Dromen gevraagd

Seger en ik hebben onlangs het BON-bestuur gevraagd om te pleiten voor verruiming van de mogelijkheden om een (gesubsidieerde) school te stichten. We weten natuurlijk nog niet hoe dat afloopt.
Vooruitlopend op het ooit stichten van een BON-school zou het goed zijn om eens te brainstormen op dit forum. Daarom vraag ik jullie reacties. Laten we als denkoefening een fictieve HAVO nemen (als tussenvorm tussen VMBO en VWO) in het midden des lands, zeg Utrecht.
Vragen die dan in je opkomen zijn:
– maximum aantal leerlingen
– gemengde school, jongens/meisjes/multiculti
– aantal benodigde leraren
– gewenste bevoegdheden
– benodigd aantal en kwaliteit lokalen (computerlokaal? Scheikundelokaal? Sportlokaal?
– regels voor toelating van leerlingen (ook tussentijds voor hen die van VMBO-t komen)
– schoolregels en huiswerkbeleid
– hoe vindt de begeleiding van leerlingen plaats?
– heeft zo’n school een conciërge, een schoonmaker, een repro, een openleercentrum, een maatschappelijk werker/schoolpsycholoog?
– welke deskundigheid huurt zo’n school in voor nascholing, ondersteuning enz.?

En misschien nog het belangrijkste: wie weet hoe je aan startkapitaal voor een nieuwe school komt? Wat zijn de bedragen die je daarna per jaar per leerling van de overheid kunt verwachten. Wie weet hoe andere nieuwe scholen zijn gestart?

46 Reacties

  1. Wat gedachten
    De kern van een school zijn de leraren. Dus daar beginnen. Je wilt niet 0,3246 fte banen aanbieden (zoals veel scholen in hun onbeschaamdheid doen), dus in principe full-time banen voor docenten (eventueel te splitsen in duo-banen voor degenen die part-time willen werken). Als BON-school wil je tenminste mensen met voldoende vakkenis (een tekort aan pedagogisch-didactische kennis valt binnen de school te verbeteren, een tekort aan vakkennis niet). Dus een wiskundige als wiskundeleraar en een neerlandicus als leraar Nederlands. Een heel klein schooltje is dan niet mogelijk (tenzij je heel veel mensen met dubbele bevoegdheden weet te strikken), je zit al gauw aan 20 FTE aan docenten om alle vakken aan te kunnen laten bieden door deskundigen. Dan op de achterkant van een envelop een ruwe berekening. Die 20 FTE docenten correspondeert met ongeveer 15 klassen (zo een 350-450 leerlingen), dus in het geval van een HAVO (5 jaar) heb je dan 3 parallelklassen in ieder jaar. Dan heb je voor ieder vak (behalve wellicht Nederlands, Engels en wiskunde) 1 full-time docent; wil je 2 full-time docenten in een vaksectie (wel zo gezond), dan zit je al gauw aan een school van 700-900 leerlingen. Groter dan dat wordt denk ik te groot.

    Dan welke deskundigheid huurt de school in voor nascholing, ondersteuning enz. Het korte antwoord: geen. Maak gebruik van de kennis die binnen BON aanwezig is, ga niet bij de APSen langs.

    • Kleiner
      Eigenlijk zou ik een school kleiner willen zien: Zeg maximaal 300 leerlingen.

      Doordromend: Klassen van ong. 20 leerlingen. Per leerjaar twee klassen (misschien in de eerste twee jaren drie klassen).

      Een kleine school is me zoveel waard dat ik combinaties van lessen, desnoods deels onbevoegd zou accepteren. Ik stel me dan zoiets voor dat een bevoegd docent wiskunde aan de onderbouwklassen ook natuurkunde of scheikunde zou kunnen geven. Een en ander afhankelijk van affiniteit met het vak.

      • Klassen van 20
        Met klassen van maximaal 20 leerlingen zul je de leraren hooguit schaal LB kunnen bieden. Met grotere klassen kun je een hogere salarisschaal bieden.

        • Leraren
          doen het niet voor het geld…toch?
          Beter een goede kleine school met kleine klassen, dan alleen voor het geld een grotere school met grotere klassen.

          • Eerstegraads leraren
            Waar haal jij de goede universitair opgeleide eerstegraads leraren vandaan die voor LB willen en kunnen werken?
            Of wil jij alleen vissen in de vijver van samenwonende vrouwen (en een enkele samenwonende man wiens vrouw een goed betaalde baan heeft) die met een laag loon genoegen nemen?

        • ander samengestelde werklast een oplossing?
          Misschien zijn wel kleine klassen en meer lesuren wel acceptabel als de taak van de docenten strikt beperkt blijft tot lesgeven en proefwerken nakijken?
          Seger Weehuizen

    • Hoeveel en welke?
      OK we hebben een HAVO school met drie klassen in jaar één (65 leerlingen totaal) en 60-65 leerlingen in het tweede jaar. Samen 125- 130 leerlingen.
      In de jaren 3,4 en 5 zijn er twee wat grotere klassen per leerjaar. In totaal rond 150-170 leerlingen.

      Hoeveel leraren heb je voor zo’n school nodig? Welke bevoegdheden, hoe groot moet de aanstelling zijn? Ik heb absoluut geen bezwaar tegen part-time en urenaanstellingen. Dat zal -zeker voor de profielen- misschien ook nodig zijn.

      Wie doet een gooi of heeft een voorbeeldschool?

      • Hoeveel
        Leerlingen lijken zo een 32 lesuren van 50 minuten per week te hebben. Met 12 klassen (het aantal leerlingen maakt niet uit) is dat 384 lesuren per week. Een full-time leraar geeft 25 lesuren per week. Dat geeft iets meer dan 15 FTE aan leraren voor de fictieve school van Hinke. Dit in het geval dat je in de bovenbouw kunt volstaan met 1 alpha en 1 beta klas (en je in jaar 4 en 5 dus inderdaad 2 klassen hebt).

        Voor de verdeling over de vakken, kijk bijvoorbeeld eens naar het Ulenhof college (toevallig gevonden…).

        Bijvoorbeeld voor Nederlands hebben ze daar in de 1e klas 4 uur, in de 2e klas 3 uur en in de 3e klas 3 uur. Uitgaande van studielasturen zal dit in de 4e klas en de 5e klas 4 uur moeten zijn. Dus in totaal voor al die klassen in de fictieve school van Hinke 43 lesuren Nederlands per week. Dat is dus 1.72 FTE Nederlands.

        Voor bijvoorbeeld geschiedenis ligt de situatie wat anders. Voor dit vak zijn er 2 lesuren in de klassen 1,2 en 3 en (uitgaande van studielasturen) 3 lesuren per week in de 4e en 5e klas (waar we aannemen dat geschiedenis alleen in de alpha klas gegeven wordt). Dus in totaal voor al die klassen in de fictieve school van Hinke 22 lesuren geschiedenis per week. Dus 0.88 FTE geschiedenis.

        Nederlands, wiskunde en Engels zullen zo ongeveer als Nederlands hierboven uit de bus komen, dus wat minder dan 2 FTE ieder.

        Frans, Duits, geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie en economie zullen op wat minder dan 1 FTE ieder uitkomen.

        Dan heb je nog een gymleraar nodig, en mensen om maatschappijleer en de expressievakken te geven.

        Dan kom je uit op 14 leraren voor de kernvakken, die allemaal genoegen moeten nemen met iets minder dan een volledige baan. En minstens 3 leraren voor gym, maatschappijleer en expressie die met aanzienlijk minder dan een volledige baan genoegen moeten nemen.

      • Het is gemakkelijk om het
        Het is gemakkelijk om het aantal lesuren uit te rekenen wat je nodig hebt voor zo’n school. Tel het aantal lesuren per per vak per leerjaar bij elkaar op.
        Zelf kreeg ik vroeger voor de meeste vakken gedurende elk leerjaar 4 lesuur (200 minuten) per vak per week. Voor drie HAVO-klassen per leerjaar in de onderbouw en twee klassen per leerjaar in de bovenbouw zou dit per vak (3*3 + 2*2)*4 = 52 lesuren per week zijn (3 leraren?). Tegenwoordig krijgen de leerlingen echter meer vakken en minder lesuren per vak.
        We moeten eerst voor elk vak het aantal lesuren optellen wanneer we willen berekenen hoeveel leraren er nodig zijn (open deur maar wel belangrijk en iets wat ik niet kan doen).

        Vervolgens moet je bekijken hoeveel lesuur 1 leraar aankan en het aantal leraren optellen. Wanneer het sommetje niet lekker uitkomt, bijvoorbeeld omdat je dan op ofwel 15 ofwel 25 lesuur per leraar uitkomt, het een te weinig (onbetaalbaar) is en het ander te veel (onvoldoende voorbereiding, nakijken etc.) en dit blijkt niet op te lossen te zijn door een deel van de leraren parttime in diens te nemen dan moet je gaan overwegen in hoeverre je bereid bent om onbevoegdheid te aanvaarden.
        Is het aanvaardbaar om een natuurkundige in de onderbouw wiskundelessen te laten geven? Is het aanvaardbaar om een bioloog in de onderbouw scheikunde te laten geven. Is het aanvaardbaar om een elektrotechnicus als parttimeleraar wiskunde in de bovenbouw te laten geven?
        Enz.

        Laten we eens beginnen met de gemakkelijke eerste vraag te beantwoorden en een overzichtje te maken per vak hoeveel lesuren de leerlingen per jaar moeten krijgen en dan verder redeneren.
        Ik vind overigens 4 klassen per leerjaar aanvaardbaar qua grootte.

      • Inkomsten
        Ik heb (een hele) tijd terug een stukje geschreven over de bekostiging van scholen. Een HAVO school krijgt als vaste voet onderwijzend personeel 176.341 euro en per leerling voor onderwijzend personeel 3458 euro (cijfers van toen). Daarnaast is er nog wat geld voor directie, onderwijsondersteunend personeel en dergelijk. Als we uitgaan van 65+60+55+55+50 leerlingen in de leerjaren (wat Hinke doet) voor een totaal van 285 leerlingen, dan zijn de inkomsten van de school voor salarissen van leraren 1.161.871 euro (dit is denk ik wel inclusief pensioenpremies en dergelijke).

        • Wat is een “eerlijke” subsidie?
          De jaarlijkse kosten op jouw HAVO komen dus uit op ongeveer 4000 EURO per Havist.
          Het IVA in Driebergen vraagt ongeveer 7000 EURO per HBO-er of MBO-er.
          Daar lijkt een groot gat tussen te zitten.
          Zijn jouw gegevens nog correct? Er zou meer geld voor lerarensalarissen komen.
          Ik weet niet in hoeverre het IVA veel geld uitgeeft aan practicum moderne techniek.
          Een gewone HAVO is waarschijnlijk gevestigd in een gebouw dat op kosten van de gemeente geëxploiteerd wordt. Dat moet natuurlijk voor jouw HAVO ook het geval zijn of verrekend worden
          Jouw HAVO wil waarschijnlijk geen gebruik maken van know how van buiten. Kopen “gewone” HAVO’s hun kennis bij onderwijsadviserende instellingen in of krijgen laatstgenoemden subsidies? In het laatste geval moeten die subsidies natuurlijk beschouwd worden als extra inkomsten van gewone HAVO’s en die zouden rechtstreeks aan jouw HAVO moeten worden uitbetaald.
          Seger Weehuizen

          • 4000 euro
            Inderdaad komen de jaarlijkse kosten per HAVIST volgens mijn berekingen op iets meer dan 4000 euro per jaar uit (er is ook nog wat geld voor directie en ondersteunend personeel). Dat is zonder huisvestingskosten die voor rekening van de gemeente komen (al is dat inmiddels denk ik ook in de lumpsum opgenomen).

            Hier in Engeland kost een student in het hoger onderwijs zo een 7000 pond (8000 euro) per jaar in totaal (inclusief huisvesting en dergelijke), wat redelijk overeenkomt met wat IVA Driebergen blijkbaar vraagt. Dus 4000 euro per HAVIST is inderdaad niet veel, maar Nederland geeft dan ook een zeer klein deel van het nationaal inkomen aan onderwijs uit.

          • te mooi om waar te zijn
            Het internaat van het IVA kost 9600 EURO. Daar zit voedsel en huiswerktoezicht bij maar men slaapt soms met 4 personen in één zaal en in het weekeinde moet men weg zijn.
            Onderstel 2 parallelklassen per leerjaar, zowel voor een klas als voor een leraar 30 lessen (contacturen) per week, dan zijn 300 lessen per week; onderstel 10 full time leraren, conciërge, secretaresse en directeur dus 13 personen en inkomsten school 285 x 4000 = 1140000 EURO dan leidt dat voor 13 personen tot een gemiddeld bruto maandsalaris van 1140000/(13 x 12) = 7000 EURO. Dat zou te doen moeten zijn
            Seger Weehuizen

          • Internaat en school gescheiden
            Voordat er een misverstand ontstaat: de IVA-opleiding zelf kost vanaf 2011 €8.150. Huisvesting in het internaat kost €9.700. Dit is van zondagavond t/m vrijdagmiddag en inclusief gesurveilleerde studietijd in de avond (van 18.30 tot 21.00 uur). Er zijn 38 plaatsen in het internaat dus kan elk jaar amper 10 procent van de eerstejaars hier terecht.

          • Zo werkt het niet
            30 lesuren voor een leraar is veel te veel, de huidige 25 lesuren is al te veel.

            Er zijn ook wergeverslasten zoals pensioenbijdrage en zo nog wat die uit die 1.140.000 euro betaald moeten worden.

            De bekostiging van de overheid is gebaseerd op 2e graads leraren in salarisschaal LB en 1e graads leraren in salarisschaal LD (maar de laatsten wel met wat grotere klassen).

    • De dood in de pot
      Tijdens de recente bijeenkomst van het leesclubje Oud-Griekse literatuur vertelde de docent dat hij kort voor zijn pensioen geschiedenis in de brugklassen gegeven had en hem twee dingen gestoord hadden: het ontbreken van elke vrijheid voor de docent om van het programma af te wijken zodat in alle klassen op dezelfde manier op hetzelfde tijdstip getoetst kon worden alsmede het gebruik van geprogrammeerde instructie waardoor niet naar de motivering van het antwoord of een verdediging van een afwijkend antwoord en ook niet naar elkaars antwoorden gekeken werd. Hij noemde het de dood in de pot.
      In TROUW stond vandaag dat Van Bijsterveldt voorheeft om verplichte standaardtoetsen voor de onderbouw van de middelbare school in te voeren. Dit gaat natuurlijk lijnrecht in tegen het idee van soevereine scholen waarin de docent een periode van één à twee jaar krijgt om op zijn eigen wijze les te geven en daarbij zijn scholieren voldoende voor te bereiden op een die periode afsluitend extern examen
      Seger Weehuizen

      • Standaardtoetsen hoeven geen
        Standaardtoetsen hoeven geen belemmering te zijn zolang de eindtermen goed zijn samengesteld, de standaardtoetsen deskundig worden gemaakt, er nog wat ruimte is voor de leraar om eigen accenten te leggen en de leraar niet wordt afgerekend op enkel het gemiddelde wat zijn leerlingen behalen voor die standaardtoetsen.
        Zo kan ik me bijvoorbeeld voorstellen dat wanneer een leraar minder tijd besteed aan de getoetste onderdelen zodat hij voldoende tijd overhoudt voor andere belangrijke onderdelen die niet worden getoetst met die standaardtoetsen (bij wiskunde B bijv. vectoren en complexe getallen) dat dan de zwakkere leerlingen lager scoren op die verplichte toetsen met als gevolg dat het gemiddelde daalt. Wanneer een leraar hierop wordt afgerekend dan ontneem je hem de ruimte om de leerlingen nog wat extra’s te leren.

        Ik vrees echter dat die verplichte toetsen doordrenkt zouden zijn met onderwijsvernieuwingsideologieën aangezien dat voor de gewone centrale examens ook het geval is. Zolang dat probleem bestaat heb ik liever niet dat er standaardtoetsen komen voor de onderbouw.

    • Tegenstrijdige signalen
      “Sinds 1 augustus 2008 is het Plan van Scholen voor het voortgezet onderwijs afgeschaft. Een nieuwe school voor voortgezet onderwijs kan in aanmerking komen voor lumpsumbekostiging van het Rijk, als de stichting daarvan is goedgekeurd door de minister” (bericht rijksoverheid)
      Uit dat verdwijnen van het Plan van Scholen zou je concluderen dat de minister van onderwijs voortaan niet meer het stichten van nieuwe scholen zal tegenhouden vanuit de overweging dat bestaande scholen al voorzien in het onderwijstype waarvoor die nieuwe school zou worden opgericht.
      MAAR
      “De [door de minister] goedgekeurde scholen voor voortgezet onderwijs worden in de Staatscourant gepubliceerd. Tegen het besluit van de minister kunnen schoolbesturen in bezwaar gaan bij de minister van OCW” (bericht rijksoverheid).
      Dat doet vermoeden dat de minister nog net zo als vroeger niet van plan is om concurrentie toe te staan.
      Seger Weehuizen

      • Buiten de droom houden!
        Onze droom-HAVO zou in theorie ook kunnen ontstaan doordat een bestaande HAVO-afdeling van een scholengemeenschap wordt verzelfstandigd en leraren en in mindere mate ouders er de dienst gaan uitmaken. Dat lijkt echter geen realistisch scenario. Buiten de droom houden dus!
        Seger Weehuizen

        • Van groot naar klein….
          Misschien is dit wel het antwoord op de schaalvergrotingsideologie van de laatste decennia: de omkering als omslagpunt. Het kleine maakt zich los uit het te grote, omdat het kritische punt is bereikt en de tijd roept om meer kwaliteit dan kwantiteit. Net zoals in de bio- en de voedselindustrie.

    • Het aantonen van bezuinigingen
      In onze droomHAVO zijn aansturende managers, directies, schoolbesturen en onderwijsbegeleidingsinstituten vervangen door hoogopgeleide zichzelf sturende leraren. Aan laatstgenoemden moeten dus weer hoge eisen gesteld worden. Het gevolg is dat het geld dat vrijkomt door het afplatten van de hiërarchische driehoek grotendeels gebruikt moet worden om de leraren op de werkvloer een passend salaris te bieden. Omdat het kabinet in de eerste plaats wil bezuinigen moet het ervan doordrongen worden dat het geld dat voor onderwijsinstituten uitgegeven wordt onze HAVO niet ten goede komt.
      Seger Weehuizen

  2. Leerstofdroom
    Wiskunde moet weer gebruikt kunnen worden als steunvak voor andere vakken. De wekelijkse uren Freudenthals puzzelen moeten daarom vervangen worden door uren wiskunde. Daarmee moet ook de opvatting overboord geworpen worden dat je vanuit het oplossen van praktische problemen wiskunde moet leren. De omgekeerde toestand, waarbij een solide wiskundekennis toegepast wordt bij het oplossen van opgaven bij andere vakken moet weer terugkeren.
    Om op 1-HAVO meteen met wiskunde te kunnen starten moeten leerlingen met voldoende kennis van en vaardigheid in rekenen het secundair onderwijs binnenkomen. Met één of meer toeleverende basisscholen worden daarover afspraken gemaakt.
    Seger Weehuizen

  3. SOHA
    Op onze HAVO zou de procescontrole door de overheid grotendeels vervangen moeten zijn door outputcontrole. De diejarige onderbouw van de HAVO zou goed afgesloten kunnen worden met een “Eindexamen Onderbouw HAVO” (EOH), een staatsexamen dat daarom ook SOHA genoemd zou kunnen worden. Aan dat examen kunnen dan ook leerlingen met een MAVO-diploma meedoen. Als ze slagen verkrijgen zij daarmee recht op toegang tot de bovenbouw HAVO.
    Seger Weehuizen

    • SOHA
      Niet deze naam! Zou door leerlingen – en spoedig door iedereen – verbasterd worden tot SOA.
      Hannie Leek

      • associërende lettercombinatie
        Je hebt gelijk. Ik zal die naam niet meer gebruiken.
        Seger Weehuizen

    • Outputcontrole
      Toch heb ik altijd een beetje moeite met outputcontrole. Je kent de effecten van de Trouw-onderzoeken. Het is maar wat je meet en hoe je meet.

      Daarnaast zou ik ervan balen als ik mijn kind in goed vertrouwen naar een school stuurde en pas achteraf (na VIJF jaar) zou ontdekken dat het onderwijs niet goed genoeg is geweest.

      Zeker tijdens de opstartfase van een school is procescontrole en tussentijdse leereffectcontrole nodig.

      • optimale intervallen
        Er zit een spanningsveld tussen de wens om de leraren en de school zo veel mogelijk de vrijheid geven en de wens om te controleren of de leraren het goed doen. Onder “goed doen” wordt hier bedoeld dat de leerlingen binnen een bepaald tijdvak voldoende bijgeleerd hebben. En onder “voldoende” wordt hier verstaan dat ze zo gemiddeld niet achterlopen bij het verwerven van kennis en inzicht die nodig zijn om met succes het laatste examen af te leggen. Bij de vrijheid voor de leraren en de school wordt ook gedacht aan de mogelijkheid om de volgorde waarin (onderdelen van) vakken doorlopen te wijzigen. Op het Gymnasium b.v. eerst Latijn en vervolgens het zich daaruit ontwikkelde Frans. Op de HAVO b.v.eerst een stevige wiskundige basis en pas daarna natuur- en schei-kunde. Maar 5 à 6 jaar geen externe controle op de resultaten laten ouders, school en overheid te lang in onzekerheid. Voor het VWO leek mij de beste compromisoplossing telkens na 2 jaar een extern examen. Dat geeft de docent voldoende vrijheid en stelt controle op ontsporingen niet te lang uit. Het maakt het bovendien voor de school gemakkelijker om een falende leraar op te sporen. Het laatste externe examen is natuurlijk het staats-eind-examen. Voor de 2 eerdere examina zal een drager gevonden moeten worden. Het is de bedoeling dat alle andere HAVO’s of HAVO-afdelingen aan die examina kan deelnemen. Ouders van leerlingen die op een HAVO zitten die niet meedoet kunnen hun kind ook met het examen mee laten doen zodat ze eventueel de school van hun kind op de slechte resultaten kunnen aanspreken. Op een HAVO zouden de tijdsintervallen tussen de examina 1.5, 1.5 en 2.0 jaar kunnen bedragen. Seger Weehuizen

  4. Samenvatting conclusie HAVO-droom-school d.d. 141110 (I)
    Samenvatting conclusie HAVO-droom-school d.d. 141110
    DOCENTEN:
    *Alle docenten moeten vooral hoog in hun leervak opgeleid zijn; zo nodig vanuit de school aanvulling op het gebied van didaktiek en paedagogiek.
    *eventuele aanvulling op het gebied van didaktiek en paedagogiek via BON, geen APS, geen Freudenthalinstituut, geen ……..
    *Aantal docenten beperken; liever een aantal onbevoegd gegeven lessen dan veel onvrijwillige parttimers
    *goede leraren zijn duur; niet op onbaatzuchtig idealisme bouwen
    *de bovenbouw moet eerstegraads blijven en de onderbouw mag tweedegraads blijven

    SCHOOLGROOTTE:
    *een school moet (met als maat het aantal leerlingen) zo klein mogelijk zijn
    **tegenargumenten:
    ##veel part time banen of veel onbevoegde lessen
    ##veel éénmanssecties
    ##eerste- en tweede-graads gebied kunnen niet gescheiden gehouden worden

    ROUTEPLANNER:
    *Verzelfstandiging van een HAVO door uittreding uit een scholengemeenschap is geen haalbare kaart
    *oudkomers moeten hun veto op het toelaten van nieuwkomers kwijt raken

    FINANCIEEL PLAATJE:
    *Goede zelfstandige categoriale scholen moeten aantoonbaar voordeliger zijn

    LEERSTOF
    *De leerstof moet ontdaan worden van toevoegingen in het kader van gelijkschakeling en kennisbashing
    *leerstof moet tentaminabel zijn

    *EXAMINERING:
    *externe tentamina want dan
    #handhaving niveau
    #geen overheidsbemoeienis met de school
    #schoolproefwerken worden diagnostische proefwerken
    Seger Weehuizen

  5. Personeel is nu in beeld
    Nu de ruimtes: We hebben ongeveer 12 klassen dus minimaal 12 klaslokalen nodig. Een sportruimte is niet persé nodig, een natuur/scheikundelokaal wel.

    Zou een voormalige basisschool geschikt zijn als je één lokaal laat ombouwen?

  6. Onrealistisch?
    Is de droom van een kleinere school, waar werkelijk onderwijs gegeven wordt en de regels duidelijk en consequent gehanteerd worden misschien toch niet realistisch?

    Hoe groot zou zo’n school dan moeten zijn om wél realistisch te zijn?

    • 285
      Je voorstel boven voor een school met 285 leerlingen lijkt mij bij nader inzien heel realistisch.

  7. Toelatingseisen
    Wat denken jullie kan en mag een BON-school toelatingseisen stellen? Zo ja, welke zouden dan moeten zijn?

    • Een door BON of in opdracht
      Een door BON of in opdracht van BON georganiseerd toelatingsexamen waarin wordt getoetst ofdat de leerling die zaken heeft geleerd waarvan BON vindt dat de leerling die op de lagere school behoort te hebben geleerd.

    • Re: toelatingseisen
      Je wilt leerlingen die het niveau aankunnen en die niet volkomen gedragsgestoord zijn. Anders wordt het een puinhoop in de klas. Dus je zult toelatingseisen moeten stellen.

      • Welke eisen
        Toelatingsexamen omtrent niveau lijkt me een goed idee. Welke eisen zou je nog meer moeten en kunnen stellen. Gedragsstoornissen kun je niet altijd tevoren waarnemen en kunnen ook nog tijdens de opleiding de kop opsteken. Hoe zou je eisen daaromtrent in het vat kunnen gieten.

        Ik zou een soort contract willen met ouders én leerlingen omtrent gedrag, aanwezigheid en huiswerk maken.

  8. de dood in de pot
    @ Seger, die de standaard afsluitende toetsen na de onderbouw de dood in de pot vindt….

    Ik snap je bezwaren, want de vrijheid van de docent wordt ingeperkt. Maar ik zie ook zeker voordelen. Leerlingen hebben nu op de ene school veel meer kans de bovenbouw mavo, havo, vwo in te stromen dan op de andere school en dat is eigenlijk onrechtvaardig. Je zou de stapelaars ook aan de toetsen kunnen laten meedoen!
    Het zou ook een eind maken aan de praktijk dat schooldirecties docenten onder druk zetten hogere cijfers te geven.

    • Hoe verschilt die
      Hoe verschilt die onrechtvaardigheid van de onrechtvaardigheid bij de doorstroming van de lagere school naar het middelbaar onderwijs?
      Die rechtvaardigheid is dan zelfs nog groter aangezien op die leeftijd de invloed van de ouders en de leraren op de leerlingen hun resultaten verhoudingsgewijs veel groter is.
      Juist op latere leeftijd zijn het vooral de kwaliteiten van de leerling die het verschil maken. En dan zwijg ik nog over de amateuristische selectiemethode op de lagere school in vergelijking met een eventuele toets op de middelbare school waar je je 3 jaar lang op kan voorbereiden.

      Natuurlijk klinkt het mij als muziek in de oren wanneer ook stapelaars aan zo’n test mee kunnen doen.

    • Link?
      Ik heb in het dagblad van het noorden een bericht gevonden over deze afsluitende toetsen. Veel blijft echter onduidelijk. Heeft iemand een link naar een uitgebreider bericht (de website van het ministerie schrijft lijkt het niets hierover).

      • Ook de NRC is vaag
        Er heeft ook iets over in de NRC gestaan. Maar niet veel meer dan in Het Dagblad van het Noorden. Ik had er uit begrepen dat er in groep 3 en groep 8 meerdere toetsen verdeeld over het schooljaar zouden plaats vinden. Daarom lijk ik mijzelf elders op de website tegen te spreken. Waarom heeft van Bijsterveldt niet gewoon over afsluitende tentamina of examens?
        Seger Weehuizen

  9. Toelating
    Zou je naast goede voorlichting over doel en regels van de school een contract kunnen maken waarin je zet dat bij gebrek aan inzet, niet aanvaardbaar gedrag in de klas of absentie verwijdering volgt? Dit gaat tegen de leerplichtwet in……….

    • Haidende
      Als de schoolbesturen meer belangstelling voor goed onderwijs voor de leerwilligen dan voor hun eigen salaris zouden hebben gehad zouden zij in elke grote stad een Haides hebben kunnen oprichten, een gebouw ingericht als een gevangenis, waarheen niet te handhaven leerlingen gestuurd hadden kunnen worden. Daarmee zou de bnarrière van de leerplichtwet geslecht zijn.
      Seger Weehuizen

      • nounounou
        Nou, misschien is een gevangenis wat overdreven, maar een goede opvang voor jongeren die niet willen leren zou een brede verbetering in het VMBO betekenen. Juist het VMBO vangt immers alle onwilligen en gedragsproblemen op.

        • te leuk wordt onbetaalbaar
          On de opvang betaalbaar te houden moet die niet te aantrekkelijk gemaakt worden. Leerlingen die niet getikt zijn moeten met hangende pootjes bij een normals school komen vragen of ze (weer) toegelaten kunnen worden.
          Seger Weehuizen

  10. spinn off
    ik las net het artikel `Het bancaire regime steunt op chantage` (NRC201110) vanAbram de Swaan. Hij vergelijkt daarin de financièle werel met een militaire junta. Toen kwam een bij de financièle wereld passende naam bij mij op voor een verzameling kleine, dus categorale, scholen: Silicon valley. Kleine zelfstandige bedrijfjes die opzienbarende resultaten halen. De eerste soevereine school in Nederland wordt dan de eerste vestiging in een BONproject.
    (De lezing waarvan genoemd krantenartikel een uittreksel is is te vinden op www.mejudice.nl, genaamd `Het financièle regime over de gevolgen van een moderne dwaalleer` Het is een Thomas More lezing van het Soeterbeeck Programma van de UN)
    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.