Bestraf taalvoute op exsamen

De NRC bericht op 1 april over een motie van Jan Jacob van Dijk (CDA) en Jasper van Dijk (SP) dat taalfouten op eindexamens, ook bij andere vakken dan Nederlands, in de beoordeling moeten worden betrokken. De kandidaten moeten foutloos Nederlands schrijven. Dit moet een verhaal zijn dat alleen op 1 april bestaat. De betreffende motie lijkt niet te bestaan, althans niet op www te vinden. Het bericht, zoals op p. 3 van de NRC gepubliceerd, is zo gek als een loden deur.

Ben Wilbrink.

29 Reacties

  1. Leuk
    Ik vond hem wel leuk. Vooral de volgende paragraaf is een treffende persiflage van Van Bijsterveldt:

    De staatssecretaris is het niet eens met de door Jan Jacob van Dijk (CDA) en Jasper van Dijk (SP) ingediende motie over het foutloze centraal schriftelijk examen. „Mijn voorkeur gaat ernaar uit dat scholen dat zelf beslissen.” Als het aan Van Bijsterveldt ligt, kiezen scholen zelf of ze taalfouten in een biologie- of aardrijkskunde examen meetellen, of dat de leraren puur toetsen op de inhoud van het geëxamineerde vak.

  2. Leuk. 😉
    Serieus nu, ik zou

    Leuk. 😉

    Serieus nu, ik zou graag hebben dat d/t-fouten worden bestraft voor alle toetsen en examens.
    Hoe anders motiveer je de leerlingen aan om die paar simpele regeltjes toe te passen?
    En laat het nu zo zijn dat juist deze regeltjes al vele decennia, zo niet langer, ongewijzigd zijn.
    Wanneer je dit enkel voor die paar toetsjes doet dan automatiseer je het niet.

  3. Cijfervervuiling
    Een leraar geeft een proefwerk voor zijn vak waarbij hij te weten wil komen wat de leerling van zijn vak weet, begrijpt en/of kan toepassen. Het is ook daarvoor, voor de dingen die de leerlingen bij hem geleerd hebben, dat hij de leerling een beoordeling geeft in de vorm van een cijfer. Het is ook niet fair dat sommige leerlingen tijdens de proefwerken meer afgeleid worden doordat ze meer op de spelling moeten letten dan anderen. Je geeft de leerlingen die het spellen niet geautomatiseerd hebben als het ware strafwerk op. Daarvoor is een proefwerk niet bedoeld.
    Seger Weehuizen

    • Wanneer bepaalde leerlingen
      Wanneer bepaalde leerlingen het spellen nog niet hebben geautomatiseerd dan hebben ze dat ´strafwerk` des te harder nodig.
      Dat de leerlingen bij leraar X niet voor spelling hebben geleerd vind ik in dit verband niet relevant. De leerlingen hebben het nu eenmaal geleerd en het is belangrijk dat ze dit consequent toepassen.
      Het belangrijkste argument voor mij is dat het effectief is wanneer leraren van alle vakken de rode pen gebruiken bij d/t-fouten.
      Ofdat het bestraft wordt of niet met puntenaftrek is wellicht zelfs van ondergeschikt belang, zolang studenten bij het terugkrijgen van hun toets maar gecorrigeerd worden op deze d/t-fouten.
      Het simpele feit dat de meeste ´academici` deze regeltjes niet meer correct toepassen is voor mij voldoende aanleiding om hier eens wat aan te doen.

      @Hendrik

      Ik vind niet dat de nadruk op taal wordt gelegd wanneer je enkel de d/t-fouten bestraft. Zo moeilijk is toch niet voor de leraar om die er uit te halen en zo moeilijk is het toch niet voor de leerling om het maken van deze fouten te voorkomen?
      Wanneer iemand de wetten van Newton correct kan toepassen dan moet hij toch eveneens in staat zijn om de d/t-regeltjes correct toe te passen?

      • ongestoord proefwerk maken
        De invloed van BON op het rekenonderwijs gaat ver. Op de Leonardoschool in Venlo, een school voor hoogbegaafde basisscholieren, oefenen de leerling tegenwoordig in routinematig rekenen door gelijktijdig met het bepalen van het antwoord op een rekenopgave een bal naar een medeleerling te gooien. Op deze manier probeert de school bij de leerlingen het denkend oplossen van opgaven te substitueren door routinematige bepaling van het goede antwoord. Ik zie het als een leuke (mogelijke) oplossing voor een serieus probleem maar ik zou het unfair vinden om het cijfer voor rekenen van deze leerlingen te baseren op de resultaten van het rekenen onder deze bizarre omstandigheid. Ik zie hier geen essentieel verschil met het beantwoorden van proefwerkvragen terwijl je op de spelling moet letten.
        Seger Weehuizen

        • Opmerkelijk!
          Interessant te horen Seger,

          Je weet wellicht dat de methode met de bal ontwikkeld is door Douwe Sikkes, die het gebruikt in het speciaal onderwijs voor kinderen met een erg laag IQ (en het werkt als een tierelier).
          Inprenten is dus ook erg nuttig voor juist de erg slimme kinderen. Get verbaast me niet, maar het is goed te horen dat het in de praktijk ook zo wordt uitgevoerd.

          Weet jij of Douwe Sikkes hiervan op de hoogte is? Lijkt me leuk als hij het weet. Ere wie ere toekomt natuurlijk.

          • brede inslijpactie
            Ik zal proberen wat meer informatie over dit experiment op de Leonardoschool Venlo te krijgen. Ik herinner me nog dat toen de school met dit expderiment begon in de klas een groot plakkaat met de tafels van vermenigvuldiging hing en de leerlingen een diploma kregen als ze de tafels uit hun hoofd kenden.
            Seger Weehuizen

  4. Leuke 1 april grap
    Bij wiskunde en natuurkunde speelt(speelde?) het Nederlandse taalgebruik een ondergeschikte rol. Begrippen, formules en de manipulaties ermee vormen de hoofdzaak.
    De docent Nederlands zou waarschijnlijk niet weten hoe hij dat moet beoordelen.

  5. Zonder dollen
    @ Ben Wilbrink:
    Die motie is wel degelijk ingediend (kamerstuk 32290 nr.14 d.d. 31/3/2010). Zij komt 6 april in stemming. Niet minder zorgen baart het standpunt van de Staatssecretaris, neergelegd in de Nota n.a.v. het Verslag (32290 nr.6 d.d. 8/3/2010, p.14): ‘De leden van de PvdA-fractie vragen of taalfouten ook bij andere vakken dan Nederlands zouden moeten leiden tot een lagere beoordeling en wijzen op het gevaar dat leerlingen bij bepaalde vakken taalfouten als gewoon gaan beschouwen, terwijl deze bij het vak Nederlands juist worden afgeleerd. [Van Bijsterveldt antwoordt:] Het is goed denkbaar dat scholen in het schoolexamen inderdaad bij andere vakken taalfouten meenemen in de beoordeling. Dat kan dan leiden tot een lager cijfer voor het betreffende vak of voor het vak Nederlands. Dit betreft echter het schoolexamen. Het is aan scholen om in het kader van hun taalbeleid hierin een lijn te ontwikkelen. Voor het centraal examen tellen alleen de prestaties op de betreffende vakken.’
    Dus niet alleen de onderwijswoordvoerders van CDA en SP, maar ook de staatssecretaris heeft een klap van jouw loden deur gehad.
    Bron: www.ikregeer.nl/zoek/dossier/32290

    • Hoe en wat en salmonella
      Dit is een typisch voorbeeld van de gekte bij OCW dat ‘scholen zelf hun eindniveau mogen bepalen’ voorzover het gaat om de schoolexamens.

      In andere woorden: de slager mag van OCW zelf weten in hoeverre zijn vlees vergiftigd is met de salmonella-bacterie.

      Als OCW de norm stelt op maximaal 100 salmonella-eenheden per kilo, en de CITO-examens houden netjes vast aan die 100 eenheden door examenwaarden tussen de 50 en 80 eenheden, dan mogen de schoolexamen-waarden dus stijgen tot 120 of zelfs 150 eenheden, zonder dat iemand roept dat het vlees ongezond is.

      Schoolexamens zijn de ultieme smoes voor mensen die het principe willen ondergraven dat ‘de overheid bepaalt het ‘wat’, en de scholen het ‘hoe’ van onderwijs’.

    • Teleurgesteld in de scherpte van Den Haag
      Beste Wes,

      Ik ben geen kei in het opdiepen van echt bestaande moties uit de digitale brei van de Tweede Kamer. Bedankt voor deze info, mijn respect voor de intellectuele kracht onder de Haagse stolp is weer een paar punten gedaald. Ik had een uitgebreider blog voorbereid, totdat ik uit de onvindbaarheid van de motie, en de gekte van het voorstel, afleidde dat de publicatiedatum een meer dan toevallige betekenis moest hebben. Ik dien de blog alsnog in.

      Ben.

  6. Geen goed plan
    Natuurlijk is het geen goed plan om Nederlands en geschiedenis of natuurkunde tegelijk te beoordelen. Het is goed om de zaken uit elkaar te houden. Als iemand slecht is in Nederlands is dat al erg genoeg, maar om dan ook minder te scoren voor een ander vak is volledig onterecht.

    Ik ben tegen geïntegreerde vakken, tegen geïntegreerde beoordeling.

    We willen wel bereiken dat leerlingen het belang van correct Nederlands inzien en dat zij er energie in steken om hun antwoorden goed en foutloos te formuleren. Volgens mij zijn daar andere middelen voor bruikbaar dan het cijfer van een ánder vak lager te maken. De minimumgrens ligt bij duidelijk en begrijpelijk. Als het daaraan ontbreekt kún je niet anders dan een antwoord fout rekenen.

    Juist deze vermenging van taal en andere vakken is demotiverend voor mensen die toevallig wel goed zijn in andere vakken en niet in taal. Dit is tevens de reden waarom ik zo’n pesthekel heb aan realistisch rekenen. Daar is taal immers een enorme drempel om de opdracht zelfs alleen maar te begrijpen. Dat is heel erg onterecht, omdat het volledig vaag wordt wát je eigenlijk beoordeelt.

    • Rekenen en taal lopen al te gek door elkaar
      @Hinke Douma

      Dat is een uitstekende dwarsverbinding. Het risico is nu dat met al die opwinding over taal en rekenen voor belangrijke groepen leerlingen het onderwijs weer wat onhergbergzamer gaat worden.

    • Als iemand slecht is in
      Als iemand slecht is in Nederlands is dat al erg genoeg, maar om dan ook minder te scoren voor een ander vak is volledig onterecht.
      Ook van een VMBO-leerling mag je toch verwachten dat hij na 4 jaar oefening de d/t-regeltjes kan toepassen.
      Van een VWO-leerling mag je nog wat meer verwachten.
      De stap van minstens d/t-fouten corrigeren naar geïntegreerde vakken is erg groot.

      We willen wel bereiken dat leerlingen het belang van correct Nederlands inzien en dat zij er energie in steken om hun antwoorden goed en foutloos te formuleren. Volgens mij zijn daar andere middelen voor bruikbaar dan het cijfer van een ánder vak lager te maken.
      We kunnen constateren dat de leraren Nederlands er niet in zijn geslaagd. Noch in Nederland noch in Vlaanderen.
      Dit kan iets over hun kwaliteit zeggen (niet mijn ervaring) maar ik vind het aannemelijk dat het voor de leraren Nederlands vechten tegen de bierkaai is zolang de leerlingen enkel die 200 minuten per week hierop hoeven te letten.
      Plus dan nog die laksheid omdat directeuren bang zijn voor klagende ouders en de leraar Nederlands daarom vooral niet meer dan 50% van de klas een zware onvoldoende mag geven.
      Menig lid van dit forum heeft het vroeger nog meegemaakt dat taalfouten bij andere vakken eveneens werden gecorrigeerd. Toen vond men dat blijkbaar heel normaal.

      Juist deze vermenging van taal en andere vakken is demotiverend voor mensen die toevallig wel goed zijn in andere vakken en niet in taal.
      Of ze leren bij en ze zijn blij dat er ook aan hen eisen worden gesteld m.a.g. dat dit hen motiveert?

    • Willen en kunnen die docenten dat dan wel?
      Geheel me je eens, Hinke.

      Bovendien: wat zou er gebeuren als je tien geschiedenis-, economie- of biologieleraren een pakket met gemaakte proefwerken over hun vak zou geven, en de opdracht gaf die te beoordelen en ’tegelijk rekening te houden met het taalgebruik’?

      Ik denk dat die docenten onderling heel verschillende beoordelingen zouden geven. Ten eerste al wegens de subjectiviteit voor het eigen vak, maar daarbovenop dus ook door a) het verschil in opvatting over wat & hoe t.a.v. het beoordelen van taalgebruik en b) grote verschillen in competentie t.a.v. dat beoordelen. Bedenk dat geen van deze leraren zich ooit ergens heeft gekwalificeerd in het beoordelen van taalgebruik. En dat hun beroepsgroepen ook helemaal niet van plan zijn zo’n kwalificatie over te nemen.

      “Meester, waarom is ‘kangaroe’ fout?”
      “Omdat het kangoeroe is.”
      “Nee hoor, bij Winnie de Poeh heet-ie ook Kanga. Geen Kangoe.”
      “Kan wel wezen. Het is gewoon fout.”

      “Meester, waarom is divident fout?”
      “Omdat het dividend is, met een d.”
      “Waarom is het dan met een d?”
      “Luister maar naar de verleden tijd; dan is het ‘dividende’, net als ‘verwende’ en ‘erkende’.”
      “O ja.”

      Wie wel eens een paar werkstukjes heeft gelezen van hbo- en wo-studenten aan een lerarenopleiding, zou niet graag deze brave mensen allemaal voor taalleraren willen verslijten.

      • d/t-fouten
        Is het te veel gevraagd aan eender welke HBO-student dat hij de d/t-rgeltjes kent? Wie hier ook na de zoveelste herhaling van dit beetje theorie en extra oefening niet toe in staat is kan maar beter helemaal geen leraar worden, in welk vak en op welk niveau dan ook.
        We kunnen ons er vrij gemakkelijk van verzekeren dat elke leraar die vanaf een bepaald jaar zijn diploma heeft behaald hiertoe in staat is door dit tijdens de opleiding te toetsen.
        Geen goede score, geen diploma.
        Wat mij betreft hoeven er geen lesuren aan te worden besteed, een zelfstudieboekje zou moeten volstaan aangezien ze het al een paar keer eerder hebben geleerd.

        • Waarom zo veel leerlingen nooit echt leren spellen en formuleren
          De d/t-regeltjes leren kinderen al op de basisschool. Vrijwel allemaal, denk ik.

          Maar kennelijk niet voldoende, want in teksten van vwo-, havo- en vmbo/tl-leerlingen komen heel wat d/t- en andere spellingfouten voor. Dus wordt in de onderbouw de hele d/t-santenkraam elk jaar herhaald.

          Maar kennelijk niet voldoende, want ook in de hele bovenbouw vertonen talloze leerlingen structurele problemen met d/t- en andere spellingfouten, tot en met het examen aan toe.

          Op de hbo’s en de universiteiten voelen studenten zich te groot en voelen docenten zich niet verantwoordelijk om nog aan die ‘eenvoudige’ d/t-regeltjes te werken. Waardoor evidente problemen niet worden opgelost, studentenwerk ongecorrigeerd blijft, en studenten menen ‘dat het wel meevald’. Denk ook aan de groep studenten voor wie Nederlands een tweede taal is.

          Vorige maand nog gaf ik een aantal werkcolleges aan beta-studenten i.h.k.v. hun voorbereiding op het leraarschap. Hun teksten stikten van de taalfouten. Niet alleen d/t- en andere spellingfouten, maar ook onbeholpen formuleringen, incongruenties, verkeerde verwijzingen, tante Betjes etc. Geen UD die daar ooit acht op slaat, zo lijkt het (en zo zeggen de studenten).

          Probleem is: het hoeft nooit echt. Steeds worden een zwakke spel- en formuleervaardigheid zo niet gebagatelliseerd, dan toch wel ergens tegen weggestreept of uitgemiddeld. Zo werkt ons naar gemiddelden toewerkende onderwijssysteem.

          Maar bij het rijexamen slaag je niet op het ‘gemiddelde’ van praktijk en theorie. Ze moeten beide goed zijn. Zo hoort het ook.

          • Op de hbo’s en de universite…..
            “Op de hbo’s en de universiteiten voelen studenten zich te groot en voelen docenten zich niet verantwoordelijk…”

            Deze docent wel. Hij geeft jaarlijks een lesje spelling op het hbo.
            Dan blijken de studenten de meest eenvoudige regels niet meer te kennen.

          • Maak er een vak van
            Voor wat het waard is: op ons HBO heet het vak Nederlands ‘bedrijfscommunicatie’ en is gewoon een studievak. Dit vak beslaat dit in alle jaren twee lesuren per week. Inhoud: veel d/t’s, kopschepen en tussen-n-en, dit alles toegepast in oefenbrieven en (in het derde jaar) reclamemateriaal zoals flyers, advertenties en websites. Ook daar een ruime oogst à la Couzijn. Zo zijn er studenten die graag ‘in de avond uren willen studeren’. Soms denk je dan: was het maar waar ……

          • Samen stellingen verzamelen, ja leuk
            Deze mooie trouvaille (‘in de avond uren studeren’) zal ik onthouden wanneer ik weer eens in mijn werk college het nut van het aaneenschrijven onder de studenten neuzen wil duwen. Zelf vind ik het los schrijven van samen stellingen tot de vervelendste taal fouten behoren, die het lees proces zeer hinderen.

            Ook een mooie: “Dankzij de begeleiding van X heb ik bijzonder veel van dit werkstuk geleerd (en met enige hulp van mijn studie genoten).”

            Prima praktijk bij jullie, dat taalvaardigheid weer gewoon een vak is. Deugen de toetsen? Of gaat het om de competenties en andere werkjes in een portfolio dat thuis in elkaar geknutseld kan worden (met studiegenoot of ander hulpstuk)?

          • samenstellingen
            Ik kom het probleem van de ‘samen stellingen’ vaak tegen bij toetsvragen. Daar is het een toch wel vrij ernstige ontwerpfout omdat de leerling eerst iets leest dat niet is bedoeld, zich dat moet realiseren en het moet corrigeren, en dan de vraag opnieuw moet lezen.

          • Supertip!
            Iedere oprechte lief hebber van de Nederlandse taal zal genieten van de website www.spatiegebruik.nl. Vooral de ‘spatietoets’ is kostelijk. Er zijn veel voorbeelden verzameld van grappig en onjuist spatiegebruik.

          • Weer? Was altijd al!
            Couzijn schrijft: “Prima praktijk bij jullie, dat taalvaardigheid weer gewoon een vak is. Deugen de toetsen? Of gaat het om de competenties en andere werkjes in een portfolio dat thuis in elkaar geknutseld kan worden (met studiegenoot of ander hulpstuk)?”
            Sterker nog: taalvaardigheid is altijd al een vak geweest op onze school. De oprichter van de school (dhr. Riemer) was van mening dat commerciële mensen naast een degelijk stuk techniek ook goede uitdrukkingsvaardigheden moesten hebben. En dat doen we dus nog steeds middels het vak Bedrijfscommunicatie dat samen met techniek, presenteren en verkopen – hoezo competentiegericht onderwijs? – tot de oudste vakken van de IVA behoort.
            Van portfolio’s moeten we nog steeds niets hebben; de toetsing van de taalvaardigheid gebeurt onder meer met invultoetsen (denk aan ‘d/t’ en de juiste verleden/toekomende tijd) en met brievencycli. Inderdaad: veel nakijkwerk voor de collega’s en tegelijk een rijke bron van verschrijvingen en wonderlijke formuleringen. En beslist een goede leerschool voor de studenten die vaardigheid krijgen in het opstellen van zakelijke documenten.

          • Prima prima
            Klinkt goed, Marten! Niet alleen jullie praktijk rondom het taalvaardigheidsonderwijs, ook of vooral de opvatting over hoe je goed onderwijs maakt en dat toetsing daar een centrale rol in toekomt.

            Zijn er nog vacatures? 🙂

          • Het allerbelangrijkste!
            Het belangrijkste probleem is dat het inderdaad nooit ECHT hoeft. Wij blijven strijden tegen leerlingen die vinden dat bijna goed ook goed genoeg is, bijna af toch wel op een voldoende kan rekenen. We hebben echt grote moeite om hen te leren dat een klant ook niet blij is met een installatie die toch echt bijna af is.

Reacties zijn gesloten.