64 Studeren in Frankrijk: Van komkommertijd, leuk links, betaalvarkens, Waiting for Superman en de klassieken

18 november 2010
Nu dochterlief een voor 6 maanden een stage loopt bij de interne controledienst van een héééééél groot bedrijf, is er weinig te melden over haar academische vooruitgang. Maar het is interessant kennis te nemen van allerlei fenomenen die zich aan de rand afspelen. Het zijn kleine stroompjes die later als een rivier de richting van een heel systeem bepalen.

Bekijkt U eens hoe zo’n stage functioneert en hoe je daar volgens je rang (en ik zou haast zeggen ‘en stand’) wordt ingeschaald. De stage zelf is een permanente baan die om de 6 maanden rouleert. Het lage loon is ten voordele van het bedrijf (1), maar niettemin zeer aantrekkelijk voor de student, in ons geval ruim € 800 netto. Waar anderen de aller grootste moeite hebben om betaalde praktijkervaring op te doen, hoeven de leerlingen van de betere economische hogescholen nauwelijks hun best te doen: ze plukken iets van hun gading moeiteloos uit het Internet, desnoods op het allerlaatste moment, en ze kunnen bij hun keuze secundaire overwegingen betrekken (nuttigheid, beloning, transport, huisvestingsmogelijkheden en, ja, ‘zichtbaarheid’ voor later). Het is waar dat ze door zo’n zware selectieprocedure zijn gegaan dat de recruteurs wel weten wat voor vlees ze in de kuip hebben. Met ‘interne controle’ heeft zij gekozen voor nuttigheid boven iets waar haar affiniteit naar uit gaat. Tot haar verrassing is ze op een kleine afdeling gekomen waar al het cijfermateriaal geconsolideerd wordt. Het is merkwaardig dat bij een zo’n hoogst vertrouwelijke taak stagiaires worden ingeschakeld, normaliter kom je er aan toe als je 45 bent en het vertrouwen van de hoofddirectie geniet. Dat hoort men vaker van stagiaires die op afdelingen terecht komen, waar men in de normale hiërarchische verhoudingen pas op middelbare leeftijd aan toe komt.

Onder de impuls van de linker vleugel heeft de Parti Socialiste vorige week hun programma gepubliceerd. Het is een niet-gehiërarchiseerde catalogus van ‘leuke linkse dingetjes’, dus boodschappen doen zonder eerst in je portemonnee te kijken. Het stuitte intern op verzet, maar op één of andere manier is het met 59 stemmen op 300 stemgerechtigden aangenomen. Het is een typisch intellectuele ontreddering: Te willen worden afgerekend op je goede bedoelingen. Kan men het een politicus die carrière wil maken kwalijk nemen? Maar het interessante was een deel van de onderwijs paragraaf, waar bijvoorbeeld de PS van plan is het onderwijs over 5 dagen te spreiden (sinds in 2009 de zaterdagmorgen ook vrij is, zijn er nog maar 4 lesdagen/week) dus impliciet wil het zeer terecht meer lesuren invoeren (2) of liever gezegd beter spreiden, want hier gaat de jeugd nog maar 144 dagen/jaar naar school voor iets minder dan 900 lesuren. En voor de universiteit wil het de methodes van de ‘classes préparatoires’ overnemen (3). Hoe komt het toch dat het ‘echte’ Links zoveel meer concreet denkt in termen van verheffing door je best te doen, dat geldt ook voor de kansarmen, terwijl de slappe buik sociaal democraten meer denken in termen van ‘iedereen een diploma desnoods via quota’? Is dat in Nederland ook niet het verschil tussen de SP en de PvdA?

Wij, de ouders, worden ondertussen van alle kanten geplukt. Wij zijn de ‘cochons payeurs’ (betaalvarkens) van de samenleving, althans onze categorie. Wij hebben de rekening voor dit academische jaar gekregen. Het is € 13.808 in 5 termijnen te voldoen. De MBA-fase duurt 2 jaar, er zijn dus 2 betaaljaren, maar die fase duurt minstens 3½ jaar vanwege de stages en buitenlandse universitaire semesters. Daarbij komen nog de kosten van levensonderhoud. We horen geen protesten, we vragen ons af hoe andere families (waaronder heel wat – 25%?- uit de onderwijswereld) dat allemaal ophoesten. Ik neem aan dat velen in staat zijn een groot deel af te schuiven naar beursen, laag rentende bankleningen (en geanticipeerde inflatie), grootouderlijke steun, alternerende studie. Dat laatste is niet een bijbaan, voor bijbanen is het programma te zwaar. De echte knapperds hoeven niets te betalen want die komen op de Ecole Polytechnique, de Ecole Normale Supérieure (de school van Sartre, Simone de Beauvoir enz.), de Ecole Nationale d’Administration (voor de hoge ambtenaren) terecht, waar ze gesalarieerd zijn en ook pensioenjaren opbouwen. De tentaculaire implicaties en perverse effecten van die hoge kosten zijn verwarrend. Is het ‘rough justice’ omdat men weet dat ze gemiddeld meer gaan verdienen een lambda ingenieur? Is het normaal dat de jonge begaafden zich en masse (40%) op de financiële wereld storten van banken en bedrijfsconsulenten? ‘Given the debts they take on to do their courses, they will need the cash’? En dat terwijl ze weten dat veel wat daarin omgaat een stoelendans is, een interne siphonage, een ‘zero sum game’ waar de BNPs nauwelijks of geen baat bij hebben? Is het een samenzwering van de ‘fat cats’ en de ‘héritiers’ (dixit Bourdieu) om de outsiders er buiten te houden? ‘Ein Fleischtopf daß funktioniert mit tricksen, täuschen und tarnen’, zoals de Duitsers dat zo plastisch uitdrukken? Is het de onstuitbare amerikanisering van duur = beter? Het is des te meer bevreemdend omdat anders dan bijv. in Rotterdam de opleiding hier nog een intellectuele inhoud heeft, waar de ‘culture générale’ en veelzijdige kennis nog hoog in het vaandel staan.

Het eerste perverse effect is uiteraard dat de ‘pensée non-rentable’ (de niet op materieel gewin georiënteerde gedachtenwereld) in de verdrukking komt, een Hollandse toestand dus, verboekhouding van alles met een zeer verschraald publiek debat. Iedereen die nog Frans en Duits kan lezen, en vooral begrijpen, kan dat op het Internet constateren. Dat uit zich in het onvermogen om de litteraire en historische referenties het juiste gewicht te geven (sans mémoire le présent se vide) en – subtieler – met symboliek en metaforen wat passie toe te voegen (4). Het lijkt me bijvoorbeeld niet normaal dat men passie, zij het in het in nogal primitieve vorm, alleen bij de PVV aantreft en bij de andere partijen slechts bestaat in een anti-versie. Het tweede perverse effect is de mis-allocatie van talent en kapitaal en de tsunami van ‘self-referrential’ economische teksten, waar de auteurs ’overweight information that confirms their viewpoint’, vaak pro domo pleidooien waar de ‘high flyers elevate their self-image, embed their positions and raise their pay’ (5). In dit verband vraag ik me ook af wat de maatschappelijk feed back is van de meer of minder gedwongen bancaire studiefinanciering: Verdere verhoging van collegegelden? Doorschuiving naar wie? Zich zelf waarde inblazen zoals dat hierboven wordt uitgelegd? Meer eigendunk en minder dienstbaarheid?Als 50% van een lichting door het HO geperst wordt, lijkt het me niet gewenst je maatschappelijk toekomst met € 40 à 50.000 te hypothekeren, terwijl de huisvesting en een uitzichtsvolle eerste baan al zeer problematisch zijn, terwijl men ook nog rekening moet houden met verdere afroming om de pensioenen te betalen. Het lijkt de XIXe eeuw wel, tevreden moeten zijn met een ‘plaats’ met het grote onderlinge verschil dat wie erft goed kan wonen, de rest moet op een houtje bijten. Waar is de vooruitgang?

Toen hier de crisis uitbrak kreeg men prompt artikelen onder de ogen waarin men de hoop uitsprak dat kleinere bedrijven nu eindelijk ook eens uit de besten konden plukken. Die illusie is alweer doorgeprikt. Als ondernemer word ik daar iedere dag mee geconfronteerd, al valt er best mee te leven. En zelfs in mijn eigen gezin: één zoon/ingenieur in Asië die 6 dagen per week moet werken en zijn iets jongere broer in zijn grootbank, ruim meerverdienend, die ook hard moet werken, maar bovendien in immateriële zin enorm profiteert van de goodies van een prestigieuze hoofdstad/financieel centrum (6). Zie ook de blog van Bart beteronderwijsnederland.net/node/7151 over hetzelfde onderwerp. Inter alia zij opgemerkt dat beiden – ze zijn jonger dan 30 jaar – te maken hebben met ‘diversiteit’ die lang niet onder alle omstandigheden ‘verrijkend’ is zoals je dat met politieke correctheid moet geloven.

Uit de afgelopen 12 maanden herinner ik me een tekst van de Heer Plasterk waar hij het Californische schoolsysteem als model naar voren schoof. De wereld staat op zijn kop: hoe verder weg, hoe groener andermans weiden zijn en als daar de koeien ook nog in het Engels loeien, dan is er geen houden meer aan en komt een bizarre paringsdrift op gang. In zijn ogen zijn Marianne en Brünnhilde niet sexy, of misschien juist een beetje te imponerend voor de jongen uit de polder, die alleen nog stotterend het hof kan maken. Als hij beter had gekeken dan had hij geconstateerd dat die vermaledijde Georges Dubbeljoe met zijn ‘No Child Left Behind’ op het goede spoor zat en dat de Obama-administration met goede bedoelingen er een puinhoop van maakt: ‘This generation will be less litterate than the one before’, gemiddeld waren ze al zo slecht. Die situatie wordt in Frankrijk goed geanalyseerd (7), waarbij de finaliteit van competitie en meetbaarheid en competentiegerichtzijn en prestatieloon aan de kaak worden gesteld. Mevrouw van Bijsterveldt zou zich eens goed moeten laten voorlichten. De recente ‘Shock and Awe’ film ‘Waiting for Superman’ (van de cineast die ook ‘An inconvenient Truth heeft uitgebracht) maakt wat dat betreft een grote spreidstand, want die zet de Heer Arne Duncan, de onderwijsmanitoe, blijkbaar zeer onterecht in het zonnetje. De werkelijkheid is taai en men moet recht op gaan zitten om te doorgronden wat er allemaal mis is. Had de Heer Plasterk maar wat meer naar Duitsland gekeken dat een inspirerende grabbelton is van 16 schoolsystemen. Voor een ieder wat wils, en ra-ra hoe mag/kan dit, het beste is in het conservatieve Beieren, maar: Ungerechter ist das bayerische System nicht; jeder Schüler und jede Schülerin hat die gleichen Chancen. In mijn ogen lijkt dat laatste teveel op een geloofsartikel. Soms is men daar zeer strikt met de toelatingscriteria en is het niet altijd mogelijk een leerling door een school te ranselen zoals dat op de Nederlandse Gymnasia schijnt te gebeuren. Het sluit beter bij ons aan dan al die Amerikaanse hype. Verantwoordelijke ouders (daar onder ook veel leraren) willen hun kinderen naar ‘anspruchsvolle’ scholen sturen: Die Politiker sollen endlich selbst Verantwortung für ihre leistungsfeindliche, gescheiterte Einwanderungs- und Sozialpolitik übernehmen und nicht die leistungswilligen und -fähigen Schüler unter dem Deckmantel einer angeblichen “Gerechtigkeit” dafür haftbar machen… Het klinkt reactionair, het is ook niet aardig, maar als je als ouder voor het blok staat waar je je kind naar toe stuurt dan is de keuze snel gemaakt. En ook in Frankrijk is er een eindeloze discussie of men het niveau moet verlagen om de achterblijver een kans te geven of dat je juist die kans moet geven via de uitdaging van een ‘obstacle valorisant’.

Ondertussen zijn de managers van het hoger onderwijs trots op de 19.000 Duitse studenten in Nederland. Ze zien dat kennelijk als bewijs van geslaagd mondialiseren, een universitaire versie van ‘pile ‘m high, and sell ‘m cheap’ want grosso modo zijn Nederlandse instellingen prijsvechters. Maar ze zakken wel steeds verder af op de internationale ranglijsten. Je kunt niet alles hebben en in mijn ogen kan een Universiteit nooit uitblinken als het niet een sterke, inspirerende binding met het eigen land onderhoudt. Hetzelfde doet zich voor bij de rol van het bedrijfsleven, men moet niet denken dat ‘multi-nationaal’ ook ‘apatride’ kan zijn. Tijdens gesprekken in Duitsland afgelopen Zomer bleek dat Maastricht een goed alternatief is voor de Duitse abituriënten, wier eindexamen resultaat onvoldoende was om zich op een goede locale universiteit in te schrijven. En de populariteit van ‘psycholgie’ is duidelijk het gevolg van de numerus fixus bij onze Oosterburen. Het is nog een geluk dat de belangstelling niet wederzijds is anders zou Nederland heel wat van de eigen topstudenten verliezen. En tenslotte moet men zich de vraag stellen waarom er maar 1000 Duitse studenten in Denemarken zijn. Zou het kunnen dat de Denen meer-eisend zijn? De Duitse ontwikkelingen zijn interessant, zal daar binnenkort een verhaal aan wijden.

Er bestaan maatschappelijke fenomenen die worden doodgezwegen, onder het tapijt worden geveegd of glashard worden ontkend, (‘être dans le déni’ heet dat hier, de filosoof Fienkielkraut gaf daar laatst een mooi voorbeeld van) en die als veenbranden doorsudderen, zij het niet altijd in negatieve zin. Zo kwam ‘La Princesse de Clèves’, (zie blog 48) voor Frankrijk emblematische litteratuur als een onstuitbare ‘pop up’ weer te voorschijn in de vorm van de film ‘La Princesse de Montpensier’/Tavernier (8), DeLux, superdolby, prachtdecor, zwijmellandschappen enz. ; dromen in ‘technicolor’, en meegesleept worden in het spanningsveld tussen man en vrouw tegen een historische achtergrond van van de godsdiensttwisten in de XVIe eeuw, met prinsen en prinsessen, prinsen als jonge honden die alleen maar willen vechten en paren. Nou ja, in de oorspronkelijke teksten komt dat alleen fijnzinnig en impliciet aan de orde. Glorie en jalousie. En het effect van diepgevoelde emoties die je onder woorden moet leren brengen, het is van alle tijd. Het is het woord dat het gevoel veredelt. Waar de woorden ontbreken, wordt er snel gemept, dat zie je in de banlieues waar de jeugd voor wie de wereld van ‘La Princesse de Clèves’ haram is, de Verlichting nog moet ontdekken. Men kan best overleven zonder ‘La Princesse de Clèves’ en dergelijke Klassieken gelezen te hebben of zonder Mozart te kennen enz., maar men moet zich wel realiseren dat onze menselijkheid zich juist verschuilt in de dimensie zich kunstzinnig uit te kunnen drukken en in het vermogen zich zelf te representeren met een esthetische visie, waarbij soms belangenloos wordt uitgereikt naar iets subliems. Onderwijs dient er toe, en a fortiori de Universiteiten, om dit aan te sturen, verwondering opwekken, en kan zich niet beperken tot ‘taal en rekenen’, want het leven is meer dan eten, slapen en zich voortplanten. Of zoals dat in mijn Multatuli Encyclopedie staat: Het doel van onderwijs is: Verlichting, Verfyning, Beschaving, Ontwikkeling, Veredeling’. In de Nederlandse teksten die ik onder ogen krijg is dit op uitzonderingen na totaal afwezig.

(1) Als de werknemer nog als student staat ingeschreven betaalt het bedrijf minder of geen sociale lasten, die hier normaliter 40% van het afgesproken salaris zijn.

(2) Daar zullen t.z.t. de leraren wel massaal tegen in opstand komen

(3) Dans le supérieur, alignement des conditions d’enseignement des universités sur celles des classes préparatoires ; refonte de la formation des enseignants et des personnels d’éducation.

(4) Hoezeer het onweegbare zich steeds moet verdedigen tegen het gewicht van het meetbare zag men bij het voorstel om het vak ‘Grieks en Latijnse Taal en Cultuur’ (= verdere uitholling van wat in NL nog een beetje allure heeft) op de gymnasia in te voeren. Waarom dan ook niet op alle scholen ‘Duits en Franse Taal en Cultuur’. Gelukkig was er een zinnige reactie van het barleus Gymnasium met een goede metafoor op bldz 3: www.gymnasia.nl/uploads/Reactie_Barlaeus.pdf

(5) McKinseys auto-rechtvaardigende artikel, waar het allemaal mee begonnen is, want wie durft het tegen McKinsey op te nemen, vindt U hier autoassembly.mckinsey.com/html/downloads/articles/War_For_Talent.pdf
In zijn genre is Rhineland Exit! soortgelijk.

(6) Amsterdam kan daar niet meer aan tippen sinds ‘onze Neelie’, vlak voordat ze afzwaaide, de vaderlandse financiële hub in elkaar getrapt heeft met haar ‘no hair cuts’ en ‘penal interest rates’. Dankzij de pensioenfondsen en de Nederlandse traditie was die hub vergelijkbaar met die van Frankrijk. Het is weg. Het gevolg is o.a. dat Nederland nooit meer kan pretenderen het hoofd van de ECB te leveren. De bewondering voor haar heeft daar kennelijk niet onder geleden… De huidige Ierse (bank) crisis wordt heel anders opgelost. Niks geen ‘haircuts’ of ‘penal interest rates’. Het is waar dat als het mis gaat het Franse en het Duitse bankwezen die gezamenlijk € 189 miljard hebben uitstaan een veel groter risico lopen dan de ING indertijd met zijn ALT A ‘papier’. Hun bedrijfs-risico wentelen ze nu af op de gemeenschap.

(7) De analyse van Mevr. Laurent ‘Barack Obama recalé’ in Le Monde van 7 november 2010 vindt U hier: www.lemonde.fr/idees/article/2010/11/06/barack-obama-recale-par-sylvie-laurent_1436396_3232.html. Zoals zo vaak in de onderwijswereld ontsporen goede bedoelingen tot iets onherkenbaars. Leest U ook de commentaren. Het is beter dan het korte verhaal in de NRC van deze week.

(8) Naar het gelijknamige boek door Mme de La Fayette die ook ‘La Princesse de Clèves’ (1678) geschreven heeft. De film is een herschrijving van beide boeken met een interessante rol voor een vertrouwensman (de graaf Van Chabannes) die zware morele klappen oploopt naarmate de intrige zicht ontvouwt en die uiteindelijk symbolisch en fysiek tijdens de Bartolomeusnacht ten ondergaat. De ethische dimensie van de film kwam vooral via hem tot uitdrukking. De film is een modernisering (hoe kan het anders) waar de prinses de allure wordt opgeplakt van een ‘cadum baby’ die gemanipuleerd wordt. De oorspronkelijke teksten waren veel subtieler en dus beter.