheden, de uitgebreide en vaak absurde competentiebeschrijvingen en de volstrekte verwaarlozing van vakkennis. Deze dossiers moeten lesvoorschriften voorstellen, waarin alle vereisten voor de opleidingen staan)

  • De modernisering van het mbo moet worden afgerond. Deze rijdende trein ligt op koers en mag niet worden gestopt.
  • Centrale examens zijn niet per definitie slecht, maar in het mbo van nu werken ze niet. Bij een mbo-diploma met waarde voor het bedrijfsleven is de beoordeling van de deelnemer in de beroepspraktijk cruciaal. Dat regel je niet in de Jaarbeurs en evenmin met een soort CBR voor het hele mbo.
  • Leerlingen moeten het Nederlands vooral leren bij de leerbedrijven, op een beroepsgerelateerde manier. En kijk eerst wat er bij een leerling al in het kwalificatiedossier zit, denk dan pas aan examinering.
  • [N.a.v. de opmerking dat Mbo-docenten de kwalificatiedossiers te fijnmazig vinden en te weinig op vakkennis gericht.] Dat doet het onderwijs graag: alles afwijzen als je het niet zelf gemaakt hebt. Maar het Colo wordt niet opzijgezet. Kan ook niet: MBO Raad en bedrijfsleven kunnen niet zelf de inhoud van de opleidingen uitwerken.
  • [n.a.v de recente zware kritiek in de media op cgo] Ik zag een verstandige tweede kamer en een verstandige staatssecretaris. Competentiegericht onderwijs gaat stevig door.

 

Dr. Ellen Klatter (Zij studeerde onderwijskunde. Adviseur Onderwijs & Research bij de Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Lector Didactiek van het Techniekonderwijs Fontys Hogescholen)

  • Het aanbieden van een realistische ‘probleemcasus’ legt meer nadruk op het toepassen van kennis dan op kennisoverdracht.
  • De persoonlijke ontwikkeling van de deelnemer staat centraal, dat wil zeggen dat alles in de opleiding ten dienste staat daarvan.
  • Leerstofgebieden zijn volledig geïntegreerd. De inhoud heeft geen vastliggende volgorde.
  • De kwalificatiedossiers leiden tot problemen. Niet door de inhoud, maar doordat docenten niet gewend zijn om op basis hiervan lesprogramma’s te maken. De discussie moet dus gaan over de identiteit en de professionaliteit van de docent. Zij moeten trots zijn op het beroepsonderwijs.
  • Het ui-model laat zien dat competentieontwikkeling een kwestie is van multi-level-learning; het ontwikkelen van competenties vindt alleen plaats wanneer er gesteund wordt op de diepere lagen van de ui. Er kunnen alleen fundamentele veranderingen plaatsvinden op de middelste lagen van het ui-model wanneer er geïnvesteerd wordt in relaties en in contact met de eigen diepere lagen. Dit vereist reflectie! De aanpak van een kernreflectie werkt niet als de bestaande visie van de onderwijsinstelling vooral gericht is op de technisch didactische kant van leren en te weinig op de intermenselijke kant. Voor optimaal leren en schoolontwikkeling moeten de koude en warme kant geïntegreerd aandacht krijgen. Dit vraagt om een openheid naar authentieke communicatie. Of zoals Palmer stelt: 'good teaching comes from the identity and integrity of the teacher'.
  • Om te komen tot het optimaal opleiden van toekomstige docenten techniek, dient vooral aandacht uit te gaan naar het bewustwordingsproces van de praktijkkennis van de lerarenopleider. Wanneer het gaat om het vormgeven van competentiegericht onderwijs, gaat men daarbij op zoek naar het verwerken van concepten in een authentieke opdracht. Vervolgens spelen thema’s een rol als kennis van mentale modellen en conceptual change, de vaardigheid om dit proces te begeleiden en van feedback te voorzien. Samen vormt dit de Pedagogical Content Knowledge (PCK) van de docent. Daarnaast spelen ook thema’s een rol als identiteitsontwikkeling en een houding van leven lang leren.
  • Onder invloed van nieuwe onderwijskundige stromingen en leerpsychologische inzichten, zoals het constructivisme, raken we er de laatste jaren steeds meer van overtuigd dat het bij onderwijs en onderwijzen eigenlijk gaat om het leerproces van de lerende. De indruk bestaat echter dat de oriëntatie van docenten techniek vooral gelegen is in de techniek en in technische ontwikkelingen, en minder op veranderingen van onderwijsprocessen. Momenteel zien we gelukkig een verschuiving optreden. De traditionele ordening in schoolvakken vormt daarbij een obstakel.
  • Wat van Keulen in de bètacanon vooral aanspreekt is, dat de traditionele werkwijze van het bètacurriculum radicaal wordt losgelaten. Niet eerst beginnen met basiskennis, feiten, formules en sommetjes en zo langzaam opbouwen tot de wetenschappelijk stand van zaken wordt bereikt. Mijns inziens pleit hij voor dezelfde uitgangpunten van onderwijsontwerp op basis van inductief leren, als ik eerder heb beschreven.

 

Jonne van Diggele (Onderwijskundig adviseur. Ze heeft een eigen bedrijf ‘JVD-onderwijsadvies’. Ze heeft in samenwerking met het ‘Consortium beroepsonderwijs’ een assessorenopleiding ontwikkeld)

  • In het competentiegericht onderwijs voldoen psychometrische modellen niet meer. De holistische beoordeling vraagt om een andere benaderingswijze. Een beoordeling met alternatieve criteria zoals authenticiteit, actualiteit, relevantie en variatie.
  • Assessoren zijn competent als zij de vereiste competenties laten zien tijdens de uitvoering van hun taak en rollen.
  • ‘Einsteingeneratie’ , ‘internetgeneratie’ en nog meer termen zijn in omloop als benaming voor de wijze waarop de huidige jeugd met elkaar communiceert. 'Getting connected' is waar het om draait. Onderwijs dat hier op inspeelt, zal de huidige generatie begrijpen en weten te boeien en te binden.

 

Joost Taggenbrock (Senior Consultant SHL Nederland, projectleider van het project ‘Invoering van de nieuwe competentietaal voor het beroepsonderwijs’)

  • In opdracht van Colo heeft SHL, een internationaal consultancybedrijf op het gebied van Human Resource Development, het KBB competentiemodel (powered by SHL) ontwikkeld. Dit model is een consistent, samenhangend en geordend geheel van termen. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van competenties in de kwalificatiedossiers. Het model kent 25 competenties. Elke competentie bestaat weer uit componenten en gedragsankers.
  • Intussen heeft SHL een aantal instrumenten ontwikkeld om de competenties die in het model zijn opgenomen, te meten (zoals een online 360-graden competentievragenlijst). Het gebruik van methodiek en instrumenten is voorbehouden aan gecertificeerde ontwikkelaars. Colo gaat samenwerkingsverbanden aan met onderwijsadvies organisaties en leveranciers van onderwijsondersteunende middelen. Deze zogeheten Implementatiepartners bieden ondersteuning bij de bredere implementatie van het model en de kwalificatiedossiers.

——————

8. Organisatiekunde

 

Mathieu Weggeman (Hoogleraar Organisatiekunde, gespecialiseerd in kennis- en innovatiemanagement. Spreker op onderwijscongressen)

De wet van Weggeman (de wet van de afnemende halfwaardetijd):  Door de steeds kortere halfwaardetijd van kennis neemt de waarde en relevantie van kennis af. Voor mensen die veel weten, is de absolute afname groter dan voor degene die minder weet. Daarom geldt: hoe slimmer, hoe eerder dom.”

[MBO krant september 2009]

  • Werk ongemotiveerde docenten de deur uit. Als dat niet lukt, moet je er voor zorgen dat zij zo min mogelijk schade aanrichten. Zorg dat zij zo min mogelijk in contact komen met jongere, gemotiveerde collega’s. En ga er hard tegenaan in het functioneringsgesprek: er hoeft niet elk jaar een periodiek bij.
  • Goede managers moeten inspirerende leiders zijn. Denk aan Ghandi, Martin Luther King en Barack Obama. Met het pure managen, de administratieve taken, zijn zij hoogstens een dag in de week bezig. De rest van de tijd zijn ze bezig met visieontwikkeling en motiveren en inspireren ze de mensen.
  • In een hele korte tijd is de Einstein-generatie heel anders. Onderwijsorganisaties hebben de afgelopen jaren zich meer bezig gehouden met het verzetten van de ligstoelen op het dek van de Titanic dan dat ze fundamenteel hebben gezegd: durven we nu dingen aan te bieden die gebruikmaken van die vaardigheden van multitasking en parallel processing. Het gaat er om dat je je onderwijs afstemt op de snelheid en de productiviteit die jonge mensen hebben. Dat is volgens mij te weinig gebeurd. Daardoor is de kloof te groot geworden en krijg je allerlei kritiek van ouders en leerlingen over de traagheid van het onderwijs.
  • Willen docenten beter functioneren, dan moeten zij zich willen inleven in de werkelijkheid van hun leerlingen. Ik verbaas me er over dat je de belevingswereld van jongeren zo weinig terugziet in de wijze waarop onderwijs wordt vormgegeven. Er is echt een kloof tussen les en leefwereld. Je moet gebruik maken van hun vermogen om te multitasken, de dynamiek, de snelheid. Die jongeren zitten thuis te gamen, betreden dan een onbekende werkelijkheid, leggen allerlei causale verbanden en bereiken zo een hoger level. Waarom sluiten de lessen daar niet op aan?
  • We moeten maar eens vreselijk ons best gaan doen om de aansluiting te vinden bij de nieuwe generatie jongeren: ‘bridging the gap’.
  • Is je docentschap een gemakkelijke manier om goed geld te verdienen? Of ben je echt betrokken en je bewust van het maatschappelijk belang van je werk? Ik vind dat je je werk serieus moet nemen. En beseffen dat je jouw vrijheid kunt “kopen” door je werk goed te doen. Prettig voor je werk, voor je leerlingen en voor je manager.
  • Waarom zou je geen Engels geven in het Frans? Jongeren kunnen makkelijk omgaan met een dubbele datastroom.
  • [Als lid van de Raad voor Cultuur] Het onfatsoen kan te lijf worden gegaan door in het onderwijs veel meer tijd en aandacht te besteden aan kunst en cultuur, te beginnen op de basisschool. Niet alleen als apart vak, maar vooral geïntegreerd in alle andere vakken, zowel in de alfa-, gamma- als bètavakken. Het uit het hoofd voordragen van 'The Tyger' van William Blake (als onderdeel van het vak Engels) is even relevant als het met elkaar in socratisch gesprek gaan over de waarde van Marina Abramovic's performance 'The artist is present' (bijvoorbeeld bij biologie).

 

———————-

9. De Einstein generatie

Het in jongerencultuur gespecialiseerde reclamebureau ‘Keesie’ kreeg van de MBO-raad de opdracht voor het schrijven van een onderzoeksrapport ‘De Balansschool: Generatie Einstein over Herontwerp MBO’.

De conclusies uit dit rapport werden door MBO-bestuurders en politici als uitgangspunt genomen en betekenden een geweldige opsteker voor het CGO. Overigens komt Bureau Hiteq in hun onderzoeksrapport 'Kenmerkend mbo' tot volledig tegengestelde kenmerken van de z.g.n. 'Einstein generatie’.

 

Jeroen Boschma, Inez Groen (Werkzaam bij het in jongerencultuur gespecialiseerde reclamebureau Keesie. Bedenkers van de term 'Generatie Einstein'. Schrijvers van het boek 'Generatie Einstein')

Boschma en Groen zijn de schrijvers van het onderzoeksrapport ‘De Balansschool: Generatie Einstein over Herontwerp MBO’, een verslag van een 'onderzoek' uitgevoerd in opdracht van ‘Herontwerp MBO'. 

[De balansschool: Generatie Einstein over Herontwerp MBO]

  • De jongeren van nu zijn slimmer, sneller en socialer dan wij toen wij dezelfde leeftijd hadden. Ze zijn slimmer omdat zij op een ander manier omgaan met informatie.
  • Zij doorzien reclame, zij weten hoe het nieuws wordt geschreven, zij weten hoe films worden gemaakt.
  • Zij komen sneller to-the-point en kunnen makkelijker verbanden leggen die schijnbaar weinig met elkaar te maken hebben.
  • Een generatie die samen met ons in deze wereld leeft, maar die hem beter door heeft. Die van de hoed en de rand snappen. Die niets meer klakkeloos aannemen.
  • Wij raken verstijfd van de informatie-overload. Zij zijn als een vis in het water van 24/7 informatie en communicatie.
  • Wij leren lineair volgens vaste patronen. Zij leren lateraal met behulp van associaties.
  • Wij wachten tot iemand ons vertelt hoe het moet. Zij ontdekken en onderzoeken.
  • Wij reduceren wetenschap tot kunstjes. Zij kunnen complexe materie aan.
  • Wij accepteren dat de wereld niet eerlijk is. Zij zien eerlijkheid als het hoogste goed.
  • Wij zijn stand-alone. Zij leven, leren en werken in netwerken.
  • Wij accepteren bullshit. Zij niet.
  • Wij raken verbijsterd van deze wereld. Zij weten beter hoe onze wereld in elkaar steekt dan wij.

 

Maarten Kleijne, Liliane van Lier (Beiden zijn werkzaam bij SARV International, een marketingbureau gespecialiseerd in jeugdcultuur)

[Competenties stromen in een bedding van kennis]

Kleijne en van Lier zijn de schrijvers van het rapport 'Competenties stromen in een bedding van kennis' geschreven in opdracht van de MBO-raad. Dit rapport is een vervolg op het rapport ‘De Balansschool: Generatie Einstein over Herontwerp MBO’ uit 2007. Uit dit rapport:

  • Jongeren van de nieuwe generatie zijn sneller, slimmer en socialer dan hun voorgangers. Die kenmerken zie je nu al terug bij kinderen van groep 7 en 8 van de basisschool.
  • Als het gaat om het ontdekken en bewust worden van de eigen kwaliteiten, komt het competentiegericht onderwijs voor deze jongeren als geroepen.
  • Als we kijken naar het gebruik van de zintuigen hebben dertigers en veertigers van nu doorgaans een audiovisueel bewustzijn. Wat je hoort en ziet is waar; de overige zintuigen worden vooral gebruikt om uit te maken wat je er vervolgens van vindt. Jongeren van de huidige generatie zetten alle zintuigen in om zich van hun omgeving bewust te worden, naast oog en oor ook neus, tong en tastzin. Het multimediale tijdperk, het 3D-gamen en de hoge communicatiedichtheid waarmee jongeren zijn opgegroeid, heeft hen al vroeg getraind om alle zintuigen non-stop op scherp te hebben. Hierdoor neemt deze generatie meer waar dan generaties die niet met deze mogelijkheden zijn opgegroeid. Iets is pas ‘waar’ als het in overeenstemming is met alle zintuiglijke waarnemingen.
  • Bij de leraar die slechts een standaardles afdraait, bestaat acuut deletegevaar. De leerling maakt dan een ongemotiveerde indruk, terwijl zijn hersenen in werkelijkheid onder hoogspanning werken om alles wat hij hoort weer snel te ‘deleten’.
  • Op school moet een leraar vanaf de eerste seconde volledig aanwezig én zichzelf zijn, zodat de leerling voelt dat het klopt.
  • Er bestaat een verband tussen roosterwijzigingen en een verstoord ontwikkelingsproces van jongeren.

————

10. De politici

Mensen die opponeren tegen competentiegericht onderwijs, begrijpen niet hoe mensen tegenwoordig leren”  Maria van der Hoeven (Minister van Onderwijs)

Aan de invoering van het competentiegericht onderwijs ligt geen wetenschappelijk onderzoek ten grondslag. Wel wordt de onderwijsvernieuwing breed gedragen door alle betrokken partijen.”  Marja van Bijsterveldt (Staatssecretaris van Onderwijs

 

Mark Rutte (Staatssecretaris van onderwijs 2004-2006. Rutte nam het besluit om het competentiegericht onderwijs verplicht in te voeren in het gehele MBO vanaf 2008)

  • Niets is zo leuk als de macht terugleggen op de werkvloer. Dat is mijn ideaal. Ik werk aan mijn eigen overbodigheid. Ik denk dat het een goede zaak is om onderwijs over te laten aan mensen die het het beste kunnen.
  • Gelukkig werken alle spelers in het bve-veld keihard aan een drastische vernieuwing. Een spannend en sprankelend proces. En anders dan voorgaande veranderingstrajecten, want instellingen experimenteren met de nieuwe opleidingen. De tijd dat ambtenaren mooie concepten achter hun bureau uitvogelden, is definitief voorbij. Het gaat goed.
  • Misschien moeten we die Chinezen toch eens bellen. Wellicht zijn ze wel te porren voor een label met de tekst: Made in China, Invented in Holland.

 

Jack Biskop (Tweede Kamerlid voor het CDA. Specialist voor het MBO)

  • We hebben voor competentiegericht onderwijs gekozen, omdat het een uitstekend idee is. Het moet er dan ook snel komen, maar het mbo kan niet toveren. Docenten, deelnemers en bestuurders van het mbo mogen van het CDA in 2008 verwachten dat we hun enthousiasme zullen blijven stimuleren.
  • Het is best geruststellend om te kunnen lezen, dat het eigenlijk geen ontwerpfouten zijn, die geleid hebben tot de problemen in het mbo, maar alleen maar uitvoeringsproblemen.
  • [N.a.v. een onderzoek van JOB onder 84.000 MBO-leerlingen, waaruit blijkt dat vooral diegene die competentie-gericht onderwijs volgen niet tevreden zijn over de kwaliteit van hun docenten en van het lesmateriaal, en vinden dat er te weinig geleerd wordt] Er wordt op de mbo's heel veel geleerd en er komen echt goede vakmensen vandaan. U had dat kunnen zien als u ook op EuroSkills was geweest. Dan had u zelfs kunnen zien dat een aantal Nederlandse jongens en meisjes medailles hebben gewonnen.
  • We leggen nu nadruk op lezen, schrijven en rekenen. Probleem daarvan is dat we daardoor kunnen verhinderen dat een leerling zijn diploma haalt.
  • Het merendeel van de organisaties is klaar voor CGO. Veel leraren zijn dat nog niet. Zij moeten nog een inhaalslag maken.
  • Of ik nu in Sittard was bij Leeuwenborgh of in Leeuwarden, docenten en studenten hebben mij gevraagd om ervoor te zorgen dat het competentiegerichte onderwijs zou doorgaan omdat het een stuk beter is dan het was.
  • Het is toch te gek voor woorden, dat iedere betrokkene in ziet dat de manier van aanpak met het CGO een goede is, maar dat we er met z’n allen niks van hebben weten te maken.
  • Het imago van het mbo staat ter discussie. De CDA-fractie adviseert de staatssecretaris om met name vanuit de kenniscentra en de bedrijven een positieve boodschap over het mbo uit te dragen.
  • Ik ben het oneens met de stelling van Depla dat de vernieuwing [CGO] pas doorgang kan vinden als docenten tevreden zijn over de uitgangspunten en randvoorwaarden. De tijd van arbeiderszelfbestuur hebben we inmiddels achter ons gelaten.
  • Voor de ROC’s geldt: alle leerlingen, of ze nu een VMBO-diploma hebben of niet, moeten worden toegelaten tot het MBO. Dat is nu zo en dat moet zo blijven. Het CDA vindt namelijk dat iedereen meetelt.
  • Het Nederlandse beroepsonderwijs is goud. We moeten wegdraaien van de incidenten en vieren wat er goed gaat. Ik wil de winnaars van de beroepenwedstrijden bij Pauw & Witteman hebben, niet de klagers!
  • Waar moet iemand leren hoe hij zich in de samenleving moet gedragen? Dat is in dat beroepsonderwijs.
  • De angst dat kinderen niet meer kunnen rekenen vanwege dat competentiegerichte onderwijs, dat is natuurlijk de reinste flauwekul. Er staat in geen enkel kwalificatiedossier dat kinderen niet moeten kunnen rekenen of dat ze er maar een gooi naar kunnen doen.
  • Veel scholen hebben onder het mom van cgo het vak Nederlands afgeschaft? In het kader van cgo is de uitspraak gedaan dat taalonderwijs voor de leerling niet belangrijk was? Ik weet niet waar u dat vandaan haalt, maar het is volstrekte onzin. Binnen het cgo is het Nederlands juist contextgericht gemaakt. Dit betekent dat je een schilder leert lezen wat er op een blik verf staat zodat het Nederlands iets betekent. Dat is beter dan dat Nederlands zomaar een losstaand vak is.
  • In het bedrijfsleven wordt er al veel langer met competenties gewerkt. Eigenlijk is het dan ook heel logisch dat het de wens van het bedrijfsleven is om de opleidingen daarbij te laten aansluiten.

 

Arie Slob (Tweede-kamerlid voor de CU)

  • Het is de dood in de pot als we nu in het MBO een streep zetten door competentiegericht onderwijs.

 

Staf Depla (Tweede Kamerlid voor de PvdA)

  • Het onomkeerbare besluit om in het MBO het competentiegericht onderwijs in te voeren is in wezen al genomen.
  • Stel dat het competentiegericht onderwijs inderdaad niet Dijsselbloem-proof is. Dan hoeven we het toch niet af te blazen? We kunnen het gaandeweg Dijsselbloem-proof maken.
  • Ik snap het wel als mensen over de invoering van het CGO in het MBO zeggen dat er weer niet wordt geluisterd naar Dijsselbloem. Maar afblazen is ook niet Dijsselbloem-proof, dan haal je weer alles overhoop.
  • Geef professionals de ruimte om scholen te leiden, en dat hoeven geen docenten te zijn.

———————

11. Kritiek op  het MBO

Stagebedrijven zien het competentiegerichte onderwijs in het mbo als een belemmering om op te leiden tot vakmanschap.” Reformatorisch Dagblad, 1-7-2013

Ik had bij Amarantis zeven managementlagen boven me. Dat zijn er minimaal 5 te veel! En de bovenste lagen hadden geen enkel verstand van onderwijs.”  Uit SP-enquete onder MBO docenten

"Uit een rapport van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) is gebleken dat op drie mbo-opleidingen in Flevoland studenten onder dwang geld afhandig wordt gemaakt. Bij de opleiding Gezondheidszorg op Landstede Lelystad is gebleken dat studenten geacht worden jaarlijks een ‘vrijwillige' bijdrage van € 883 op te hoesten. Studenten Zorg en Welzijn van het ROC ASA in Almere worden verplicht € 232 neer te leggen. Ook leerlingen van het ROC Flevoland maken melding van dergelijke misstanden. Studenten die weigeren te betalen, krijgen met een deurwaarder te maken." Omroep Flevoland

"Het, onderwijskundige sociaal-constructivisme heeft op de Havo en het VWO geleid tot het waanzinnige Studiehuis, met ‘leraren als facilitators’. Maar het heeft met name in het MBO tot de volledige vernietiging van kennisoverdracht geleid. Tot voor kort was een MTS’er iemand met een flinke hoeveelheid kennis en vaardigheden, een echte vakman en dan ook nog met heel wat kennis in zijn hoofd. Dat is niet meer het geval. Het MBO heeft de boeken afgeschaft. Kennis is immers maar sociaal-geconstrueerd, ervaring is alles. Niet het resultaat telt, maar het proces er naar toe." Dr. Jan Marten Praamsma  (Docent Onderwijskunde aan de Universiteit Utrecht)

"Competentiegericht leren is de dood in de pot voor tienduizenden jongeren die het in het onderwijs niet zelfstandig redden. Niet iedereen kan zelfstandig werken." Hans de Boer (Voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkeloosheid)

 

Jos Barends  (Afdelingsdirecteur Economie aan het ROC Koning Willem I College in Den Bosch.)

Open brief aan Coen Free naar aanleiding van zijn stuk  “Mbo speelbal van bedrijfsleven en politiek” in het Brabants Dagblad van 1 december 2012:

  • Gedurende de afgelopen 20 jaar werd bij herhaling gewezen op de inferieure kwaliteit van ROC's en van de praktijk losgezongen baasjes die daar de dienst uitmaken. Geheel nieuw voor mij, en zeer verrassend, is de strekking van jouw verhaal dat alle kommer en kwel te wijten zou zijn aan falende politici en een bedrijfsleven dat slechts op eigen gewin uit was.  Het is wat kort door de bocht je eigen rol daarin volstrekt onderbelicht te laten. De observatie van mijn collega columnist dat je graag zelf ministerietje speelt herken ik wel.
  • Nog zie ik je samen met Jo Ritzen, laarzen aan, bouwhelm op het hoofd, te midden van champagne drinkende collegae de eerste steen leggen voor jouw troetelkindje, de School voor de Toekomst. Het mocht een paar miljoen kosten maar dan had je ook wat. Laten we ook het Studenten-succescentrum niet buiten beschouwing en al die andere onroerend goed-zaakjes.
  • Je snikt dat waardevolle opleidingen als meao en mts verdwenen. Zo'n staaltje hypocrisie maak je zelden mee. Terug naar 1992. Ik herinner me als de dag van gisteren de felle protesten van al die docenten bij het verdwijnen van meao en mts, de weerstand tegen met name de schaalvergroting. En jouw rol staat me ook helder voor de geest. Toen geen woord over de teloorgang van de meao. Integendeel. Het was in jouw ogen een achterhaalde vorm van onderwijs, een fossiel. De stoffige leraar met het krijtje die zich in zijn vakkennis verliest contra de experimenterende allround docent die het zo nodig wel even via google opzoekt. Samen met een nieuwe voorzitter baande jij de weg naar een nieuwe toekomst, jouw toekomst, baas van het Koning Willem I.
  • Uiteraard was het de bedoeling dat wij doordrenkt zouden worden van de visionaire  inhoud van jouw boekje dat later verscheen en waarin je je onderwijsvisie etaleerde. Overigens heb ik daarna nooit meer een boek gelezen waarvan de inhoud zo flagrant in strijd was met de titel.
  • Ongeveer tegelijk met het ontstaan van het Koning Willem 1 en al die andere in de steigers staande ROC's  werd de lumpsum financiering uitgevonden. Colleges van Bestuur, nauwelijks gehinderd door Raden van Toezicht, beschikten eensklaps over ongekende mogelijkheden. Zo werd het mogelijk naar eigen inzicht te bepalen wat aan het onderwijsproces in strikte zin, de werkvloer, werd gespendeerd na invulling van alle andere wensen.
  • Je spreekt nu met afkeer over de nieuwe kwalificatiestructuur. Ik zie het voor me als de dag van gisteren. Gedienstigen rijden met steekkarretjes mijn kamer binnen: de nieuwe beroepsprofielen die ik in al zijn gevarieerdheid mijn leerlingen mag aanbieden. Van specialist-bedden-deskundige niveau 2, tot donsexpert 3 met doorstroommogelijkheid naar slaapspecialist.  Alleen voor de afdeling Commerciële Dienstverlening een meter papier met de opdracht nog meer  mogelijkheden te verzinnen teneinde de student te behagen maar vooral er meer binnen te halen. Ik herinner me dat ik naar aanleiding van die ongelofelijke stapels papier een onschuldig grapje in jouw bijzijn maakte. Je was op z'n zachtst gezegd “not amused”.
  • Een ander voorbeeld: het afschaffen van het vreemdetalenonderwijs en het Nederlands als vak. Terwijl anderen tot diepe neerslachtigheid vervielen, richtte jij met enthousiasme de Talenacademie op. Je was een meester in het verkopen van lucht: vreemde talen verdwenen uit het curriculum maar de docenten functioneerden voortaan binnen de Talenacademie. Tel uit je winst.
  • Als er iets was waar geen tegenspraak  geduld werd, was het de Visie of liever gezegd de ideeën van de dienstdoende goeroe op dat moment. Prof. W. met zijn Leids Didactisch Model was voor zover ik me herinner de eerste. Jaren later, toen zijn ster reeds lang gedoofd was, stond hij nog vrolijk op de loonlijst. Waar ging het ook al weer over? Een unieke hersenstructuur met daaraan verbonden leerstijlen die na een testje en wat organisatorische maatregelen op wonderlijke wijze moesten leiden tot samenstelling van speciale groepen die daardoor tot betere leerprestaties zouden komen. Onduidelijk? Heb je wel eens een griezelige film over een enge sekte gezien? Juist, zoiets bedoel ik. Later trad een zekere De B. op die met hoedjes goochelde tegen een aantrekkelijk honorarium. Daar tussendoor zat een aanzienlijk aantal schnabbelende Amerikanen die er in slaagden ons als eenvoudige afdelingsdirecteuren ver voor Obama in koor te laten roepen “Yes, we can!”
  • Soms viel de onderwijsvisie wonderwel samen met de wens tot bezuiniging. Zet een paar honderd leerlingen met een vage opdracht achter een computer in een open leercentrum, ofwel een leerplaza,  laat 2 docenten surveilleren die elders in de organisatie onbruikbaar zijn en beeld je in dat dit zinvol is. Terminologie als zelfontplooiing,  nieuwe leerwegen, activeren van de groepsdynamiek, competentie-reflectie,  of learning by doing kunnen daarbij behulpzaam zijn.
  • En dan de verstikkende managementlagen. De steeds verder uitdijende ondersteunende diensten die, en dat kon de bedoeling niet zijn, het onderwijs zwaar belastten. De opeenvolgende reorganisaties. De bijeenkomsten op de hei geleid door peperdure specialisten die weer een nieuw wiel hadden uitgevonden. Over de angst zich vrij te uiten en de in ongenade gevallen collegae. Over de  honorering van ….. laat ik maar stoppen.

 

Cilly van Houten (Mediathecaris ROC West Brabant/Vitalis)

[Zembla: wat is de les?]

Mail aan Rob Franken, bestuursvoorzitter ROC West-Brabant n.a.v. zijn commentaar over de documentaire ‘Wij willen les’ en zijn bewering dat op zijn ROC deze wantoestanden zich niet voordoen:

  • Het programma Zembla ‘Wij willen les’ was voor mij erg herkenbaar: Na ruim 10 jaar binnen het ROC West Brabant/Vitalis te hebben gewerkt, zie ik in die tien jaar een neergaande spiraal. Eerst werden alle vakken afgeschaft, daarna zijn alle vakdocenten weggegaan of weggezet. Geen Nederlands meer, geen Engels, geen maatschappijleer. Alle vaardigheden zoals drama, sport, muziek, handvaardigheid werden op één hoop gegooid : het vak Vaardigheid, gegeven door iedereen! Zoals alle vakken gegeven worden door ‘iedereen’, in het kader van flexibiliteit! Veel zelfstandig werken.
  • Sinds 1,5 jaar staat er weer Nederlands op het programma en LLB (Leren, Loopbaan en Burgerschap), verplicht door de Overheid. De leerlingen doorlopen zelfstandig een computerprogramma en maken eindeloos opdrachten. Vanaf het begin zijn er jonge begeleiders binnengehaald, vanwege hun actuele werkveldervaring. Maar zonder pedagogische of didactische bevoegdheid, en hun vakkennis van enkele jaren wordt niet of nauwelijks ingezet. Deze begeleiders doen na verloop van jaren hetzelfde werk als docenten, maar krijgen minder betaald en op de voor- en nazorgtijd wordt steeds meer gekort (onder het mom van solidariteit).
  • Naar mijn idee is ons onderwijs inhoudelijk ver failliet. Vaak denk ik: wanneer gaat de praktijk het van ons overnemen? Wat is nog de meerwaarde van ons onderwijs? Alle veranderingen nu spelen zich af binnen het paradigma van beleid, nóg meer handtekeningen, nóg meer verslagen maken, nóg meer zelfstandig werken, nóg strakkere methodes. En veel mooie woorden. Organisatieverandering op verandering. De organisatie is leidend geworden, daar waar de les en de begeleiding aan leerlingen centraal hoort te staan. Enorme toename van Onderwijs-ondersteunende-diensten, die de uitvoering bepalen. Wie is nog verantwoordelijk en voor wat? Bureaucratie en slechte communicatie zijn het gevolg. Opheffing, uitholling van het vak Docent. Geen vakdocenten meer. Alles is buitenkant, hoe bepalen we ons gezicht naar buiten, hoe houden we controle? De angst regeert. Begeleiders hebben de studenten nog weinig te bieden. De contact-tijd wordt steeds korter. De praktijk is ontevreden. Veel studenten zijn ontevreden. Docenten en begeleiders worstelen met papieren en handtekeningen. En met de organisatie. En met zichzelf! Het gaat niet goed, maar we doen aan teambuilding! Het vak is docenten afgenomen, maar ‘wij bieden optimale ontwikkelingskansen aan onze mensen’. Schrijf maar een POP, een PAP. De buitenkant verhalen zijn prachtig: Zoals de ‘Topper’ in het programma zei: ‘Toen ik Topper was stonden ze allemaal om me heen, ik denk omdat dat commercieel goed was’.
  • U heeft zelf een anonieme brief ontvangen van en namens enkele collega’s, een noodkreet : ‘we maken ons zorgen om het onderwijs, zorgen om medewerkers’. En dat is precies waar we ons zorgen om moeten maken.

 

Prof. dr. Elly de Bruijn ( Bijzonder hoogleraar Pedagogisch-didactische vormgeving van het beroepsonderwijs)

  • Wat betreft de pedagogische-didactische vernieuwing van het beroepsonderwijs: centraal stond uitgaan van de vraag van de leerling, van zelfsturing. Het was toen een geloof, zo moet het gewoon, het was beter voor de leerlingen. Wij mochten het niet eens onderzoeken want dan waren wij van het verkeerde paradigma.
  • In 2003 kon je niet zomaar zeggen dat kennis van belang is.

 

Henk Krauwel (Hoofd Bureau Leerplicht van de gemeente Amsterdam)

  • 2 jaar geleden ontdekte ik dat er op de ROC’s veel meer wordt verzuimd dan de scholen zelf melden. Ongelofelijk, zo’n 90 procent wat gewoon niet gemeld wordt. Nu zitten we op zo'n 50 procent wat niet gemeld wordt.
  • Er zijn opleidingen bij waarvan 90 procent niet aanwezig was. Ik heb klassen gezien met 1 of 2 leerlingen maar ik heb ook klassen gezien die er in z'n geheel niet waren.

 

Kritiek op het competentiegericht onderwijs

Evelien Polter (Beleidsmedewerkster ROC Van Amsterdam)

[De rol van kennis in het MBO]

  • MBO leerlingen vertelden me tijdens een gesprek dat ze zich verveelden en teveel schooltijd aan zelfreflectie en persoonlijke ontwikkelplannen en leerlijnen besteden. Ze waren ook van mening dat ze teveel discussieerden over waarin ze onderwezen wilden worden. Ze vonden dat ze te weinig leerden. De docenten vertelden dat ze volgens de uitgangspunten van het ‘competentie gericht leren’ geen les mochten geven en dat de leerlingen alles in Wikipedia konden opzoeken. Volgens deze docenten was kennis ook niet zo belangrijk. Het gaat volgens hen vooral om het leren van het stellen van vragen. Lesgegeven wordt er af en toe, op verzoek van leerlingen, in de vorm van door leerlingen aangevraagde workshops.
  • Deze didactische aanpak leidt in de praktijk tot amateurisme. Leerlingen komen op school als amateurs en gebruiken de encyclopedie van de amateurs, de Wikipedia. Ze leren niet na te denken. De kennis van de docent wordt nauwelijks gebruikt, het verlangen naar kennis en de nieuwsgierigheid van de leerlingen wordt genegeerd. De docent is, volgens deze visie, een soort makelaar in kennis.

 

Prof. dr. Grahame Lock, drs. Tjeerd van Hoorn (Lock is hoogleraar aan de Radboud Universiteit en de Universiteit Leiden, en Faculty Fellow aan de Universiteit van Oxford. Van Hoorn is afgestudeerd in de wijsbegeerte en heeft daarna de lerarenopleiding gedaan. Hij is gestopt omdat hij het oneens was met de competentie-ideologie. Hij doceert nu aan de universiteit Twente)

[Waer de nootdwant heerscht, verliest de deugt haar stof]

  • Ooit nam men aan dat onderwijs in eerste instantie te maken heeft met de overdracht van kennis, zowel theoretisch als praktisch.
  • Onlangs lazen we: “Voor scholen is ondernemerschap noodzaak geworden. Door de combinatie van onderwijs en ondernemen ontstaan er tal van nieuwe vormen van ondernemerschap die het onderwijs vernieuwen”. Daarnaast worden “ondernemend leren en leren ondernemen” bevorderd.
  • Twee voorbeelden: “De leerlingen van de Openbare basisschool ‘t Kraaiennest in Beverwijk gaan aan de slag met ondernemen in de vorm van het project ‘Kids in Bizz’.” Scholengemeenschap De Dijk in Medemblik “organiseert jaarlijks De Ondernemersweek. Leerlingen mogen zelf een onderneming opzetten.”
  • Wat heeft een scholier of student nodig om als ondernemer te functioneren? Competenties, zeggen de commissarissen van de onderwijsbusiness. “Denken in competenties heeft er toe bijgedragen dat ondernemerschap gezien wordt als een vaardigheid die ontwikkeld kan worden.” En nog heel veel meer van dit soort platitudes.
  • Een lelijk voorbeeld van deze trend is sinds een aantal jaren de opkomst van het “competentiegericht onderwijs”. Een loodgieter, een IT-specialist of een piloot zal wel competenties bezitten, maar kijk hoe de pedagogen deze competenties omschrijven: Een competentie is een complexe vaardigheid waarmee in een specifieke context een taak verricht wordt die met geïntegreerd gebruik van noodzakelijke kennis, enkelvoudige vaardigheden en attitudes, leidt tot een prestatie die voldoet aan beroepsspecifieke en/of academische eisen”. Moet de loodgieter dat weten? Moet zijn leraar dat weten? Nee: het zijn gewichtig doende maar lege uitspraken die vooral tautologisch van aard zijn. Helaas echter heeft de educatieve heerschappij van de hoogdravende pedagogen gevolgen. Want de echte competenties worden verdreven door nep-competenties die aan deze abstracte eisen dienen te voldoen.
  • Wat horen we dus? Bij voorbeeld dat de leerling of student “sociaal-communicatieve competenties” moet bezitten. Het is een kernpunt van de competentie-ideologie dat “communicatie” en “kritische zelfreflectie” centraal staan. Het gevolg hiervan is dat er steeds minder aandacht is voor de inhoud. Dit kan desastreuze gevolgen hebben. De droevige toestand kan nog beter worden begrepen als we eraan toevoegen dat een postdoctorale lerarenopleiding van dit land instructies aan studenten geeft waarin staat dat de notie dat het in het onderwijs om de overdracht van kennis gaat een “middeleeuws” idee is.
  • Als we de competentie-ideologie letterlijk nemen, dan komen we snel op een punt waarop we onze maatschappij niet meer draaiende kunnen houden, omdat grofweg niemand meer echt iets kan. De competentie-ideologie leidt in de praktijk tot het verdwijnen van de reële vaardigheden. En dit komt doordat te veel mensen niet meer voldoende kennis hebben op basis waarvan zij in staat zouden zijn om hun specifieke inhoudelijke competenties – niet de nep-competenties waar de pedagogische theorie doorgaans over gaat – te verankeren.

 

 

—————————

12. Kritiek op de MBO-raad

 

Jeroen Dijsselbloem (Tweede kamerlid; Dijsselbloem was voorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie naar onderwijsvernieuwingen)

  • De bolwerken van het basisonderwijs (PO-Raad), voortgezet onderwijs (VO-raad), middelbaar beroepsonderwijs (Mbo-raad), hogescholen (Hbo-raad) en universiteiten (VSNU) zijn ‘pseudo-ministeries’.
  • De onderwijsraden hebben heel veel macht, terwijl zij maar beperkt verantwoording af hoeven te leggen.
  • Een vernieuwing, waarbij het onderwijs niets doet met mijn advies, is het competentiegerichte onderwijs voor het mbo. Niet het ministerie van Onderwijs maar de MBO-raad runt die vernieuwing. Geen goede zaak want bijvoorbeeld exameneisen zijn eigenlijk de verantwoordelijkheid van de minister.
  • De machtige onderwijsraden hebben het parlement op afstand gezet. Ik wil de macht van de onderwijsraden liever vandaag dan morgen inperken, maar ik verwacht niet dat dit zonder slag of stoot zal gaan. Als je daar wat aan probeert te doen, dan krijg je onmiddellijk een conflict met de Terpstra’s van deze wereld.

 

Leo Prick (Docent. Werkte daarna bij het Cito. Daarna Vakdidacticus en onderwijskundige bij HBO en WO. Columnist)

  • De bestuurders van VO-raad, HBO-raad en PO-raad zitten er vooral voor zichzelf. Het zijn clubs die de belangen van de bestuurders behartigen; dat is ontzettend tragisch, ze zitten er niet voor de sector. 
  • Politici zijn de speelbal van allerlei pressiegroepen. Nieuw is de rol van de besturenorganisaties, de sectorraden. Dat zijn lobbyisten. Dat Kete Kervezee als Inspecteur-generaal van het Onderwijs ervoor koos om voorzitter te worden van de PO-raad, dat moet toch te denken geven. Dat betekent dus dat lobbyen voor de verschillende onderwijssectoren zo belangrijk is dat ze zulke aantrekkelijke aanbiedingen doen dat iedereen te koop is. Thom de Graaf verruilt dan ook graag zijn burgemeestersfunctie in Nijmegen voor het voorzitterschap van de HBO-Raad. Lobbyist is inmiddels de meest gewilde onderwijsfunctie. Kun je als land nog dieper zinken?
  • Er is in het hoger onderwijs nagenoeg geen topbestuurder meer te vinden die minder dan een Balkenende-plus-salaris verdient. Deze salarissen zijn een besmettelijk verschijnsel: zij beginnen inmiddels ook naar beneden te druppelen in de universitaire organisatie. De bestuurders op lagere niveaus, zoals decanen, kunnen nu ook al vaak een buitenparlementaire greep uit de staatskas doen.

 

Rien van Tilburg (Collegevoorzitter van agrarisch opleidingencentrum Clusius College in Noord-Holland)

  • We spraken in de MBO-Raad nooit over onderwijskwaliteit. Louter over werkgeverszaken en hoe je de overheid buiten de deur hield.

 

Prof. Arnold Heertje (Emeritus Hoogleraar Economie)

  • Jan van Zijl is de voorzitter van de MBO Raad. Hij geeft leiding aan de managers van het middelbaar beroepsonderwijs, weet niets van het onderwijs aan de leerlingen op de werkvloer, maar gaat wel tekeer tegen het beleid van minister Marja van Bijsterveldt. Deze laatste wil de kwaliteit van dit type onderwijs verbeteren door weer eisen te stellen. Zij wil meer lesuren, betere vakinhoudelijke docenten en het geven en examineren van vakken als taal en rekenen.
  • Hoewel de hele samenleving en het bedrijfsleven hierom vraagt gaat Van Zijl namens de managers als een wilde tekeer tegen de plannen. Het gaat om vakmanschap en dus niet om taal, rekenen en lezen, zo betoogt Van Zijl.
  • Mevrouw Van Bijsterveldt heeft gelijk indien zij het accent in het onderwijs weer verschuift in de richting van vakinhoud en van elementaire vakkennis, zowel op het beroepsmatige als het algemeen vormende terrein. Natuurlijk gaat het ten koste van de wassen neus van het competentiegerichte onderwijs. Maar dat is precies wat er moet gebeuren. Weg met de inhoudsloze kletspraatjes en onbevoegde docenten in het MBO.

 

Harrie Verbon (Hoogleraar Openbare Financiën)

  • Waarom spreekt het parlement keer op keer uit dat het salaris van de minister-president het maximum in de publieke sector moet zijn en lappen de bestuurders dat vervolgens aan hun laars? Dat komt door het parlement zelf. Die heeft grote delen van de door de belastingbetaler gefinancierde publieke sector 'op afstand' gezet.
  • Universiteiten en hogescholen zijn, ook al weer met dank aan de wetgever, steeds meer hiërarchische organisaties geworden waar de bestuurders de dienst uitmaken. Bovendien bepalen de bestuurders hun vorstelijk salaris zelf met medeweten van de zogenaamde toezichtsorganen. Die organen zijn ingesteld om het bestuur te controleren en zo nodig ter verantwoording te roepen. Ze zijn echter voornamelijk gezelligheidsclubs waarin oude bekenden elkaar tegenkomen en waarin men het vooral met het universiteitsbestuur eens is.
  • De overheid heeft geen invloed op de toezichtsorganen. Dus als die organen niets aan wanbeleid van de bestuurders doen, doet niemand er wat aan. Zie InHolland. Pas als de studenten massaal weglopen of als de kranten vol negatieve publiciteit komen te staan over de instelling, wil het toezichtsorgaan wel eens wakker worden. Zie opnieuw InHolland.
  • Om de witteboordencriminaliteit van onderwijsbestuurders te stoppen, moet de overheid weer invloed krijgen op het bestuur. Schaf dus al die snurkende toezichtsorganen maar af en laat een echte onafhankelijke toezichthouder de wandel en handel van bestuurders controleren.

—————————-

13. Kritiek van MBO-leerlingen

JOB (Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs):  “In de schooljaren 2005 / 2006 /2007  groeide het aantal klachten over de kwaliteit van het onderwijs aanzienlijk. Na de oproep van LAKS, JOB en LSVb om alle klachten te melden via www.noodklok.nl, kwamen er nog meer klachten binnen. Na het luiden van de noodklok zijn LAKS, JOB en LSVb op scholentoer gegaan om te inventariseren tegen welke problemen studenten aanlopen. Wie de klachten leest die indivuele studenten en ouders hebben gemeld bij JOB, wordt niet gelukkig. Het lijkt wel één grote chaos in het mbo!  De vele klachten over het tekort aan lessen en begeleiding springen als eerste in het oog. Dit betreft niet alleen chronische lesuitval, maar ook structurele minimale programmering. Studenten klagen dat zij aan hun lot worden overgelaten, regelmatig te horen krijgen ‘dat zij maar iets voor zichzelf moeten doen’ en dat de boeken die ze schijnbaar tevergeefs hebben aangeschaft bij nader inzien voor ‘zelfstudie’ bedoeld blijken. De studenten willen gewoon les en uitleg van docenten, melden ze met dikke uitroeptekens. Mbo’ers constateren dat ze net zo goed thuis kunnen blijven, omdat de school geen meerwaarde biedt boven thuis wat uit een boek leren. Naast de roep om meer les vallen de ernstige twijfels over de inhoud / kwaliteit van de opleiding op. Studenten hebben het gevoel veel te weinig te leren en voelen zich daarom erg onzeker als zij op stage of aan het werk gaan. Een student  vraagt zich bijvoorbeeld ernstig af of zijn docenten van de ict-opleiding wel een ict-diploma hebben. Ook constateren studenten dat veel docenten zelf niet weten hoe ze moeten werken in een competentiegericht opleidingsprogramma. Zelfstandigheid vinden de meesten op zich geen punt, maar zij vragen zich steeds af of ze wel het goede leren. Met name in het examenjaar merken zij dat ze geen idee hebben wat ze nu eigenlijk moeten kennen en kunnen. Uit veel klachten spreekt een grote  onzekerheid: de mbo’ers weten simpelweg niet waar ze aan toe zijn, wat ze moeten leren, hoe ze moeten leren en niemand lijkt hen daarbij te kunnen helpen.”

[Klachten Mbo]

Een voorbeeld:

Mbo-leerling (Albeda College)

  • ik volg ict op albeda niveau 2 in rotterdam.mijn klacht ga over het onderwijs dat ik op deze school krijgt .we doen haast niks op deze school. we worden niet opgeleid tot een ict'ers. de meeste docenten weten ook echt niet zo echt veel over ict. ze staan haast nooit voor de bord, om een opdracht uit te leggen. we moesten boeken gaan kopen, en we werken niet eens uit die boek. wat wij alleen krijgen zijn alleen maar projecten opdrachten.en voor de rest van wat te maken met computer te maken krijgen we niet. als je een vraag stel uit de boek oms de meesten vragen weten hun gewoon niet. ik vraag me soms af of ze wel allemaal diploma heben van ict docenten.sind de school is begonnen wat we de meeste krijgen is elctro. maar over de computer krijgen we niet . het is meer zelfstandig je moet zelfstandig gaan leren en opdrachten gaan maken. het is niet zo echt dat de docent voor klas staat en geeft uitlegt.dat echt wordt opgeleid. ik wil graag wat bereiken met mij toekomst

 

Dennis Wiersma (Voorzitter van het Landelijk Overleg Fracties, een overlegorgaan van studenten)

  • ”Dit perron was er niet zonder mbo’ers”. Dat was één van de leuzen die ik laatst op een groot billboard op het treinstation in Utrecht las. Het bleek onderdeel van de miljoenencampagne ‘Dit is mbo’. Marketingtaal om duidelijk te maken dat het middelbaar beroepsonderwijs onmisbaar is voor Nederland. Op het eerste oog een nobele boodschap, maar ook symbolisch voor de problemen in het mbo. Namelijk: te veel mooie praatjes en te veel geld onzinnig besteden.
  • Met prachtige plaatjes van de nieuwste klaslokalen en mooie praatjes over de beste baankansen worden jongeren welkom geheten op het gala van de goede bedoelingen. Van gastlessen door belangenorganisaties tot complete socialisatiecursussen. Het mbo wordt steeds meer een vergaarbak van alles ‘wat het onderwijs moet doen’. Intussen wordt de opdracht voor scholen steeds vager.
  • Het aantal verschillende opleidingen gaat inmiddels richting de 1000. Van de populaire opleiding Onderwijs-assistent tot specifieke opleidingen als ‘Verkoper fiets’. Het aantal jongeren dat hier opgeleid wordt voor werkloosheid stijgt snel. Het perspectief op een baan komt nu te vaak op de tweede plaats. De 580.000 jongeren verdienen een beter mbo met een duidelijke focus op kans maken op de arbeidsmarkt. Minder woorden, meer daden.

 

Geerten Geerts (Voorzitter JOB, Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs)

  • We vertelden staatssecretaris Van Bijsterveldt dat wij meer grip wilden van Den Haag op het MBO. De staatssecretaris antwoordde dat ze niets kon veranderen. Ze had niet genoeg ambtenaren op kantoor en dat soort zaken.

 

Annemie P. (Belgische verpleegkundige)

  • Ik ben 36 jaar en ben door omstandigheden terug beginnen studeren op 30-jarige leeftijd. Bachelor verpleegkunde, tussen de 18-jarigen in voltijds dagonderwijs. Wat heb ik daar mijn ogen opengetrokken! Een staaltje van geklungel. Competenties, attitude en vaardigheden, probleemgestuurd onderwijs werden de nieuwe trends. Groepswerkjes maken tot we er van walgden en die hun doel compleet voorbij gingen. Tot overmaat van ramp werden de groepswerkjes van anderen gebombardeerd tot leerstof voor een examen zonder dat dit door iemand werd nagekeken op fouten. Dat is toch te gek voor woorden. Studenten schreeuwden voor gewoon onderwijs, gewoon terug les krijgen op een boeiende manier. Waarom is dat zo erg? Velen misten ook een degelijke kennis. Medicatie juist oplossen was zweten! Microbiologie, biochemie en farmacologie was zelfs niet meer in het basispakket te vinden.
  • En dan maar verwonderd zijn over het erbarmelijke niveau van de verpleegkundigen van tegenwoordig. Ik werk nu 3 jaar op een intensieve zorgen dienst en ik heb al wat nieuwelingen weten beginnen en terug afgedankt worden wegens niet competent. Nieuwelingen die me durven vragen wat een sinusaal hartritme is, mijn hart slaat er spontaan een paar slagen van over. En deze mensen moeten dan zwaar zieke mensen verzorgen? Het is nu zo ver gekomen dat onze hoofdverpleegkundige er zelfs niet meer aan denkt om nieuwelingen aan te nemen. Uiteindelijk wreekt deze vorm van onderwijs zich op de arbeidsmarkt, waar dergelijke mensen genadeloos aan de kant worden gezet. Een voorbeeld maar om aan te tonen dat de capaciteiten van vele mensen teloor aan het gaan zijn.
  • Het verontrust mij dat dergelijke slecht opgeleide mensen binnenkort en zelfs nu al, onze kinderen adolescenten moeten opleiden. En het dwingt geen respect af in de klas als de leerkracht de vragen van zijn leerlingen moet schuldig blijven of telkens moet zeggen ‘ik zal het eens opzoeken’ (want ja, daar zijn ze goed in!) of misschien nog erger ‘zoek het zelf eens op’. De zwakkere leerling wordt in zijn zwakte onderhouden en krijgt enkel een betuttelende en liefkozende ‘pat on the back’: ‘t Is al goed kind, we weten dat het moeilijk is, als je je maar goed voelt. En vanuit dit milieu rollen ze in de echte wereld waar ze eerder een schop krijgen, liefst in de richting van de deur.

 

—————————

14. Kritiek van MBO-docenten

Heleen de Jonge (Docente ROC Gilde)

  • De structuur van het nieuwe leren is voor ons in elkaar gesleuteld door Calibris met het kwalificatiedossier, en het Consortium met examencahiers. Er worden nieuwe termen geïntroduceerd, zoals kernactiviteiten, kerntaken, werkprocessen, competenties, componenten en prestatie-indicatoren. Tragisch genoeg hanteert het consortium vrijwel gelijke terminologie als Calibris, terwijl de inhoud soms behoorlijk verschilt. En dan is er nog altijd geen letter gezegd over vakkennis, het ondergeschoven kindje in deze hele opzet.
  • Nu komen de uitgevers. Want ja, het oude materiaal past niet meer op het nieuwe leren. Laat Calibris nu zo vrij zijn om jáárlijks (ja, je leest het goed!) een nieuw kwalificatiedossier samen te stellen dat soms danig afwijkt van het vorige jaar , en aansluitend het consortium met haar jaarlijkse producten waarin net weer andere keuzes worden gemaakt dan het jaar ervoor, en het bal kan beginnen. Als je denkt dat je het snapt is de dans al voorbij! Hoe kan een uitgever óóit, op tijd, een goed passend product leveren?
  • Wat was er eigenlijk mis met de oude vertrouwde eindterm? Een nummer, een naam die de inhoud dekt, en "hoofdstukken". Begrijpelijk, overzichtelijk, en vertrouwd. Als je iets zoekt kun je zonder al te veel moeite achterhalen wáár je moet zoeken.
  • Terug naar de docent. Met name naar degene die het theoretisch kader eerst compleet wil hebben voor ze kan beginnen. Het is onbegonnen werk! Terwijl je gelijk bij je eerste exercitie vastloopt in een dikke brij van bla-bla, tikt het klokje door en vrees je de datum waarop de nieuwe eerstejaars aan de poort staan. Ondanks mijn onverwoestbare optimisme vraag ik me regelmatig af waar we in 's hemelsnaam aan begonnen zijn…

 

Eus ten Hove (Docent aan een laboratoriumopleiding van ROC Midden-Nederland)

  • Wat er in elk geval anders moet, zijn de zogeheten kwalificatiedossiers; dat zijn documenten waarin per opleiding vastligt wat een mbo’er moet kennen en kunnen. Voor mijn opleiding staat er in het kwalificatiedossier: heeft kennis van de chemie. Meer niet. En dan volgen er vele pagina’s met algemene vaardigheden.

 

Martin Slagter (Docent Nederlands, journalistiek en filosofie aan zowel het mbo en hbo)

[De ellende van het hbo begint al bij het mbo]

  • Door de enorme media-aandacht voor de misstanden in het hbo, dreigt de puinhoop in het mbo uit het oog te worden verloren. Ten onrechte. In het mbo is de puinhoop zo mogelijk nog groter dan in het hbo. Diplomafraude, niveaudaling, graaiende bestuurders, onbevoegde docenten, te weinig contacttijd en uitdijende managementlagen: het mbo doet op al deze punten zeker niet onder voor het hbo.
  • Het vroegere meao-examen Nederlands kende een centraal schriftelijk examen dat onder meer uit een briefopdracht bestond. De normering schreef voor dat een brief maximaal vijf foutieve werkwoordsvormen of tien andere spel- en stijlfouten mocht bevatten. Werden deze aantallen overschreden, dan was de brief onvoldoende. Een heldere en alleszins redelijke normering. Soms laat ik eerstejaars studenten van de opleiding hbo Recht in Utrecht een schrijfopdracht van dat vroegere meao-examen maken. Als ik dan bovenstaande normering toepas, haalt letterlijk niemand een voldoende.
  • Na afschaffing van de landelijke examens bestond er in het mbo jarenlang geen enkele inhoudelijke controle op de totstandkoming van de cijfers op basis waarvan diploma's werden verstrekt. Voor het hoogste mbo-niveau (niveau 4) geldt nu dat het vak Nederlands op B2-niveau beheerst moet worden: dat van de 'onafhankelijke gebruiker'. De toetsen die worden gegeven om dit niveau vast te stellen, moeten worden ingekocht bij geaccrediteerde bedrijven. Mijn roc doet dat bij het ietwat louche bedrijfje 'De Vries Taaltrainingen', dat om onnaspeurbare redenen is geaccrediteerd door de Inspectie. Vanwege dit 'keurmerk' kopen veel mbo-instellingen hun toetsmateriaal bij dit bedrijf in, want dat scheelt veel gedoe met de Inspectie. Voor De Vries Taaltrainingen vormt dit een lucratief handeltje. Voor het onderdeel Schrijven levert De Vries een briefopdracht met bijbehorende normering. Op het gebied van spelling en stijl luidt die normering: 'De spelling en de woordvolgorde is accuraat genoeg om de tekst te kunnen volgen'. Wordt aan deze norm niet voldaan, dan kan er – op een totaal van twintig – één punt in mindering worden gebracht. Je kunt je afvragen of het met zo'n normering nog wel verantwoord is om als docent Nederlands lestijd te besteden aan het oefenen van spelling en stijl. Een leerling die zoveel spel- en taalfouten maakt dat zijn tekst niet meer te volgen is (en dan moet je het toch behoorlijk bont maken), kan altijd nog een 9,5 voor zijn onderdeel Schrijven halen. De schriftelijke taalvaardigheid wordt in het mbo verder op geen enkele andere manier getoetst. Let wel: we hebben het hier over het hoogste niveau van het mbo, waarvan 35 procent doorstroomt naar het hbo. Niet zo vreemd dus dat er in het hbo geklaagd wordt over de afgenomen schriftelijke taalvaardigheid van studenten.
  • Als je de problemen in het hbo wilt oplossen, zul je moeten beginnen met die in het mbo aan te pakken. Anders is het dweilen met de kraan open.

 

 

Hans ter Heijden (Docent Nederlands en CKV in Ter Apel. Hiervoor MBO-Docent op Amarantis)

[Megascholen  hebben hun beste tijd gehad]

  • De berichten over de problemen bij – onder andere – onderwijsmoloch Amarantis (miljoenenverlies, minstens 200 banen weg) verbazen me niets. Ik werkte 25 jaar voor deze instelling. Dat wil zeggen dat ik in 1983 als leraar begon op de kleinschalige Christelijke meao in Utrecht (300 leerlingen). Daarna kreeg de school door fusies steeds andere namen: Abstede College, Abstede Scutos Groep, ROC ASA, Amarantis Onderwijsgroep (30 duizend leerlingen in het voortgezet onderwijs en het mbo).
  • Jarenlang heb ik er met plezier gewerkt. Gemotiveerde leerlingen, prima collega's en een goede schoolleiding. Maar toen kwam de schaalvergroting. Politiek Den Haag had bedacht dat er regionale opleidingencentra (roc's) moesten komen. Meao's, mts'en, mdgo's en streekscholen in allerlei regio's fuseerden. Het college van bestuur van ROC ASA in Utrecht kreeg echter de smaak te pakken: ook onderwijsinstellingen in Amsterdam en Amersfoort werden geannexeerd en in Amsterdam niet alleen het mbo; ook het voortgezet onderwijs moest eraan geloven. Onder het mom dat dan de christelijke identiteit van de scholen kon worden gewaarborgd en er 'doorlopende leerwegen' konden worden gecreëerd.'Groot, groter, grootst' was het motto. Herman van Veens 'Opzij, opzij, opzij, wij hebben vreselijke haast' werd het officieuze schoollied.
  • Met de schaalvergroting groeide er een waterhoofd aan management op de organisatie. De lumpsumfinanciering bood het bevoegd gezag bovendien de mogelijkheid om zelf financiële keuzes te maken. Het college van bestuur vestigde zich – zo ver mogelijk van de leerlingen – in een voor heel veel geld, het moet gezegd, prachtig gerestaureerd klooster in Amersfoort; later week het uit naar een A-locatie in Amsterdam. Een auto met chauffeur reed de leden van het college van bestuur naar de diverse locaties, waar voor het primaire proces steeds minder geld was. Want ook voor de huisvesting van de tientallen colleges en prestigieuze leerbedrijven werd veel geld uitgetrokken. In prachtige gebouwen kregen de arme leerlingen echter steeds minder les. Ook het competentiegerichte leren, dat veel te abrupt en ondoordacht in het mbo moest worden 'geïmplementeerd', trok een wissel op de kwaliteit van het onderwijs.
  • 'Wij willen les!', riepen de leerlingen. Veel vakkundige docenten verdwenen echter en inhoudelijk werden vakken uitgekleed. Het landelijk eindexamen op het mbo was al afgeschaft. Bevlogen onderwijsmensen probeerden te redden wat er te redden viel en natuurlijk waren er ondanks alles ook 'good practices', om maar in het jargon te volharden.
  • Intussen werden bedrijfseconomen en marketeers, vaak niet gehinderd door enige kennis van het onderwijs, ingevlogen om 'targets' te halen, het onderwijs werd een 'product', leerlingen werden 'klanten'.
  • Amarantis staat overigens niet op zichzelf; ook ROC Zadkine zit in de problemen en er zullen er ongetwijfeld meer volgen. En de politiek? Die zat er bij en keek er naar.

 

Hannie Leek (MBO-docente Duits)

  • Ongelofelijk dat er op de lijst van zeer zwakke scholen van de inspectie zo weinig scholen op staan. Ook de inspectie gaat nooit een klaslokaal binnen, maar praat met de bestuurders en houdt zich vooral bezig met formulieren. En als dat allemaal in orde is dan wordt er een handtekening gezet, dan is een school goed.
  • Omdat er geen officiële staatsexamens zijn, is het verleidelijk om toch een diploma te geven, ook als er niet aan de gestelde eisen wordt voldaan.
  • Ik ben af ten toe bang dat het hele middelbaar beroepsonderwijs niet meer te redden is.

 

Hans Woutersen (MBO-docent ict)

  • Met verbazing las ik het artikel over het imageprobleem in het mbo. Het probleem is natuurlijk niet het slechte imago, maar het slechte onderwijs.
  • Ik ben een totaal afgebrande docent wiskunde die drie jaar geleden, na een carrière van 27 jaar, het mbo -onderwijs heeft verlaten. Nadat in 2002 het competentieonderwijs in de ICT-sector was ingevoerd, heb ik vijf jaar tevergeefs gestreden voor het aanbrengen van een gedegen theoretische ondergrond.
  • De eerste stap bij de invoering van het competentieonderwijs was het schrappen van alle theorielessen. Leerlingen moesten hun competenties verwerven door het uitvoeren van projecten. Omdat er geen theorielessen meer werden gegeven, is daarna besloten alle toetsen af te schaffen. U leest dit goed, tijdens de hele twee-, drie of vierjarige ICT-opleiding mochten er geen toetsen, repetities of schriftelijke overhoringen worden gegeven. Alle beoordelingen werden middels (groeps-) projectbesprekingen gedaan.
  • Overigens is mijn docentenbaan overgenomen door een heel aardige man – die louter een havo-opleiding heeft genoten.

 

Journalist Martin Sommer publiceerde in 2005 en 2006 in de Volkskrant 16 columns met als titel ‘Onder Onderwijzers’, een aanklacht tegen ‘Het Nieuwe Leren’. Het leverde Martin Sommer veel anonieme reacties op:

 

Anoniem (Docent ROC. e-mail naar journalist Martin Sommer)

  • Ons ROC is bezig met het nieuwe onderwijs. Ik heb al een paar keer psychologische hulp gezocht omdat ik even dacht dat ik gek was. In onze derde klas zijn nu de hoofdvakken afgeschaft. Daarvoor in de plaats komen projecten, waarbij de leerlingen zelf, als ze dat nodig vinden, lessen mogen aanvragen. Al met al een enorme niveauverlaging in het mbo; leve de kenniseconomie.

 

Anoniem (Docente ROC)

  • Ik ben docente op een niet zo groot roc en ook wij ‘mogen’ meedenken over het nieuwe leren. Alles bij elkaar worden mijn collega's en ik doodziek van dit, door bureaucraten, die nog geen vijf minuten in een klaslokaal hebben doorgebracht, bedachte idee. Kinderen leren niet uit zichzelf. Overigens onderschrijven de leerlingen dit zelf!

 

Anoniem (Docent ROC)

  • Op het roc waar ik werk is sprake van een soort culturele zelfopheffing die mij soms doet denken aan wat er destijds in China gebeurde toen leraren als klassevijand de school uit werden gezet. Het probleem is dat de directies van de megascholen veel meer macht hebben dan vroeger ooit mogelijk was. Daarom stuiten zij nauwelijks op echt verzet, omdat de vaksecties zwak en verdeeld zijn. Men slaat enorm door.

 

Anoniem (Docent ROC)

  • Ook op het roc waar ik werk, voltrekt zich de sluipende ramp die het competentiegerichte onderwijs teweegbrengt. Top-down, zonder inbreng van de docenten, wordt het nieuwe systeem opgelegd. Als teamleider ging ik op cursus, waar duurbetaalde, hooggehakte, kekke doctorandusjes mij ervan wilden overtuigen dat ik een dinosaurus was die leerlingen frontaal toeblafte. U moest eens weten hoeveel gekwetste beroepseer er heerst bij mijn collega's.

 

Anoniem (Docent ROC)

  • Binnen mijn roc is het taboe om over die collectieve waanzin te praten: voor het management ben je dan kritisch = negatief, of te ‘oud’. Je kunt blijkbaar de vernieuwingen niet meer aan. Mijn ervaringen: kinderen en studenten houden niet van vaag rondzwemmen; wat hebben ze aan een voldoende van iemand die er geen verstand van heeft.

3 Reacties

  1. Je wordt koud van schrik of

    Je wordt koud van schrik of gaat koken van woede. Een andere mogelijkheid is er voor een verantwoordingsbewust persoon niet.

  2. Mogen deze prachtige

    Mogen deze prachtige overzichten (jammer genoeg geen jaartallen erbij, maar omdat er nauwelijks iets verandert in het MBO is dat misschien niet zo relevant) gebundeld worden in een boekje dat vervolgens naar de kamercommissie gestuurd kan worden?

  3. Bovenstaande nog eens

    Bovenstaande nog eens doorgelezen. Er is [Philippens] wèl wat veranderd, in de aankleding althans. Van CGO wordt niet meer gesproken; het is nu beroepsgericht onderwijs. En die centrale toetsen zijn er ook gekomen.
    Misschien tijd voor een revisie, of een deel II van deze verzameling?

Reacties zijn gesloten.