na roc nu ook oa po aan het dumpen

Volgens de werkpleinen in Nederland is het onderwijs behoorlijk wat ouder personeel aan het dumpen. Veel werkgevers laten daarbij deze nieuwe werklozen in de kou staan zonder outplacement. Ze zijn ertoe wel verplicht, maar niemand die dat controleert. De werkpleinen mogen deze mensen uit het onderwijs niet begeleiden zoals dat met andere werklozen gebeurt. De klassen worden groter, het onderwijs moet met minder mensen hetzelfde of mer presteren en bezuinigt vooral op de duurdere krachten. Vervolgens is er de ww en wellicht een bwoo er bovenop. Hoezo bezuiniging? Het komt nu uit een ander potje bedoel je? De belastingbetaler betaalt voor grotere klassen en tevens voor de uitkeringen van mensen die op straat worden gezet. Hoezo bezuiniging? Volgens mij zijn er wat systemen van slag, ik kan er met mijn pet niet meer bij. Van de situatie enige tijd geleden bij de ROC is dus blijkbaar niets geleerd. In het PO wordt het dus net zo’n ramp?

19 Reacties

  1. In de hele sector…
    …worden oudere leerkrachten gedumpt.
    Noem mij één oudere leerkracht die geen brief gekregen heeft van zijn directie of het geen tijd was om te stoppen. Met een mooie regeling in het vooruitzicht, die op de keper beschouwd veel minder mooi bleek dan werd voorgespiegeld.

    • Naar school, naar school, zie Duimelot
      Maar ik wil er wat leren zei Likkepot
      Waar kan ik kennis vandaan halen vroeg Langelaan
      in het Presbyterium zij Ringeling
      Maar dan ga ik ook zei het Kleine Ding
      Voor mij heeft het toch wel een positief effect. Misschien lukt het om met hulp van die oudere, onvrijwillig werkeloos zijnde leraren BON-scholen met goede bevoegde leraren op te zetten.
      Seger Weehuizen

      • zou een leuke actie zijn
        malmaison dat zou een leuke actie zijn. Was het alleen maar om te laten zien dat er geen grote klassen hoeven zijn zonder dat het duurder is voor de belastingbetaler. Ik zal eens gaan denken hierover

        • ad Elly
          Zo’n experimentele presbyterschool zou voor de overheid kostenneutraal kunnen zijn. Men kan een schatting maken van wat de overheid minder per leerling aan onderwijs zou uitgeven als het aantal leerlingen in het secundair onderwijs de helft zou zijn geweest van wat het nu is en besluiten om dat bedrag voor elke leerling ter beschikking stellen voor het experiment met de presbyterschool. Want de presbyters hoeven dat natuurlijk niet gratis te doen en ook moet wat zij verdienen niet gekort worden op hun VUT-uitkering. Als het blijkt dat er veel VUTters en/of gepensioneerden met zo’n experiment zouden willen meedoen wil ik gaarne dat wij stappen zetten naar de uitvoering ervan.
          Seger Weehuizen

          • als ook meedoen
            Als ook de nu werkloze docenten meedoen, dan kan het nog meer opleveren……..

            Ik zou het al leuk vinden te onderzoeken hoe we dit kunnen realiseren!

          • De eerste stap zou moeten
            De eerste stap zou moeten zijn dat het bestuur van BON een officiële oproep doet aan alle werkeloze en gepensioneerde leraren om zich aan te melden wanneer zij graag bij een ´BON`-school les zouden willen geven. Het BON-bestuur kan vervolgens inventariseren uit welke regio(‘s) voldoende aanmeldingen komen en die leraren, nadat zij hiervoor toestemming hebben geven, met elkaar in contact brengen (personalia uitwisselen).
            Er is hier vorig jaar reeds geïnventariseerd hoeveel leraren je ongeveer nodig zou hebben om een ´BON`-school (niet te groot maar ook niet te klein omdat dat financiëel een lastig verhaal zou worden) op te richten.

            De tweede stap lijkt mij lastiger: het oprichten van die BON-school. Maar wie niet waagt die niet wint, probeer het eens. Ik denk dat je rustig mag stellen dat BON de wind in de zeilen heeft: veel media-aandacht voor de HBO-fraude, veel media-aandacht voor het falende reken- en taalonderwijs, veel media-aandacht voor de zwakke PABO-scholieren, veel media-aandacht voor de ellende op VMBO-scholen en MBO-scholen (CGO), twee sympathiserende parlementsleden, het toenemende besef dat wat minder zweefteverij en wat meer concrete doelen, wat minder zelfstandig werken en wat meer klassikaal onderwijs etc. een goede zaak zou zijn en als toefje slagroom op de taart de plotselingen ontdekking (voor sommige mensen, lijkt het) dat het gamma-onderzoek niet bepaald altijd harde resultaten geeft. Ik zeg dat laatste met alle respect voor de goede gamma-onderzoekers, het is zelfs voor de beste onderzoekers verdomd lastig om goed gamma-onderzoek uit te voeren.

            Misschien vinden sommigen mij nu wat naïef of zelfs erg naïef maar ik geloof dat wanneer 1 zo’n school zou worden opgericht dat daar een olievlekwerking vanuit zou kunnen gaan. Goed voorbeeld doet volgen, zeker wanneer de school die het goede voorbeeld geeft een flinke wachtlijst krijgt omdat ouders en leerlingen zeer tevreden zijn.

          • BON-school? Ik weet het niet.
            Allereerst moet natuurlijk worden vastgesteld dat tal van scholen zich als een goede of zelfs betere school beschouwen. Het is dan zeer de vraag waarin een BON-school zich zou onderscheiden.
            Ondanks vernieuwingsgekten zijn er veel scholen die een koers weten te varen tussen traditioneel degelijk en ‘modern’ waarbij af en toe kleine kniebuiginkjes voor sommige vernieuwingen worden gedaan (ik denk b.v. aan scholen die met een moderne RR-methode werken of met een moderne fijn-praten-taalmethode, maar deze aanvullen met grondige traditionele oefeningen en die veel van die ‘moderne’ stof intussen overslaan).
            Dit soort bestaande scholen zouden misschien wel BON-scholen genoemd kunnen worden.
            Om een nieuwe school te kunnen stichten, moet men zich duidelijk onderscheiden, in beginselen b.v.
            Ik denk dat een speciale BON-school zich niet noodzakelijk bijzonder onderscheidt van die heel goede scholen die vast weten te houden aan inhoudelijke kwaliteit. Die scholen bestaan: ze weten te schipperen tussen populair gedoe en degelijke kwaliteit.

            Tevens zal een BON-school niet kunnen ontsnappen aan de wet.
            Als de wet WSNS verplicht stelt, kan een BON-school zich m.i. niet onttrekken. En als de wet ‘passend onderwijs’ eist, kan een BON-school onmogelijk een ander soort onderwijs gaan inrichten, denk ik.
            Ik zie daarom weinig mogelijkheden voor een speciale BON-school.
            Want BON wil vooral andere politieke beslissingen over het onderwijs.
            Een school stichten die de politieke beslissingen aan haar laars lapt, dat lijkt me onmogelijk. Dat begint subversief te lijken, hoezeer we ook gecharmeerd kunnen zijn van zoiets.

            De einige uitweg lijkt te zijn het stichten van een particuliere school.
            Maar dan moet u ouders bereid vinden een flink bedrag te betalen.
            En overigens: er bestaan dus al particuliere scholen die men misschien wel BON-scholen zou kunnen noemen.
            Een BON-school voegt m.i. dus niet iets toe.

          • Deel een BON-keurmerk uit.
            Dat lijkt me veel realistischer. Dan is het ook aan de scholen of zij ueberhaupt een BON-keurmerk willen ontvangen. En is het BON ook mogelijk de diversiteit in het onderwijs niet zomaar te verwerpen.
            Maar mogelijk kost zoiets veel te veel tijd van mensen die vrijwilligerswerk doen.

          • Ik had bij mijn bovenstaande
            Ik had bij mijn bovenstaande reactie exclusief het middelbare onderwijs in gedachten, meer specifiek het VWO-onderwijs.
            Niet dat het lagere onderwijs minder belangrijk is maar ik zie bij het middelbare onderwijs wat extra problemen voor de leraar:
            – de ´gratis` boeken (minder flexibiliteit bij de keuze voor de methode)
            – de centrale examens, die kunnen een zegen zijn wanneer ze goed zijn maar een obstakel zijn voor goed onderwijs wanneer ze slecht zijn aangezien de schoolmethodes in sterke mate zijn gekoppeld aan deze centrale examens

            Twee concrete voorbeelden:
            – wiskundemethodes die net als de centrale examens veel te veel woorden en veel te weinig algebra bevatten. Ik zou alleen al om die reden geen wiskundeleraar willen zijn in Nederland. Je kan bij wiskunde grondig alles opbouwen (algebra, goniometrie, limieten, continuïteit, differentiëren en integreren, meer ´gevorderde` integratietechnieken etc.) of je kan de theorie verwaarlozen en enkel uitleggen welke formuletjes je moet gebruiken. Zo zou ik bijv. als ik een leraar wiskunde zou zijn graag de vrijheid willen hebben om van mijn leerlingen te eisen dat zij al die die differentialen zelf kunnen afleiden uit de limieten waarvoor ook een basis in algebra is vereist.
            – het natuurkunde-onderwijs wat is aangepast aan de leerlingen die geen wiskunde (lees: wiskunde b) volgen. Ik meen het oprecht dat ik medelijden heb met natuurkundigen (WO) die op die manier natuurkunde moeten onderwijzen, het spreekt voor zich dat ik eveneens medelijden heb met de leerlingen van die leraren. De centrale examens zijn hier een vloek: zij zorgen ervoor dat er in Nederland enkel schoolmethodes verkrijgbaar zijn die zijn aangepast op leerlingen die geen wiskunde (lees: wiskunde b) volgen. Dat vind ik spijtig.

          • De druppel die de olievlek maakte
            Ik denk dat als leraren geen tijd hoeven te besteden aan het oplossen van ordeproblemen en direct al in de eerste klas het onderwijs op VWO-niveau mogen brengen zij de leerlingen van hun Presbyterschool in 5 jaar op eindexamenniveau VWO kunnen brengen. Zo iets moet het huidige kabinet aanspreken. Het zou ook wenselijk zijn om in het eindexamen en het eindexamenprogramma grote veranderingen door te voeren. Bij de vele recente hervormingsvoorstellen voor de bovenbouw was er ook één dat slechts Engels, Nederlands en Wiskunde verplicht wilde stellen. Als al de andere vakken dan Wahlpflichtfächer zouden worden is het waarschijnlijk maar een kleine stap om leerlingen bij Frans en Duits te laten kiezen tussen de huidige versies van die talen waarin die talen slechts als communicatiemiddel worden gezien en een versie, waarin het doel van het leren van de taal is om literaire en beschouwende artikelen in die taal te leren lezen waarbij vertalen grote aandacht krijgt. Ook als er aan de eindexameneisen van wiskunde niet veel verandert moeten de oude wiskundevakken als keuzevakken weer terugkomen.
            Voor leraren die door de vernieuwingen de VUT of de invaliditeit zijn ingejaagd moet het slagen van een Presbyterschool (Je kunt ook van een Veteranenschool spreken maar dat klinkt veel te banaal) een late erkenning van hun gelijk en vakkennis brengen en ik hoop en verwacht dat dat vooruitzicht voldoende oude rotten er toe kan brengen om mee te doen. Eerder hebben ooit al eens 2 oudjes gereageerd.
            Als de minister van onderwijs een experiment met een Presbyterschool wil toestaan (Er moet geld voor opgebracht worden maar bij de gewone scholen hoeft voor minder kinderen gesubsidieerd worden en leerlingen die langs deze weg naar de universiteit willen gaan moeten geacht worden een de leerplicht te voldoen) komt er beslist een olievlek.
            Seger Weehuizen

          • Geen keurslijf van CGO en “passend onderwijs”
            Als je VUTters en ABPers die voorheen leraar waren in wilt zetten in een VWO-school zal dat alleen lukken als je genoemde leraren afwezigheid van de ergernissen aanbiedt die hen in de VUT en en (voortijdig) ABP hebben gejaagd. Ze willen op ouderwetse manier lesgeven zonder zich al te veel met het houden van orde bezig te moeten houden. Dat betekent dat hun leerlingen leerwillig moeten zijn en hun leraar als partner zien op weg naar het opdoen van kennis en inzicht en het slagen voor het eindexamen. Leerlingen die zich onverbeterlijk misdragen moeten zonder kassian van school verwijderd worden en derhalve ook kunnen worden. De leraren willen gevrijwaard worden van allerlei overbodige en bevoogdende vergaderingen. Ze willen ook niks meer te hoeven bijleren; ook al omdat hun hernomen activiteit zich niet over vele jaren zal uitstrekken. Ze willen grotere vrijheid bij het vaststellen van prestatiecijfers van de leerlingen en het geven van proefwerken. Uiteraard willen zij op hun eigen wijze lesgeven. De leraren willen ook geen uitgebreide dossiers van hun leerlingen bijhouden; in het algemeen zal een rijtje prestatiecijfers voldoende zijn.
            Voor de overheid is een Presbyterschool een school die in maximaal 6 jaar scholieren klaar maakt voor een staatsexamen. Geen schoolexamens meer die de leraren in de dubbelrol brengen van leermeester en examinator. De cijfers die de leraren wel geven zijn vooral indicatief en spelen zonodig een rol bij het overgaan. Het moet de buitenwacht duidelijk gemaakt worden dat je leraren die blij waren het onderwijs met al die door hen afgewezen veranderingen die hun deed snakken naar vervroegd pensioen niet kunt inzetten om het tekort aan bevoegde en bekwame leraren op te heffen en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren door hen in een keurslijf te persen. WSNS, CGO en “gepast onderwijs”zijn daarom geen opties.

          • Presbyterschool zou een experimenteersch. moeten worden
            De school zou moeten worden opgezet als een experimenteerschool. Ik ga er van uit dat een experimenteerschool bevrijd kan worden van verplichtingen die voor reguliere scholen wel gelden
            Seger Weehuizen

          • Niet het bestuur maar zijn commissie moet aan het werk
            Het is duidelijk dat de BON-bestuursleden niet al die door Bart genoemde dingen zelf kunnen doen. Ze hebben allemaal naast hun bestuursfunctie een volledige baan. Maar het moet bij voorkeur wel een project van de vereniging BON worden en daarmee komt de eindverantwoordelijkheid bij het bestuur van BON te liggen.
            Om te beginnen zouden wij een Comité d’Initiative moeten vormen dat de beschrijving van het doel en het Plan van Aanpak aan het bestuur ter adoptie voorlegt. Al dat onder stap 1 beschreven werk zullen we echt zelf moeten uitvoeren.
            Voor het uitvoeren krijgen we vervolgens een transformatie van het Comité d’Initiative naar een Commission éxecutive, met de status van een bestuurscommissie van BON. Ik denk dat we de beste kansen hebben als we onder de vlag van BON cruisen. De media en veel Nederlanders hebben we waarschijnlijk op onze hand maar de gevestigde belangen in Onderwijsland zijn zeer machtig. Er zal dus goed over de strategie nagedacht moeten worden die voor de verwezenlijking nodig is.
            Seger Weehuizen

  2. Logisch toch?
    Als de markt regeert geldt het recht van de sterkste. Om zichzelf te verrijken krijgt deze alle ruimte, onder het mom van dat het goed is voor de economie en zuiniger dan als de staat op het geld past.

    Kwaliteit telt niet, menselijkheid al helemaal niet meer.

    Overigens doet mijn school wel oprechte moeite om ook ouderen te kunnen houden.

  3. Laat de leraren van onze
    Laat de leraren van onze publieke scholen maar weer een ambtenaar worden, dat zou volgens mij veel verbeteren zonder enig belangrijk nadeel.

  4. bezuinigen op leraren
    @Bart

    LIA wil dat de leraarsalarissen uit de lumpsum gehaald worden. Dat een school geen nieuwe digiborden kan aanschaffen in het jaar dat de cv-ketel het begeeft is daar aan toe. Dat een school grotere klassen maakt of onbevoegde (dus goedkopere) leraren aanstelt om de begroting rond te krijgen zou verboden moeten worden.

  5. Laus Mediocritatis
    Deze draad ging oorspronkelijk over de basisschool. Als ik over die plannen voor “passend onderwijs” lees dan denk ik als grootouder: Als de overheid zo wil bezuinigen heb ik liever dat mijn kleinkinderen minder lesuren krijgen maar dan wel klassikaal in een gedisciplineerde klas met alleen maar kinderen die het in de klas gegeven onderwijs kunnen bijbenen. Met weinig extra werk voor de juffen buiten de contacttijd. Die daardoor vrijkomende tijd kan dan gestopt worden in apart onderwijs voor probleemleerlingen. Het vroeger correct gebruikte woord “leerplicht” is ondertussen een eufemisme geworden voor “verblijfsplicht” op school. Dat bleek duidelijk uit de discussie die plaats gevonden heeft over de norm van het aantal contacturen in het secundair onderwijs. Werkelijk tenenkrommend, dat niet in staat zijn om onderscheid te maken tussen kwantiteit en kwaliteit. Dat onvermogen om zich te concentreren op het behoud van kwaliteit en dat vluchten in boekhoudkundige spelletjes.
    Het ziet er dus niet naar uit dat mijn kleinkinderen veel zullen mogen opsteken in het basisonderwijs en veel op school aanwezig zullen moeten zijn om daar bezig gehouden te worden. Een droevig wegzinken van een democratie met democratische vrijheden in een moeras van verplichte middelmatigheid.
    Seger Weehuizen

    • ‘Verblijfsplicht’. Mooi
      ‘Verblijfsplicht’. Mooi geschreven, Seger. Het is triest. Je zou er toch bijna voor gaan emigreren.

      Waar gaan de (klein)kinderen van verstandiger mensen (die voor vakinhoud zijn, en niet voor het vage nietszeggende cgo) eigenlijk naar school? Of hebben zij ook niet door van welk bedroevend nivo het huidige onderwijs is? Ik ben bang dat de lust tot leren langzaam maar zeker zal gaan verdwijnen als die inmiddels al niet verdwenen is. Enkele onhoudbare leerlingen (fanatiekelingen) en ‘geleerde’ ouders uitgezonderd. ‘Verblijfsplicht’ is ontmoedigend en maakt murw.

      • Leerrecht
        Leerplichtwet van 1969 is volstrekt achterhaald. Maar in de rechten van her kind staat ook het leerrecht en dat is een internationaal verdrag en gaat dus boven nationale wetgeving. Onze overheid lijkt zich daar echter niets van aan te trekken.
        Zo zitten er ieder jaar duizenden kinderen thuis en dat zij echt niet allemaal a-sociaaltjes.
        Passend onderwijs biedt ook hier geen soelaas, want een bestuur plaatst een leerling naar eigen goed dunken en overeenstemming met ouder en kind hoeven ze niet te bereiken.
        Ondertussen worden niet weigerende scholen door OCW achter de broek gezeten, maar ouders en kinderen vervolgd door leerplichtambtenaren en AMK’s.
        Thuiszitters hebben gewoon recht op goed onderwijs dat past bij hun ontwikkelingsbehoefte.

Reacties zijn gesloten.