moties rekentoetsen, -machines, taalniveau 3F ipv 1F in bo

Nu het kennelijk opportuun is om met Slagter afspraken te maken,
beteronderwijsnederland.net/node/8122, is dit wel interessant. Sjoerd, lees je mee?

Bij de begrotingsbehandeling onderwijs zijn vier moties ingediend over rekentoetsen, referentieniveau taal basisonderwijs, en gebruik van de rekenmachine in po en vo. 13 december wordt er gestemd. Tot dan kunnen kamerleden aangemoedigd worden om het landsbelang boven partijpolitiek te laten gaan. Komop Jack, nu gaat het erom. Vandaag schrijft de NRC in Ophef&Onzin over wegkijkende politici. Over de schade die roken toebrengt aan de volksgezondheid. Inderdaad, en bij de problemen in het onderwijs is het krek eender! Want niet ingediend zijn moties met als strekking:

De kamer stelt een commissie in die onderzoekt of het mogelijk is om wetenschappelijke instellingen aan te spreken op publicaties als www.fi.uu.nl/publicaties/literatuur/7270.pdf

Met het oog op de ambities om zogenaamde topsectoren te verwezenlijken laat de kamer onderzoeken hoe het heeft kunnen gebeuren dat het hoogste rekenniveau in Groep 8 overeenkomt met opgaven als: hoeveel liter zit er in 24 flesjes van 1/3 liter? Zie www.nieuwarchief.nl/serie5/deel011/sep2010/vanstreun.pdf

Voor wat wel ingediend is lees verder.

Moties
112 aanscherping van de kernvakkenregeling voor de vmbo-basisberoepsgerichte leerweg
116 rekenmachines bij toetsen uitsluiten
117 afzonderlijk beoordelingsregime te hanteren voor de rekentoets
118 spelling niveau 3F basisonderwijs: motie om oude motie uit te voeren

zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33000-VIII-112.pdf
zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33000-VIII-116.pdf
zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33000-VIII-117.pdf
zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33000-VIII-118.pdf

Stemmingen Tweede Kamer:
www.tweedekamer.nl/kamerstukken/stemmingsuitslagen/index.jsp

Stemmingen dinsdag 6 december: moties onderwijs: uitgesteld:
www.tweedekamer.nl/images/06-12-2011_tcm118-226054.pdf

Er is niet vermeld wanneer de moties dan wel in stemming komen. Donderdag zijn er weer stemmingen, anders volgende week.

Hierbeneden relevante citaten uit het kamerverslag (de tekst van de moties: haal die op via bovenstaande links)
www.tweedekamer.nl/kamerstukken/verslagen/verslag.jsp?vj=2011-2012&nr=31

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):
Voorzitter. Mijn vrees dat schooluitval zal toenemen als de exameneisen via de kernvakkenregeling 2015 voor vmbo basisberoepsgerichte leerweg worden aangescherpt, heeft de minister bevestigd. Kort en krachtig: ja, er zullen meer leerlingen zakken. En wat dan? Dan zijn we weer een aantal gouden handen kwijt. Dat willen we niet, dus vandaar de volgende motie.

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

In de motie op stuk nr. 112 wordt de regering verzocht om af te zien van aanscherping van de kernvakkenregeling voor de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo. Het betreft hier geen formele kernvakkenregeling, want die kennen we niet in het vmbo. Dat hebben we hier al eerder gewisseld. Het gaat om taal en rekenen. De eisen zijn buitengewoon gematigd en het betreft een veel beperktere regeling dan bij havo en vwo. Pas in 2016 wordt er een vijf en een zes gevraagd. Ook het vmbo doet ertoe en daarom moeten we het serieus nemen. Laten we eerlijk zijn: we hebben juist een debat gevoerd over mbo-instellingen die grote zorgen hebben over de kinderen die instromen. Een diploma moet ergens voor staan. Naar mijn idee kan dit op een heel goede manier.

In de motie-Dijkgraaf/Van der Ham op stuk nr. 116 wordt de regering verzocht, in overleg te treden met het College voor examens over het uitsluiten van het gebruik van de rekenmachine bij toetsen in het basisonderwijs en het drastisch beperken van het gebruik van een (grafische) rekenmachine bij toetsen en examens in het voortgezet onderwijs. Ik heb al gezegd dat ik dat overleg wil aangaan. Ik laat deze motie daarom aan het oordeel van de Kamer. Overigens ligt het allemaal veel genuanceerder, maar daar zal ik op terugkomen op het moment dat ik de Kamer over dit overleg bericht.

In de motie-Dijkgraaf/Ortega-Martijn op stuk nr. 117 wordt de regering verzocht, de rekentoets in het vwo in te voeren in het derde schooljaar nadat het referentieniveau van de toets bekend is. We onderzoeken nog of het niveau van vwo 3S moet zijn. We doen dit naar aanleiding van signalen uit het veld. Ik heb mensen in het veld gevraagd om mij te adviseren. In het voorjaar van 2012 is dat advies beschikbaar. Dat zal ook gaan over de vraag of gezien de voorbereiding die scholen nu al treffen 2013-2014 haalbaar is. Ook aan het College voor examens vraag ik advies. Ik suggereer de heer Dijkgraaf daarom om deze motie aan te houden, want ik kom er nog op terug nadat ik het advies heb ontvangen.

De heer Dijkgraaf (SGP):
Deze motie heeft nog een tweede verzoek: verzoekt de regering, een afzonderlijk beoordelingsregime te hanteren voor de rekentoets, waarbij binnen een redelijke termijn een royaal aantal herkansingen geboden wordt.

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Dat ontraad ik, voorzitter. Ik kies bewust voor twee herkansingen, omdat we op een bepaald moment de zaak moeten afronden. Er zijn twee mogelijkheden om het te halen. Dat is netjes, zo doen we het met de andere examens ook.

De heer Dijkgraaf (SGP):
Dan gaan we nog even overwegen wat we gaan doen.

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Dat is heel goed.

De motie-Dijkgraaf/Van der Ham op stuk nr. 118 gaat over de basisvaardigheden rekenen en taal. De heer Dijkgraaf heeft daar ooit een motie over ingediend en hij zou het niveau graag opgehoogd willen hebben. Ik heb de motie toen ontraden. Ik blijf dat doen. Ik ben daarin consistent, omdat we een en ander eerst goed moeten invoeren. Er zijn best zorgen over de reken- en taaltoets. Ik wil een poosje dat traject ingaan. Mijn streven is in 2013-2014 de eindtoets ingevoerd te hebben. Ik kom binnenkort naar de Kamer met wetgeving. Ik heb al het advies van de Raad van State gekregen. Dat betekent dat ik het nu ga becommentariëren en verwerken. Daarna wordt de Kamer hierover geïnformeerd. Naar mijn idee zouden we het eerst een aantal jaren echt moeten proberen, want op allerlei terreinen is er zorg. Dat hoor ik hier ook. Dat geeft aanleiding tot een rustige, evenwichtige aanpak. Ik ontraad daarom de motie.

20 Reacties

  1. Dom
    Wat een dommigheid: de aangescherpte regels voor het VMBO kunnen ertoe leiden dat meer jongeren het onderwijs zonder startkwalificatie verlaten.

    Waar gaat het die mensen om: een inhoudsloos papiertje of nuttige kennis en vaardigheden. Het papiertje kun je zelf gratis uitdelen, desnoods laat je op grond van het profijtbeginsel de drukkosten betalen.

    Je wilt toch een startkwalificatie die ook echt wat voorstelt. Dit is wederom een voorbeeld van misplaatst zieligheidsdenken.

    Als de lat hoog ligt moet je harder afzetten, las ik vandaag ergens in de krant. En zo is het maar net!

  2. taal toetsen op 1F? Kom nou. 3F halen ze al.
    Uit de tekst van motie 118:

    … overwegende, dat de aangenomen motie-Dijkgraaf/Van der Ham (32 500 VIII, nr. 122) verzoekt, het referentiekader aan te passen voor het onderdeel spelling in het basisonderwijs, aangezien niveau 1F wordt vereist terwijl uit onderzoek over de afgelopen twintig jaar blijkt dat ongeveer 80% van de leerlingen niveau 3F al beheerst;

    Wie de taalconferentie van BON heeft bijgewoond (november 2010, Driebergen), zal zich herinneren dat Amos van Gelderen (UvA) de nodige kanttekeningen bij de referentieniveaus plaatste. En hij is niet de enige. Ook Jannemieke van de Gein heeft erop gewezen dat basisscholieren veel beter presteren dat de werkgroep-taal uit de commissie-Meijerink in de referentieniveaus als wenselijk heeft aangegeven. Ik meen in de volgende publicatie:

    • Jannemieke van de Gein (2010). Wenselijke, haalbare en feitelijke niveaus voor de werkwoordspelling. Kanttekeningen bij de empirische onderbouwing van een doorlopende leerlijn. Levende Talen Tijdschrift, 11, #1, 25-29.

    Zou het de commissie parten hebben gespeeld dat vo-leerlingen geleidelijk een belangrijk deel van hun taalvaardigheid verliezen door het ontbreken van onderhoud in het vo? En dus op hun 18e slechter presteren dan op hun 12e?

    • Je kunt ook ónder F1 van school komen
      Het zal wel aan de gemiddeldes liggen. Op mijn MBO doen we nu een nulmeting bij alle nieuwe leerlingen. De uitkomsten zijn zowel bij rekenen als taal echt schokkend. We hebben in elke klas meerder (VMBO-gediplomeerde !!!) leerlingen die qua taal ónder F1 scoren………………… Hoezo F3?

      • Komt zwakke mbo-instroom niet door zwakke vmbo-uitstroom?
        Ik zit niet geweldig in deze materie, maar is het niet zo dat eind basisschool slechts 75% van de leerlingen geacht wordt aan niveau F1 te voldoen? (En 25% aan F2?)

        Dan ligt voor de hand dat in de doorstroom naar het havo-vwo méér dan 75% van de leerlingen aan F1 voldoet en in de doorstroom naar het vmbo beduidend minder; misschien maar de helft van de leerlingen.

        Dus ook op een basisschool die aan het genoemde criterium voldoet, is het normaal dat slechts de helft van de vmbo-doorstroom direct in de brugklas al onder F1 scoort.

        Terecht merkt Ben op dat een behaald taal- of rekenniveau onderhoud verdient; anders daalt het. Als op het vmbo weinig onderhoud is geweest aan elementair taal en/of rekenen (omdat ze daar de sinus en de boeken van Carry Slee belangrijker vonden) dan is het niet raar dat bij de mbo-instroom het niveau nog eens gedaald is t.o.v. het brugklasniveau vmbo. Ouder worden (‘rijping’) betekent helaas niet dat leerlingen vanzelf beter gaan rekenen, schrijven of spellen.

        Zeker niet in de groep leerlingen die van zichzelf al weinig en met weinig plezier rekent, schrijft of spelt. Bij vwo-leerlingen verwacht ik nog een zekere mate van ‘zelf-onderhoud’ door hun leergierigheid en het type informatie dat ze in hun vrije tijd verwerken.

        De elementaire reken- en taalvaardigheden maken maar een fractie uit van het eindexamen vmbo. Je kunt echt wel voor een vmbo-diploma slagen zonder dat niveau F1 op je repertoire zit.

      • Ter adstructie
        Ik schreef: ‘Je kunt echt wel voor een vmbo-diploma slagen zonder dat niveau F1 op je repertoire zit.’

        Ter adstructie: het CSE Nederlands voor vmbo-BB bestaat uit 27 meerkeuzevragen (je hoeft dus alleen maar een kruisje in een hokje te kunnen zetten) en één schrijfopdracht. Voor die schrijfopdracht hoef je weinig meer te kunnen dan een letterlijk gegeven ‘boodschappenlijstje’ afwerken, wat zinnen overschrijven uit de gegeven opdracht en je naam en adres opgeven. Zo laten wij onze zestienjarigen na twaalf jaar taalonderwijs een centraal schriftelijk eindexamen maken: 27 kruisjes en wat overschrijfwerk. Zie:

        bit.ly/sIM3oW

        Het correctiemodel geeft aan dat je maximaal 6 van de 39 punten mag aftrekken voor een leerling die volkomen hopeloos schrijft, formuleert, en spelt.

        De leerlingen haalden gemiddeld 21 van de 39 punten. Dat wordt bij het CITO blijkbaar ruim genoeg gevonden om te slagen, want 83% van de leerlingen haalde een voldoende. (Zie bit.ly/vtYhVd, en verder de ‘Applicatie’ rechts).

        Bedenk daarbij dat door het grote aantal meerkeuzevragen (gokkans 0,25) de leerling al 7 punten cadeau krijgt. In de schrijfopdracht (‘vermeld je naam, leeftijd en woonplaats’) wordt voor de leerlingen met een IQ boven 50 toch ook al een punt of drie weggegeven. Dan stel ik vast dat het CITO een leerling een ‘voldoende’ geeft voor zijn CE Nederlands zodra die leerling op eigen kracht nog 9 van de resterende 29 punten weet te behalen.

        Een treurigstemmende norm.

        De N-term van dit examen was 1,3. De leerlingen kregen nog een extra zetje ook. Maar wel goede sier maken met ‘83% geslaagden!’.

        Schuilt hierin niet de kern van het probleem van de taalzwakke mbo-instromer? De waanzinnig slappe eisen die in het vmbo aan leerlingen worden gesteld?

  3. Motie 116 – beperking van het (grafisch) rekenmachientje
    We moeten nog even afwachten hoe ze dit precies willen invullen maar indien voor examens van wiskunde B (en D) het grafisch rekenmachientje zou worden verboden dan zou dat m.i. de kwaliteit van het wiskunde-onderwijs verbeteren. De leerlingen zouden weer zelf moeten gaan nadenken in plaats van op wat knopjes te duwen.
    Wat mij betreft mogen ze nog een stapje verder gaan: het rekenmachientje verbieden voor examens van wiskunde B (en D). Wanneer de vragen goed worden opgesteld dan heb je geen rekenmachientje nodig bij wiskunde B.

    • Verbod rekenmachine
      Helemaal mee eens, Bart. De grafische rekenmachine (GR) zou helemaal verboden moeten worden bij het centraal schriftelijk eindexamen (CE) voor vwo wiskunde B. Dat heeft de Resonansgroep wiskunde in haar eindverslag op 4 februari 2008 ook aanbevolen: “Ten aanzien van het gebruik van hulpmiddelen zoals de GR bij het CE verlangt de resonansgroep dat dit geheel verboden wordt. Zij gaat er wel van uit dat ICT-vaardigheden expliciet getoetst worden in het schoolexamen.”

      Het is een van de weinige aanbevelingen die (destijds) staatssecretaris Van Bijsterveldt niet heeft overgenomen in haar beslissing van 8 april 2008. Zij stelde toen over de GR: “Er wordt hier geen beslissing over dat gebruik genomen: de CEVO is bevoegd te beslissen over het gebruik van hulpmiddelen bij het centraal examen.” Met andere woorden: daar ga ik niet over. Jammer, maar misschien is de tijd er nu wel rijp voor.

      • Die tijd is meer dan rijp,
        de uitspraak hieronder is van de nieuwe voorzitter van de CvE vakcommissie voor Wiskunde B:

        “IT use is expected to contribute to the visualization of concepts, and can free students from carrying out operations by hand, thus directing their attention towards concept development and problem-solving strategies. In this way, IT use might lighten the traditional algebra curriculum for them. In the meantime, the integration of technology raises questions concerning the goals of algebra education and the relevance of paper-and-pencil techniques, now that they can be left to a technical device.”

        • Expertise
          Joost,

          Je bedoelt Paul Drijvers. Hij heeft kennelijk het idee dat voor expertise in algebra Geen stevige kennisbasis nodig is. Daarbovenop komt nog de misvatting dat je algebra ook (deels) zou kunnen leren op basis van de verschijningsvorm van formules (jazeker: dus los van wat een en ander betekent), verwijzend naar onderzoek van bijvoorbeeld Kirshner & Awtry (2004). Ik begrijp niets van deze Drijvers-filosofie van het begrijpen van algebra zonder kennis van algebra. Schiet mijn kennis van algebra tekort?

          • Drijvers
            Ik kan er niet bij dat zo iemand voorzitter van de CvE vakcommissie voor Wiskunde B gemaakt wordt. Er is de afgelopen jaren eindelijk weer meer aandacht voor algebra in de eindexamens gekomen, maar nu de zetbaas van Texas Instruments de baas wordt over de examens zal de algebra wel weer verdwijnen (zoals net na invoering van ‘het studiehuis’ gebeurde).

          • Zetbaas?
            Ik kreeg aanwijzingen (maar geen bevestiging) dat Drijvers opschuift in zijn stellingname. Ik zou dat toejuichen. Laten we niet vergeten dat hij niet 1 van de 17 is. Afstand nemen van zijn hobby, en van die symbol (non)sense, lukt hem dat?

            Joost Hulshof

          • 1 van de 17
            Hij was niet 1 van de 17 omdat hij geen hoogleraar was en de realisten lijkt het een brief van uitsluitend hoogleraren wilden (inclusief hoogleraar Stapel die later lieg hoogleraar bleek).

Reacties zijn gesloten.