onderbouwing

Collega's,

 De belangrijkste reden om niet een heel rapport aan te leveren is dat ik gemerkt heb dat een heel grote groep collega's makkelijker erbij getrokken kan worden als ik niet al te veel informatie ineens over de schutting gooi.

Een berg cijfers etc werkt voor veel mensen ontmoedigend. De bestanden die ik plaats heb ik gesplitst naar een voorbeeldje en de complete cijfers. Als je hoofdpijn krijgt van rijen getallen, kijk dan alleen de voorbeeldjes in.

Er zijn een paar vragen/opmerkingen gekomen over de soort scheiding die ik hanteer. Hoewel het al jaren op vak gaat, is dat helemaal niet nodig.

Als ik eerst bepaal wat ik precies wil kunnen vergelijken, dan is dat voor mij: de basis werkzaamheden, aangevuld met taken, onder welke naam die ook opgeschreven  worden.

Eerst lesgeven, voor- en nawerk. De rest van ieders bezigheden wordt hieromheen geplaatst.

Ik heb van een aantal scholen de lessentabellen naast elkaar gelegd. Die scholen heb ik at random gekozen. Daaruit heb ik bepaald, hoeveel lessen de verschillende soorten onderdelen( onderbouw/bovenbouw/vmbo) per vak aangeboden krijgen.

Sommige vakken geven 2 uur in de onderbouw, nederlands geeft er 4 of soms zelfs 5 uur. Daar zit een wezenlijk verschil. Of dat in arbeid uitmaakt, kan ik wel van te voren bedenken, maar nu wil ik het zien. Dus reken ik het na.

Vervolgens heb ik ingeschat, hoeveel verschillende soorten toetsen en dergelijke er zijn. Dat zijn er nogal wat. Wel een so, geen so. Een so waarin je razendsnel goed en fout aangeeft of een so waarin je meeleest met de gedachtengang van de leerling. Proefwerken die je uit een bundel pakt of proefwerken die je ontwerpt.

  • se  =  oefen SE             SE = meetellend SE       ce = oefen CE              CE = officieel CE
  • po'tje = kleine praktische opdracht          
  • po = normale practische opdracht die niet al te bewerkelijk is.   PO= zelf ontworpen en utgebreide praktische opdracht

 

proefwerk inclusief = een proefwerk dat je zelf maakt

proefwerk exclusief = een proefwerk dat aangeleverd wordt

 

pw-1, pw-II, s0-I, so-II etc, maakt onderscheid in de bewerkelijkheid van het nakijken.

Je kunt 10 min per leerling nemen of 6 minuten per leerling, alles is uit te rekenen.

Er was een opmerking over kleine klassen en grote klassen: het verschil in tijd wat daaruit voortvloeit wordt sterk onderschat. Het zal beslist zo zijn dat bovenbouw docenten ook in de onderbouw lesgeven, al dan niet om het entreerecht te omzeilen; de meeste onderbouw docenten geven geen les aan examenklassen. Met andere woorden, de mazzel die veel bovenbouw docenten hebben wordt wel getemperd door hun klassen in de onderbouw, maar onderbouw docenten worden niet gecompenseerd voor hun pech.

Dat gegeven blijkt telkens weer terug te komen: ja, er wordt gedempt, maar niet voor iedereen. Als dan blijkt, dat pech en geluk onevenredig verdeeld zijn, MAG je wel alles op een hoop gooien en zeggen dat het meevalt. MITS je binnen een bandbreedte blijft. Ik controleer nu of dat zo is. Behalve de wettelijke faktor, mag de vraag gesteld worden: is het wenselijk?

Het lijkt alsof er vakken ontbreken, maar dat valt mee. Ik heb de vakken simpelweg niet als leidraad genomen. De groepen die ik maak, staan voor een type les met bijbehorend voor-en nawerk. Verder niet.

Ook voor mij is het onmogelijk om zuiver individueel te rekenen. Wat ik wel doe, is duidelijk fijner splitsen dan de scholen op dit moment doen. En dat vergelijken met de uitkomsten van de scholen. Als hier significante verschillen in zitten, zijn ze blijkbaar niet vergelijkbaar op de manier die zou moeten.

Waar pas jij in: je kijkt welk toetspatroon en welk klassenpatroon bij jou past en je weet zelf of je grote of kleine klassen hebt.

Je kunt frans geven, maar doordat jij grotere klassen hebt dan waar ik mee reken bij de bovenbouw docenten overige talen, hoor je bij nederlands en engels.

Je zoekt het profiel dat je het meest past. Misschien past het niet perfect, het past beter dan het ene profiel waarmee nu de scholen in nederland werken.

Vergeet niet: als je de getallen neemt die ik in de tussenstand heb staan en die in een gewogen verdeling boetseert, komt er op papier te staan dat men "slechts"100 uur overwerk per persoon heeft. De weging wordt namelijk bepaalt door degene die de data invoert. Je kunt alles eruit laten komen wat je wilt.

De cijfers van de tussenstand zijn gebaseerd op de lesopvang van een 0,75 fte. Alle overige taken, mentoraat, verplaatsing, stagebezoeken afleggen  en sectorwerkstukken begeleiden, zitten er NIET IN.

 

P.S. toen ik alle vaste onderdelen uit mijn opslagfaktor gesloopt had, hied ik 150 uur over. Voor ruim 500 uur nakijkwerk. Nakijkwerk mag geen overige zaken zijn. Het is een spil van het systeem. Gemaakt werk verstrekt de docent onontbeerlijke informatie over de leerling.