Martha Nussbaum: politica of pedagoog?

Ik ben zo vrij jullie het volgende artikel voor te leggen dat oorspronkelijk bestemd was voor mijn website. Ik hoop dat jullie er wat mee kunnen. Het is wel erg lang, dus doe ik er een samenvatting aan vooraf gaan.

Samenvatting: Martha Nussbaum schetst in haar zojuist vertaalde boek ‘Niet voor de winst: Waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft’, een wereldwijde crisis in het onderwijs door de groeiende dominantie van het economisch denken in dat onderwijs. In de VS wordt zij een onderwijssucces gewaar (van “socratisch” dat wil zeggen zelfontdekkend leren, het bij ons berucht geworden competentieonderwijs) dat zij niet als oorzaak van of hulpmiddel tot dat economisch denken aanmerkt. Integendeel, zij wil er de bestrijding van mee aangaan. Zonder leerinhoud verplicht te willen stellen (zij stelt zich scanderend teweer tegen “traditie en gezag”, wat dat ook verder in mag houden) wil zij de geesteswetenschappen de rol toedichten het kritisch nadenken te bevorderen. Rousseau en Dewey staan daarbij voor haar model. Ik zal hierna betogen dat haar dirigisme onnadenkend en gevaarlijk is, omdat het zich niet baseert op historische nauwkeurigheid maar op geloof.

Volgens Henk Hofland in NRC Handelsblad is het mondiaal gesproken een gemeenplaats geworden dat de Verenigde Staten op hun retour zijn. Een supermacht maakt rare sprongen in zo’n situatie voor behoud van respect. Spierballenvertoon. De Romeinen deden dat met steeds meer spelen, Irak deed het met een slecht begrepen regeringswoordvoerder en de VS zetten hun misschien wel laatste troef in: Harvard. Hoe verklaar je anders het dirigistische relaas over onderwijsvernieuwing van een bekende topgeleerde aan die universiteit, de humaniste Martha Nussbaum, waarbij de VS aan de wereld ten voorbeeld wordt gesteld? Haar op één na laatste boek, Not for profit, staat niet alleen bol van ‘politiek correcte’ gemeenplaatsen, het gaat ook voorbij aan nu juist in de VS geschapen onderwijsproblemen. Zoals het competentiegerichte onderwijs, waar ons land tot onze schade niet weinig mee te maken heeft gehad. Om vervolgens die problemen eenzijdig voor te schotelen als pure winst.

Ik kwam op het gedachte-experiment van een supermacht in verval vanwege een andere topgeleerde aan Harvard, Niall Ferguson. Waarom wil hij juist nu zo graag met zijn publiekstrekker, de DVD Civilisation, aan de kijker kwijt dat de VS in de wereldranglijst van beschavingen nog steeds vooraan staat, vanwege haar arbeidsproductiviteit van protestantse origine? In tegenstelling tot collega Nussbaum vond hij het blijkbaar minder opportuun onder zijn “killer apps” (superieure machtsmiddelen) het onderwijssysteem van de VS te rekenen. Waarom gaat het, als hij het over de killer app van het consumentisme heeft, alleen maar over het succes van blue jeans in de wereld, en niet over hongerende armoede naast schandelijke zelfverrijking, torenhoge schuldenbergen, en milieuverwoesting?

Maar wereldmacht in rep en roer of niet, waar het in dit stukje om gaat is het opmerkelijke feit dat een intellectueel formaat als van Martha Nussbaum zich leent voor wat eruit ziet als – wetenschappelijk dun gefundeerde – politieke propaganda. Na deze ferme schoten voor de boeg ben ik een nadere verklaring schuldig aan de hand van wat zij schrijft. Volgens Nussbaum heerst er een wereldwijde crisis in het onderwijs. Tot nu toe bieden de VS daarop de beste antwoorden: in het basis- en middelbaar onderwijs een actief soort van “socratisch” leren, dankzij invloeden van Rousseau, Pestalozzi, Dewey, en in het hoger onderwijs de mondiaal het verst doorgevoerde vorm van humanistisch onderwijs, het liberal arts curriculum. De alarmerende dreiging waaraan deze onderwijssuccessen blootstaan is de toenemende politieke druk om er een middel van te maken voor uitsluitend economisch gewin. Gezagsdragers in het bedrijfsleven en politici, inclusief president Obama (die zelf zijn voordeel heeft gedaan met ‘lib’), zijn verantwoordelijk voor deze desastreuze gang van zaken. Liberal arts, humaniora zijn overbodig in de visie van de econoom. Zij vormen een kostbare en onnodige belasting van het curriculum.

Terwijl, stelt Nussbaum, alleen door kritisch leren denken en door een zelfstandige, actieve deelname aan het onderwijs de democratie te redden is van dit alles overheersende denken in termen van economisch nut en beroepsgerichtheid. Pedagogisch zit het kwaad – en dat op mondiaal nivo – bij het gedachteloos instampen van feiten, met als enig doel het overhoren daarvan op op beroepen afgestemde staatsexamens. Dit alles om studenten om te vormen “tot gezeglijke werktuigen van het traditionele gezag.” “Volwaardige burgers” daarentegen kunnen zelfstandig en kritisch nadenken over de problemen van de wereld en zich een afgewogen oordeel vormen. Daartoe dient men met studenten gedurende de les “socratisch” in gesprek te gaan. Terwijl de factor spel daarnaast in het onderwijs een cruciale rol moet spelen, vooral ook in de vorm van literatuur en kunst.

Dit laatste thema vooral had mijn aandacht getrokken. (Vanwege een interessedeformatie die mij sinds een paar decennia parten speelt.) Niet ten onrechte, zo bleek. Nussbaum zegt daar in het betreffende hoofdstuk belangwekkende dingen over. Zoals daar zijn, de noodzaak van het aanleren van verwondering en medeleven, door middel van liedjes en verhaaltjes, de betekenis van kunst als spelvorm voor volwassenen, de bijdragen van zowel Dewey als Tagore op dit gebied, van het (zwarte) Chicago Children’s Choir en de als vanzelf sprekende toepassingen van kunstuitingen bij leerprocessen op het Indiase platteland.

In het licht van een steeds terugkerende slogan over het belang van kritisch denken om een volwaardig, democratisch wereldburger te worden, in scherpe tegenstelling tot de bestaande, overheersende slaafse kennisoverdracht, staat het humanisme bij Nussbaum aan de zijlijn. Als ware het volledig opgegaan in een links partijprogramma. Het overduidelijke streven van de schrijfster is het om alles in het teken van links=goed te stellen. Niet ‘de humaniora’ als zodanig worden bedreigd in Nussbaums visie, maar de kritische oordeelsvorming die ermee gebaat is. Niet het intellectuele reservoir dat die humaniora kunnen bieden staat op de helling – integendeel, “oude boeken van dode mannen” krijgen er herhaaldelijk van langs – maar veeleer de vaardigheden om tradities van andere culturen te leren begrijpen. Het zo glorieus ten voorbeeld gehouden Liberal arts curriculum van de VS – door Anthony Kronman een paar jaar geleden nog disfunctioneel genoemd vanwege de angst van docenten om voor autoritair door te gaan (in het boek Education’s End: Why Our Colleges and Universities Have Given Up on the Meaning of Life), is bij Nussbaum eenduidig succesvol. Maar zoals gezegd, steeds als het daarbij gaat over niet-westerse culturen. Daar vinden we de verplichte onderdelen in het leerplan. Daar ook – en alleen daar – wordt het woord ‘traditie’ in begunstigende zin gebruikt.

Wat mij het nog meest stoort in het boek is dat een humanist als Martha Nussbaum blind lijkt voor het antihumanisme waar zij een lans voor breekt, waar zij veelvuldig refereert aan Rousseau’s Émile en Dewey’s navolging daarvan. In hoeverre volgt zij Rousseau in het semireligieuze fundamentalisme van het zelf dat hij het daglicht heeft laten zien? In de afgelopen eeuwen heeft dat het ideaal doen postvatten in het onderwijs met een minimum aan culturele bronnen een maximum aan ‘vrijheid’, mondigheid, en kritiekvaardigheid te onderwijzen. Nussbaums kritische vermogens gaan geen enkele keer richting onderwijsverarming door verwaarlozing van kennisinhouden. Haar kritiek betreft de markt en niets meer dan de markt. (Die overigens wel weer beschikt over een te waarderen kritisch en onderscheidend vermogen, zoals zij schrijft.) Het bedrijfsleven dat zij aan de schoolpoort tegen wil houden met haar slogans, komt via de achterdeur de school weer binnen, waar zij pleit voor zich niet aan inhoud storende gebektheid en sociale vaardigheden.

Hoe serieus moeten we haar geprikkeldheid over oude literaire werken nemen? Zoals in haar Dewey-citaat: “abjecte afhankelijkheid van klassieke ‘belangrijke boeken’ verzwakt en fnuikt in ernstige mate de kracht van het denken.” In haar boek Cultivating Humanity neemt zij een genuanceerd maar evenmin aan de praktijk getoetst standpunt in. Daar stelt zij zich citaten uit de Oudheid ten voorbeeld die het passief nabouwen van teksten veroordelen. Humanistische pedagogen hebben daar, zoals ik in mijn proefschrift Clio’s kerstening aan de orde heb gesteld, altijd al op gewezen. Erasmus en zijn leerling Vives wezen, als ware het een vanzelfsprekendheid, op de gevaren van kritiekloos lezen. In de Oudheid besloot elke schoolse tekstbehandeling standaard met een – vierde – fase van het eindoordeel, de ‘krisis’ in het Grieks of het ‘iudicium’ in het Latijn. Het is verbazingwekkend dat Nussbaum onbekend is met deze reguliere, schoolse inzet van het kritisch leren denken. Liefde voor een tekst die ook nog – “slaafs” – uit het hoofd geleerd werd stond geheel niet op gespannen voet met een kritische beschouwing van diezelfde tekst. Integendeel, de beide elementen, het slaafse en het kritische, vulden elkaar aan in een en hetzelfde didactische concept.

Nu gaat het er mij niet om dat de vreemde tradities, die Nussbaum haar studenten zo gaarne voorhoudt, niet leerzaam zouden zijn. Integendeel, daar hebben zij en Dewey wel degelijk een punt. Het gaat mij er ook niet om dat de eigen tradities en cultuur op een storende manier gezaghebbend kunnen zijn en aan kritiek moeten worden blootgesteld. Het gaat erom dat, net als bij Rousseau, álle traditie van de eigen cultuur bij Nussbaum in een kwaad daglicht wordt gesteld. (Zo refereert zij aan een onderzoek waarbij mensen door beïnvloeding van anderen tot het slaafs verrichten van steeds meer kwaad gebracht worden. Onderzoek waarbij navolging tot steeds meer goeds leidt is hier geheel niet im Frage!) Nussbaum doet het voorkomen alsof zij zich niet bewust is van het feit dat studenten überhaupt geen of steeds minder “oude boeken” lezen. En al helemaal alsof zij niet bekend is met de funeste invloed van Rousseau op dat gebied.

Zo heeft zij aan bekende Goetheaanse (neo-) humanisten, zoals de in de VS zeer invloedrijke Irving Babbitt met zijn Literature and the American College (1908) en Thomas Mann, ook niet onbekend in de VS, met zijn Goethe und Tolstoi (1932), blijkbaar geen boodschap. Beide hebben – en niet voor niets zoals nu blijkt – gewaarschuwd voor de vernietigende invloed van Rousseau op de humaniora in het onderwijs. Laatstgenoemde schrijft daarover dat het idee van zelfontplooiing van betekenis kan zijn, vooral voor arme mensen die afgezonderd leven, zoals in Pestalozzi’s Zwitserland. Maar (en in mijn slaafse navolging van Mann ben ik zo vrij om hem hier aan te halen in zijn eigen Duits): “das Verderblichste der Welt werde es, sobald es aus den ersten Elementen herausgehe, auf Sprache, Kunst und alles Wissen und Können angewandt werde, welches notwendig ein Überliefertes voraussetze. … Und nun gar der Dünkel (eigenwaan), den dieses verfluchte Erziehungswesen errege … Da falle alle Respect, alles weg, was die Menschen unter einander zu Menschen mache.”

Dat klinkt behoorlijk actueel. Als je het zo bekijkt staat er ook nogal wat op het spel wat Thomas Mann – en, laat ik hier maar kleur bekennen, ook mijzelf – betreft. Het is geen ondoordachte misstap waar het hier om gaat, geen miscalculatie van een boek, de Émile, dat voor menigeen te dik is om te lezen. Het gaat om meer, iets hogers zelfs. Het wereldwijde denken (dat eveneens van rousseauaanse snit is) dat Nussbaum zo hartstochtelijk propageert, kent boventonen van een van voorouders verlossende begeestering, die weinig meer met “Socrates” te maken heeft. Veel meer heeft die begeestering te maken met een soort awakeningsbezieling, in dit geval de vierde Great Awakening in Amerika sinds 1960, zoals door William McLoughlin baanbrekend is beschreven in Revivals, Awakenings, and Reform.

Fanatisme is nou niet bepaald een kenmerk van het humanisme – verre van, daar mag soms best een tandje bij wat mij betreft – en al evenmin van “Socrates”. Zolang Nussbaum daar geen kritisch standpunt tegen inneemt – het populisme in de kaart spelend met zijn aanvallen richting ‘linkse kerk’ – zolang blijven de volgende – door mij zo letterlijk mogelijk vertaalde – citaten uit de Émile slaafs en kritiekloos nagalmen in hoofden van veel pedagogen:

“Emile zal nooit iets uit zijn hoofd leren, ook geen fabels, zelfs niet de fabels van LaFontaine, hoe ongevaarlijk en aantrekkelijk ze ook zijn. Want de woorden uit de fabels zijn niet meer fabel dan de woorden van geschiedenis geschiedenis zijn.”
“Ik haat boeken! Ze leren alleen over datgene te praten wat men niet weet.”
“Geweten! Geweten! Goddelijk instinct, onsterfelijke en hemelse stem; zekere gids van een onwetend en begrensd bestaan, maar intelligent en vrij; onfeilbaar oordeel over goed en kwaad, die de mens op God doet gelijken! … Dankzij de hemel, zijn we aldaar bevrijd van heel het afschrikwekkende apparaat van de filosofie: we kunnen mensen zijn zonder geleerden te hoeven zijn.”
“Mijn methode blijft het om die regels niet aan een hoge filosofie te ontlenen, maar ik vind ze op de bodem van mijn hart geschreven door de natuur in onuitwisbare karakters. Ik hoef alleen mezelf maar om raad te vragen voor wat ik doen wil: alles wat ik als goed ervaar is goed, alles wat ik als slecht ervaar is slecht: de beste van alle moralisten is het geweten; en alleen door met haar te onderhandelen krijgt men toegang tot de subtiliteiten van de rede. Maar het is niet genoeg dat die gids bestaat; we moeten haar kennen en volgen.”
“Alle ware voorbeelden voor de smaak vinden we in de natuur. Hoe verder we afraken van die lerares, deste slechter zijn onze afbeeldingen. … Maar we laten ons leiden door de kunstenaars, machtigen en rijken; en wat hen leidt is hun eigenbelang of hun ijdelheid. … Dus wat pretendeert mooi te zijn staat ver van de natuur, doet niets dan haar tegenwerken. Ziedaar hoe luxe en slechte smaak onscheidbaar zijn. Overal waar smaak kostbaar is, is zij slecht”
Van vóór de Émile (uit: Discours sur les sciences et les arts):“God almachtig, die in uw hand de geesten houdt, bevrijd ons van de kennis en de heilloze kunsten van onze vaders, en geef ons de onschuld, de onwetendheid en de armoede terug, de enige waarden die ons gelukkig maken en die u kostbaar zijn.”
Van ná de Émile (uit: De l’imitation théatrale):“O deugd! Sublieme wetenschap der eenvoudige zielen, ofschoon tal van moeiten en middelen ingezet zijn om haar te kennen. Zijn uw principes niet in alle harten gegraveerd, en is het niet voldoende om uw wetten te begrijpen door terug te keren in uzelf en te luisteren naar de stem van het geweten in de stilte van de hartstochten? Ziedaar de ware filosofie, laten we daar vrede mee hebben; en zonder de glorie te benijden van beroemde mensen die zich onsterfelijk maken in de republiek der letteren, laten we trachten tussen hen en ons de glorieuze afstand te nemen die men eertijds tussen volken waarnam; dat de een het goede weet te zeggen, de ander het goede te doen.”

Voor meer citaten, alsmede hun exacte vindplaats, zie mijn website www.guidoeverts.nl onder de knop “Kernverhaal”.

PS Nog eventjes een antwoord op b. verkroost hieronder. Hij/zij schrijft: “Laten we het debat voeren “op de inhoud” zonder verdachtmakingen richting Martha Nussbaum. Het mens is links, nou en.” Het is waar, het debat moet op inhoud worden gevoerd, en dat werd het hier en daar ook wel degelijk, hieronder en bij mij. Het is ook waar dat “het mens” links is. Wat mij betreft mag dat meespelen in een wetenschappelijk discours, mits daar in voldoende mate naar verwezen wordt. (Net als een eigen mening in een stuk: even bij vermelden, anders gaan de zaken door elkaar lopen, en geen groter vijand van de rede dan dat, is mijn idee.) Waar Verkroost de fout in gaat is in dat “nou en”. Het doet er wel degelijk toe in hoeverre je een boodschap uitdraagt. Mij ging het in mijn stukje erom dat die boodschap a. niet expliciet gemaakt werd, en b. zelfkritiekloos voorgelegd werd aan de lezer terwijl het moeten kunnen leveren van kritiek nota bene centraal staat in het boek van Nussbaum. En ja, ook ik bewonder haar stijl, de inhoud van haar werk en zo nu en dan haar boodschap. Precies de reden van mijn “gedachte-experiment” met dat spierballenvertoon uit de VS. Waarom zoekt Nussbaum het bij platte linkse slogans en niet bij het haar veel vertrouwdere humanisme? Dat lijkt mij de moeite van een alarmering waard. Juist door haar vertrouwenwekkendheid wint zij de zielen van velen. Als zij dan onnadenkend met Rousseau gaat zwaaien mag zij het stempel ‘links’ best als een negatieve connotatie krijgen toegevoegd.

Tenslotte, nog iets over een misverstand met betrekking tot de humaniora. Het onderwijs in literatuur, geschiedenis en levenswijsheid zijn in het Westen vooral toebeschoren aan een kleine, hoog geschoolde groep. Als Nussbaum beter naar Tagore had geluisterd, was zij niet zo lichtzinnig met “Rousseau” omgesprongen maar had zij de grote filosoof met de van haar bekende felheid op zijn plaats gewezen. Van Tagore deelt zij mee dat zijn leerlingen “eerst een goede kennis van de Bengaalse taal en tradities” meekregen. “Alle inspanningen waren er voortdurend op gericht om het onderwijs te wortelen in het lokale … om vervolgens de horizon te verbreden door kennis te verwerven van taal en cultuur van verre landen en volken.” Ziedaar de functie van de humaniora in het Westen: de leerling wortelen in de eigen cultuur. Pas daarna de wijde wereld in. Nussbaum had ons haar pamflettisme kunnen besparen door Tagore’s inzicht over te nemen en dat van Rousseau te verwerpen. Eerst het een, dan het ander. Zo doen we dat soort dingen in het onderwijs. En competities? Ja, die staan dan maar nog een paar jaar aan de zijlijn. Geld verdienen en jezelf verkopen doe je later maar. Maar dan wel met de nodige cultuur in je bagage!

77 Reacties

  1. Kapotte grammofoonplaat
    Mevrouw Nussbaum (1947)* is de vorige veldslag* aan het voeren. Ze is een gelauwerde ‘pundit’* in Amerika. De aangehaalde discussie kunnen we daar laten.

    Nederland weet het wel met Jean-Jacques Rousseau en John Dewey*. De uitwerking van hun ideeën in het hedendaagse onderwijs is één van de redenen voor het oprichten van Beter Onderwijs Nederland geweest. Wat ‘socratisch leren’ hiermee te maken heeft is mij onduidelijk.

    De ‘liberal arts’ geven een vrijbrief aan hoogleraren als Nussbaum om ‘hun eigen ding’ te doen. Studenten worden tot ‘kritische burgers’* gevormd. De ideologie van de maatschappelijke relevantie vervloeit in (de juiste) politieke opinie. De ‘liberal arts’ nemen ‘cherry picking’ de wereldliteratuur tot zich. Studenten die niet in het ‘kritische plaatje’ passen en klassiek gedegen onderwijs* verlangen kunnen het het beste één universiteit verder proberen om een volwaardig klassieke studie in de humaniora te volgen (als deze nog bestaat). Deze studenten* verliezen studietijd (en belastinggeld).

    Guido Everts, mijn mening over de mening van Martha Nussbaum? Zij representeert de crisis in het onderwijs daar zij niet tot neutraal lesgeven in staat is. Het hoger onderwijs van Amerika is anders ingericht dan dat van Nederland (financiering e.d.). Nederland deed het vòòr de Amerikaanse invloeden goed. Bespaar me de pretentieuze moraalridders die verveeld een nieuw actueel thema ontdekken. Red het (academisch) onderwijs.

  2. de vrije mens
    Die zogenaamd vrije mens die op de bodem van zijn ziel schatten zou herbergen die bij die vrije ontwikkeling tot grote bloei zouden komen, die komt helaas niet los van zijn beperkingen en zijn kwalijke neigingen.
    Het traditioneel onderwijs bleek beter in staat enige beperkingen op te heffen en enig moreel gezag te vestigen.

  3. Woorden
    Guido,

    Kun je voor mijn goede begrip in een paar woorden weergeven waar Nussbaum voor staat en wat jouw probleem daarmee is?

    • Je vraagt wel veel, Ben!
      Hoe simpel wil je het hebben? Klassiek-linkse mantra’s zijn voor weinig woorden vatbaar. VOOR DEMOCRATIE EN KRITISCH LEREN LEREN, TEGEN MARKT, TRADITIE EN GEZAG!!!! Het wordt wat pijnlijk steeds diezelfde woorden te herhalen. Zie voor Nussbaums probleemstelling alinea 3, voor mijn probleem met haar alinea 9.
      Groet, Guido

      • Overvragen?
        Guido,

        Je gebruikt heel grote woorden. In jouw alinea 3 (als ik goed tel) zie ik niets dat de opwinding rechtvaardigt. Alinea 9 begrijp ik niet.

        Mijn handicap is dat op mijn boekenplankje-Nussbaum dat laatste boek mist: Not for profit. Ik dacht dat ik met haar Creating Capabilities (2011) weer aardig bij was. Niet, dus? Ha, ik zie het al: ‘Not for Profit’ is 2010, niet haar laatste boek, dus.

        Mag ik erop wijzen dat de luitjes die in de VS de hoofdverantwoordelijken zijn voor de financiële crisis, de briljante afstudeerders zijn van Harvard en andere Ivy League instellingen?

        Is het een gekke gedachte dat er missschien iets mis is gegaan in het onderwijs aan deze puissant rijke onderwijsinstellingen? Je kunt die gedachte vinden in een eveneens tamelijk recent boekje van Robert Sternberg (2010) College Admissions for the 21st Century. Harvard University Press.

        Of beweert Martha Nussbaum precies het omgekeerde? Je stuk werkt deregulerend op mij. Vandaar ook mijn kennelijk lastig te beantwoorden vraag.

        Uit de korte tekst op de site van Princeton University Press begrijp ik dat Nussbaum het over het Amerikaanse onderwijs heeft, en over de barbarij in de Amerikaanse samenleving (‘barbarij’: naar Nederlandse maatstaven). Is dat niet zo?

        • Je had wel gelijk, Ben, zo beter?
          Ik heb een samenvatting toegevoegd voorafgaand aan de wel erg lange tekst. Het is meer voor spitters bedoeld dan voor de vlotte lezing. Ik hoop dat het zo beter te lezen is. Nussbaums Not for profit is zojuist in het Nederlands vertaald, vandaar mijn commentaar (in het Nederlands). Maar je hebt gelijk wat de VS betreft: ik zal haar laatste boek bekijken. Het is inderdaad bespottelijk, zoals je over Harvard schrijft, dat Nussbaum zo triomfantelijk doet over het onderwijssysteem in de VS. Bovendien schreef ze in een lezing in de Groene Amsterdammer over het belang van ‘lib’ op universiteiten. Dus alleen voor bofkonten die de universiteit hebben gehaald, zoals ik in een ingezonden brief schreef. Maar de kern van het probleem ligt wat mij betreft toch bij het overstrechte en nog steeds hardnekkige geloof in zelfontplooiing dat ook in ons land al sinds prof. Langeveld (met zijn “zelfverantwoordelijke zelfbepaling”) de dienst uitmaakt, zoals door Rousseau het eerst verwoord.

          • Re MN: politica of pedagoog?
            Eerst reageer ik op de interessante bijdrage van Guido Everts. Een tweede, latere reactie betreft de polemiek Sympa-BW, maar of ik me in die slangenkuil begeef weet ik nog niet..
            Bedankt Guido voor je interessante verhaal. Voor mij had je die 3 A-4tjes niet hoeven samenvatten.

            Met de equivalering van socratisch, zelfontdekkend leren en het cgo zit MN er inderdaad erg naast. Hoe MN zelfontdekkend leren en cgo socratisch kan noemen ontgaat me. Ze zit er ook naast met haar invulling van de artes liberales, enige centrale opvattingen van Rousseau en van Dewey en het begrip humanisme om me te beperken tot BON-gerelateerde onderwerpen. Dat kan natuurlijk allemaal niet zomaar, maar Martha kan het wel. Een paar opmerkingen, voor meer is geen plaats.

            De receptie van Rouseau en van Dewey heeft inmiddels zo’n omvang bereikt dat er zowel onder de voor- als tegenstanders van deze auteurs eigenrichtingen zijn ontstaan die elkaar bestrijden. Dat zou niet nodig zijn als men de grote roerganger beter had bestudeerd. Dat had bij de zondagfilosoof Rouseau overigens weinig geholpen want die spreekt zichzelf vaak tegen. De Rousseau-exegese van MN is duidelijk en aantoonbaar een eenzijdig verkeerde. Waar Rousseau’s opvattingen toe kunnen leiden werd al in 1952 prima beschreven door J.L. Talmon, hoofdstuk 3 van zijn The origins of totalitarian democracy. Belangrijker is dat R.’s opvattingen met elkaar strijden. Dat kun je van Dewey niet zeggen maar de kritiek op hem is inmiddels zo groot dat je eigenlijk de voorstanders niet meer ziet. Hier zo’n < anti dewey page>
            De liberal arts en de socratische methode zijn sinds de oude Grieken de pijlers onder traditioneel en degelijk onderwijs en inmiddels dus ook onder BON. Cgo en zelfontdekkend leren zijn dat niet. Hoe zij daar precies over denkt is me niet duidelijk geworden uit Guido’s relaas.
            De Italiaanse humanisten uit de Renaissance hebben helemaal niets te maken met de humanistische organisaties en hun gedachtegoed van nu, MN lijkt die veelgemaakte fout te maken.
            Over de vermenging politiek-academie die MN pleegt -dat is zeker- misschien later meer.

            Willem Smit

          • Toevoeging Re MN: politica of pedagoog?
            Op de gelinkte anti Dewey page vond ik dit voortreffelijk overzicht van de Dewey-discussie in de VS.
            NB. Er zijn drie afleveringen.
            Kom daar hier eens om, wat een naar land.
            CUNNINGHAM

            Willem Smit

          • Talmon, een prima bron!
            Beste Willem, dank voor je compliment en wat leuk dat je verwijst naar Talmon. Ik heb het boek dat je noemt nog niet gelezen maar ga dat spoorslags doen. Wel heb ik zijn Political Messianism in de kast staan en al gebruikt. Ook een uitstekende bron. Je vraagt hoe Nussbaum over zelfontdekkend leren denkt: dat weet ik niet en ik denk zij zelf ook niet. Zij laat zich namelijk nergens verleiden tot een meer gedetaillerde visie op het onderwijs dan te beluisteren in linkse slogans. Toch meent zij als classica een boodschap uit te mogen dragen. Ik troost mij met de gedachte dat wij in ons land (en vooral bij BON) wat verder zijn dan zij. Dus koesteren wij ook niet zulke torenhoge idealen met wereldwijde plannen voor het vestigen van een meritocratische onderwijscultuur op Westerse leest geschoeid, zoals zij in haar laatste boek doet. Daar zijn tegenstemmen als die van Talmon urgenter dan ooit!

          • Schools for subjectivists
            In ‘Schools for Subjectivists’ (2007) beschrijft C.A. Baylor (leraar geschiedenis) de uitdagingen die hij ondervindt bij het onderricht van leerlingen tot kritische burgers.

            Hij meent dat bepaalde aannames van het ‘progressieve onderwijs’ niet kloppen. Grof gesteld: inspanning vs resultaat; opinies vs objectieve feiten; gelijkwaardigheid als mens vs gelijkheid in kennis; oproep tot rechtvaardigheid vs objectieve standaard; individuele uitzondering vs algemeen kwaliteitsniveau; emoties vs regels en feiten. Hij beschrijft de ‘pros and cons’ van progressief en traditioneel onderwijs. Zijn conclusie is dat het moderne onderwijs lijdt aan een filosofisch en cultureel loslaten van objectiviteit (vrij vertaald).

            “Therefore, those looking for quick, easy cures for our ailing educational system are doomed to disappointment. The illness does not stem from a lack of dedicated teachers or money, and it won’t be cured by prayer and uniforms in the classroom. The sickness of modern education stems from a much wider philosophical and cultural abandonment of objectivity.”

          • Schools for subjectivists (2)
            Kopjes: Emotions as Gods; An Emotionalist Pedagogy; At War with Individuality; Emotionalist Administration; Critical Solutions

            “As Ayn Rand once observed, this is exactly what was prescribed by John Dewey’s then–“progressive” education: “Education is to be ‘relevant,’ relevant to the ‘real interests’ of the child—above all, to his interest in ‘self-expression.’ His ‘self,’ in this context, is his ‘instincts’ and his ‘spontaneous impulses’; their natural ‘expression’ is: action.” Within this view, the “self” is whatever unquestioned smorgasbord of feelings and cultural bromides that children have accumulated without thinking. Education, then, becomes a tool for undermining their reason by teaching them to accept this false “self” uncritically, unless it does not fit within a social consensus.” (zie kopje ‘At war with individuality’)

            “In fact, Dewey downplayed facts and information precisely because they encouraged selfishness and independent thinking. He wrote that “the mere absorbing of facts and truths is so exclusively individual an affair that it tends very naturally to pass into selfishness. There is no obvious social motive for the acquirement of mere learning, and there is no clear social gain in success thereat.” (zie kopje ‘At war with individuality”)

            FYI: Ayn Rand* en filosofie*.

      • veel vragen
        Beste Guido,

        Mag ik ook veel vragen? Het is zo’n lap tekst. Abstract and keywords zouden helpen.

        Joost Hulshof

      • Vragen voor Ben
        1. Briljante Ivy League alumni als hoofdverantwoordelijken van de financiële crisis? (M.i. een simplificatie* van de werkelijkheid.)
        2. Wat weet Robert Sternberg* van wat er ‘mis is gegaan in het onderwijs aan deze puissant rijke onderwijsinstellingen’ (: de Amerikaanse topuniversiteiten)? Hij is toch psycholoog? Is hij daarnaast opinieleider?
        3. De barbarij in de Amerikaanse samenleving? Waar staat dat in de recensie van Nussbaum’s boek op de website van Princeton University Press? Of is deze stelling van jou?
        Ik proef een niet aangename vooringenomenheid. Tussen de regels door begrijp ik wat je wil zeggen Ben. De priemende vinger stoort mij.

        Met deze generalisatie in gedachten zal Nederland snel dienen te handelen en een paar ethici naar de Ivy League universiteiten moeten vliegen om een volgende financiële crisis af te wenden. Wellicht kunnen de Ivy League alumni ons helpen met de eurocrisis. Dan is het gelijk oversteken.

        Mijn advies: ga naar een middelmatige provinciale universiteit als je niet in ethische problemen wil komen; een grootbank wil je niet hebben. 😉

        • Vraag 2: Robert Sternberg
          Over recent werk van Robert Sternberg zie mijn stuk:

          Individual differences. Intelligence & Thinking Styles in the work of Robert J. Sternberg

          benwilbrink.nl/publicaties/10SternbergSocrates.htm

          Daaruit:

          I received Sternberg’s book only on last thursday. I must say that I am impressed. It is almost a political pamphlet about the state of testing and assessment by one of the leaders in the field of psychological testing and theory. The verdict is: assessment, testing, as well as instruction itself, are too narrowly focused on analytical capabilities and knowledge. The field has not really known any progress since the early 20th century. Urgently needed is more recognition of individual differences in intellectual functioning, and the immense potential recognition of these differences will have for the quality of instruction, and the power of alumni to contribute to society in meaningful ways. Sternberg is worried about the highly educated leaders, selected on the basis of analytical intellectual abilities, that have caused the world wide financial crisis. They have used their highly analytical capabilities to enrich themselves, not for the common good. Wisdom lost.

          • Political Pamphlet
            Jij vindt het dus blijkbaar goed dat academici (in hun rol van academicus) politieke pamfletten schrijven (tenminste: als jij hun politieke mening deelt). Guido Everts lijkt dit niet goed te vinden.

          • academische politieke pamfletten
            Mark,

            Of je dat zo wilt noemen, dat vind ik best.

            In mijn academische opleiding was het een hot issue dat je als acamicus je maatschappelijk verantwoord diende te gedragen. En daar hoort dus bij dat je misstanden en ander ongerief dat zich op jouw academische pad bevindt, signaleert, aanpakt, er iets mee doet. Vandaar ook mijn aanwezigheid op dit forum.

            Ben.

          • Die pet past ons allemaal
            Ben, welke ‘misstanden en ander ongerief’ ben je op je wetenschappelijke pad zo al tegengekomen? De kernenergiediscussie? De financiële crisis? De problemen in de derde wereld? Achterstandskinderen die niet naar school kunnen?

            Leiden jouw verschillende petten je niet af van je werkelijke werk? Of vloeit jouw onderzoeksonderwerp naadloos in jouw privémening en poltieke opinie over? Je loopt hiermee het risico minder serieus te worden genomen als wetenschapper.

            Het hebben van een privémening – niet op gedegen onderzoek gebaseerd – is niet voorbehouden aan beoefenaars van de wetenschap. Iedereen heeft een privémening. Men noemt dit denigrerend borrelpraat.

          • Die pet past ons allemaal (2)
            De wetenschappelijke vrijheid wordt gebruikt voor het etaleren van een privémening op welk maatschappelijk terrein dan ook (zie Nussbaum). Er is een onevenredigheid ontstaan. Weinig werkgevers staan dit tijdens werktijd toe. De invloed van ideologie op het politieke – en beleidsdiscours is sinds de jaren zestig van de vorige eeuw groot geweest. Jouw woorden: ‘signaleert, aanpakt, er iets mee doet’. Is de ‘wetenschappelijke’ kwaliteit hoger? Wat is dit bij de democratische besluitvorming waard (denk aan andere meningen; ‘zwijgende meerderheid’)? Het komt zo arrogant over.

            Er zijn talrijke voorbeelden van ideologische stellingnamen te geven. Laten we ons bij BON beperken tot het onderwijs.

        • vraag 3: barbarij
          De Amerikaanse samenleving is barbaars, naar Europese maatstaven. Onsolidair. In zichzelf gekeerd. Agressief naar buiten. Neem willekeurig welke indicator van solidariteit, en vergelijk die met Nederland, Scandinavische landen, Europa, Canada. Begin maar met babysterfte, zorg voor ouderen, medische zorg in den brede. Agressiviteit: de ene oorlog na de andere, extreem gewelddadig gedrag daarbij.

          • kleine voetnoot: solidariteit
            Het woord solidariteit is m.i. dermate misbruikt, dat ik mij verbaas over het gebruik ervan door de heer Wilbrink. Ik zou er niet over begonnen zijn als het niet ter sprake was gebracht, want ik weet hoezeer men hier geen politieke discussies wil.
            Maar solidariteit werd door overheden afgedwongen. Dat noem ik geen solidariteit meer, zeker niet sinds wij solidair met Griekenland en andere rovers zouden moeten zijn.
            Daarnaast werd de schuldencrisis mede veroorzaakt door overheidssolidariteit: op grote schaal werden hypotheken verstrekt aan de ‘zwakkere’ niet kredietwaardigen. Dit veroorzaakte een ‘boom’ waardoor de huizenprijzen bleven stijgen en banken toch nog konden verdienen als armlastigen hun hypotheekschuld niet meer konden betalen: het huis werd met winst verkocht. Maar toen de boom plofte, werd duidelijk dat schulden niet meer betaald gingen worden.
            Tenslotte bleek solidariteit in het onderwijs te leiden tot het naar beneden schroeven van de eisen, waarmee men dacht de zwakkere leerling tegemoet te komen.
            Ik wil dat woord solidariteit niet meer horen: het is te kwalijk misbruikt.

            Deze reactie is een voetnoot die vanzelf volgt op een politieke uitspraak gedaan door de heer Wilbrink. Ik was er niet over begonnen als hij het niet ter sprake had gebracht.
            Ik vind deze reactie dus wel op zijn plaats, maar zal het hier bij laten.

          • Niet op zijn plaats
            Onbenullige voetnoot.
            Stuk voor stuk punten die niet relevant zijn. Hier wordt het woord ‘solidariteit” tendentieus neergezet. Laten we hier mee op houden want deze reactie vind ik niet op zijn plaats.

        • vraag 1 Ivy League
          Een empirische kwestie. Als het je interesseert: neem de top van bancaire instellingen, zie waar zij hun opleiding hebben genoten.

          Harvard Business School, als ik me goed herinner uit persberichten, is zich kapot geschrokken, en heeft een andere koers ingezet.

        • Off topic
          De kritiek op management schools (MBAs e.d.) ken ik. Dit onderwerp is ‘off topic’ van wat Guido Everts wilde zeggen.

          De ‘intellectuele’ discussie gaat richting politiek. Blijkbaar kan men bij dit soort onderwerpen niet anders. Mijn mening is dat een politieke opinie het academische discours niet mag verstoren. Het neutrale onderwijs (en onderzoek) wordt erdoor geschaad. Wat moet ik van een wetenschapper denken die op de politieke preekstoel staat? Indien er geen gedegen onderzoek is gedaan, blijft de schrale opinie over. Daarvoor was wetenschap toch niet bedoeld? Dit is exact mijn wrevel bij Nussbaum. Zij had de journalistiek in kunnen gaan om columnist te worden. Net zoals Roos Vonk (hoogleraar sociale psychologie) doet. Het luid verkondigde ‘het is toch zo’ is niet wetenschappelijk. De tienregelige persberichten evenmin. Hebben deze verschijnselen met massamedia (en ontkerkelijking: gebrek aan dominees) te maken? Is de individualisering reden tot stuurloosheid?

          Een oplossing is iedere faculteit een stempel van een politieke partij (of: christelijke, socialistische, liberale, milieuvriendelijke enz. moraal) te geven. Een nieuwe verzuiling. Men hoeft de schijn van onafhankelijkheid niet meer op te houden. Iedere student kiest zijn eigen soort en hoeft niet uit balans te raken als de vooringenomenheid op drijfzand rust. Het lijkt al praktijk te zijn. Jammer voor studenten die voor wetenschappelijk niveau komen. De massa-universiteiten hebben ons geen goed gedaan. De spoeling is dun. Het voorgaande is een reden selectie in te voeren.

          • re re off topic
            Willem, oorspronkelijk was de laatste alinea als humor bedoeld. Tot ik besefte dat de realiteit ons heeft ingehaald. Daarom heb ik de icoontjes deze keer weggelaten. Dan blijft voor mij de vraag over of de politieke kleuren wel eerlijk over de faculteiten zijn verdeeld. (;-)

            Zonder gekheid, sommige ‘middelmatigen van geest’ vinden het zeer prettig dat hun een opinie wordt aangereikt. Dan heb je gestudeerd èn kun je blijk geven van een juiste salonvisie. Massa-universiteiten met instant producten. Sommigen denken dat de universitaire vorming daarvoor is bedoeld. Het kwalijke is dat deze studenten door sommige ‘wetenschappers’ op hun wenken worden bediend.

          • re re off topic (2)
            Het innemen van rigide standpunten heeft niets met een wetenschappelijke houding te maken. Zij geeft iemand profiel in de praktijk van alledag. Deze overvloeiing van ‘wetenschappelijke’ visie naar politieke mening stoort mij. De wetenschappers die zich hieraan bezondigen hebben wat mij betreft het verkeerde vak gekozen. Alternatief zou zijn dat luid en duidelijk wordt gezegd welk stempel er op de ‘wetenschappelijke’ visie zit. Dan weet de buitenwacht het wetenschappelijke activisme op waarde te schatten.

            De mantel van wetenschappelijke onafhankelijkheid dient m.i. met trots te worden gevoerd. Ander gebruik tast de wetenschap ‘an sich’ (objectiviteit; *integriteit*) aan. Alternatief: beken kleur, dan kan de visie tezamen met andere visies op haar waarde worden geschat. Ga in dat geval bij een marktgericht onderzoeksbureau werken. Wie de scheidsrechter is? Bij ‘wetenschappelijk’ beleidsonderzoek is dat de regering. 😉

            Het onderwijs is van eenzijdige ideologie de dupe geworden. OCW heeft hierin een grote rol gespeeld. Zijn politici in staat de vierde macht – bureaucratie inclusief beleidsonderzoek – op waarde (level playing field*) te schatten? Hadden wetenschappers de plicht de regering te waarschuwen tegen de ideologie? Waarom hebben zij dat niet gedaan? Waarom zoeken onderwijskundigen bij het propageren van hun visie wel de pers op? Verlegenheid kan het niet zijn. Vreemd toch?

          • Waar mee eens?
            Willem,

            Het politieke engagement van Martha Nussbaum is nauw gerelateerd aan dat van Amartya Sen. Die laatste kreeg mede daarvoor een nobelprijs.

            Nu was die Nobel natuurlijk een vreselijke boef, die wel wat schurkenstreken had af te kopen. Maar die prijzen worden niet zomaar aan iedere toevallige passant toegekend.

            Vandaar mijn mijn verbazing over de ontboezeming van Guido, en de niet onverwachte bijval van Sym (tegen alles wat riekt naar opkomen voor de zwakkeren in de samenleving, hier en elders).

          • De boodschap
            Ben, de kern van deze draad is waarschijnlijk nog niet overgekomen. Welke pet heb je op als je het denken in ideologische kampen niet kunt loslaten? De academische pet of de privépet? ‘politieke engagement’. Nu zeg je het zelf.

            ‘De niet onverwachte bijval van Sym (tegen alles wat riekt naar opkomen voor de zwakkeren in de samenleving, hier en elders)’. Oei, Ben.

            Over de Nobelprijzen is een aardige boom op te zetten. Ik vind het niet sterk de uitreiking van de Nobelprijs aan deze en gene als autoriteitsargument te gebruiken om het eigen gelijk te bewijzen. De inhoudelijke discussie wordt hiermee beëindigd.

            Wekt het verbazing dat Guido een eigen visie geeft? Er is een maatschappijleraar aan je verloren gegaan.

          • Er is politiek, en politiek
            Sym,

            Je vereenzelvigt maatschappelijke betrokkenheid van de academicus met het volgen van partijpolitieke lijnen. Maar dat zijn twee verschillende zaken. Dat is sociaal-democraat ben, betekent niet dat ik in mijn vak, waar het om de maatschappelijke raakvlakken gaat, een sociaal-democratische bril op heb.

            Willem: let op.

          • De gekleurde bril
            Dat is inderdaad de discussie. Wie kan daarover oordelen? Uit de onderwerpkeuze, de uitkomsten e.d. kan men vaak een bepaalde vooringenomenheid afleiden. De data kunnen worden gecheckt. De ivoren toren blijkt op dat soort momenten potdicht te zitten.

          • Voorbeeldje
            Stel, er is een wetenschappelijk onderzoekr die zich door de industrie laat betalen om nepaa;ld onderzoek te doen. Daar is op zich nog niets mis mee. Maar dat kan uit de hand lopen. Laten we zeggen dat het uit de hand loopt. Wat verwacht je dan van collega’s in het betreffende vakgebied: dat ze zich er niet bemoeien?

            Neem de activiteiten van de Freudnethal-groep in Nederland: decennia lang hebben academische wiskundigen die club zijn gang laten gaan. Juich je dat toe? Is dat de juiste houding voor academici?

          • Kritiek
            Er was wel degelijk kritiek van academische wiskundigen op de Freudenthal-groep in de afgelopen 2 decennia (waarin de Freudenthal-groep het de facto monopolie had gekregen). Het verschil met nu is dat het toen steeds enkelingen waren. En als enkeling heb je geen kans tegen een groep van tientallen die alle strategische posities bezet heeft en miljoenensubsidies ontvangt.

            Maar inderdaad: de academische wiskundigen hadden meer moeten doen. Dat valt ze zwaar te verwijten.

            Dat is overigens geen ‘gekleurde bril’ of ‘politiek engagement’. Het hoort wat mij betreft gewoon bij je baan als hoogleraar wiskunde om wiskundige (en didactische) fouten in schoolwiskunde aan te wijzen. Daar wordt je namelijk geacht verstand van te hebben.

          • Waarom alleen het FI?
            Dan kan je de hele discussie oprekken. Waarom hebben de vóór Hossers het indertijd niet opgenomen voor hun collega’s die door de HOS nota enorm bij de kl… werden gepakt?
            En natuurlijk zullen er dan voor Hossers zijn die het vingertje opsteken van ‘ja hoor ik wel, maar ja wat doe je als enkeling, niets toch?’
            Een non discussie.

          • Math wars
            Is er inmiddels een overtuigende winnaar uit de Amerikaanse* wiskunde-oorlogen* gekomen?

            Indien de vrijheid van ouders het – aantoonbaar – beste onderwijs voor hun kind te kiezen door de overheid beknot wordt, is er ‘something rotten in the state of Denmark’. Ik kan me voorstellen dat vanwege modernisering – of is het juiste woord: wetenschappelijke carrière? beleidsonderzoek? verveling van een docent? – een kleine aanpassing komt voor wat opa* zijn neefje* heeft bijgebracht.

            De onderwijsmethode zou vrij moeten zijn. De beroepsgroepen waar wiskunde* sinds jaar en dag gebruikt wordt, dienen de meeste inbreng te hebben. Op het pad van gelijk hebben naar gelijk krijgen zou bewijs voldoende moeten zijn. Helaas. De krabbenmand is ondoorgrondelijk.

          • Van VWO naar WO
            Het VWO als opvolger van het Gymnasium was ooit gedacht als een selectie-examen dat de toelating tot de universiteiten regelt. Maar blijkbaar is tegenwoordig het eindexamen VWO niet selectief genoeg meer.
            Seger Weehuizen

  4. Rodin
    Ik moet daarbij denken aan de frase van Rodin, die over zijn beeldhouwen zei dat het beeld al in de steen zat en hij het er alleen uit hoefde hakken.
    Zo zullen de Rousseau-misverstaanders redeneren dat de kinderen al alles in zich hebben en dat de leraar alleen maar overbodige omhulsels hoeft weg te hakken. En dat leidt al snel tot het misverstand bij nieuwe leren-adepten dat de leerling zelf wel alles kan uitvinden en geen leraar nodig heeft. En na Dewey kon via Rogers makkelijk de stap worden gemaakt dat de ‘eigen wereld’ belangrijker is dan de objectieve werkelijkheid.
    Overigens zal Rodin ook wel geweten hebben dat hij het het eruit hakken maar beter niet aan een koekenbakker of aan het beeld zelf kon overlaten.

    • Re: Rodin
      “Overigens zal Rodin ook wel geweten hebben dat hij het het eruit hakken maar beter niet aan een koekenbakker of aan het beeld zelf kon overlaten.”

      Dat is de kern. De propagisten van Het Nieuwe Leren hebben veelal zelf uitstekend onderwijs genoten, en zullen hun kinderen niet naar zo’n vernieuwingsschool zenden. Hun woorden hebben tot onderwijshervormingen geleid. Hun daden spraken deze tegen. Wat leven we in een vreemde tijd.

      Nieuwsgierigheid naar grote-mensen-kennis is de natuur van opgroeiende kinderen. Dat bedoelen de propagisten van het zelfontdekkend leren juist niet. Het betreft een ideologie: de verloren jeugd als romantiek terughalen. Dupe zijn de kinderen die Het Nieuwe Leren niet aankunnen. Nussbaum doet mee.

  5. The winner takes all
    Hermien Mijnen noemt 4 onderwijsconcepten die een zekere Mc Neil onderscheidt en beschrijft hun betekenis voor het studiehuisdebat. Het zijn het humanistische concept, het maatschappij-kritisch concept, het technocratische concept, het academische concept. Zij is van mening dat het idee van het studiehuis vooral gestoeld is op het humanistische concept en in mindere mate ook steunt op het maatschappijkritische concept. Omdat er alleen maar een weg naar het VWO-diploma is via het studiehuis betekent dat dat de bedenkers van het studiehuis hun concepten hebben opgelegd aan voorstanders van één of twee van de andere concepten. Waarom wordt in Nederland in het onderwijs het Amerikaanse wedstrijdidee gehanteerd van “De winner takes all”?
    Seger Weehuizen

      • Sterker nog…
        De meeste scholen zijn allang bekeerd van het studiehuis. Want zoals Ben Wilbrink terecht opmerkt is het studiehuis niet dwingend opgelegd, al werd het aanvankelijk wel zo verkocht. Toen men op de scholen eenmaal doorhad dat het ook anders kon en mocht keerde men vaak op zijn schreden terug. Hierdoor is het VO veel narigheid bespaard gebleven.
        Hoe anders is dit met het CGO, dat in het MBO wel met (geestelijk en bureaucratisch) geweld wordt doorgedrukt. Daardoor is het ooit zo degelijke beroepsonderwijs totaal kapotgemaakt.

        • Duiding
          Wat bedoelt de rijksoverheid te zeggen met de volgende tekst*?

          “De nieuwe benadering van leren in de bovenbouw houdt in dat leerlingen zelfstandiger leren werken en studeren. Dit maakt de overstap naar een vervolgopleiding makkelijker. De invoering van profielen en van het studiehuis zijn 2 belangrijke vernieuwingen in het onderwijs.”

          “Het studiehuis is een naam voor de werkwijze waar de school zelf voor kiest. Het studiehuis geeft vorm aan de nieuwe benadering van leren. De leerling gaat zelfstandiger werken en studeren. Dit houdt een andere manier van denken en organiseren in. Niet alleen kennisverwerving, maar vooral ook het leren omgaan met en het toepassen van grote hoeveelheden informatie is belangrijk. De overheid heeft geen regels vastgesteld voor het studiehuis.”

          Hoe moet je dit duiden?

          • Duiden?
            Misschien moeten we de overheid niet als een coherent denkend persoon zien.
            Dan duidt het er op dat de vernieuwers in het onderwijs zo’n grip op het onderwijs dachten te hebben dat ze de overheid teksten wisten toe te spelen waarin ze hoog konden opgeven van hun vermeende successen, terwijl er ook ambtenaren waren die wisten dat de overheid dat soort onderwijs niet meer dwingend mocht opleggen. De macht over het onderwijs was immers met de lumpsum overgedragen aan de bestuurders van de scholen.
            Mogelijk lopen er op zo’n ministerie verschillende mensen rond die uit verschillende bronnen putten om hun teksten te produceren.

          • een spagaat?
            Mogelijk meende de overheid bij de invoering van het studiehuis een spagaat uit te voeren. Het studiehuis er doorheen drukken en niet te veel last krijgen met critici die zeggen dat ze zich niet aan de grondwet houdt. Het is ontzettend jammer dat de burger een rechter niet kan vragen om overheidsbeslissingen aan de grondwet te toetsen. In de US en de Bondsrepubliek kan dat wel en gebeurt dat herhaaldelijk en bovendien vaak met succes
            .Seger Weehuizen

          • Re: Duiden?
            Huub, de informatie staat op de formele website van de rijksoverheid (‘vraag en antwoord’). Ik kan me herinneren dat dezelfde tekst voordien bij
            Postbus 51* was geplaatst. “Verantwoordelijk ministerie OCW.” “Postbus 51 informatiedienst geeft informatie over de wet- en regelgeving van de Rijksoverheid*.”

            ‘Het’ studiehuis is ‘vrij’. De achterliggende ideologie waarvan het studiehuis de uitwerking is niet? Ik vind het een glibberige tekst, die niet voor niets op deze wijze lijkt te zijn geformuleerd. Willem Smit heeft ten tijde van het parlementair onderzoek onderwijsvernieuwingen (POOV) een artikel* over het studiehuis geschreven. In pdf*.

            Verplicht of niet? Vrijheid* tegenover de staat is een groot goed. De staat mag niet zo maar ingrijpen in de vrijheid van burgers het onderwijs* zelf in te richten. Zie G.*

  6. McCarthy?
    Guido Everts heeft wel erg veel woorden nodig om een betoog af te scheiden dat, heel kort door de bocht geformuleerd, neerkomt op: “Martha Nussbaum is links, dus zij deugt niet”.
    Daarnaast wordt zij ten onrechte afgeschilderd als voorstander van competentiegericht onderwijs. Vermoedelijk weet ze niet eens wat dat is. Competentiegericht onderwijs is juist het gevolg van de tendens om alles wat niet direct aanwijsbaar (economisch) nut heeft te schrappen uit het onderwijs. Haar opvattingen kunnen dus even goed (of liever: beter) gebruikt worden tegen het CGO.
    Wat haar wel terecht verweten kan worden is dat cultuur in haar opvatting uitsluitend bestaat uit alfa-vakken. Alsof wiskunde en natuurwetenschappen alleen gebruikt worden voor economisch gewin, en niet ook deel uitmaken van de cultuur.
    Een genuanceerdere, niet door anti-linkse sentimenten gekleurde beschouwing over het werk van Martha Nussbaum is te lezen in Trouw van 25 juni.

    • Re: McCarthy
      JTS, misschien kunt u – naast de samenvatting – het gehele stuk van Guido Everts doornemen? De portee van het stuk ligt wat genuanceerder. De links-rechts tegenstelling werkt vermoeiend. Wie weet zijn er meer kleurschakeringen.

      Kunnen we McCarthy* dan met (eeuwige) rust laten?

      • Het hele stuk
        Sym,

        Als ik lees dat Nussbaum zoiets als een links partijprogramma presenteert, waarom zou ik dan nog belangstelling hebben voor de rest van het stuk van Guido?

        En dan gaat het nog wel over de VS, waar gewoon liberale standpunten al voor radicaal links plegen door te gaan.

        • 12 reacties
          Als ik goed geteld heb dan is bovenstaande je 12e reactie in deze draad. Dus blijkbaar op een stuk dat je niet helemaal gelezen hebt. Typerend?

        • Re: Het hele stuk
          Ben, had dan eerder gezegd dat je het stuk uit desinteresse nog niet gelezen hebt. We vervangen de stroman door Nussbaum, en we beginnen gewoon opnieuw met slap ouwenelen over politieke onderwerpen. Daarvoor is het BON-forum bedoeld. Wat ik over jouw opstelling denk – en of ik eventuele verdere gevolgtrekkingen maak over jouw beroepsopvatting – houd ik liever voor mezelf.

          BW: “Het politieke engagement van Martha Nussbaum is nauw gerelateerd aan dat van Amartya Sen. Die laatste kreeg mede daarvoor een nobelprijs.” Nu een ideologische vriend (let op: bij een Ivy League universiteit) van Nussbaum wèl een Nobelprijs heeft gekregen, en Nussbaum niet, stel ik het volgende voor. Kunnen we niet alvast een heiligverklaring bij de paus aanvragen, zodat ze in ieder geval voor de (eeuwige) toekomst boven alle kritiek verheven is? Daar helpen we de mensheid mee.

          Wat zou zij overigens van de vrijheid van onderwijs vinden? Een belangrijk thema van haar: vrijheid. Met goed onderwijs helpen we de mensheid. Rousseau? Dewey? Of ligt het toch anders?

    • Linkse of rechtse afscheiding?
      Beste JTS, ook al maakt ‘links’ het mij steeds moeilijker, ik ben nog steeds van die partij. Maar wie nu nog uitbazuint dat links de Waarheid in pacht heeft, zoals Nussbaum wel heel luidruchtig doet (neem gerust de moeite, lees het boek), die is net zo verdacht als een gelovig Christen die in deze tijd hetzelfde doet. Niet alleen wil Nussbaum het Westen ertoe brengen uitsluitend individualistische ‘wereldburgers’ voort te brengen middels het onderwijs, zij wil getuige haar laatste boek, ook de rest van de wereld bekeren tot het enige ware geloof, namelijk het individualisme van een humane vorm van meritocratie. Als jij daar in gelooft wil ik je niet krenken met mijn afscheidingen, alleen ben ik het hartsgrondig met je oneens. Het individualisme verdeelt de wereld in West en Oost en op een goede dag zal Oost West een lesje leren over hoe het anders kan, in plaats van andersom. Daar ben ik vast van overtuigd. En zoniet dan hebben reuze pech, dan moeten we het zelf doen. Misschien nog wel beter ook.

      • Om diep over na te denken
        “Het individualisme verdeelt de wereld in West en Oost en op een goede dag zal Oost West een lesje leren over hoe het anders kan, in plaats van andersom.”

        oftewel: Eendracht maakt macht; Individualisme breekt macht.

  7. Max Weber
    Het stuk van Guido is heel interessant.en ik begrijp de kritiek. Ik zelf heb alleen het samenvattend artikel in de Groene gelezen.dus heb ik maar een beperkt beeld van de opvattingen van MN. Toch vond ik haar betoog op een aantal punten wel hout snijden, vaak heel mooi geformuleerd en aansluiten bij een discussie die ook hier wel, zij het nogal fragmentarisch, gevoerd wordt over vorming. Laten we het debat voeren “op de inhoud” zonder verdachtmakingen richting MN. Het mens is links, nou en. Kritiek op het marktdenken is er ook van rechts o.a. van de “rode conservatief” Philip Blond, adviseur van de Britse premier Cameron..
    Boven deze draad lijkt de klassieke verhandeling van Max Weber over waardevrijheid “Wetenschap als beroep en roeping” te zweven. Een verhaal dat ook mij nog steeds erg aanspreekt maar sommigen zijn wel erg streng in de leer. Wat MN haar studenten voorhoudt weet ik niet, maar dit betoog houdt ze niet in de beslotenheid van een collegezaal maar in de publieke ruimte waar iedereen kan reageren. Dat lijkt me wetenschappelijk geoorloofd en voor een publieke filosoof zelfs een must.

    • re. ‘nou en?’
      Het probleem voor mij is niet dat iemand links is. Mijn probleem ontstaat als ik moet vermoeden dat ideologie een wetenschappelijk jasje gaat krijgen. Want de gemiddelde burger staat al gauw te buigen als de boodschap de term ‘wetenschappelijk’ heeft meegekregen.
      Waarbij de neiging van mensen zich in kampen te verdelen ook nog gemakkelijk de echte waarheidsvinding kan gaan vertroebelen.
      Wetenschap moet gaan over het zoeken naar de waarheid en niets dan de waarheid.
      Maar als toekomstscenario’s worden beschreven en onderdeel worden van ‘wetenschap’ dan wordt het al moeilijk ‘de’ waarheid te claimen aangezien niemand de toekomst kent.
      Idealen zijn geen wetenschap, aangezien de droombeelden zich zelden op praktijkvoorbeelden kunnen beroemen. Het is al tekenend dat een romanfiguur (Emile) zoveel intellectuelen in de ban wist de brengen.
      We moeten dus zeer waakzaam zijn: wordt hier geen wetenschap bedreven (de waarheid en niets dan de waarheid) op grond van vage, misschien zelfs leugenachtige, idealen?
      M.i. komen we dergelijk gedrag in de onderwijswetenschap tegen. Waarmee ik niet het ‘meten is weten’ m.b.t. het onderwijs wil weggooien.
      Integendeel: ideologische wetenschap kan worden bestreden door aan te tonen dat sommige waarheden niet blijken te kloppen.

      • Draai het om
        Moby,

        Waarschijnlijk is het omgekeerde vaker het geval: de waarheidszoekende wetenschapper komt in conflict met bepaalde politieke opvattingen in de samenleving, of gewoon met wat in de samenleving ‘gezond verstand’ is over precies de onderwerpen waarover het eigen wetenschappelijke onderzoek gaat. Alle kans dat deze wetenschapper ervan beschuldigd wordt een ideologische agenda te hebben, of vooral het eigen vak belangrijk te willen maken, het eigen instituut overeind te willen houden.

        In bepaalde opzichten is het conflict tussen management (de kleilagen) en professionals (met de poten in de modder) daaraan analoog. (met de professional in de rol van de wetenschapper)

        • Jonathan Israel: historicus of ideoloog?
          Prachtig voorbeeld voor het thema van deze draad: het interview van Sjoerd de Jong met Jonathan Israel, nrc 30 september, p. 5.

          Jonathan Israel onderzoekt de Verlichting, en heeft zojuist het laatste deel in zijn drieluik daarover gepubliceerd: Democratic Enlightenment.

          Diderot zegt in zijn reisnotities overigens iets interessants over de rol van de staat in Holland. Hij klaagt eerst dat de Oranjes aan de macht zijn gekomen en de handel in verval is. Maar dan zegt hij: Holland is het enige land waar de staat een fatsoenlijk bestaan voor iedereen mogelijk heeft gemaakt.Bij die passage schieten de tranen mij in de ogen.

          Nou ja, Diderot moet toch selectief hebben gekeken, want de helft van de bevolking leefde in bittere armoede (krottenwijken, hutjes op het land) (Auke van der Woud (2010): Koninkrijk vol sloppen). Of was die bittere armoede nog een zegen vergeleken met elders?

          • Re JI: historicus of ideoloog?
            Ja, ook Jonathan Israel is soms en steeds vaker een vooringenomen historicus, niet zozeer vanuit z’n politiek maar uit z’n humanistische wereldbeeld. Vroeger niet. Het veelgebruikte woord ideologie is hier, zoals vaker, niet van toepassing.
            Maar zijn boeken zijn prima leesbaar en uiterst informatief, je zou ze alleen al vanwege de vele referenties kopen.
            Zijn wat merkwaardige interpretatie en overdreven waardering van Spinoza bijvoorbeeld, z’n afkeer van theologie, zijn vooringenomenheden die met z’n oordeel aan de haal gaan. Je kunt daar al lezend voor corrigeren of het overslaan en profiteren van wat hij verder te bieden heeft, en dat is heel veel. Ik houd van boeken waarin je veel kunt opzoeken en er dan nog een bonus van zeven extra verwijzingen bij krijgt.

            Waarom wetenschappers, literatoren, dichters alleen beoordelen op hun slechte pagina’s als ze ook goede leveren? Er zijn hier grenzen, die trekt iedereen maar zelf.

            Een voorbeeld van Israels afkeer van theologie (dat mag) en de uitglijder die er op volgt (dat mag niet) geef ik in reeactie 2.

            Willem Smit

          • Jonathan Israel: historicus of ideoloog? 2
            In de Thomas More lezing 2006
            Freedom of Thought versus Freedom of Religion:
            an Eighteenth-Century – and now also a Twenty-first-Century – Dilemma
            zegt hij dit: “Having himself witnessed the street disturbances, and murder of the Brothers De Witt, in The Hague in 1672, Spinoza knew at first hand the politically disastrous consequences of allowing theologians to denounce office-holders or policies they dislike as ungodly and heretical, and then inflaming the angry, credulous and resentful among the populace against ministers of state.”
            Maar in de 2 boeken waarin hij de moord beschrijft en de toestanden eromheen in het rampjaar 1672, worden theologen en hun hetserij niet eens genoemd, heel wat andere actoren wel. (Dutch Republic, hoofdst. 31; Radical Enlightenment, p.276-278).
            De lezing stond ook in de NRC 11 november 2006; een vriendelijk maar pittig antwoord van James Kennedy volgde 20 11.
            Dat antwoord is klasse: Religie verdwijnt niet door haar te verwensen. Beide te vinden in het digitaal archief van die krant.

            Willem Smit

          • Vrije intellectuele discussie
            Willem: “Waarom wetenschappers, literatoren, dichters alleen beoordelen op hun slechte pagina’s als ze ook goede leveren? Er zijn hier grenzen, die trekt iedereen maar zelf.” En vice versa.
            Dat mis ik: de open intellectuele discussie als het over onderwijs gaat. Zoals jij hiervoor bij de bespreking van de ‘anti-Dewey page’ zei: “Kom daar hier eens om, wat een naar land.” NB: De ‘anti-Dewey bladzijde’ is gemaakt door Craig Cunningham, Ph.D: “The Moral Consequences of John Dewey’s Metaphysics”, en webbouwer van de John Dewey Society. Open minded.
            Nederland lijkt zo te zijn vergeven van ingenomen belangen en machtsposities, dat de poging een open discussie over onderwijs te voeren strandt op het bezwaar dat de status quo kan worden verstoord. De vergelijking met ‘Freedom of Thought versus Freedom of Religion’ ligt voor de hand.

            Alleen met pluriformiteit komen we verder.

          • Hoezo uitglijder
            Wanneer pausen, pastoors, ayatollahs, imams en dominees hun normen en waarden, die aan hen door een hogere macht onthuld zijn die zij alleen kennen, en die lang niet algemeen geaccepteerd worden, proberen op te leggen aan iedereen, dan is er iets mis.
            Spinoza was met zijn religiekritiek destijds zijn tijd misschien te ver vooruit, het is – helaas – nog steeds actueel. Het kan nog steeds levensgevaarlijk zijn gerechtvaardigde kritiek op sommige religies uit te spreken.

        • Sociologisch onderzoek (2)
          Ik zou het fijn vinden als de nazaten van de Frankfurter Schule eens toegaven dat ‘social engineering’ (maakbaarheidsgedachte) dan wel bij Rousseau-anen ‘fijn jezelf zijn’ (met juiste sturing van docent) de ideologische agenda is geweest. Daarom komen die ‘linkse’ discussies bij mij ook als krokodilletranen huilen over. Jaren ben je op de meest eenvoudige wijze onderwezen ‘om de zwakkeren in de samenleving’ mee te laten komen èn ‘fijn jezelf te kunnen zijn’ (iedereen een universitair diploma) en moest je een bepaalde maatschappijopvatting aanhangen (ja juist). Academische vrijheid? Nu wordt dit proces economisch gedreven (kwantiteit en ‘marktwerking’; dezelfde ideologie van iedereen een universitair diploma). Kassa (rijkssubsidie).

          De analogie manager – wetenschapper begrijp ik niet. Achter de schermen (OCW e.d.) zijn dezelfde mensen actief. De centjes komen van dezelfde instanties.

          • sociologische diagnose
            Geen sociologische diagnose zonder therapie, vermoed ik.
            Maar als we het met de diagnose al niet eens zijn, hoe zouden we dan kunnen instemmen met de therapie?
            Een maatschappij is mogelijk veel te pluriform om slechts een diagnose geldig te laten zijn, en daarmee om een therapie te kunnen aanbieden.

        • Sociologisch onderzoek
          Meer dan veertig jaar is onafgebroken sociologisch onderzoek gedaan naar de ‘sociaal zwakkeren’. Onderwijshervormingen zijn het gevolg geweest. Nieuwe methodes. Weer nieuwe boeken met nog meer plaatjes. Waar staan we nu? Juist. Je maakt mij niet wijs dat die rijkelijk gesubsidieerde onderzoeken niet ideologisch gedreven waren. Weer een nieuwe tweedeling ontdekt. Kassa (rijkssubsidie).

          Ik bespeur de neiging deze onappetijtelijke zaak volledig op de marktwerking van de laatste jaren te gooien. De managers zijn er nu de schuld aan. Hier wordt absoluut een punt gemaakt. Men vergeet echter dat de mensen achter de schermen dezelfde zijn gebleven. Kassa (aan het primaire proces onttrokken subsidie).

          • Agnes Jongerius en pauperwijken
            Ongetwijfeld zal Jongerius zich aangesproken voelen tot dat onderwerp. Maar we zouden ons vooral moeten afvragen of het onderwerp waarheid bevat.
            Ik denk dat socialisten hier verbeteringen wisten af te dwingen zonder dat dit negatief effect op de welvaart heeft gehad.
            Maar tevens denk ik dat hun rol daarmee was uitgespeeld.
            Intussen vraag ik mij wel af of een historisch boek over de successen van ondernemers op bijval van zo’n jury zou kunnen rekenen. Hoe verantwoord zo’n boek ook zou zijn en hoe goed ook geschreven.

          • Geschiedenis
            Agnes Jongerius is binnenkort zelf geschiedenis bij de FNV? Dat zal haar affiniteit met dit thema kunnen verklaren. In Nederland bevindt zich een gesloten circuit van mensen die gevraagd kunnen worden een rol van juryvoorzitter op zich te nemen. Wel zo overzichtelijk. Echte affiniteit met het onderwerp is, zoals ook bij de moderne manager en bijvoorbeeld onderwijskundigen, niet relevant. We leven in een kennisseneconomie waarin competenties in plaats van inhoudelijke kennis de doorslag geven. De jury heb ik nog niet op ‘politiek engagement’ getoetst (het wordt vermoeiend) – Libris* is toch subsidievrij? Het is maar dat u het weet.

    • Re: Max Weber
      Deze draad wordt door sommigen kortzichtig afgedaan als een links-rechts discussie. Omdat Guido Everts in zijn artikel Nussbaum kritisch bespreekt? De constatering van Nussbaum dat het onderwijs tegenwoordig onderhevig lijkt te zijn aan economische beginselen* (denk aan CGO) is niet baanbrekend. Haar visie onderwijs in humaniora instrumenteel te maken met als doel het in de democratie opleiden van jongeren acht ik een gesprek waard (in gedachten ga ik terug naar Jean-Paul Sartre, Harry Mulisch, Bertolt Brecht e.a.). Lamenteren over de schade die de humaniora hebben geleden na de ideologisch gedreven popularisering ervan vind ik niet opportuun (wellicht is Nussbaum – filosofie en klassieke talen – tegen geweest). Waarom de discussie niet ging over haar niet wetenschappelijke stellingname voor Rousseau en Dewey? O ja, het stuk was niet gelezen omdat Nussbaum door de schrijver ervan ‘links’ werd genoemd. Duh. Je kunt Max Weber aanhalen; het belang van niet ideologisch geïnspireerd wetenschappelijk onderzoek is evident.

      Tekenend is dat mensen zich telkens genoodzaakt zien ostentatief van hun goede gezindte (lees: ‘links’) tegenover anderen blijk te geven. Ik voel dan de zucht van verlichting bij de anderen neerdalen. Men is weer in de geloofsgemeenschap opgenomen. En anderen die hun geloofsbelijdenis privé houden? Tijd voor een Godwin. Gaap. [In Amerika heeft men* over gekleurd academisch onderwijs nagedacht*.]

      • Meer dan links-rechts discussie
        Omdat deze discussie is aangezwengeld door Martha Nussbaum hoeven we haar filosofisch referentiekader nog niet als onwrikbaar uitgangspunt te nemen voor een gesprek over de humaniora in het onderwijs. Het lijkt me juist belangrijk, zoals Guido Everts doet, om te beginnen met een kritische behandeling van het utopische maakbaarheidsdenken van Rousseau dat doorklinkt bij MN. Ook Hans Achterhuis deed dat, kritisch terug kijkend en met een grote kennis van zaken, in “De erfenis van de utopie”” (Ambo, 1998). Het boek van Achterhuis zou je kunnen plaatsen in een links/rechts discussie omdat hij daarin terug blikt op een voornamelijk links gedachtegoed. Maar consequente kritiek op het utopisch denken gaat verder dan een simpel links/rechts. Want ook “rechts” kent de utopische verleiding zoals John Gray laat zien in “Zwarte mis” (Ambo, 2007).
        Nog even Max Weber in “Wetenschap als beroep en roeping”:” Als iemand een goede leraar wil zijn, is het zijn voornaamste taak zijn leerlingen hinderlijke feiten te laten erkennen. Ik bedoel feiten die lastig zijn voor zijn partijstandpunt”.

    • Nogmaals links-rechts
      PS Nog eventjes een antwoord op b. verkroost hieronder. Hij/zij schrijft: “Laten we het debat voeren “op de inhoud” zonder verdachtmakingen richting Martha Nussbaum. Het mens is links, nou en.” Het is waar, het debat moet op inhoud worden gevoerd, en dat werd het hier en daar ook wel degelijk, hieronder en bij mij. Het is ook waar dat “het mens” links is. Wat mij betreft mag dat meespelen in een wetenschappelijk discours, mits daar in voldoende mate naar verwezen wordt. (Net als een eigen mening in een stuk: even bij vermelden, anders gaan de zaken door elkaar lopen, en geen groter vijand van de rede dan dat, is mijn idee.) Waar Verkroost de fout in gaat is in dat “nou en”. Het doet er wel degelijk toe in hoeverre je een boodschap uitdraagt. Mij ging het in mijn stukje erom dat die boodschap a. niet expliciet gemaakt werd, en b. zelfkritiekloos voorgelegd werd aan de lezer terwijl het moeten kunnen leveren van kritiek nota bene centraal staat in het boek van Nussbaum. En ja, ook ik bewonder haar stijl, de inhoud van haar werk en zo nu en dan haar boodschap. Precies de reden van mijn “gedachte-experiment” met dat spierballenvertoon uit de VS. Waarom zoekt Nussbaum het bij platte linkse slogans en niet bij het haar veel vertrouwdere humanisme? Dat lijkt mij de moeite van een alarmering waard. Juist door haar vertrouwenwekkendheid wint zij de zielen van velen. Als zij dan onnadenkend met Rousseau gaat zwaaien mag zij het stempel ‘links’ best als een negatieve connotatie krijgen toegevoegd.

      Over de plek van de humaniora in het onderwijs bij Nussbaum voeg ik nog iets onder mijn artikel toe.

  8. Not for profit
    Uit het voorwoord van Ruth O’Brien

    A democracy filled with citizens who lack empathy will inevitably breed more types of marginalization and stigmatization, thus exacerbating rather than solvig its problems.

    Vandaag weer niet eraan gedacht om het boek van Martha aan te schaffen (wel het laatste boek van Jonathan Israel, waarin hij ook Rousseau ongetwijfeld op de korrel neemt). Gelukkig geeft books.google.nl waarschiijnlijk wel enkele nuttige passages.

    Ik ben maar zo vrij om, empathisch, in het citaat ‘A democracy’ vervangen te denken door ‘Het forum van BON’.

    • lost een forum problemen op?
      Een forum is als de ingezonden-brieven-rubriek.
      Ingezonden brieven lossen geen problemen op.
      Maar kunnen wel aan het denken zetten.
      En verder is het natuurlijk erg gemakkelijk je tegenstrevers een gebrek aan empathie te verwijten.
      Een forum lost geen problemen op. Een rechtspersoon kan wellicht wel iets bereiken. Uiteindelijk gaat het om de vereniging BON en haar mogelijke invloed.
      Het forum vertollukt daarbij de mening van het volluk.

    • Gewend
      Dat soort slogans (‘stigmatiseren’ en ‘problemen niet oplossen’) daar zijn we wel aan gewend Ben. Dat is bijvoorbeeld ook wat de realistische rekenenaar over BON zeggen en wat Doekle Terpstra in zijn rol als voorzitter van de HBO-raad over BON zei (Doekle weet inmiddels beter).

      • vrij
        Opvattingen in het links-rechts-politieke spectrum zijn vrij, extremisme daargelaten. Verschillen in maatschappelijke opvattingen nodigen uit tot discussie, daar hebben we ook een nationaal praathuis voor, en een vrije pers. In een gezonde democratie respecteren we andere politieke opvattingen, en houden we ons aan democratische spelregels om ondanks verschil van mening toch het land te besturen, en ons te laten besturen.

        Ik geef onmiddellijk toe dat juist onze Tweede Kamer en onze politieke partijen vaak voorbeelden geven van respectloze omgang met de mening van de tegenpartij over waar het met onze polder naartoe moet. ‘Bij ons programma zou rechts Nederland zich de vingers aflikken.’ Je ziet dan de kloof tussen politiek en kiezer meteen groeien.

      • deze draad
        Een aantal reacties in deze draad gaan niet over onderwijs. Ze raken wel de manier waarop we over onderwijs zouden moeten discussieren en vaak niet doen. Het is goed dat deze en zulke reacties (over wetenschappelijkheid, ideologie, politieke vooringenomenheid, wereldbeelden, argumentatieleer, onderzoek en filosofie) zo nu en dan worden geplaatst. Een compliment aan de moderatie.

        Willem Smit

Reacties zijn gesloten.