Brutaal of naief

Brutaal of naïef

Ik vond een leuk bericht in BNdeStem van 15 januari. Dhr Luyten is één van onderzoekers die onlangs verklaard heeft dat het Nederlandse onderwijs het bèst goed doet. In de krant zegt hij: ‘Wat ons als wetenschappers stoort, is dat er selectief wordt omgegaan met de gegevens. Als we melden dat het goed gaat, dan worden onderzoeken in twijfel getrokken. Maar als een meting op lichte achteruitgang duidt, dan wordt dat wel geloofd.’ Daar zit volgens hem ook een andere kant aan: ‘Voor sommige beleidsgroepen is het gevaarlijk om te zeggen dat het goed gaat. Want dan krijgen ze geen geld meer.’
Dit is echt heel geestig. Iedereen die iets weet van het onderwijsbeleid sinds 1968 en van de rol van de onderwijskunde daarin, weet dat die onderwijskunde bijna altijd in dienst stond van het beleid. Dat begon al met de middenschooldiscussie: in het buitenland was immers al lang bewezen dat middenschoolonderwijs heel goed mogelijk was: In Zweden, in Engeland, in de Verenigde Staten, in Oost-Duitsland, in de Sovjet-Unie..
Als sceptische tegenstanders dan ter plaatse gingen kijken zagen ze meestal dat de voorbeelden heel a-typisch waren; bijvoorbeeld scholen met heel veel extra middelen, heel kleine klassen, niet-heterogene groepen enz. Ook kwam het voor dat de resultaten veel te mooi werden voorgesteld, bijvoorbeeld op de Nederlandse experimenterende middenscholen. Voor het beleid onwelgevallige uitkomsten werden onderin de la gestopt, opdrachten aan onderzoekers werden soms zo geformuleerd dat de uitkomsten al van te voren vaststonden. (Zie ook de brochure van de Vrienden van het Gymnasium ‘Tijd voor Onderwijs wordt slecht gebruikt’).
Voor alle duidelijkheid, dit gebruik van de onderwijskunde is niet voorbehouden aan ‘links’ – hoewel iemand als Prof Leune het wel erg bont maakte – het is langzamerhand een vast patroon geworden waarvan alle politieke partijen gebruik maken. Wat betekent dat voor de praktijk van het onderwijs?
Dat, als de conclusies van ervaren praktijkmensen vergeleken worden met die van onderwijskundigen, het oordeel van de praktijkmensen moet prevaleren.
Bovendien, de ’vergelijkingen’ met onderwijs in het buitenland zijn voor de onderwijskundigen wel handig omdat ze niet door mensen uit de praktijk van het Nederlandse onderwijs worden gecontroleerd, maar ze zeggen in feite heel weinig over wat òns regardeert, de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs.
Als de kwaliteit van het onderwijs in het buitenland nog slechter is dan in ons land, zijn die mensen daar te beklagen. Over de Nederlandse situatie één voorbeeld. Dr. Cordula Rooijendijk, die al een wetenschappelijke opleiding achter de rug had toen ze naar de Pabo ging: ‘De pabo is erbarmelijk. We moeten die opleiding echt veranderen, zodat het niveau weer komt op dat van de vroegere kweekschool, die ook wel de universiteit van de armen werd genoemd.’( Het Onderwijsblad van 15 januari). Als zelfs de AOb zulke verklaringen publiceert, is er echt wel iets aan de hand. Daarom, de opmerkingen van dhr Luyten , die ik aan het begin van dit stukje citeerde , beschouw ik als brutaal èn naïef.

Cornelis Verhage

5 Reacties

  1. Brutaal EN naïef
    Zolang “Onderwijskunde” geen kritisch zelfonderzoek pleegt naar haar medeplichtigheid aan de mislukte onderwijsvernieuwlingen is ze als “wetenschap” geen knip voor de neus waard.
    Wie neemt die jongens en meisjes eigenlijk nog serieus???

    • Durf je wel tegen onschuldige weerloze meisjes?
      Omdat de studentes onderwijskunde aardig, net, onschuldig en weerloos zijn is het ongepast om kritiek te geven op hun vakgebied !!

      www.onderwijsjournalistiek.nl/2008column_martens.php :

      Rob Martens (onderwijskundige):

      “Goedkope journalistiek vaart op makkelijke slachtoffers. Uit mijn Leidse onderwijstijd ken ik veel onderwijskundestudenten. Het zijn vrijwel altijd nette meisjes met als belangrijkste studiemotief dat ze “iets met kinderen willen doen”. Blond, hockeyend of korfballend en vrijwilligster in een buurthuis. Van een heel ander kaliber dan advocaten, apothekers of vaatchirurgen, die absurde aantijgingen aan hun beroepsgroep allang in de kiem gesmoord hadden met snoeiharde juridische procedures of hun Haagse lobby. Onderwijskundigen bleken uiteindelijk dus gewoon makkelijke slachtoffers van goedkope maar uiterst schadelijke journalistiek.”

      www.trouw.nl/onderwijs/nieuws/article3378799.ece/Nederlands_onderwijs_is_uitstekend_.html :

      “Het is op de campus van de TU Twente al lang bekend dat de ”meisjes” bij Onderwijskunde leuk zijn maar niets onder hun dakpan hebben. VWO gehaald, dan maar Onderwijskunde ipv PaBo. En deze lichting en dit vak beoordeelt het onderwijs in Nederland . Nu snap ik waarom Jaapje het onderwijs zo goed vindt.
      Het is flauw om dit zo te stellen, zeker als vrouw zijnde, maar het is kennelijk wel de realiteit. Is dit wetenschap?”

      Anne, Ruinen

Reacties zijn gesloten.