Voor Danny is een plaats in het speciaal onderwijs

Vandaag in het 18 uur nieuws: de scholen voor speciaal onderwijs nemen geen kinderen meer aan vanwege de bezuinigingen. Het journaal was bij Danny op school. Danny moest eigenlijk naar het speciaal onderwijs, maar daar was nu geen plaats meer en dus bleef Danny maar op zijn eigen reguliere basisschool, waar hij niet de aandacht kon krijgen die hij nodig had. Mama, juf en ook PO raad voorzitter Kete Kervezee waren hier boos over. Wellicht begrijpelijk, ik ken Danny niet, maar Danny had vooral concentratieproblemen, zo werd gezegd. Nu leek me dat niet zo gek. In de klas van Danny heerste een gezellige drukte. Allemaal kinderen die in groepjes met elkaar overlegden, kinderen die door de klas liepen. Volop activiteit volgens de moderne inzichten: samenwerkend en activerend leren. Niet vreemd dat Danny zich hier niet kan concentreren, ik zou er ook gek worden.

Overigens: ook in Nieuwsuur werd aandacht besteed aan passend onderwijs.

66 Reacties

  1. Danny
    Misschien is Danny wel zo’n leerling die eigenlijk niet naar het speciaal onderwijs zou moeten. Hij zou wellicht mee kunnen komen in de klas als er rust, orde en regelmaat was, met een leraar die klassikale eisen stelt en de hele klas meeneemt naar een volgend niveau.
    Het was opvallend dat sinds al die experimentele vernieuwingen werden ingevoerd, er een grotere uitstroom dan voorheen richting speciaal onderwijs plaatsvond. Ik zie een verband.
    Degelijk klassikaal onderwijs aan redelijk homogene groepen, kan veel kinderen in het basisonderwijs houden. Wie dan niet mee kan komen komt aan zijn trekken in het speciaal onderwijs.
    De huidige ‘oplossing’: zoveel mogelijk kinderen binnenboord houden en ‘op eigen niveau’ laten werken, wat zorgt voor minder aandacht, minder eisen en meer rommeligheid en rumoer in de klas, zou wel eens meer Danny’s kunnen opleveren dan ons lief is.
    De ‘oplossing’ die juist meer probleemkinderen veroorzaakt. Dat kan alleen maar in de praktijk worden geconstateerd. Op papier zal men zoiets een absurde conclusie vinden.

    Het failliet van WSNS wordt er ook duidelijk. Geen plaats op het speciaal onderwijs (vanwege het quotum opgelegd door het samenwerkingsverband) in combinatie met onvoldoende mogelijkheden voor het basisonderwijs. Waar de onrust en de wanorde toenemen wegens de vele niveaus die binnen een klas bediend moeten worden.

    • Het zal jullie vast niet
      Het zal jullie vast niet verbazen dat ik dezelfde gedachte heb aangezien ik die hier al vaker heb geuit.
      De ´moderne` methodes richten echter nog meer schade aan. Wie niet goed kan communiceren valt buiten de boot. Ik herinner me nog als de dag van gisteren hoe het op mijn basisschool ging. Wij kregen daar werkelijk nooit taalles, rekenen werd uitgelegd, voor taal moesten we altijd zelfstandig werken, en dit op de lagere school! Heel af en toe kreeg je 5 minuutjes uitleg om vervolgens een half uur zelfstandig te moeten werken.
      Gevolg, de leraar had per leerling nauwelijks tijd aangezien hij zijn tijd over 25-30 leerlingen moest verdelen. De minder assertieve leerlingen kwamen uiteraard het minst aan de beurt.
      Veel hebben wij op die school niet geleerd over taal. Ik wist hoe je de persoonsvorm, het onderwerp, het zelfstandig naamwoord en het bijvoeglijk naamwoord kon vinden. Zogauw ik, ontevreden over die wel heel summiere uitleg, vroeg WAT al die grammaticale structuren inhielden dan kon de leraar geen antwoord geven. Ik kon als, toen nog, communicatief zwakkere leerling niet op een assertieve manier duidelijk maken wat ik wilde weten, de leraar had simpelweg geen tijd om erop in te gaan. Zelfstandig theorie lezen ging niet goed aangezien het nogal onrustig was in de klas tijdens het zelfstandige ´werken`. Boeken mee naar huis nemen zodat je dat dan thuis rustig kan lezen? Vergeet het maar, Nederland is een van de weinig landen waar het zelfs wordt verboden om huiswerk te maken op de lagere school. Het moet immers wel leuk blijven. Maar ja, hoe leuk is school nog wanneer zoveel vragen onbeantwoord blijven, wanneer scholieren op het voortgezet onderwijs bepaalde uitleg niet krijgen omdat wordt verondersteld dat je die op de lagere school hebt gekregen en dat je er vervolgens op de PABO achterkomt dat je de fundamenten van taal en rekenen nog niet beheerst.
      [sarcasme]Leve de onderwijsvernieuwers.

      • Een slachtoffer van intolerantie
        Ik profileer mij binnen BON als ouder omdat ik als gefrustreerd ouder de vereniging ben binnengestapt en omdat zich veel te weinig ouders binnen de vereniging laten horen. Ik heb als ouder (maar wel als belastingbetaler) er geen problemen mee dat met steun van de overheid overal scholen worden neergezet die vanuit allerlei doldwaze didaktische opvattingen worden gerund. Mijn frustratie zit hem in het feit dat ik verplicht wordt om aan die doldwaze dingen mee te doen. Vroeger kon je kiezen voor de staatsdidaktiek maar ook voor de vrije school, het montessori onderwijs etc. Maar de laatste generatie onderwijshervormers is het gelukt om hun opvattingen voor iedereen verplicht te stellen. Nederland is, in tegenstelling tot waarop het zich laat voorstaan, een intolerant land geworden. Tot de slechtoffers daarvan behoort ook duidelijk Danny.
        Seger Weehuizen

        • @Seger: Je lijkt Kees Boeke wel….
          Die had ook problemen met het betalen van belasting:

          ‘Omdat hij het niet eens was met de bestemming van het schoolgeld. Het moest aan de staat worden afgedragen, die hiervan een deel aan defensie, het toenmalig Ministerie van Oorlog, zou kunnen besteden. Daarom haalde hij in januari 1926 zijn oudste kinderen van school en begon hen zelf te onderwijzen. Aangevuld met kinderen van geestverwanten werd dit de Werkplaats Kindergemeenschap, de Kees Boekeschool.’

          Juliana, die ook pacifist was, heeft haar kinderen nog op die school gedaan.

          • Si vis pacem ……
            Ik ben wel om lid geweest van een groepje dat eigen (giraal) geld uitgaf. Maar niet omdat belastinggeld aan militaire zaken wordt uitgegeven. “Si vis pacem para bellum!” Maar wel omdat ik merkte hoeveel overheidsgeld verspild werd, vooral bij onderwijs.
            Seger Weehuizen

      • Danny kan gewoon in de klas blijven…
        De juffies ontdekken altijd als eerste de kwaaltjes.
        In rapportvergaderingen willen de juffies het ook altijd over de familieomstandigheden en echtscheidingen hebben. Als ze uitgekletst zijn, vergaderen de mannelijke docenten nog even na over de cijfers.

        Die etiquettering heeft ongetwijfeld met de feminisering van het onderwijs te maken. Wekelijks liggen er briefjes in het vakje van nieuwe dyslectici en autisten in de klas.
        Er zijn klassen waarin niemand normaal wordt bevonden.
        Althans wanneer het aan de juffies ligt.

        Ook ik heb van die leerlingen in de klas, maar ik merk er niets van en ze functioneren niet anders dan de rest van de klas.

        • allemaal afwijkend
          Dat gevoel kreeg ik ook steeds meer: zijn er eigenlijk ook nog kinderen die gewoon normaal zijn? Voor elk afwijkinkje was wel een etiketje te vinden. Als een school grote nadruk gaat leggen op ‘sociaal’ gedrag, met alle ideaalbeelden die erbij horen, kan het zijn dat er meer kinderen ‘ontdekt’ worden die sociaal ‘afwijkend’ zijn.
          Geeft mij maar het nuchtere ‘de leerstof centraal’. Dat eindelozen geneuzel over al die psychologische ditjes en datjes gaat zeer vervelend worden.
          De school is geen therapeutisch instituut, maar een gebouw waar men samenkomt om gewone noodzakelijk bevonden feitenkennis te leren.

          • Psychologie
            Psychologie is sinds jaar en dag één van de meest populaire studies aan de universiteit. Waar moeten die arme zielen heen?

            De maakbaarheidsgedachte verleidt mensen zowel op macro- als microniveau. Bij psychologisering op macroniveau is gezond wantrouwen op zijn plaats – denk aan staatsopvoeding. Bij psychologisering op microniveau heeft – naast de harde kern van het speciaal onderwijs – het ‘romantische kind’ van Jean-Jacques Rousseau het moeilijk. De zachte sector is hier niet te houden. In hoeverre speelt meertaligheid een rol?

          • psychologie en adaptief onderwijs
            Het adaptief onderwijs, verdedigd door Stevens en Doornbos, ontleent veel aan de pschologie van Deci b.v. Deci ontwikkelde de theorie van de zelfbeschikking. Daar komt dan de enorme nadruk op intrinsieke motivatie vandaan.
            Aangezien alle samenwerkingsverbanden WSNS zich richten op ‘passend’ (adaptief) onderwijs, lijkt er voor de basisschoolleraar geen ontsnappen aan deze psychologische theorie meer mogelijk.
            Intussen willen de samenwerkingsverbanden zich ook gaan richten op het voortgezet onderwijs.
            Opvallend: waar het leek te gaan om uitsluitend speciaal onderwijs, moet nu het hele basisonderwijs zich dus herorienteren.

            Houdt zo’n fraaie theorie ook rekening met iets als de neiging tot gemakzucht? Ik zie toch regelmatig hoe gemakzucht het kan winnen van de intrinsieke motivatie.
            De heer Stevens schijnt af te willen van elke standaardisatie, en zal het waarschijnklijk niet bezwaarlijk vinden als gemakzucht het intrinsiek gemotiveerde leren in de weg staat.
            Kwaliteit? Wat bedoelt men?

          • Adaptief onderwijs
            Adaptief onderwijs is onderwijs dat voldoet aan een drietal basisbehoeften van leerlingen: relatie, competentie en autonomie: hier en hier en hier.

          • Therapiecultuur
            Frank Furedi, ‘Therapy Culture’, 2003

            “For example, in parenting culture it is clear that parental anxiety has sky-rocketed with the endless stream of ‘expert’ advice, and that people self-consciously measure their identity as a ‘good parent’ against an ingrained sense of what the ‘experts’ say they should be doing.” Hier en bespreking hier.

            Tim Black, ‘Everyone’s special in therapy culture’, 20 September 2010

            But the problems with hyperactive diagnoses of this type are twofold. First, they devalue the existence of genuinely inhibiting conditions. …. Secondly, the expansion of SEN diagnoses does a disservice to those children tagged with a mild condition. It doesn’t encourage children to strive, to improve their reading, to develop their mental arithmetic skills; instead it reconciles them to their troubles. It explains failure, even makes children feel good about these failures.” Hier – special educational need (SEN).

          • orthopedagogie voor iedereen?
            Luc Stevens is orthopedagoog. Van daaruit lijkt hij het hele onderwijs te bezien en te beschouwen. Ik vind het niet voor de hand liggen dat het hele basisonderwijs zich zou moeten aanpassen aan een orthopedagogisch gezichtspunt.
            Per definitie heeft het orthopedagogisch uitgangspunt betrekking op een kleine uitzonderlijke groep leerlingen.
            De rest hoeft allerminst ook slachtoffer te zijn van een klassikaal onderwijssysteem.
            Schijnbaar is Luc Stevens van mening dat, als het onderwijs geen standaard meer heeft, er ook geen zichtbare probleemgevallen meer zullen zijn. Waarmee de orthopedagoog zijn ‘patienten’ heeft genezen?
            Zou dat erachter kunnen zitten? Wie zal het zeggen?

            Als er geen standaard is, zijn er ook geen ‘afwijkingen’ meer. Ziedaar de illusie die dit onderwijsveld verblindt?

  2. Danny en het Zorgplan
    Als je dan enkele zorgplannen van die samenwerkingsverbanden leest (op internet te vinden), wordt de situatie van Danny nog schrijnender. Die zorgplannen staan helemaal bol van het managementjargon. Men heeft het over koersplannen, kwaliteitscirkels, onderwijszorgloketten, preventieve ambulante begeleiders, Interne begeleiders, flitsbijeenkomsten, een rapportagecyclus, het streven naar een professionele cultuur, Policy Governance, het realiseren van een dekkend onderwijscontinuum, een strategisch beleidskader, participatie in een regionaal netwerk Passend Onderwijs, ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen met eigen leerlijnen, groepsplannen, monitorfuncties, een dyslexieprotocol, onderwijskundige rapporten ORS, opbrengst gericht werken en omgaan met verschillen, kwaliteitskringen Jonge Risico Kinderen, overlegtafel complexe dossiers, crisisleerlingen, en wat voor humbug nog meer.

    De neuzen van de samenwerkingsverbanden staan nog allemaal richting wat men ‘passend onderwijs’ noemt.
    Zoveel bestuurlijke rompslomp, waar ooit de scholen onderling het heel goed konden regelen, die eventuele plaatsing op een speciale basisschool. Zeker als het bestuur van een bijzondere school ook bijzonder speciale scholen beheerde.

    • ‘visie’
      Ik wil u de volgende ‘visie’ van een samenwerkingsverband (kenmerkend volgens mij) niet onthouden:
      – kwaliteitsbeleid (ik kan dat woord kwaliteit bijna niet meer horen)
      – veranderen van leerkracht handelen, van leider naar begeleider/mediator (dat dit bovengenoemde kwaliteit ernstig zou kunnen ondermijnen wordt blijkbaar niet onderkend)
      – ondersteuning leerkracht door de interne begeleider (de leraar is kreupel geworden en moet nu door de kleuterjuf worden ondersteund)
      – verbetering van de diagnostiek en het daaruit voortvloeiende handelen; nog meer uitgaan van kenmerken van adaptief onderwijs (de ‘ziekte’ staat dus vast, want niet adaptief is waarschijnlijk ‘ziek’)
      – samenhang tussen WSNS en GOA (ik weet niet wat GOA is en wil het liever ook niet weten)
      – werken met 4-jarige ontwikkelingsplannen (nu dacht ik altijd dat de methode voldoende plan bood, maar dat zie ik blijkbaar helemaal verkeerd).

      Maar ik lees: ‘Het is de uitdaging om de leraren kansen te bieden om zich te ontwikkelen in de richting van de onderwijsinhoudelijke en organisatorische doelstellingen van de school EN het samenwerkingsverband.
      Op deze wijze ontwikkelen de scholen zich en zijn zij een betere werkomgeving en leeromgeving voor de individuele leraren (nu ben ikzelf heel goed in staat een voor mij fijne werkomgeving te signaleren en heb daar geen paternalistisch swv voor nodig; tevens verafschuw ik die schijn dat ikzelf zou hebben gekozen voor de doelstellingen van het samenwerkingsverband).

      De reacties tussen haakjes zijn die van, dat begreep u misschien al. Dit soort ingewikkeld maken van eenvoudig onderwijs jaagt mensen weg. Mij zeker.

        • Learning Apart Together – LAT
          ‘Radicale inclusie = apartheid binnen de klas’

          “90 à 95 % van de leerkrachten zijn tegenstander van radicale inclusie. Die leerkrachten vinden vooreerst dat zulke revolutionaire hervorming niet ingevoerd mag worden vooraleer ze voldoende is uitgetest. Dat is geenszins het geval. Ze zijn verder de mening toegedaan dat radicale inclusie voor heel wat leerlingen leidt tot LAT-onderwijs (learning apart together).
          Hier (p. 2 e.v., Onderwijskrant 141; april-mei-juni 2007) of via hier en hier

          Zie ook Onderwijskrant 154: hier.

          O-zon: Onderwijs – Zonder ONtscholing: hier.

          • LAT relaties
            werken ook niet in de klas; telkens een apart potje koken; aan
            dezelfde klastafel zitten, maar niet mogen mee-eten uit de klassikale pot is bijzonder pijnlijk en discriminerend!
            Wat hebben onze buren toch een prachtige beeldspraak.

  3. Loodzware beleidsorganen voor zorg
    Iets onderling regelen binnen en tussen scholen is eenvoudig, goedkoop en effectief. Dat moest dus anders.

    Nu zijn er Samenwerkingsverbanden (SV), loodzware beleidsorganen met een bestuur dat niet controleerbaar is.
    In theorie hebben de gemeenschappelijke medezeggenschapsraden van ieder schoolbestuur instemmingsrecht met de plannen van het SV. In de praktijk beroepen de schoolbesturen zich op loyaliteit jegens de andere schoolbesturen in het SV. Of er wordt een lans gebroken voor de hardwerkende coördinator van het SV die het hele veld heeft geraadpleegd en regionale netwerken opgezet. Ook daarover is al besloten. Nee, er kan niets meer veranderd worden in het Plan.

    Deze Samenwerkingsverbanden vormen een zelfverzorgend vergadercircuit waarbinnen complexiteit een graag gebezigde term is.
    In plaats van effectieve zorg voor leerlingen te bieden, zullen er steeds meer zorgleerlingen worden gegenereerd.

    • het veld en WSNS
      De AOB heeft in het kader van een jubileum (10-jarig WSNS?) de praktijkmensen eens ondervraagd, aangezien die AOB van mening was dat de gewone praktijkmensen nooit werden gehoord in dit proces.
      Het bleek dat de meeste leerkrachten achter het ideaal van WSNS stonden (waaruit de enorme goedwillendheid van de beroepsgroep blijkt). Maar tevens vond een meerderheid het erg moeilijk dit ideaal in praktijk te brengen. Dat na 10 jaar dus!
      Ik zou zeggen dat, als het niet mogelijk blijkt een ideaal handen en voeten te geven, het ideaal niet deugt.
      En als dit ideaal na 10 jaar nog steeds enorme problemen oplevert, is het niet te verwachten dat binnen 5 jaar dit soort soort problemen zouden zijn opgelost. Als iets werkt, dan blijkt toch regelmatig dat binnen zeer korte termijn de werkers beginnen te zien dat het werkt.
      Werkt het na minstens 10 jaar nog steeds niet, is er echt geen uitzicht meer, ondanks alle goede wil.
      Hoogste tijd dus om dit mislukte project snel te begraven.

  4. Waarom is er ’n gezellige drukte
    in de klas? Omdat kinderen als Danny zich niet goed kunnen concentreren. Vroeger werden ze geholpen door de overstap naar het speciaal onderwijs. Kleinere groep, gespecialiseerde leerkracht en gerichte aandacht. Nu moeten ze in de reguliere groep blijven en voila!

    • @leo…
      En waarom kan Danny zich wel concentreren als de strenge meester dat zegt?

      Omdat die strenge meester er niet meer is.

      • Geniaal!
        Had Plasterk dat maar begrepen. Gewoon strenge meesters voor de klas. Dan kan Danny zich wel concentreren. Problemen opgelost.
        Borrelt ook de vraag op, of dat speciale onderwijs in ’t verleden nou wel echt nodig was?

        • Zucht.
          Leo,

          Er *is* een verschil tussen de ‘ADHDer’ (en ja, daar zet ik bewust aanhalingstekens omheen) die gewoon beter functioneert met een strakker lesschema (aka de strenge meester) en een kind wat echt op het speciaal onderwijs thuishoort.

          Ofwel: Ja, WSNS moet worden teruggedraaid. Maar dat gaat echt niet alles oplossen!

          Maar dat is je al zovaak verteld. Dus waarom neem ik de moeite eigenlijk nog?

          • Je maakt me blij.
            Weg met WSNS! Wat denk je, stel dat wsns wordt teruggedraaid, wat wordt er dan niet opgelost?

          • Wat wordt er niet opgelost?
            Het realistisch rekenen wordt hiermee nog niet opgelost natuurlijk Leo, maar gelukkig werken BONners ook hard aan dat probleem 😉

          • Het realistisch rekenen is ‘n
            detail binnen het grote probleem. Omdat als bezuiniging wsns is uitgevonden, allerlei zaken op ’t bordje van de juf gelegd worden, ’t niveau van de kinderen steeds meer ging/gaat uiteenlopen, is onder meer dat realistische rekenen door de managers “üitgevonden”. Dat ’t geen verbetering is wordt gelukkig door steeds meer mensen onderkend. Dat de echte problemen met wsns te maken hebben, wordt helaas nog niet algemeen herkend. De huidige duobaanjuf heeft geen referentiekader, de oudere onderwijzer, die dat wel heeft, is bijna uitgestorven. De politici, bestuurders en sommige BON leden hebben kinderen op “witte” scholen en geen benul van wat er op steeds meer basisscholen aan het gebeuren is.
            Dat wordt er dus niet opgelost!

        • Rutte….
          Het kabinet wil het ‘passend onderwijs’ terugbrengen naar het niveau van 2005.
          Sinds 2003 zijn er 42.000 kinderen extra bijgekomen voor passend onderwijs.
          De oorzaak moet gezocht worden in het overmatig labelen van kinderen. Dat labelen van kinderen moet worden stopgezet. Daarom wordt er 300 miljoen uit het passend onderwijs weggehaald. Door de kwaliteit van leraren te verbeteren moeten zogenaamde zorgkinderen langer in het reguliere onderwijs gehandhaafd blijven. Het kabinet wil terug naar het niveau van 2005.
          (Alle kinderen normaal verklaren en daar ook naar willen handelen.
          Dat laatste kan alleen maar met structuur, orde en regelmaat).

          • Ik lees ’t volgende:
            Door de kwaliteit van de leraren (juffen dus) te verbeteren en te adviseren om uit te gaan van structuur, orde en regelmaat, worden de problemen opgelost.
            En dus verandert er niets. Helaas.
            Geen kleinere klassen, geen so kinderen naar ’t so. Alleen nog meer bezuinigingen. De juf mag het oplossen.
            Gevolg(en) voorspelbaar!

          • Kleinere klassen niet echt nodig…
            Met een beetje structuur en klassikaal onderwijs zijn kleinere klassen niet echt nodig. Een leerling meer of minder maakt dan niet veel uit.
            Ik heb begrepen dat de gemiddelde klassegrootte in het basisonderwijs 26 is.
            Dat is niet echt veel.
            In het VO zijn vmbo- en havoklasjes meestal 30 tot 33 leerlingen en die kinderen puberen er ook nog bij. Ook daar worden de meeste problemen door structuur, orde en regelmaat opgelost.

            Je moet nu eenmaal je didactiek en methodiek aanpassen aan de situatie van het moment.

            Weg dus met de klaagcultuur.

          • Beste Hals.
            Ik ben zo vrij, om 33 pubers in HAVO 3, anders in te schatten dan 25 leerlingen in groep 4/5/6/7/8 van de grijze/zwarte basisschool. Appels en peren vergelijken is altijd moeilijk. Ik denk (denk!) dat 33 pubers in HAVO 3 cognitief en gedragsmatig erg op elkaar lijken. Ik weet dat ’n groep 8 van 25 basisschool leerlingen cognitief en gedragsmatig verschillen herbergt van tot wel 3 jaar.
            Het aanpassen van didactiek en methodiek hieraan moet natuurlijk wel haalbaar zijn. De opmerking over “klaagcultuur”, duidt (helaas) wat mij betreft, op gebrek aan kennis m.b.t. de praktijk binnen het basisonderwijs in steeds meer grijs/zwarte basisscholen.
            Weg dus met wsns. Leve verder kijken dan je neus lang is.

          • @Leo…3 jaar cognitieve leerachterstand…
            Hoe kunnen achtstegroepers een cognitieve leerachterstand van 3 jaar hebben?
            Moeten die dan niet 3 jaar terug?
            Of maakt het niet uit en gaat iedereen maar elk jaar over, ongeacht het niveau dat ze gehaald hebben?

            Als dat laatste zo is, begrijp ik wel waar die taal- en rekenachterstanden in het VO vandaan komen en waarom op het hbo leerlingen rondlopen die lezen noch schrijven kunnen.

          • Beste Hals,
            in groep 7 wordt (entreetoets/cito, leerlingvolgsysteem) al besproken waar de leerling naar toe gaat. Vervolgens gaan de aanstaande pubers naar groep 8. De meester van vroeger is ondertussen vervangen door twee deeltijdjuffen en in die groep van 30 zitten aanstaande vmbo/mavo/havo/vwo, rugzakjes, gedragsproblemen en taalachterstanden. Wat denk je dat de juf nog kan, behalve pappen en nathouden?
            Vandaar al die achterstanden.
            Als in groep 6, ’n kind te laag scoort, niet naar ’t so mag (bezuiniging) sukkelt het dus door naar groep 8.
            Ik heb bewondering voor die juffen van groep 8, die ik ken. Die verdienen veel beter.

          • Leo…
            Is het überhaupt mogelijk een lagere school niét te halen?
            En waar kom je bijvoorbeeld terecht als je van je Cito-toets maar 30 procent of minder goed hebt?
            Ga je dan toch door naar een of andere school van voortgezet onderwijs?
            En kan je überhaupt nog wel blijven zitten?

          • Hals…
            Optie 1. ’n Kind begint ergens in groep 1/2/3/4 uit te vallen en na extra hulp blijft het helaas uitvallen. Na onderzoek wordt aangegeven dat het kind beter functioneert binnen het so, met kleinere groepen, gespecialiseerde (opgeleide) leerkrachten en aangepaste materialen. De ouders stemmen toe.
            Optie 2. Dit kind krijgt ’n rugzakje (geld) om op ’t reguliere basisonderwijs te kunnen blijven. ’t Rugzakje bestaat uit extra aandacht/les/instructie enz.

            Nu ’t probleem. Dit rugzakje werkt niet. Geen tijd. ’n Half uurtje per week. Te weinig kennis bij de juf. Helaas niet de beloofde ondersteuning uit ’t so. Enz.enz.

            Grootste probleem. De negatieve invloed (gedragsmatig) van deze leerlingen op de rest van de groep.

            Deze kinderen worden op een of andere manier “buiten” het hele cito gebeuren gehouden. Hoe het met ze verder gaat..?

          • @Leo…
            Ja, heb je er zicht op hoe het met ze verder gaat?

            En, kan misschien ook verklaren hoe een leerling die niet lezen noch schrijven kan via de havo toch op het HBO terecht kan komen?

            Dat havo-diploma kan bijvoorbeeld nooit gehaald zijn.

          • Hoe het met ze verder gaat?
            ’t Kind wordt gewoon “gedumpt” in ’n grote scholengemeenschap.
            Hoe dat verder gaat, weet ik niet, ik werk in het basisonderwijs.

          • Je legt hier nog niet uit
            Je legt hier nog niet uit hoe het mogelijk is dat jouw school leerlingen die de stof van groep 6 niet beheersen niet gewoon groep 6 laten overdoen maar laat doorstromen naar groep 7 om vervolgens één jaar later weer hetzelfde te flikken.
            Wat is zieliger, een kind met achterstand of een achterstandskind eens een schooljaar laten overdoen of het kind met een achterstand niet de kans geven om alsnog die hiaten in te halen en zelfs op een grotere achterstand zetten omdat het vervolgonderwijs voor hem t.g.v. zijn achterstand onproduktief of zelfs contraproduktief is.
            Nederland heeft als ik me niet vergis (van Ockels weet ik het zeker) twee astronauten geleverd die op het VWO een jaar hebben moeten overdoen. Zielig he. 😉

          • zittenblijven was onderwijskundig onverantwoord
            De discussie over doubleren hier is niet nieuw. Ik herinner me verschillende momenten waarop dat hier is besproken. Google op zittenblijven of doubleren hier op deze site en je vindt veel hits.
            Een van de verrassende standpunten was die van benwilbrink die meende dat onderzoek had aangetoond dat zittenblijven volslagen nutteloos was. Zij die de discussies hier volgen zullen begrijpen dat dat voor mij niet overtuigend was. Maar benwilbrink heeft ongetwijfeld gelijk dat er in kringen van onderwijsonderzoek vanuit wat voor achtergrond of argument dan ook wordt beweerd dat doubleren slecht zou zijn. Dat in zichzelf verklaart waarom het nauwelijks meer gebeurt: deskundigen raden het af. Voeg dat bij de weerstand van de kinderen zelf die hun vriendjes niet kwijt willen en de ouders die vooral blije kinderen willen en wellicht tegen de buren blijven zeggen dat Margrietje het goed doet op school, en het is eenvoudig te verklaren dat de positieve boodschap dat Margrietje overgaat het wint van iedere vorm van realisme.

            Een laatste argument: voor leerkrachten is het vaak ook wel lekker dat kinderen niet blijven zitten. Ieder kind van jouw klas dat blijft zitten voelt toch een beetje als een nederlaag. Als dat kind niet blijft zitten, dan kun je dat voor jezelf gemakkelijk zien als dat je juist heel goed in staat geweest bent om onderwijs op maat te geven aan die leerling. Inderdaad: Margrietje liep ver achter, maar ik ben toch in staat geweest ze in deze groep te laten blijven en met haar vriendinnetjes te laten doorstromen. Ook hier: de boodschap die positief is, wordt gemakkelijk aangegrepen.

            Dat laatste is steeds een belangrijke oorzaak dat de onderwijsvernieuwlingen zo ernstig om zich heen hebben kunnen grijpen: ze zij altijd zo lekker positief, je wil er graag in geloven. Vervelende dingen hoeven niet meer, leuke dingen mogen allemaal wel en uiteindelijk is het resultaat nog duizend keer beter ook. Klinkt te mooi om waar te zijn ……… en de deskundigen labelen dat als de waarheid en modern.

          • Blijf eens even zitten
            2010,

            Boeiend om een eigen uiteenzetting zo samengevat te zien. Laat ik eraan toevoegen dat de kwaliteit van het empirisch onderzoek waarop ik steun, een tikje beter is dan de samenzweerderige gedachten die je hier zelf presenteert. Serieus: je maakt hier een contrast tussen zittenblijven, zelf ook al een gemakzuchtige oplossing, en door laten gaan zonder vervolgens ook maar iets te doen aan de gebleken problemen. Maar ik geef direct toe: bij zittenblijven volgt er ook zelden een aan de behoeften van de betreffende leerling aangepast programma.

            Nut en noodzaak van zittenblijven is een gewoon empirisch onderzoekbaar probleem. En laat ik je wat vertellen: het is empirisch onderzocht.

          • Onderzoek
            Ben, ik wil niet afdoen aan onderzoek. Toch moet je ook kunnen accepteren dat veel mensen onderzoek aan hun laars lappen als dit rechtstreeks ingaat tegen het gezond verstand én de ervaring.

            Mijn gezond verstand zegt dat overgaan naar een volgende klas erg onverstandig is als je (te) weinig van de stof van je laatste klas hebt opgestoken. Het is zo logisch als wat dat de achterstand dan steeds verder oploopt.

            Leg mij nu eens uit, zonder verwijzing naar rapporten alsjeblieft, in gewone dagelijkse mensenwoorden, wat het voordeel is van wél overgaan zonder dat je de stof beheerst. De volgende leerkracht kan geen beroep doen op voorgaande kennis en vaardigheden. Veel lesstof heeft wel degelijk een hiërarchische opbouw. De woordkennis en de algemene ontwikkeling loopt dan achter en tenslotte geldt ook nog dat (vooral in het vo) een slechte werkhouding wordt beloond. Zo krijgen wij in het MBO leerlingen die functioneren op niveau van groep 7. Dat verzin ik niet!

          • Psychologie is voorspellen
            Hinke,

            De problemen waar jij je in het MBO voor gesteld ziet, zijn van andere orde dan die van zittenblijven in PO en VO. Ik heb het over het laatste.

            Laten zitten, of niet laten zitten, is een voorspelling over wat voor de betreffende leerling uiteindelijk het beste zal blijken. Dergelijke voorspellingen zijn onderzoekbaar op hun juistheid. Dat ondrzoek is in ruime mate gedaan. That’s all there is to it.

            Iedereen die belangrijke beslissingen neemt die het leven van anderen betreffen, zou de voorspelling daarachter expliciet moeten maken, noteren, en bij wijze van spreken bij een notaris deponeren om later de juistheid van de voorspelling te verifiëren. Deze empirie is ook belangrijk, niet wetenschappelijk, maar daarom niet minder hard.

            Mijn psychologie — selectiepsychologie, arbeids- en organisatiepsychologie, leerpsychologie — gaat over zaken waar iedereen verstand van heeft, en waar veel professionals, zoals leerkrachten in het onderwijs, grote ervaring mee hebben. Dan heb je een overbodig vak, zou je kunnen zeggen. Dat is ook de teneur van heel wat reacties op dit forum, trouwens. Maar het vak bestaat juist omdat er veel licht zit tussen de ongewapende oordelen van ervaren professionals over psychologische zaken, en wat bij empirisch onderzoek blijkt dat bijvoorbeeld de voorspelbaarheid van studiesucces in het volgende studiejaar is.

            Ik heb dus mijn hele professionele leven al te maken met vragen en tegenwerpingen op basis van gezond verstand. Dat is ook prima, het is zoals het gaat, vragenstellers en tegenwerpers hebben recht op hun vragen en tegenwerpingen, en op goede antwoorden. Als de antwoorden niet overtuigen, wat vaak het geval is, dan is dat zoals het is.

            Zittenblijven is vandaag de dag nog steeds een probleem, maar sinds de zestiger jaren is het zittenblijven veel minder omvangrijk.

          • Geloof het nu maar, want dat hebben slimme jongens bedacht
            Het is zeer de vraag of dergelijke voorspellingen onderzoekbaar zijn. Bij een onderzoek naar de invloed van factor x (al dan niet blijven zitten) op iets als verder schoolsucces (of verder maatschappelijk succes of levensgeluk of …), zul je de andere factoren gelijk moeten houden of daarvoor moeten compenseren. Gezien de enorme complexiteit van de werkelijkheid die je hier wilt onderzoeken, de practische onmogelijkheid om de andere factoren zelfs maar te benoemen, anders dan in abstracte rubrieken, kan ik me niet voorstellen dat een dergelijk onderzoek ook daadwerkelijk succesvol is uit te voeren

            Om een idee te geven noem ik wat concrete problemen:
            Kinderen en scholen en leraren in onderwijssituaties verschillen onder andere in:
            leeftijd, schooltype, geslacht, soort onderwijs, persoonskenmerken van de docent van de leerling, onderwijsfilosofie, land, cultuur, opleiding avn deouders, maatschappelijke status van de ouders, afstand tot de school, vervoer naar de school blablabla ….

            Ook geef je geen enkel begrijpelijk argument waarom het beter zou zijn kinderen zonder de vereiste voorkennis een jaar door te sturen en is het evident dat het onderwijs sinds het de facto afschaffen avn et zittenblijven bepaald niet beter is geworden. Je maakt het me wel erg moeilijk om dan toch aan te nemen dat zittenblijven slecht zou zijn. Helaas: de onderwijskundige onderzoeken, uitspraken en oekazes heben me niet het vertrouwen gegeven dat het blindelings volgen van deze beroepsgroep, tegen boerenverstand en ervaring in, tot enig resultaat leidt.

          • Complex hè?
            2010,

            Ik draai al je argumenten 180 graden om: als het allemaal zo ingewikkeld is als je hier uitlegt, dan valt toch evenmin te beargumenteren waarom het zittenblijven een goede zaak is? Maar dan is het beter om voorzichtig te zijn en niet al die zittenblijfjaren verloren te laten gaan.

          • omkering klopt niet
            Dat lijkt me geen juiste redenering Ben. Mijn boerenverstandargument dat het voor kinderen beter is om eerst de basis te leren voordat aan de verdieping en de zolder begonnen wordt is van een eenvoudige schoonheid. Jij kiest voor een heel andere weg, de weg van empirisch onderzoek waarin je als een black box twee situaties vergelijkt. Om dat te kunnen doen, moet je weten dat die situaties alleen verschillen in het te onderzoeken element. Dat is, zo heb ik betoogd, een heilloze weg.

            Dat een bepaalde redenering gemakkelijk tot resultaat leidt en een andere aanpak niet, is natuurlijk niet zo bijzonder. Jij beweert iets onwaarschijnlijks, gaat niet in op mijn boerenverstandargumenten, maar komt met een heilloze alternatieve weg om je gelijk te bewijzen en dat die weg dan onmogelijk complex blijkt gebruik jij om te beweren dat mijn inhoudelijk argument ook ingewikkeld zou zijn.

            Natuurlijk spelen dezelfde variabelen in mijn redenering een rol, maar die verandeen geen van alle de essentie van het feit dat je bij bouwen met de funderingen moet beginnen. Dat geldt voor het bouwen van een iglo, een schuurtje, een hutje op de hei, maar ook voor het paleis op de dam en de domtoren.

          • Het nieuwe onderzoeken
            2010,
            Je probeert hier het methodologische wiel van de gedragswetenschappen opnieuw uit te vinden. Ik noem dat voortaan maar ‘het nieuwe onderzoeken’. Je maakt veel drukte, maar er is een eenvoudig criterium: kijk waar leerlingen na bijvoorbeeld vier jaar staan. Met of zonder doubleren. Zo moeilijk is het niet om controle-groepen te vinden.

            Ik zal in een nieuwe blog een aantal van de recente thema’s behandelen aan de hand van de Groningse oratie (2 november jl) van Janke Cohen-Schotanus die de titel Tegenintuïtief draagt, en gaat over selectie, toetsen, cesuren (vgl. zittenblijven). Dan hoor je het ook eens van een ander.

          • Re: het nieuwe onderzoeken
            Geef de referenties naar zulke onderzoeken over zittenblijven maar Ben. Zal ik er eens induiken.

          • Onderzoek naar zittenblijven
            Mark,

            Je vindt het nodige hier:
            www.benwilbrink.nl/literature/zittenblijven.htm

            Ik haal er een paar items uit:

            Een onderzoek vanuit het paradoxale is dat wat Posthumus in 1940 in De Gids publiceerde: zeventig jaar van de HBS overziend, constateerde hij in wezen constante afwijzingspercentages, ongeacht wat er verder in de wereld gebeurde (en dat was heel wat). Dat maakt aannemelijk dat zittenblijven niet veel heeft te maken met de argumenten die docenten daarvoor aandragen, al vanaf de aanvang van de HBS.

            Eerder is op het forum al ter sprake geweest dat geboortemaand mede bepalend is voor de kans op zittenblijven (Doornbos ‘Geboortemaand en studiesucces’). De rapporten van het Cito over de afname van de Cito Eindtoets Basisonderwijs laten zien hoe omvangrijk dit fenomeen is. Het is ernstig, omdat die geboortemaand onafhankelijk is van zeg maar het leervermogen van de betreffende leerlingen. Zij worden dus afgerekend op een prestatie uit het verleden, terwijl de prognose voor de toekomst veelal goed is.

            G. J. Reezigt en A. W. M. Knuver (1995). Zittenblijven in het basisonderwijs. Pedagogische Studiën, 72, 114-132. [Gebaseerd op gegevens uit de VOCL-cohortstudie] [andere rapporten van het GION, niet digitaal beschikbaar]

            Recent overzicht:
            Randall D. Penfield (2010). Test-based grade retention. Does it stand up to professional standards for fair and appropriate test use? Educational Researcher, 39, 110-119.
            edr.sagepub.com/content/39/2/110.full?ijkey=dWTRLApTO/rDw&keytype=ref&siteid=spedr

          • re HNO
            Ben schrijft: “kijk waar leerlingen na bijvoorbeeld vier jaar staan. Met of zonder doubleren. Zo moeilijk is het niet om controle-groepen te vinden.”
            Dat trekt bij mij rimpels, het lijkt me te veel op hoe er bij Pisa wordt gewerkt.
            Van je bericht dat Cohen-Schotanus hoogleraar is geworden kijk ik eveneens op.
            Ik wacht je nieuwe blog hier- en daarover af.

            Willem Smit

          • Ja maar
            Ben ik snap je uitleg en inderdaad krijg je hier vaak te maken met -soms wel wat emotionele- tegenreacties. Ik bewonder je geduld en doorzettingsvermogen, want uiteindelijk leer ik er vaak wat van, al heb ik niet de moed en de tijd om de onderzoekslinken te bekijken.

            Kun je me misschien uitleggen waarom het niet verstandig is om kinderen te laten zitten blijven, ondanks de argumenten die ik en anderen ten gunste hiervan hebben ingebracht. En misschien belangrijker nog: wat is er vóór overgaan zonder het vereiste te hebben behaald?

          • Heel kort dan
            Hinke,

            Ik geef een paar korte argumenten. Het onderwerp is natuurlijk veel groter. Ik zou ook niet de eigen lijn wat zittenblijven betreft gaan veranderen op basis van mijn argumenten, zoiets moet breed in de school worden gedragen.

            Het is niet zo dat er duidelijk twee groepen in een klas zijn die zich betekenisvol van elkaar laten onderscheiden: de potentiële zittenblijvenrs, en de anderen. Integendeel, de grens tussen zittenblijven en niet zittenblijven is nooit een statistisch significante ‘dip’ in de cijferverdelingen. Tenzij. Tenzij de leerlingen al halverwege het jaar zich gaan gedragen naar de verwachting wel te zullen zittenblijven.
            Omdat er dus nogal wat leerlingen zijn die in prestaties dicht bij elkaar zitten, maar waarvan een aantal blijft zitten, en een aantal doorgaat, is er op scholen waar dat zittenblijven nog ruim voorkomt, ook ruimschoots gelegenheid om in de studievoortgang van deze leerlingen na een paar jaar te kunnen zien of dat jaar zittenblijven echt resultaat heeft gehad. Ouders zouden dat op zijn minst moeten eisen van hun school.

            De potentiële zittenblijvertjes worden in de loop van het jaar al duidelijk. Aha, maar dan zouden in de loop van het jaar ook de nodige maatregelen getroffen moeten worden. Want dat zittenblijven ligt echt niet alleen de leerlingen. Bij een voorstel om Jan of Marie te laten doubleren, hoort dus een dossier van wat in dit schooljaar is gedaan om zittenblijven te voorkomen, zeg maar. Ook dat zouden ouders moeten eisen. Ik heb ooit een voorstel hiervoor gedaan op de school van mijn zoon, maar zoals dat vaak gaat: in de ouderraad was er geen eensgezindheid, en docenten wilden wel (maar alleen achter de schermen, niet openlijk). Anno 1991, nog voordat er echt druk kwam op scholen om verantwoording af te leggen.
            benwilbrink.nl/publicaties/91huiswerkbeleidbonaventuracollege.htm

            vv

          • Zozoz Ben
            dus zo een dossier bestaat niet? even met je tijd meegaan. Elke basisschool heeft voor de leerlingen een leerlingvolgsysteem waar exact in vermeld wordt wie, wat, waar en hoe. Dit wordt meestal ook met de ouders besproken. Het moet me maar van het hart Ben want jij gaat er van uit dat zittenblijven een beslissing is die door één persoon genomen wordt op basis van een beetje natte vingerenwerk. Niets is minder waar. Zo een beslissing wordt genomen door meestal een team ( iedereen die aan de leerling les geeft) cijfers, gedrag, huiswerk en wat weet ik al niet meer. ELke VO school die zichzelf respecteert heeft minstens vier leerlingbesprekingen per jaar en daar wordt vooral besproken wie, wat, waar en hoe de leerling bijgespijkerd kan worden. Zitenblijven is op de meeste scholen taboe omdat er dan een slechte ranking komt in trouw. Jouw discussie geeft wel aan dat de ‘bureaupsychologie’ nog heel wat kan leren. Maar zoals ik zelf mocht ondervinden tijdens mijn studie klinische psychologie is het vak “psychologie” een onplofte confettiefabriek van verschillende disciplines geworden. Ieder met zijn eigen waarheid en elkaar bestrijdend ( daarom dat je Prof. Jolles eigenlijk maar een beetje een stuntel vindt) in plaats van elkaar aan te vullen. Dit alles onder de noemer ‘Leve het gesloten kastesysteem van de geesteswetenschappen’.
            Laat ik nog duidelijker zijn, in de Klinische vinden wij de ‘leerders’ kletskousen op het ordinaire af.

          • Zazaz
            Jesse,

            Dank voor het bijpraten. Dat was hoognodig. Ik constateer dat het vijven en zessen nog niet wezenlijk is veranderd sinds het gelijknamige boek van De Groot uit 1966, al liggen er nu dan spreadsheets op tafel met cijfers en scores.

            Jelle Jolles doet uitstekend werk, geen kwaad woord daarover. Wat minder is: de claim dat de neuropsychologie het antwoord op belangrijke problemen in het onderwijs gaat geven. Daar zal de neuropsycholoog toch ook andere disciplines bij nodig hebben, precies zoals je aangeeft.

          • Beste Ben
            Al jouw discussies, debatten en ingebrachte topics gaan fundamenteel uit van een verkeerde aanname, namelijk die dat onderwijs bestaat uit de optimale één op één leersituatie. Dit is trouwens het manco van de hele onderwijs en leerpsychologie. Ik heb daar toendertijd bij mijn leraren ook vraagtekens bijgezet. Het onderwijs is en blijft om het maar denigrerend maar niet zo bedoeld een ‘massaproduct’ waarbij de beschikbare middelen moeten worden ingezet op een grote groep van mensen. Daarom bestaat een jaarklassensysteem, daarom bestaat er zoiets als klasverbanden, daarom bestaan er toetsen en testen omdat ’tijdens de rit’ de ‘kwaliteit’ van het product ( inherent aan het massaproduct) getoetst wordt. Het is niet anders. De één op één situatie is een prachtig uitgangspunt maar tevens de Achilleshiel van de hele leer en onderwijspsychologie. Immers wat voor één iemand geldt in een één op één situatie geldt daarom nog niet voor diezelfde leerling in een klasseverband. Waarom niet? Omdat simpel alle variabelen die een klasseverband met zich meebrengt ( kleur van de muren, vriendjes, verhouding meiden jongens, leraar, vak, enz… Je kan als het moet er duidend opnoemen, niet in kaart te brengen zijn. Dat de leerpsychologen de laaste jaren hun gang kunnen gaan hebben om hun tehorietjes en paradigma’s over het onderwijs uit te strooien is dan ook een gotspe en moet zo snel mogeloijk ongedaan worden gemaakt.

          • @ jerononimoon @Ben
            En hierbij sluit ik me helemaal aan. In het verleden heb ik een tijd geloofd in CGO, individuele toetsing, proeve van bekwaamheid etc. Ik heb toen vol enthousiasme de taak op me genomen het taalportfolio (CGO binnen de MVT) te implementeren. We werden daarin begeleid door het CINOP, allemaal zelfbenoemde topexperts . Het werd organisatorisch een groot fiasco en een grote chaos, ondanks het aanvankelijk optimisme van mijn collega’s en mijzelf. De leerlingen waren er ook niet blij mee, ze waren niet in staat “hun eigen leerweg bepalen”, een “individueel traject volgen” etc. Voor de eerste keer in mijn onderwijsloopbaan werd er gesmeekt om klassikaal grammatica-onderwijs.
            Toen we weer eens een evaluatie hadden met het CINOP zag deze dame het ook even niet meer zitten en verzuchtte: “het is eigenlijk geen wonder dat overal ter wereld jaarlijnen, klassenverbanden en collectieve examens bestaan…”!
            Toen ze onze verbaasde blikken zag, herstelde zij zich weer snel en vond dat we toch zeker hiermee door moesten gaan, ooit zou het heel mooi worden. Achteraf heb ik hun honorarium gezien, een ding was zeker, voor het CINOP is het heel mooi geweest. Het taalportfolio is een langzame dood gestorven en we waren allemaal weer gelukkig met onze klassikale lessen en centrale schriftelijke en mondelinge toetsen…..Overigens zorgt een bevoegde en vakbekwame docent echt wel voor voldoende afwisseling, maakt gebruik van moderne technieken, zorgt voor oefenstof na uitleg en maakt er afwisselende (niet altijd alleen maar leuke) lessen van.

          • Gut Kafka
            Kennen wij elkaar ergens van? Het lijkt wel of je mijn verhaal hebt opgeschreven. Bijna exact gelijk, behalve het laatste deel. WIj hebben geen docent Nederlands meer alleen nog een groepje “AVO docenten” die nu al een vol jaar vergaderen en plannen en weer vergaderen en nog maar eens bij elkaar komen en ondertussen gebeurt er hoegenaamd niets. “Ze zoeken nog naar de beste methode” zegt onze opleidingsmanager.

          • Als potentiele zittenblijvertjes in de loop van het
            jaar al duidelijk worden, vraag ik me af, waarom dat niet in de loop van het jaar daarvoor al duidelijk is geworden.
            Zittenblijven ligt niet alleen aan de leerlingen, schrijf je. Verklaar je nader.

          • vv
             
            Vergeet niet dat een jaar doubleren erg kostbaar is. Dan moet er weleen behorolijke leerwinst tegenover staan, wil dat uitkomen. En die leerwinst moet over de volgende jaren heen ook in stand blijven. Dat is een hoge eis.

            Wat meer inzicht in dat zittenblijven kan helemaal geen kwaad, ook als het schoolbeleid onveranderd blijft.

            Zittenblijven is ongetwijfeld in dit forum al vaak ter sprake geweest. Het is misschien een goed idee om eens een nieuwe draad te openen op een specifiek zittenblijf-casus, en daar dan wat dieper op in te gaan.

            Laten doubleren is een vorm van selectie. Dan moet je bij de selectiepsychologie zijn voor een wetenschappelijk kader. Met het moeilijk doen zoals in de post van 2010 hierboven, komen we geen millimeter vooruit.

          • Bovenstaande vraag/
            vragen is/zijn nog niet beantwoord.

            Waarom is het zo erg om kinderen te laten zitten met de genoemde argumenten?

            Waarom is overgaan zonder het vereiste niveau beter.

            Ik zie zittenblijven overigens niet als erg. Kennelijk ziet Ben selectie als iets ergs.

          • Antwoord
            Hinke,

            Ik heb je raag beantwoord. Kennelijk verwacht je een ander soort antwoord.

            Het probleem lijkt te zijn dat je in je vraag sterke vooronderstellingen hebt ingebouwd, maar het is juist de vraag in hoeverre die waar zijn, en alleen voor de zittenblijvers.

            Als je begint met te veronderstellen dat de kandidaatjes voor zittenblijven het vereiste niveau nog niet hebben gehaald, dan stop je je oren al dicht. Wat ik terugroep is: hoe zeker weet je dat eigenlijk, en stel dat het waar is en deze kandidaatjes gaan toch gewoon door, hoe erg is dat, op korte termijn, op lange termijn? Dit is geen filosofie of ideologie, het zijn gewoon vragen naar empirische evidentie.

            Ik zal een nieuwe draad openen over de oratie Tegenintuïtief (dinsdag jl in Groningen) van Janke Cohen, over het tegenintuïtieve in de psychologische wereld van selectie, toetsen, en cesuren (lees: zittenblijven). Toevallig, niet? Ik kreeg de oratie vanminddag toegezonden door een oud-collega. De oratie staat niet online, maar ik zal er gewoon royaal uit citeren. Een korte bespreking: HIER

          • Gezond verstand
            Je zou bijna gaan denken dat er een kloof bestaat tussen gezond verstand en wat de onderwijspsycholoog zoal ontdekt schijnt te hebben.
            Laten we niet vergeten dat de conservatief ingestelde leerkracht al minstens 30 jaar hoort dat dat gezond verstand een dwaalleer is. Waarna die conservatief na verloop van tijd toch steeds gelijk bleek te krijgen, op grond van ervaring (empirie: waar ook de onderwijspsycholoog zich op moet baseren).
            Niet verbazingwekkend dat er onder velen een wantrouwen is gaan heersen richting dergelijke wetenschap. Temeer als we beseffen dat er allesbehalve een consensus bestaat onder de wetenschapsbroeders. En vaststellen dat er een grote mate van idealisme schuilgaat onder wetenschappelijke mantels.

            Wat werkt dat werkt, en dat kan voor allerlei leerkrachten heel verschillend zijn, omdat leerkrachten, ouders en scholen ook verschillende uitganspunten, inzichten en geloven kunnen hebben.
            Elke school z’n eigen’ onderwijskundige, daar komt het, gechargeerd, toch vaak op neer.
            Intussen kan ik niet zeggen dat ik hier veel geleerd heb van de onderwijspsycholoog. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik de links vaak links liet liggen, op het rapport van Ravens na. Maar met Ravens kon je eigenlijk ook erg weinig.

            (ik schrijf vanuit een basisschoolervaring)

          • Minder zittenblijven sinds 60-er jaren
            Daar is een goede verklaring voor. Sinds die jaren kwam in toenemende mate ‘het kind’ centraal te staan, in plaats van ‘de leerstof’. Anti-autoritair, anti-prestatiemaatschappij, anti-burgerlijk enz. trad de scholen binnen, evenals het boek ‘Opstaan tegen het zittenblijven’.
            Hoewel talloze scholen gewoon op de oude voet door bleven aan, heeft dit soort gedachten andere scholen diepgaand veranderd. En in de loop der jaren bleken veel ‘standvastige’ scholen ook langzaam te bezwijken voor dit nieuwe, dat een eind scheen te maken aan wat vernieuwers graag ‘kindermishandeling’ wensten te noemen.
            Ik heb het allemaal bewust meegemaakt. Om aan het idealisme tegemoet te komen, werd er niet meer gedaan aan zittenblijven, maar aan kleuterschoolverlenging. De praktijkinzichten wonnen het aldus toch nog gewoon van dat vage idealisme.

          • Re:Minder zittenblijven sinds de sixties…
            …had te maken met de Mammoetwet.

            Toen werd het mode door te stromen naar lagere (of hogere) schooltypen. Dat is nu nog zo. Vaak leidde dat tot een vrije val.
            Gymnasiasten kwamen via Atheneum op de havo terecht of nog lager.

            In de tijd daarvoor was het gangbaar een school ‘af te maken’.
            Zat je op een HBS, bleef je op een HBS, desnoods met een aantal keren doubleren.

            Ik ken een geval van een gymnasiast die ieder jaar twee keer deed, omdat zijn ouders hadden besloten dat de jongeman het gymnasium moest halen.

            In een aantal gevallen bleef iemand zitten, omdat ie ’te jong’ was, om mentaal nog een beetje te rijpen, of om de stof op dezelfde manier nog eens een jaartje over te doen. Om de stof dus te laten beklijven.
            In andere gevallen werd de leerstof onvoldoende beheerst (een rapport met onvoldoendes), waardoor er niet voortgebouwd kon worden op dit wankele fundament. Dus ook nog een jaartje doubleren om de stof goed onder de knie te krijgen, ‘ohne Sonderbehandlung’, zoals Ben bepleit .

            In beide gevallen werkte dat positief.

            Doubleren, daar is niets mis mee.
            Zoals bóven door Hinke en anderen al betoogd, zegevierde het gezonde verstand en de ervaring van de ervaringsdeskundige. De leraar dus.

          • Zegevieren
            Hals,

            Dat zegevieren van het gezonde verstand is precies het punt waar het om gaat. Ik zal over het tegenintuïtieve van de psychologie in dit soort zaken een nieuwe draad openen (zie ook ‘Antwoord’ aan Hinke, hierboven.)

            De Mammoetwet is inderdaad de cesuur, om het zo maar uit te drukken. Ik heb geen overzicht wat dat precies heeft gedaan met zittenblijven, opstromen, en vooral afstromen.

          • Piaget (achterhaald intussen ook al?)
            Ik citeer uit CPS, 1973:

            De fase van de formele operaties vanaf ongeveer 11-12 jaar.

            ‘Met deze leeftijd bereikt het kind de abstrakte fase (Piaget). Het kan dan, of probeert althans, abstrakte begrippen te definieren als eerlijkheid, zonde etc. Het gaat om redeneren op grond van hypothetische gegevens, b.v. stel je eens voor dat je in Afrika geboren was, etc. Ook voor het rekenkundig en wiskundig denken heeft dit consequenties.Zwakbegaafde kinderen (ongeveer 15% van onze schoolbevolking) bereiken deze trede van de ontwikkeling der inelligentie 1 a 2 jaar later en dan nog in beperkter mate dan het meer begaafde kind.
            Debiele en imbeciele kinderen komen hier helemaal niet aan toe.’

            In dit kader kan het dus nuttig zijn een kind een extra jaar (kleuterschoolverlenging of zittenblijven) te geven.
            En zelfs al weet men niets van Piaget, blijkt men zoiets in de praktijk gewoon te kunnen constateren.
            Een jaar extra kan een zegen zijn voor het cognitieve leren.

          • Niet mijn school Bart.
            Ik vervang op 24 scholen in ’n grote stad.
            Wat denk je is zieliger? ’n Kind, wat niet op het reguliere basisonderwijs thuis hoort, naar goed so doorverwijzen, waar het wel de aandacht krijgt die het nodig heeft? Of binnen het reguliere onderwijs laten doorsukkelen, met ’n zogenaamd rugzakje?
            ’n Kind dat bijvoorbeeld door ’n ziekte maanden onderwijs heeft gemist, kan door ’n doublure e.e.a. inhalen. ’n Kind dat fundamenteel (?) zaken tekort komt, heeft recht op speciaal onderwijs. Of is Nederland ’n ontwikkelingsland?

Reacties zijn gesloten.