Prestatieloon

Prestatieloon

Het klinkt, in het regeerakkoord, misschien niet alarmerend, maar het is het wel: ‘Er komt meer ruimte voor prestatiebeloning, zowel van personen als teams’. Het is een heel gemene verschuiving van de optiek: eerst, onder andere door de commissies Rinnooy Kan en Dijsselbloem, werd er gezegd dat leraren beter moesten worden betaald, alle leraren dus en dat ze meer inspraak moesten krijgen, nu wordt er impliciet, maar tegelijk keihard, gezegd dat er ‘gewone’ leraren zijn en ‘betere’ en dat die betere leraren meer moeten verdienen.
Natuurlijk druist het hele idee in tegen het leraarschap als professie, als ambt, dat wil zeggen een groep hoogopgeleide , zelfstandig opererende functionarissen die in belangrijke mate zelf bepalen welke eisen gesteld worden aan de beroepsgroep en die elkaar in de eerste plaats zien als collega’s.
Maar ja, veel schoolleiders tegenwoordig zien leraren niet als collega’s maar als ondergeschikten waar ze de boter uit moeten braden, dat wil zeggen tegen zo weinig mogelijk kosten zoveel mogelijk ‘rendement’ halen. Het is ook duidelijk waar dat prestatieloon vandaan moet komen: aangezien er niet meer geld beschikbaar gesteld wordt door het ministerie of door de besturen zal het prestatieloon weggehaald moeten worden bij de ‘gewone’ leraren. Dat wil zeggen de verhoging van de ene groep gaat gepaard met de vernedering van de anderen.

O ja, wie moet beoordelen welke leraren in aanmerking komen voor de verhoging. Uiteraard de directie en het bestuur van de school. Met welke criteria? Uiteraard met subjectieve criteria. Zelfs onder de oude bedeling heb ik moeten ervaren, en ik niet alleen, hoe gemakkelijk het etiket ‘lastig’ gegeven wordt aan leraren die kritiek uiten ten opzichte van het beleid van de schoolleiding. Lastige leraren of ‘ouderwetse’ leraren, of leraren die niet mee willen doen met modieuze fratsen moeten een toontje lager zingen. Veel meer in trek zijn de Uriah Heep figuren, die van likken en ja-knikken weten. En dan is er natuurlijk nog de politieke kleur van de betrokkenen die een rol kan spelen evenals het sociale circuit.
De door de regering beoogde ontwikkeling staat haaks op wat zou moeten gebeuren: minder hoge beloningen voor bestuurders en lieden die niet voor de klas staan. Afspreken dat lesvlieders in de begeleidingssfeer in ieder geval niet meer verdienen dan de gewone leraar. Investeren in de opleiding van leraren, geen ‘goedkope’ onbevoegden aanstellen, terugkeren naar de kleinschaligheid, de collegialiteit onder de leraren bevorderen en het weren van betweters van buitenaf.

Cornelis Verhage

35 Reacties

  1. van Haperen: Ontsla de slechte leraren
    Ton van Haperen stelt in zijn bijdrage “Prestatiebeloning is kansloos, ontsla liever slechte leraren” in de NRC van vandaag “dat het ontslaan van slechte leraren een vele malen groter effect heeft op het leren van kinderen dan de invoering van een schimmig beloningsstelsel rond prestaties van docenten”. Slechte leraren veroorzaken bij leerlingen een enorme leerachterstand. Invoering van een faire en betrouwbare prestatiebeloning is haast onmogelijk en leidt daarom tot spanningen op de werkvloer. Het ontslaan van slechte leraren zou het defaitisme kunnen verdrijven.
    Seger Weehuizen

    • Prestatiebeloning
      Wat Van Haperen voorstelt is natuurlijk gewoon een extreme vorm van prestatiebeloning: goede prestatie en je behoudt je baan (en je salaris), slechte prestatie en je verliest je baan (en je salaris). Als een faire en betrouwbare prestatiebeloning volgens Van Haperen bijna onmogelijk is en tot spanningen op de werkvloer leidt, waarom zou de extreme prestatiebeloning van ‘slechte leraren ontslaan’ die nadelen dan niet hebben?

      • sprong van goed naar slecht
        Ik denk, Mark79, dat van Haperen hier iets anders bedoelt als onvoldoende kennis van het leervak. Er zijn of waren goed in hun vak opgeleide leraren bevoegde leraren (die zoals vroeger veel universitair opgeleide eerste-graders het paedagogisch deel van hun bevoegdheid haast cadeau hadden gekregen en) die er niets van bakten en toch niet ontslagen konden worden. Ik herinner mij het verhaal van een leraar op een lyceum die het bestuur na de fusie listig de campus uitwerkte door hem te laten werken in het VMBO wat de gewenste verdere verslechtering van zijn lessen (chaos in de klas) tot gevolg had zodat het bestuur hem eindelijk kon ontslaan. Het ging om een vóórHOSser en had niets te maken met een conflict over didaktische opvattingen.
        Zijn beschrijving van een slechte leraar is als volgt: “Bij slechte leraren doen leerlingen weinig in de les, vervelen zich opzichtig, vertonen amper leergedrag, scoren regelmatig onvoldoendes en de sfeer is onveilig”.
        Hij ziet vermoedelijk een scherpe en duidelijke overgang van een slechte leraar naar een middelmatige. “Mijn collega’s werken allemaal anders, maar onze examenresultaten en scores in leerlingtevredenheidsonderzoeken liggen ongeveer gelijk”. “We verschillen, maar zijn gemiddeld genomen even goed”. Of deze duidelijke tweedeling in slecht (onder de streep en met alleen slechte resultaten) en goed (boven de streep allemaal ongeveer even goede resultaten) zo scherp is dat je de slechte er onmiddellijk uit kunt halen en ontslaan betwijfel ik.
        Seger Weehuizen

        • En ik weet ik van een
          En ik weet ik van een kleuterleidster die altijd goed gewerkt had, maar die in het kader van die bejubelde ‘basisschool’ plots in de bovenbouw moest gaan werken. Haar leven werd er ernstig door ontregeld, aangezien zijn wel geschikt was voor de kleuters, maar niet voor de bovenbouw. Ziek geworden. Een goed functionerende juf werd de vernieling in geholpen vanwege die roze idealen.

          • een ander geval
            Dat is dus duidelijk een ander geval. Het ging om een docent die al slecht functioneerde en vervolgens van het bestuur een martelgang moest doorlopen zodat het diens ongeschiktheid geloofwaardiger kon maken en de docent zou kunnen ontslaan. Van Haperen ziet slecht functionerende docenten als een ramp voor leerlingen, leraren en taxeert het verschil tussen goede en middelmatige docenten als veel geringer in gevolgen voor de organisatie dan het verschil tussen middelmatige en slechte docenten. Slechte docenten moeten dus gemakkelijker ontslagen kunnen worden.
            Seger Weehuizen

          • Prestatiebeloning wérkt.
            Prestatiebeloning werkt. Althans, electoraal: het levert vast zetels op, anders wapperen ze er nu niet mee. In het onderwijs werkt het natuurlijk níet. Dat was dacht ik ook al aangetoond in Frankrijk en de VS, maar als docent kun je het ook op je klompen aanvoelen, bovendien is prestatiebeloning (bonussen) ook een belangrijke oorzaak voor de kredietcrisis. Het is ook niet voor niets dat de beste ministers zelf geen prestatiebeloning krijgen.

            Wat ik slecht vond aan het betoog van Van Haperen, was dat hij het ontslagrecht wilde versoepelen. Zodat slechte leraren makkelijker ontslagen kunnen worden. Maar versoepel je het ontslagrecht, dan zullen veel grote schoolbesturen er waarschijnlijk juist toe overgaan om de bestbetaalde, hoogstgeschoolde, en meest kritische docenten te ontslaan. Met een versoepeld ontslagrecht kunnen ze daar eindelijk snel en goedkoop vanaf. Volgens die besturen en schoolleidingen zijn dát namelijk de slechte docenten: de docenten die niet slaafs meewerken aan onderwijsvernieuwingen en werkdrukverhoging.

            En drie keer raden wat voor docenten er voor die ontslagen hooggeschoolde, dure, kritische docenten in de plaats komen. Juist ja. Het ideetje van econoom Van Haperen kan dus heel goed juist het tegenovergestelde bereiken. Ik snap niet dat hij met zoiets ondoordachts kan aankomen.

            Het onderwijs wordt pas beter, als het voor schoolbesturen en schoolleiders gaat lonen om hooggeschoolde docenten aan te nemen. En het gaat pas lonen als de scholen weer kleinschalig worden, de exameneisen geleidelijk worden opgeschoefd, en er weer echte concurrentie tussen scholen komt. Zonder echte concurrentie (om leerlingen) tussen kleine scholen heeft geen enkel onderwijsverbeteringsbeleid zin, en mét echte concurrentie is verbeteringsbeleid waarschijnlijk niet eens meer zo hard nodig.

            Bovendien: als schoolbesturen nu gedwongen worden om de écht slechte docenten te ontslaan (wat inderdaad zou moeten, en ook allang kan), wat krijgen ze er dan nu voor in de plaats? Juist ja. Alsof er zo ontzettend veel te kiezen valt als je wél oprecht goeie docenten in dienst wilt nemen. Hoe zou dát nou komen…

            Het ontslagrecht is niet het probleem. Het systeem is het probleem.

          • wanprestaties en het collectivum
            Toen ik een soepel ontslagrecht verdedigde dacht ik aan een situatie waarin de kwaliteit van de scholen en het behouden van volledige subsidie bijna alleen werden bepaald uit de resultaten van de leerlingen bij externe tentamina. In die situatie zou een school het zich niet kunnen permitteren om slechte docenten in dienst te houden en hen dus ook moeten kunnen ontslaan. Maar vrijwel de enige reden tot ontslag zou zijn dat de leerlingen van die “slechte” docent gemiddeld duidelijk slechter presteren bij het afleggen van de tentamina dan je redelijkerwijze zou mogen verwachten. Ook zijn collega’s hebben er op dat moment belang bij dat hij ontslagen kan worden.
            Seger Weehuizen

      • Meester Ruud
        Mark79,

        Wat Van Haperen voorstelt is gewoon om dysfunctionerende leerkrachten uit de klas te halen.
        De Volkskrant gaf daar op 12 oktober een voorbeeld van: de Frankendaelschool. Jarenlang als zeer zwak beoordeeld, door directeur Ruud Sahertian er weer bovenop geholpen langs een traject waarbij het solisme van de leerkrachten werd doorbroken, en enkele dysfunctionerende leerkrachten via een traject van functioneringsgesprekken uiteindelijk werden ontslagen. Ik heb wel een link, maar alleen voor abonnees.

        • Dat moest anders. Iedereen komt van zijn eiland af. Geen juffen en meesters meer die hun eigen tokootje runnen. Want zo gaat het vaak mis in het onderwijs, zegt hij.
        • Maar het ’team van cowboys’ (oud-inspecteurs, die de schooldirecteuren persoonlijk kwamen assisteren) dat Asscher aanstelde, was anders. ‘Pittige types’, waar hij nog wel iets van kon leren omdat hij soms ’te lief’ is. De mannen bekeken de plannen van Sahertian. Uitstekend, zeiden ze. Maar het gaat je niet lukken. ‘Ruud, je hebt twintig mensen, maar vijf van hen functioneren niet. Dat weet je best. Je moet strenger zijn.’
    • Niet vergeten
      Dat van Haperen zichzelf natuurlijk tot de beste leraren rekent, immers hij is er een van diegene die de krokodillen voert in de hoop als laatste opgevroten te worden.

    • slechte leraren
      Probeer maar eens te definieren wat een slechte leraar is. Dat begint op een onmogelijke opgave te lijken. De mate van ‘slechtheid’ kan afhankelijk zijn van de school waarbinnen de leraar werkt. Is hij op de ene school onbekwaam, kan hij op een andere school acceptabel zijn.
      Leraren die echt ongeschikt voor het vak zijn, vallen al snel in de gaten, maar daarna begint er toch echt een heel groot grijs gebied te ontstaan als het om lerarenkwaliteiten gaat.
      Ik kan mij zelfs voorstellen dat een moderne ’top’leraar op sommige scholen niet gewenst is.
      Uitgangspunten van de school, beginselen, sociale omgeving van de school, onderwijswensen, onderwijscultuur, zijn allemaal medebepalend voor de mate waarin de ‘kwaliteit’ van een leraar wordt vastgesteld.
      Zolang de onderwijswensen divers zijn, is het wenselijke hier ook divers.
      Leerlingen zijn geen stukjes klei die je naar believen kunt vormen. Dat zal elke praktijkmens (maar ook elke ouder)kunnen bevestigen.

      • Mmmmmmmmm
        Volgens mij weet iedereen in een team welke leraar eigenlijk beter geen leraar had kunnen worden. Niemand, ook een manager niet, kan of durft dit aan te pakken. Soms hebben ze studerende kinderen, zitten tegen hun pensioen aan, of andere ‘humane’ reden (offe….lafheid) om het erbij te laten zitten. Lastig is ook dat het zeker niet altijd onwil, maar vaak ook onvermogen is van de betreffende persoon. En; meestal helpt begeleiding of bijscholing of al die andere steun gewoon niet. Wat dat betreft is het vak hard; je kunt het, of je kunt het niet.

        • mmwahh
          Een team heeft zo zijn eigen cultuur en herkent de slecht-functionerenden binnen die cultuur. Ik denk dat een andere cultuur een ander oordeel zou geven.
          Zelf functioneer ik het best binnen de deuidelijke structuur van het traditioneel klassikale onderwijs. Binnen het moderne onderwijs met z’n vele verschillende niveaus, z’n eindeloze gesprekken met de kinderen, de sociaal-emotionele ‘vorming’, de burgerschapskunde, het nieuwe leren, het adaptief onderwijs, het voortdurende gepsychologiseer en het op de troon plaatsen van het kind, functioneer ik slecht.
          Ik zou er kunnen functioneren, als er geen leerdoelen meer waren.
          Ben ik nu een goede of een slechte? Ik heb mijzelf tot ‘slecht’ in dit systeem verklaard, en stapte eruit.
          Ik herinner mij bekwame schoolmeesters, die door de vernieuwers plotseling als onbekwame schoolmeesters werden neergezet. Vandaar dat ik eigenlijk niks kan met het begrip ‘slecht’of ‘goed’ hierbij.
          Het hangt gewoon van veel omstandigheden af. Waarbij ik aanteken dat de echt ongeschikte al snel door de mand valt. Die houdt het niet lang vol.

  2. en als het nou nog zou werken…
    Bovenstaande zijn vooral principiele bezwaren, maar er is ook een eenvoudig praktisch bezwaar: het werkt niet.

    Zie bijvoorbeeld dit artikel.

    Gezien de ambities van onze nieuwe minister m.b.t. “de lat moet hoger” en “Nederland naar de top” mag verwacht worden dat ze daadwerkelijk probeert deze te realiseren, middels maatregelen die aantoonbaar werken. We weten bijvoorbeeld dat het aantoonbaar werkt om hoger opgeleide leraren aan te trekken. Tevens hebben de feiten aangetoond dat de post-HOSsituatie zorgt voor gemiddeld lager opgeleide leraren.

    De nieuwe bewindslieden op OCW doen er dus goed aan geen tijd, geld en energie te verspillen aan aantoonbaar niet werkende maatregelen als prestatiebeloning en in plaats daarvan maatregelen te treffen die aantoonbaar wel werken, zoals terugdraaiing van de HOS. Tenzij zij bekend willen komen te staan als de volgenden in een lange reeks OCW-ers die de boel verder uit de klauwen hebben laten lopen. Maar dat vind ik dan weer niet zo ambitieus.

    • Dat snap ik nu ook niet.
      Dat snap ik nu ook niet. Waarom hebben ze niet gewoon in het regeerakkoord gezet dat eerstegraads universitaire opgeleide leraren standaard na een beperkt aantal jaren volgens schaal LD krijgen uitbetaald (eventueel starten in schaal LD) terwijl tweedegraadsleraren na X aantal jaren volgens schaal LC krijgen uitbetaald (eventueel starten in schaal LB)? Schaal LA kan dan voor de onderwijsassistenten worden gebruikt, zolang die worden aangenomen.

      • Re:Dat snap ik nu ook niet
        Bart, managers willen geen regels waar ze zich aan moeten houden, dat ontneemt hen namelijk macht. Ze willen willekeur, want dat geeft hen macht.

        En de huidige politici willen de managers (vaak oud-politici of toekomstige politici) graag die macht geven.

      • Rampzalig scenario voor het ministerie – en de scholen
        Dat snap ik wel.
        De scholen voor het voortgezet onderwijs zullen rond 2016 per school in de tonnen rode cijfers komen als de functiemix wordt voortgezet. In die functiemix moeten leraren eerstegraads straks allemaal een LD-functie krijgen.

        • welnee
          Een op de drie lessen in het eerstegraadsgebied wordt niet door een eerstegrader gegeven. De komende jaren gaan er meer eerstegraders met pensioen dan dat erbij komen. Voor die zes schalen 12 die een school per 1 augustus 2011 niet meer hoeft te betalen kan zij prima vier eerstegraders LD geven. Ik geloof er niets van dat het niet te betalen is. Ik geloof wel dat het voordelig is te roepen dat het niet te betalen is.

      • v. Bijsterveldt nu niet meer geblokkeerd door PvdA
        Voorheen blokkeerde de PvdA dit vanwege het gelijkheidsideaal. Maar de VVD lijkt me juist een partij die keihard voor kwaliteit wil gaan zonder overwegingen a la “maar dat is zielig voor lager opgeleide leraren die ook hard werken”. Een partij die het zakelijker bekijkt en uit is op effectiviteit. Een ondernemer kan een bedrijf immers ook niet leiden als hij vage principes laat prevaleren boven zijn gezonde boerenverstand.

        • Zo simpel ligt het niet
          Ik betwijfel of men simpelweg stellen kan dat de PvdA de motor achter de gelijkschakeling van de lerarensalarissen was. Het CDA wilde machtige schoolbesturen en daarin past het vrijlaten van de lerarensalarissen vanuit “Den Haag”. Een aanwijzing daarvoor is dat jarenlang in Brussel de fictie opgehouden werd dat alle leraren die in de bovenbouw HAVO/VWO lesgaven volgens schaal D betaald werden. De schoolbesturen en met hen ook het CDA wilden dat de plaats van alle leraren zich onderaan de gezagspyramide zou bevinden, beroofd van macht en aantrekkelijk inkomen. Een zelfstandige eerstegrader met een hoog salaris past nergens in de organisatie.
          Seger Weehuizen

  3. En dan te weten dat….
    ..die ‘promotie’ naar een hogere schaal gebaseerd is op een persoonlijk ontwikkelingsplan, waar sommige leerkrachten, die ernaar solliciteren – ja, je moet er ook nog naar solliciteren – , vier maanden alle weekeinden mee bezig zijn geweest. Daarin worden vooral opgenomen de resultaten van enquêtes bij leerlingen gehouden over je eigen functioneren.
    Je maakt meer kans als je ook enquêtes houdt onder je collega’s over je functioneren als collega, samenwerken en zo, en nog meer als je dat met video’s doet en als de resultaten daarna openlijk bespreekt in een discussie met beide partijen.

    Je zou denken dat bovenstaande fictie is. Maar neem maar van Hals aan dat dit de fraaie werkelijkheid is.

    O ja, als je dat gepromoveerd bent en je mannelijke collega die hetzelfde heeft gedaan dus niet, is er natuurlijk gedonder in de lerarenkamer, maar doe je het nog beter als je ook daar aan je collega’s kunt uitleggen hoe het allemaal zo gekomen is.

    Zo gaat dat dus.

    Wát betere en minder goede leraar. Daar gaat het helemaal niet om.

  4. prestatiebeloning
    @ Bart

    dit is nu precies één van de LIA-eisen! Iedere goed functionerende tweedegrader een C-schaal, iedere goed functionerende eerstegrader een D-schaal. Waarbij ‘goed’ moet worden gelezen als ‘normaal’ en het niet goed functioneren op deugdelijke wijze moet worden aangetoond. Waarbij ook overeind blijft wat Van Haperen meldt: leraren kunnen best op verschillende manieren goed functioneren. Alsjeblieft niet de door het management voorgeschreven enig juiste manier van werken.
    En cijfermatige resultaten kunnen een rol spelen, mits we ons realiseren dat eindexamenresultaten niet uitsluitend te danken/wijten zijn aan de leraar van de examenklas.
    Verder ben ik het helemaal eens met dat wat Cornelis in zijn opening van deze draad ter berde brengt

    • Freiraum und Leistung
      In Het Onderwijsblad van 10 okt.2010 Nr. 16 staat een artikeltje met de titel “Koppel beloningen niet aan leerlingresultaten. Het is gebaseerd op een Amerikaans onderzoek getiteld “Problems with the Use of Student Test Scores to evaluate teachers” van het Economic Policy Institute. Het artikeltje geeft steekhoudende argumenten tegen die koppeling maar houdt geen rekening met de voorselectie die in Nederland aan het begin van het secundair onderwijs plaats vindt. Als bij de instroom in het secundair onderwijs betrouwbaarder en nauwkeuriger dan nu het geval is van elke leerling vastgesteld wordt welk niveau hij aankan kan uit de resultaten van externe examina en tentamina wel degelijk vastgesteld worden of een school voldoende presteert. Binnen de school kan dat binnen een klein aantal jaren ook herleid worden tot de prestaties van individuele leraren, vooral als ook tussentijds voldoende extern getest wordt. Het gaat er dan in ALLE gevallen wel om om vast te stellen of aan bepaalde instroomafhankelijke minimumeisen voldaan is. Er moet immers ruimte voor Bildung blijven en een school mag niet ontaarden in een instituut voor examentraining. Geen bonussen voor goedpresterende leraren en scholen dus maar wel malussen voor bewijsbaar slechte prestaties. Voor de rest moet kwaliteit geborgd worden door concurrentie. Er mag best een school die zich vooral richt op veel geslaagden bestaan naast een school die meer aandacht geeft aan aan moeilijk toetsbare of niet-voorgeschreven leerinhouden. Seger Weehuizen

      • Value added en andere docentbeoordeling
        In de VS zijn ze helemaal gek van onderzoek naar wat het onderwijs heeft toegevoegd aan het kennen en kunnen van leerlingen. Prima, zou je denken, daar gaat het ook om. De ellende is dat bijna iedereen probeert om die groei – value added – te koppelen aan individuele leerkrachten. Absurd (tenzij er sprake is van disfunctioneren, natuurlijk, maar dan heb je geen pseudo-wetenschappelijk onderzoek nodig om dat aan te tonen). Het beroerde is natuurlijk dat er altijd getallen uitkomen, waarmee politici dappere dingen kunnen doen, ook al stellen verschillen tussen leerkrachten helemaal niets voor. (‘onbetrouwbaar’ heten dergelijke data).

        Ook heel populair in kringen van bestuurders en politici is de enquête onder studenten over wat zij van docent A, B en C vinden. Ik weet niet of dit fenomeen ook al in het VO en MBO is doorgedrongen. Studenten zijn de consumenten van het onderwijs, en als consument kunnen zij daar een oordeel over hebben. Maar dat oordeel hoeft niet iets te maken te hebben met de kwaliteit van het gegeven onderwijs, of van de man of vrouw die dat geeft. Een oud artikeltje, maar het zet de onzin van dit enquêteren scherp op de kaart, is:

        benwilbrink.nl/publicaties/84DocentbeoordelingOvO.htm

        • subminimale scholen en leraren
          Laat mij verduidelijken welk probleem mij voor ogen staat. Ik denk vooral aan het VWO. De vroegere eindexamens VWO (de jure eindexamen Gymnasium; de facto ook eindexamen HBS) van vóór de Mammouthwet, gebaseerd op centrale schriftelijke examenopgaven en mondelinge examens onder toezicht van een gecommitteerde waren een acceptabel selectiemiddel voor toelating tot de universiteiten. Centrale schriftelijke eindexamens zullen opleiders en poortwachters van het vervolgonderwijs in de toekomst definitief van elkaar moeten scheiden. Goede schoolcijfers in vergelijking met medeleerlingen zouden hooguit een reden kunnen zijn om een gezakte kandidaat een herkansing te geven. Je mag van een school verwachten dat een hoog percentage van de tot het schooltype toegelaten leerlingen het eindexamen binnen de daarvoor staande tijd haalt. Maar het is niet fair om van de VWO-afdeling van een scholengemeenschap even goede resultaten te verwachten als b.v. van elk zelfstandig gymnasium. Laatstgenoemde school kan namelijk best hogere toelatingseisen gesteld hebben. Als de eisen waaraan een school voor haar verschillende schooltypen moet voldoen vastliggen en aan die eis wordt niet voldaan verliest de school in principe een deel van haar overheidssubsidie. Die school zal op zoek gaan naar de oorzaken en ze moet zo nodig maatregelen kunnen nemen tegen dysfunctionerende leraren.
          Seger Weehuizen

  5. wanprestaties
    @Seger,
    Zelfs het ontslaan van leraren omdat hun leerlingen slecht presteren is een lastige zaak. Als mijn leerlingen goede cijfers op hun centraal eindexamen halen (de schoolexamens moeten uiteraard hierbij al helemaal buiten beschouwing gehouden worden), dan is dat niet alleen mijn verdienste, maar ook de verdienste van de vakcollega’s die zij in de onderbouw voor Frans hadden, ook de verdienste van de afdelingsleider die ervoor zorgt dat zij niet regelmatig spijbelen.

    • ad tejabodewes
      Mijn wensen met betrekking tot het beoordelen van scholen en docenten op grond van leerlingenpopulatie afhankelijke minimaal door leerlingen te behalen resultaten gaan ver. Om het VWO als voorbeeld te nemen: Ik zou graag willen dat de 6 jaar verdeeld worden in een tijdspannes voor onderbouw, middenbouw en bovenbouw, elk 2 jaren lang en afgesloten door externe centrale examina. Als bevordering of zittenblijven ook 2-jaarlijks plaats zou vinden kan de leraar binnen zo’n tijdspanne volstaan met diagnotstische toetsen, wat hem bevrijdt van pogingen door leerlingen om een beter cijfer voor hun werk te krijgen en van leraar en leerling bondgenoten maakt. Het VWO zou niet voor het school-eindexamen-diploma moeten opleiden maar voor het Staatsexamen VWO. In het laatste geval worden de schoolexamens immers door centrale examina vervangen. Het systeem werkt natuurlijk het best als elke leraar 2 jaar lang dezelfde klas voor hetzelfde vak houdt maar ook als dat niet gebeurt moet het binnen een jaar of 5 mogelijk zijn om vast te stellen of een leraar echt onder de maat presteert.
      Ouders zouden financieel ter verantwoording moeten worden geroepen indien hun kind veel spijbelt en slechte resultaten bij de tentamina haalt. Als doordat ouders hun kinderen niet in het gareel houden de overheid een gedeelte van de subsidie voor de school zou inhouden moeten die ouders natuurlijk voor de financiële schade opdraaien.
      Seger Weehuizen

      • het plaatje aftekenen
        Ik zie in mijn voorstel een kans om de leraar weer zijn oude rol en positie te geven. Twee jaar lang kan een leraar dan naar eigen inzicht leerlingen voorbereiden op een centraal examen. Vroeger kwam het uur van de waarheid na 6 jaar maar ik geloof niet dat wij op dit moment daarnaar kunnen terugkeren. De inhoud van het leerplan moet dan weer uit examineerbare stof bestaan en het zal wel moeilijk zijn op dat te herintroduceren. De wetgeving moet zodanig veranderd worden dat (ik neem weer het VWO als voorbeeld) iedere leerling na het verlaten van de lagere school zich kosteloos en als voldoend aan de leerplicht via een “particuliere school” of via afstandsonderwijs kan voorbereiden op het staatsexamen VWO. De subsidie voor die scholen/instituten moet dan natuurlijk “fair” zijn en zo’n opleiding voor het staatsexamen mag per leerling natuurlijk niet meer kosten dan de huidige erkende opleidingen voor het VWO-examen.
        Seger Weehuizen

    • Spookbeeld
      Bij het lezen van dat artikel kreeg ik een wat ongemakkelijk gevoel. De redenen om deze leraar voor het leven als leraar te verbannen zijn allemaal administratief van aard. Ik snap dat die dingen het makkelijkst aan te tonen zijn en dat waarschijnlijk er daarom voor gekozen is om alleen deze dingen naar voren te brengen. Maar het brengt toch het spookbeeld naar voren van aan de ene kant een leraar die zorgt dat hij de zaakjes administratief op orde heeft en mag blijven (ondanks dat het een slechte leraar is) en aan de andere kant een goede leraar die wat onzindingen niet afvinkt en daarom voor het leven verbannen kan worden.

    • Peter principle?
      Mijn kennis van Engels schooljargon is onvoldoende om te achterhalen of Achmed in staat was om tijdens de lessen veel kennis over te dragen of alleen maar een chaoot was die van alles vergat en zijn papierwerk niet in orde had. De prestaties van zijn leerlingen zijn immers niet gekwantificeerd. Waarom hebben ze Mr Ahmed head of business studies at the John O’Gaunt Community Technology College gemaakt? Een commentator schrijft “The fact he got to be head of business studies shows the Peter Principle is alive and well in the school system – he clearly rose to his level of incompetence”. Moest hij eigenlijk alleen maar weg als head?
      Als je doorklikt naar “UK is worst in the West at giving lessons in 3 Rs” (The three 3Rs: Reading, Writing, aRithmetic) vindt je de zin “They blame the party (Labour)for making headteachers fill timetables with subjects such as citizenship and sex education, rather than getting the basics right”. Daar ook al?
      Seger Weehuizen

        • Schandalig
          Trying to teach a child, via the tried and tested ‘talk and chalk’ method that has successfully educated children for generations, is now considered to be wrong. It is too elitist and judgemental apparently.

          The early years teacher seemed to have lost confidence in her own ability to teach, following a negative Ofsted inspection. Her paperwork had been found wanting, and then she had been found actually teaching children as she saw fit…which is the greatest crime under today’s inspection regime.

        • apart kernpunt?
          Je bent geneigd om het bestuur te vragen in de in de rechtermarge de BON-kernpunten aan te vullen met “Bevrijd de docent van de last van veel papierwerk” Het nadeel daarvan is echter dat je dat nieuwe kernpunt ook kunt zien als geïmpliceerd bij of inhaerent aan de kernpunten “Geef de docent zijn vak terug” en “Zeggenschap over de inrichting van het onderwijs binnen de instituten moet liggen bij leraren en docenten”. Aan de andere kant is al dat papierwerk een belangrijke reden waarom onderwijs geven een stuk onaantrekkelijker geworden is en en dat papierwerk zal dat zeker teruggedrongen moeten worden om het scholen makkelijker te maken goede leraren binnen te halen.
          Seger Weehuizen

      • Prestaties leerlingen
        De prestaties van leerlingen worden in Engeland wel gekwantificeerd. Iedere paar jaar moeten alle leerlingen centrale examens maken. Het moet dus bekend zijn hoe goed of slecht de leerlingen van deze leraar scoren (ook ten opzichte van hun prestaties een paar jaar eerder).

        Er is in Engeland inderdaad behoorlijk wat bureaucratie in het onderwijs (vanuit de regering), maar die is er wel degelijk op gericht om het onderwijs beter te maken. En dan vooral het onderwijs in Engels en wiskunde. Bijvoorbeeld de vakbonden hebben dat liever niet, die besteden liever tijd aan ‘citizenship and sex education’ dan aan ’the basics’. De vakbonden willen ook de centrale examens afschaffen. Ik denk dan ook dat Labour een positieve invloed heeft gehad op het onderwijs en dat de vakbonden het grootste probleem vormen. Het krantenartikel komt uit de Daily Mail; volgens de Daily Mail is Labour de schuld van alles; vergeleken bij de Daily Mail is de telegraaf extreem links.

        • foul
          Als de leerlingen van de school waar Ahmed les gaf ook centrale examens hebben afgelegd waarvoor Ahmed leerlingen opleidde zouden de resultaten daarvan een grote rol hebben moeten spelen bij de beoordeling van Ahmed als leraar. Omdat dat, afgaand op het krantenverhaal, niet gebeurt is komt de ontslagmotivatie foul over.
          Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.