Voorbeeld: Werkloosheid, loonmatiging en onderwijs

Het advies tot een parlementair onderzoek naar het onderwijs in wiskunde kan gediend zijn met voorbeelden. Het gaat er niet om dat het parlement bepaalt wat goede wiskunde is. Het gaat erom dat het parlement vaststelt dat de bedrijfskolom voor het onderwijs in wiskunde niet levert wat gevraagd wordt. Een voorbeeld helpt.

Dit voorbeeld heeft betrekking op werkloosheid, loonmatiging en onderwijs. Hoe verhouden werkloosheid en loonmatiging zich tot onderwijs in het algemeen en vervolgens in het bijzonder tot het onderwijs in wiskunde en de petitie dienaangaande ?

Het is een kwestie van economie. Oplossen van werkloosheid is altijd goedkoper dan het betalen van uitkeringen. De Nederlandse overheid voert een beleid van algemene loonmatiging dat zegt die werkloosheid te bestrijden. Het gevoerde beleid veroorzaakt echter massale werkloosheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het beleid wordt derhalve niet gedragen door economische theorie en econometrisch bewijsmateriaal. Het gevoerde beleid spoort niet met de officieel gegeven redenen. De door het beleid veroorzaakte werkloosheid wordt al dan niet bewust misbruikt als argument om de algemene loonmatiging in stand te houden.

De werkloosheid in Nederland is jarenlang verborgen in allerlei uitkeringen zoals WAO en vervroegde pensioenering. Door de vergrijzing wordt dat afgebouwd en een nieuw verschijnsel is de ZZP-er die officieel zelfstandig werkt maar die niets te doen heeft. Wordt het beleid van algemene loonmatiging verlaten zodanig dat de (verborgen) werkloosheid verdwijnt, dan is er een groter draagvlak voor belastingen, eventueel te besteden aan onderwijs. In een productieve en kwalitatief hoogwaardige economie zullen onderwijsgelden niet besteed worden aan een dikke managementslaag maar aan het bijbehorende vereiste onderwijs met ruimte voor Bildung. Wanneer de lonen in de marktsector niet langer matigen dan volgt de overheidssector. Als uitkeringen uitgespaard zouden kunnen worden kan het geld naar andere bestedingen, zoals onderwijs. Jongeren die verwachten later werkloos te worden kunnen op twee manieren reageren: ofwel meer onderwijs volgen om het risico op werkloosheid te verminderen, als ze daarvoor althans het geld hebben of krijgen, ofwel afhaken bij onderwijs of zelfs leerplicht. Er zijn dus diverse interacties maar in grote lijnen geldt voor zo’n kwalitatief hoogwaardige economie dat lagere werkloosheid positief uitwerkt op onderwijs.

Voor degenen met belangstelling voor onderwijs zal het derhalve een belangrijke vraag zijn hoe het toch kan dat Nederland dit beleid van loonmatiging voert dat de (verborgen) massale werkloosheid in de hand werkt.

Het voorgaande is onderdeel van een analyse die sinds 1989/90 is getroffen door censuur door de directie van het Centraal Planbureau. Als econometrist en wetenschappelijk medewerker op het CPB in 1982-1991 adviseerde ik in 1990 tot een parlementaire enquête. Deze notitie werd door toenmalig directeur Gerrit Zalm van interne bespreking en externe publicatie in de reeks van “onderzoeksmemorandum op naam van de auteur” afgehouden. Naast deze censuur werd ik ook met machtsmisbruik en onwaarheden ontslagen. Hoewel de ambtenarenrechter vond dat ik met “détournement de pouvoir” uit werk en afdeling was geplaatst liet men het verder allemaal passeren. Er is onvoldoende bescherming voor de wetenschap. Zie de internet-petitie hieronder t.a.v. werkloosheid en CPB. Voorafgaand aan 1990 werden de lonen teveel gematigd, sindsdien is het niet anders, en ook anno 2012 is er weer de discussie over loonmatiging.

De relatie van werkloosheid en loonmatiging tot onderwijs in het algemeen is hierboven aldus verduidelijkt. Er zijn deze vier aspecten in relatie tot het onderwijs in wiskunde en de internet-petitie:

(1) Analytisch staan de kwesties los van elkaar, pragmatisch zijn ze verbonden omdat we allemaal burgers en kiezers zijn.

(2) Wanneer wiskundigen sinds 1990 op nette wijze hadden gekeken naar mijn analyse over democratie (zie andere voorbeeld) dan had eerder ten lande onder wetenschappers onrust kunnen ontstaan over het punt dat de directie van het CPB toch een goede analyse tegenhoudt ten nadele van de democratie. Nu echter werkten wiskundigen de gedachte in de hand dat de analyse niets voorstelde.

(3) Toen ik leraar wiskunde werd en schreef over de didactiek van de wiskunde en daar voorstellen over deed, had een onbevangen reactie ook kunnen helpen om de kwaliteit van mijn bijdragen te bepalen, waarbij sommigen zich dan zouden kunnen gaan afvragen hoe het met de economische analyse stond. Het omgekeerde gebeurde echter: de tegengewerkte economische analyse werd aangehaald om te stellen dat ook de wiskunde niets zou voorstellen.

(4) Welke aspecten van het loonmatigingsbeleid komen voor in de wiskundeles ? Mijn boek “Conquest of the Plane” heeft voorbeelden uit natuurkunde en techniek maar ook uit economie. Daar staat het voorbeeld van belastingbeleid dat mede bepalend is voor het loonmatigingsbeleid. Hierin komt naast de partiële afgeleide ook de totaaldifferentiaal voor, die over de tijd het “dynamische marginale belastingtarief” oplevert. De oud-collegae op het CPB erkennen dat theoretisch wel maar het zit fout in de modellen, de analyses en de adviezen. In mijn analyse zou de BTW bijvoorbeeld beter 1% kunnen zijn terwijl die duidelijk niet die waarde heeft.

E.e.a. leg ik nader uit in het opstel “Wiskunde of waarheid” (2011). Voor mij als gecensureerde en onheus ontslagen wetenschapper is het altijd een moeizame vraag of ik, naast de eerdere analyse die op het CPB door censuur werd getroffen, het nog moet aandurven nog iets heel anders op papier te zetten. Ook het opnieuw uittypen en in computer-algebra programmeren van mijn boek over de logica dat ik als student schreef kan maatschappelijk onverstandig zijn. Met alles wat ik schrijf steek ik tenslotte de nek uit. Voor velen is blijkbaar de verleiding groot dan te gaan hakken en te stellen dat het eerdere werk met terugwerkende kracht ook wel onzin zal zijn. Of wanneer men schoorvoetend en mokkend erkent dat de nieuwe publicaties ermee door kunnen, dan zal men stellen dat ik op oneigenlijke wijze mijn gelijk t.a.v. de CPB-kwestie wil krijgen. De mogelijkheden voor het maaiveld zijn eindeloos.

De manieren waarop mensen en zelfs wiskundigen zichzelf in de voet kunnen schieten zijn talloos, zie de jaren van werkloosheid, loonmatiging, slechte democratie, en de stand van het onderwijs. Het zij zo. Voor mij liggen de criteria in de wetenschappelijke integriteit, dat ik mijzelf in de spiegel kan kijken, als leraar de zorg voor de leerlingen, en meer van al dat moois.

Informatie

www.ipetitions.com/petition/tk-onderzoek-wiskundeonderwijs

www.ipetitions.com/petition/pe_werk_cpb

www.dataweb.nl/~cool/Papers/Drgtpe/Crisis-2007plus/2011-12-24-wiskunde.html