Diederik Stapel: één van ‘de achttien’

Diederik Stapel, de hoogleraar die zijn eigen data bedacht, behoort tot de groep van 18 hoogleraren die het nodig vonden om het Nederlandse volk op het hart te drukken dat dat realistische rekenonderwijs echt het beste van het beste is. Zie het pamflet van de achttien hoogleraren op de opiniepagina van de nrc:

vorige.nrc.nl/opinie/article2039486.ece

Wie zijn deze achttien hoogleraren? Zie hier voor de achtergronden van de achttien hoogleraren.

De grote namen van het Freudenthal-Instituut en het realistisch rekenen komen in het lijstje voor (Jan de Lange, Jan van Maanen, Adri Treffers, Marja van den Heuvel-Panhuizen, Koeno Gravemeijer, Bert Zwaneveld), inclusief FI-hoogleraren (het Freudenthal Instituut, tegenwoordig FIsme, is ook het thuis van meerdere hoogleraren didactiek, zoals biologie, natuurkunde) die hoogstens marginaal iets met rekenonderwijs hebben (Kerst Boersma, Harrie Eijkelhof). Ik heb niet gezien hoe Diederik Stapel is verbonden met andere namen op de lijst, kwam hij toevallig langs in een wandelgang? Opvallende namen zijn verder: Jan van den Akker, directeur van de Stichting Leerplanontwikkeling waar bij de opheffing van het IOWO meerdere medewerkers van Hans Freudenthal onderdak vonden; Theo Wubbels is voorzitter van de Vereniging voor Onderwijsresearch, en pleitbezorger van realistisch rekenen (kan dat alleen in Nederland samengaan?).
Pikant is ook dat Anne van Streun dit pamflet heeft getekend: was lid van de commissie-Meijerink, en heeft als voorzitter van de Werkgroep-rekenen uit die commissie-Meijerink een groot stempel gedrukt op de referentieniveaus rekenen.
Genoemde dame en heren hebben hun netwerk benut om hoogleraren te laten tekenen die niets hebben met rekenonderwijs: Albert Pilot (onderwijsonderzoek hoger onderwijs), Robert Jan Simons (het nieuwe leren, waartoe overigens ook het realistisch rekenonderwijs gerekend mag worden), Jan Vermunt (leerstijlen) en Kees de Glopper (taalonderzoek). En dus ook Diederik Stapel.

Wat is de handtekening van een hoogleraar nog waard? Pamfletten ondertekenen is ieders democratisch recht, maar daar gaat het bij dit pamflet toch niet om, gezien de institutionele belangen die hier impliciet worden veiliggesteld.

9 Reacties

    • Opkomen voor de vrijheid is een sisyphosarbeid
      De strijd tussen Arminius en Gomarus heeft minstens één leven gekost, nemelijk dat van Johan van Oldenbarneveldt. Uiteindelijk mocht echter iedereen op zijn eigen manier proberen zalig worden. In vergelijking met de dertigjrige oorlog in Duitsland is dat natuurlijk maar weinig. Hoe komt het toch dat we 400 jaar later het elkaar niet gunnen om op eigen manier onze kinderen rekenen bij te laten brengen? Als het er om gaat om homosexuelen op hun eigen manier sex te laten beleven zijn we wel tolerant. De schoolstrijd die gestreden leek was blijkbaar alleen maar een bestand. De schoolstrijd blijkt nu, bij de overgang van naar de 21ste eeuw weer in volle kracht te zijn losgebarsten. Verzet tegen het oprichten van Islamitische scholen en de terugkeer van voorgeschreven staatsdidaktiek, in casu realistisch rekenen.
      Opkomen voor de vrijheid is en blijft een sisyphosarbeid.
      Seger Weehuizen

  1. Dank Ben
    Aangezien de naam ‘Diederik Stapel’ me toenertijd niets zei heb ik die naam niet als ‘1 van de 18’ opgeslagen. Jij schreef toenertijd:

    Dit pamflet is zeker een publicitaire blunder van het FI.

    Drie jaar nadien is dit nog duidelijker: een open brief samen met een duimzuigprof is geen aanbeveling….

  2. Wat is de naam hoogleraar nog waard?
    Een hoogleraar vrijetijdskunde met specialisatie de vrije zaterdag tegenover
    een hoogleraar wiskunde met specialisatie variatierekening?
    Een speciaal hoogleraar benoemd op een door bedrijven of belangengroepen bekostigde leerstoel of een gewoon hoogleraar op een rijksbekostigde leerstoel?

  3. Hoe verzin je het? Een post van André van Delft
    Realistisch-rekenen-ondersteunder Diederik Stapel blijkt moeite te hebben met het verzinnen van realistische gegevens.

    Jan van Rongen schreef over het vleeshufteronderzoek (zie hier):

    In de eerste test zijn er 32 deelnemers. Je zou dan verwachten dat het om 16 deelnemers in de testgroep en 16 in de controlegroep gaat. Maar dat kan niet, want 44% van 16 levert nog wel een mooi heel getal op, maar 15% van 16 is 2,4. Waren het er 2 geweest, dan was het percentage 13% geweest en waren het er 3 geweest dan was het percentage in de buurt van 18% geweest. Dat kan dus niet. En je kunt alle waarden proberen tussen 0 en 32, maar tegelijk afgerond 44% en 15% krijgen is onmogelijk.
    Hetzelfde geldt voor de tweede test. N=34, en de percentages zijn 60% en 20%. Ook dat kan niet.

    Pepijn van Erp (zie hier) vielen twee zaken op: in het eerste experiment zijn de genoemde percentages niet te matchen met de aantallen mensen in de groepen. En zelfs als je je best doet om dat wel te doen, dan is het verschil tussen beide groepen niet statistisch significant.
    Van Erp: “Er even van uitgaande dat de twee groepen uit 16 personen bestaan leidt 44 procent mooi tot 7,04 dus zullen er 7 van de 16 voor het vleesmenu gekozen hebben. Maar die 15 procent kan ik niet goed terugrekenen 15 procent van 16 =2,4. Als de echte waarde 2 is zou het 13 procent moeten zijn en als het 3 is 19 procent.”

    “Vijftien procent kan niet optreden als uitkomst. Oorzaak? Wellicht is de verdeling niet 16-16. Je kunt een iets betere fit krijgen met 18 in de Crisis-groep (8 moeten dan vleesmenu kiezen = 44 procent) en 14 in de neutrale groep (2 het vleesmenu, maar dat zou 14% opleveren). Vreemd dus.”

    André van Delft

  4. De zaak Stapel-RR in perspectief
    Het gaat in deze draad niet over Stapel maar over het beschamende gedrag van de initiatiefnemers van de actie van 18. Natuurlijk zijn “wetenschappelijke” artikelen gebaseerd op verzonnen data erger dan artikelen gebaseerd op onderzoek waarin helemaal geen data gebruikt worden. Of? Wie hebben het onderwijs eigenlijk kapot gemaakt? Wie hebben 2/3 gelijk gesteld aan 0.66? Wie hebben het breukrekenen afgeschaft? Wie hebben ons vak verkocht aan de rekenmachinefabrikanten? Wie hebben bedacht dat algebraische vaardigheden afleiden van wiskundig inzicht? Hoe verhouden de negatieve gevolgen van het realistisch rekenonderwijs zich eigenlijk tot de negatieve gevolgen van Stapel’s verzonnen onderzoek? Vraag het de (wellicht vegetarische) student die studievertraging oploopt en straks duur moet betalen als zijn leerlijnen zijn doodgelopen. En spring naar

    www.beteronderwijsnederland.nl/node/7955

    om je te verbazen. De cirkel is rond.

    Joost Hulshof

Reacties zijn gesloten.