CPB wil bonuscultuur op scholen

Als we niet oppassen wordt binnenkort op alle scholen prestatieloon ingevoerd. De ‘betere’ leraar krijgt dan een bonus bovenop zijn salaris. Het Centraal Plan Bureau geeft namelijk extra punten aan partijen die dit voorstel overnemen. Het CPB had zich er beter in moeten verdiepen, want het idee is afkomstig van een verouderd experiment uit 1995. Nadien is er veel onderzoek gedaan waaruit blijkt dat prestatieloon niet werkt.

In de financiële sector weet iedereen dat bonussen tot perverse prikkels hebben geleid. Medewerkers van banken en verzekeringsmaatschappijen worden steeds agressiever in hun verkooptactieken. Berucht is het voorbeeld van een oudere vrouw die een verzekering kreeg aangesmeerd waar ze niets aan had.

In de publieke sector pakt prestatieloon net zo verkeerd uit. Leraren worden tegen elkaar opgezet. De directie beloont de leraar die goed ligt en weinig kritiek uitoefent. Toen Ronald Plasterk nog minister van onderwijs was, heb ik hem regelmatig gevraagd hoe je goede leraren van slechte moet onderscheiden. Hij heeft die vraag nooit beantwoord, omdat de criteria volstrekt willekeurig zijn. Onderwijs is geen productiewerk.

De oerdegelijke wiskundeleraar die leerlingen verder brengt met gestructureerd vakonderwijs, kan in de ogen van de directie saai en ouderwets overkomen. Hij zou daardoor minder kans maken op een bonus dan een leraar die meewerkt aan excursies en innovatie. Maar is die ‘innoverende’ leraar ook een betere leraar? Onzin natuurlijk, beide leraren hebben een meerwaarde op hun eigen manier.

Iedere leraar heeft recht op een goed salaris zolang hij zijn werk goed doet. Als hij niet functioneert, moet hij uiteindelijk vertrekken. Het is een dwaalspoor om over te gaan tot prestatieloon. Het leidt tot ellebogenwerk in de docentenkamer. Adviseurs zullen veel geld verdienen met het maken van ‘functiewaarderingssystemen’, op grond waarvan de directie bonussen kan uitdelen. Intussen verziekt de sfeer op school. In plaats van leraren die samenwerken om goed onderwijs te geven, ontstaat er er een kille competitie tussen docenten die elkaar het licht in de ogen niet gunnen.

Het is een schande dat het CPB partijen aanzet tot invoering van prestatieloon in het onderwijs. Er is volstrekt geen bewijs dat het werkt. Sterker nog, het werkt eerder averechts. Het is minstens zo gênant dat partijen als PvdA, GroenLinks en D66 dit klakkeloos hebben overgenomen, omdat ze wisten dat het CPB hiervoor extra punten zou geven. De SP kiest voor investeringen in meer en betere leraren, maar dat scoort niet bij het CPB. Zo werkt prestatieloon: lik de hielen van je baas, en je haalt vanzelf een wit voetje.

Jasper van Dijk
SP-Kamerlid

15 Reacties

  1. hetzelfde probleem op scholenniveau
    Een duidelijk verhaal van Jasper van Dijk waar ik het 100% mee eens ben. Ik heb dat probleem eerder besproken op het niveau van de afzonderlijke scholen. We moeten met onderwijs óf terug gaan naar een directe regie vanuit Den Haag óf naar een volledige liberalisatie waarbij het veel eenvoudiger wordt om zelf scholen op te richten. In het tweede geval wordt het met subsidie “belonen” van een school een probleem. Ik heb toen gesteld dat een nieuwe school, eventueel met terugwerkende kracht, volledige subsidie zou moeten krijgen als zij aan minimale prestaties zou voldoen. Niet meer geld naarmate er meer extern gecontroleerd RESULTAAT is. Want dan bestond het risico dat een school zou verworden tot een instituut voor examentraining. Omdat de overheid pas aan het einde controleert aan de hand van de resultaten bij centraal schriftelijke eindexamens krijgen scholen een enorme vrijheid om het onderwijs in te richten.
    Seger Weehuizen

  2. Een toepasselijke overeenkomst
    “Voor de utopische ‘onderwijskundig ingenieur’ is het niet voldoende om instituties stukje bij beetje te hervormen. Het onderwijs zoals dat op dit moment bestaat is niet meer te redden. Het moet veranderd worden om een nieuwe onderwijsinrichting te kunnen scheppen. Een van de problemen van utopisch onderwijskundig engineeren is dat het geen methode kent om vergissingen te corrigeren. De theorie aan de hand waarvan de nieuwe utopie moet worden opgebouwd, wordt als onfeilbaar beschouwd en elke afwijking daarvan wordt behandeld als een dwaling of verraad. … Het utopische model zelf blijft echter boven alle kritiek verheven.”

    De te verwachten mislukking van zo’n project wordt toegeschreven aan fouten bij de uitvoering en een recalcitrante houding van onderwijzers en leraren.

    Uit “Zwarte mis; Apocalyptische religie en moderne utopieën” van John Gray; p79.
    In het citaat is alleen het woord ‘maatschappij’ vervangen door ‘onderwijs’.

  3. opleiding belonen werkt wel
    Walter Dresscher constateerde op de AOB site ook al dat prestatiebeloning in het onderwijs niet werkt: “Lessen uit het buitenland leren dat er geen eerlijk systeem bestaat voor het meewegen van leerling- of schoolprestaties in de salarissen van individuele leraren of docententeams. Effectiever is het belonen van verdere opleiding.”

    Voor dat laatste, belonen van verdere opleiding, bestaat kennelijk wel bewijs of op zijn minst aanwijzingen. Waarom weet het CBP dat niet?

    • “Waarom weet het CBP dat niet?”
      Omdat ze in Nederland hun onderwijs hebben genoten ?
      (en dus de competentie hebben verworven om hun omkunde te verbergen ?)

  4. pervers
    Het lijkt een oplossing, maar het is nep marktdenken. De beste leraar zal degene zijn die de vernieuwingskarretjes trekt: die laat zien hoe ‘passend onderwijs’ kan lukken, b.v. Perverse prikkels om leraren voor de karretjes van het nieuwe leren en passend onderwijs te spannen.
    Jammer dat juist een socialist zich hier zo duidelijk tegen verzet; desondanks wens ik hem veel succes met zijn verzet hiertegen.

    • Overtuigend je eigen gelijk bewijzen
      Toch kan er een flinke rem gezet worden op dat trekken van karretjes van het nieuwe leren, namelijk het meten van de resultaten van het nieuwe leren en het vergelijken van die resultaten met die van het oude leren. Maar dan moeten de resultaten vergelijkbaar worden gemaakt. Het invoeren van competentiegericht leren past uitstekend binnen pogingen om eenvoudig vergelijken onmogelijk te maken. Hetzelfde geldt voor de overdaad in contextuele β-opgaven. Ook de invoering van meerkeuzentoetsen bemoeilijkt het vergelijken want die meten niet alleen de kennis en het inzicht in de leerstof maar ook de vaardigheid van het omgaan met multiple choice examina. Maar als de examens weer naar aard en moeilijkheidsgraad zouden lijken op die van vóór de Mammouthwet kunnen directies en schoolbesturen de leraren beter hun tijd niet laten verdoen met het trekken van karretjes vol nieuw leren. Dan zouden de eindexamina voor zo’n school een slachting worden. Dit natuurlijk onder het voorbehoud dat de scholen elkaar kunnen beconcurreren met wel- en niet-leraargestuurd onderwijs zodat de ongetwijfeld betere resultaten bij het laatstgenoemde soort tot norm kunnen worden verheven.
      BON hoeft zich niet per se te verzetten tegen de onverplichte invoer van CGL en ander ongein. BON moet controle eisen op de RESULTATEN van onderwijs en zorgen dat ouderwetse vormen van onderwijs en examinering geoorloofd blijven. Dan keert overal dat ouderwetse onderwijs weer terug. Een strijd om terugkeer ervan voor alle scholen te verplichten kan dus achterwege blijven en dat vergemakkelijkt een overwinning voor ons.
      Seger Weehuizen

    • Slechte vergelijking
      De vergelijking van bankiers en bankmanagers die de kredietcrisis hebben uitgelokt met leraren die een prestatiebeloning zouden krijgen gaat mank. Als je mensen die door jou betaald worden hard laat werken aan de maximalisering van hun beloning kan dat uitstekend de verwezenlijking van jouw doelstellingen bevorderen. Zo lang maar de randvoorwaarde is dat die mensen naarmate ze meer beloond worden ook meer voor dat doel gewenste dingen tot stand brengen. Dat is misgegaan voor de mensen die geld geleend hebben aan de banken maar die hadden helemaal geen invloed op het beleid. Het ligt heel anders bij een overheid die bepaalt en betaalt en controleert, zoals dat in het onderwijs het geval zou kunnen zijn. Bij onderwijs zijn er echter andere redenen waarom het niet zal werken, zoals die o.a. door Jasper van Dijk aangegeven zijn.
      Seger Weehuizen

  5. Eerst schaft de politiek de
    Eerst schaft de politiek de ene vorm van prestatiebeloning af (hoger salaris voor hogeropgeleide leraar), nu wil de politiek weer een andere vorm van prestatiebeloning invoeren. Een waarvan nooit bewezen is dat die werkt terwijl die oude vorm van prestatiebeloning aantoonbaar werkt. Laten we die oude vorm van prestatiebeloning weer in ere herstellen! Het extra geld wat het kost is een goede investering voor de toekomst, nietwaar?

  6. Dijsselbloem
    Prestatiebeloning is in de praktijk uitermate moeilijk door te voeren, dat blijkt. Ik denk dat de energie aan betere zaken besteed kan worden dan aan een uiterst gecompliceerd belonings/beoordelingssysteem. Als er geen goede, geaccepteerde methode is, en volgens mij is die er niet, er ook niet aan beginnen. (Zie ook Ferry Haan in VK.NL/OPINIE). Human resources management is geen doel in zich. Helaas is, op zeer zwakke gronden (maar waar hebben we dat eerder gehoord) bijna de gehele kamer op de SP na voorstander van de invoering van prestatiebeloning in het onderwijs. Daar gaan we weer Dijsselbloem !

    • Kamer begrijpt er niets van
      Ik zou bijna zeggen dat het niveau van de tweedekamerleden nog erbarmelijker is dan van onbevoegde docenten en coaches. Men heeft een setje uitgangspunten en zonder zich verder te verdiepen in de uitwerking daarvan wordne plannen opm poten gezet die overeenkomen met die uitgangspunten.
      Zo ontstaat nu het monster prestatiebeloning. Want prestatie moet beter en niet iedereen heoft hetzelfde te verdienen. Eebn andere is innovatie, want innovatie si goed voor de autoindustrie, dus ook voor het onderwijs. Zo zijn er ook politieke partijen die erg voor marktwerking zijn, of juist voor het maatschappelijk middenveld en al die uitgangspunten worden zonder enige verdere uitwerking of gedachte op een of andere manier tot wet gerommeld. Liefst in coalitiesetting, zodat marktwerknig en maatschappelijk middenveld kunnen samengaan met excellentie en dus prestatiebeloning. Inhoudelijke tegenargumenten zijn verder zinloos, want ieders filosofietje is uitgangspunt.

      Het doet me allemaal erg denken aan de basisscholen die ik bezocht. Allemaal erg overtuigd avn hun eigen pedagogische uitgangspunten. Zo worden reken- en taalmethodes vooral aangeschaft vanuit de optiek of de gehanteerde werkvormen wel overeenkomen met de pedagogische inrichting an de school. Zo ja, dan is het kennelijk goed. Of kinderen rekenen of taal leren is geen expliciete vraag, want de heilsleer garandeert a priori dat deze de beste oplossing is voor elk probleem.

      Tweede associatie van deze denkwijze is managementsgedrag. Ook daar gaat het zelden om werkbare maatregelen, maar of het apst binnen de gekozen lijn.

      Het heeft allemaal te maken met “de grote lijn”. Als je de grote lijn maar kunt zien, dan ben je competent. De uitwerking laat je aan het voetvolk over en als het niet blijkt te kloppen, dan ligt dat aan het voetvolk, niet aan de verkeerde grote lijn. Allemaal passend in het waanidee dat de technicus de mindere is van zijn lager opgeleide baas. Iets werkelijk kunnen wordt niet gewaardeerd. Zeggen wat een ander meot doen zoveel temeer.

    • Als
      Als de politiek werkelijk de moed zou heben de liberalisatie in het onderwijs volledig door te voeren zou die hele discussie over de beloningsstructuur een schijndiscussie zijn. Elke school (elk schoolbestuur) beslist dan zelf over die structuur en uiteindelijk wint de beste het. Uiteraard bestaat die zekerheid slechts binnen de uitgangspunten:
      extern toetsbare leerstof; externe examinering; maatregelen tegen afroming bij instroming; financiering op grond van een minimale prestatie van de leerlingen; verwijderbaarheid van de leerlingen; per leerling voor een bepaald schooltype hetzelfde bedrag aan subsidie en vooral moet het gemakkelijk worden om kleine gespecialiseerde (b.v. zelfstandige Athenea, Gymnasia met ook goed wiskunde-onderwijs) scholen op te richten. Rutte, grijp je kans!
      Seger Weehuizen

      • Coalitie
        Zo een oplossing is ver weg. In coalities moet meestal iedereen een beetje zijn zin krijgen. Dus een beetje marktwerking voor de VVD, een scheut maatschappelijk middenveld voor het CDA, een beetje gelijkheid voor de PvdA,…… En zo krijg je een hele vieze cocktail.

Reacties zijn gesloten.