Rinnooy Kan als nieuwe onderwijsminister!

Mogelijk blijft Plasterk nog een tijdje demissionair, maar vanaf de zomer heeft Nederland een nieuwe onderwijsminister nodig.

Het is duidelijk dat een goede onderwijsminister cruciaal is voor het naderbij brengen van de BON-wensen. Daarom stel ik voor dat BON met enige tam-tam een kandidatenlijst publiceert (een beetje ludiek) vergezeld van een commentaar waarom juist deze personen geschikt zijn voor dat ambt (en dat mag, onder verwijzing naar de BON-kernpunten, serieuzer).

Bovenaan mijn shortlist staat trouwens Alexander Rinnooy Kan. Dat is een hele shorte list, want de nummers 2 en 3 zijn voorlopig nog leeg. Graag adviezen! Laten we het ijzer smeden nu het heet is!

23 Reacties

  1. Marja niet bijster veldvriendelijk
    Aan wat voor onderwijsminister heeft het onderwijsveld behoefte? En met ‘het veld’ bedoel ik dan vooral dat voor goed onderwijs cruciale echelon, de leraren.

    Het is duidelijk dat Sjoerd en zijn gevolg aan een ander type onderwijsminister de voorkeur geven dan BON, de AOB en LIA. Tegelijk is duidelijk dat Sjoerd een sterkere, uit belastingopbrengsten bekostigde en in de baas z’n tijd uitgevoerde lobby heeft dan BON, de AOB en LIA samen. We zullen dus slimmer moeten lobbyen, met meer ruchtbaarheid.

    Tien tegen een dat het CDA, dat na de verkiezingen wederom de grootste partij wordt (dit is Nederland, weet je wel) Marja naar voren gaat schuiven als nieuwe onderwijsminister. Ik moet toegeven dat ze in de afgelopen jaren aardig is meegegaan in de retoriek over ‘betere prestaties’ en ‘betere leraren’, maar uiteindelijk vind ik haar daadkracht tekortschieten. Bovendien steunt ze door dik en dun CDA-achtige onzin (extra subsidie voor religieuze kleine scholen onder de opheffingsnorm; maatschappelijke stage). En ze is natuurlijk verantwoordelijk voor de Eerste Staatsdidactiek Ooit, het compedingesgerichte leren in het mbo. Dat laatste is omineus en onvergeeflijk. En ze heeft niets gedaan aan het aantrekkelijker maken van het leraarsberoep voor getalenteerde hbo- en wo-afgestudeerden.

    Als we het werkveld weer gezond willen maken, met hooggekwalificeerde leraren die weer meer zeggenschap krijgen over hun beroepsuitoefening, waarbij het primaire proces weer prioriteit krijgt, dan vrees ik dat we met Marja niet goed af zijn.

    De komende tijd zullen met spoed verkiezingsprogramma’s in elkaar worden getimmerd. BON doet er goed aan de lobby per heden op touw te zetten. Wellicht in het verlengde van het Deltaplan. Als het bestuur een praktische strategie voorstelt, waarbij leden kunnen meehelpen, dan hoor ik daar graag meer over.

    Voer voor de ALV?

    • CGO is overal
      Helaas Couzijn is CGO lang niet alleen in het MBO. Op het HBO had het virus al eerder toegeslagen en ook op het VMBO lijkt competenties de nieuwe kick van het management. Arme schatjes!

      Volgens mij komt het oorspronkelijk van de Universiteit van Maastricht, die de geneeskunde-opleiding op die manier had opgezet.

      • Voor elke discussie is een plek – en voor CGO moet dat er komen
        Zeker, over de merites van CGO (of het gebrek aan merites) en de virusgelijkende verspreiding daarvan in onderwijsland moet binnen BON ooit een serieus debat op touw worden gezet.

        Vooralsnog gebruikte ik CGO in deze draad alleen als symptoom van falende bewindslieden die riskante didactiek centraal opleggen en de gevolgen daarvan niet willen kennen.

    • Doe geen enkele moeite
      Doekle schaatst zich al warm, belt zijn hele netwerk plat, en faxt naar ’tout le monde’ zijn geloofsbrieven. Hier zit hij al drie jaar op te wachten.
      We kunnen maar één ding doen.
      Met zijn allen. “Van Doekle, bewaar ons, Heer” X 50 of
      “Van Doekle, verlos ons, Heer” X 100

    • Poppetjes
      Van de casus Plasterk hebben we hopelijk geleerd dat het niet om de poppetjes gaat. Plasterk was in theorie bijna de ideale onderwijsminister (en Rinnooy Kan komt in theorie ook heel dicht bij ideaal), maar hij heeft in de 3 jaar dat hij er zit niets betekend voor het onderwijs.

      Laten we ons concentreren op de onderwijsparagraaf van de politieke partijen. Wat moeten daar voor punten instaan? Het belangrijkste lijkt mij het doorbreken van de macht van de onderwijsschil (PO-raad, VO-raad, MBO-raad, HBO-raad, OMO, KPC, APS, et cetera). Het feit dat het CDA dit pertinent niet wil heeft Plasterk in dit kabinet vleugellam gemaakt. Met het doorbreken van de macht van de onderwijsschil staat of valt alles.

      • Jasper als onderwijsminister dan maar?
        Ik gok op Jasper van Dijk in het nieuwe kabinet SP-GL-D66 en PvdA

        • Ijdele hoop?
          Onderschat de macht van de (CDA-)bestuurders en hun raden niet.
          Het speciaal onderwijs maakt in dit land nog steeds de dienst uit.
          Waarom heeft Plasterk zo machteloos en krachteloos de pias uitgehangen?

          • De macht van een buitenparlementire oppositie?
            Zou je het gevaar dat CDA-school-bestuurders en hun raden opleveren in het geval dat hun politieke bondgenoten niet in de regering komen nader willen toelichten?
            Seger Weehuizen

          • De zittende macht
            en het bijbehorende old-boys netwerk zal zich ook in de oppositie laten gelden.
            Voor de uitvoering van nieuw onderwijsbeleid is hun instemming/medewerking noodzakelijk. Het speciaal onderwijs heeft kwalitatief nog steeds een voorsprong op het openbaar onderwijs, en dat levert krediet.

          • Is bijzonder onderwijs wel zo speciaal?
            Ik denk dat je speciaal onderwijs verwart met bijzonder onderwijs, Hendrikush. En dat je bijzonder onderwijs op religieuze grondslag (christelijke scholen etc.) ten onrechte op een hoop gooit met bijzonder onderwijs op algemeen-neutrale grondslag (Vrije Scholen, Daltonscholen, Montessorischolen etc.).

            Ook komt het mij voor dat de in brede kring aangehangen gedachte, dat het bijzonder onderwijs op religieuze grondslag in het algemeen ‘een kwalitatieve voorsprong’ heeft, in werkelijkheid nogal tegenvalt. Ten eerste moet een verschil in gemiddelde kwaliteit tussen reli- en niet-reli-scholen worden afgezet tegen de variantie van de kwaliteit binnen elk van de groepen (m.a.w. zelfs als het hele christelijk onderwijs *gemiddeld* een wat hogere score behaalt, zegt dat nog niks over individuele scholen zoals de school bij u om de hoek).

            Ten tweede is het zeer de vraag of een ‘voorsprong in kwaliteit’ standhoudt als men deze beziet in het licht van (c.q. corrigeert voor) verschillen in instroom. Een coach die Sven Kramer en Mark Tuitert laat winnen bij het NK Schaatsen in Heerenveen is niet per se een betere coach dan een die er in slaagt om mijn vrouw en mij klaar te stomen voor de elfstedentocht.

            Een goede school is volgens mij een school die veel weet *toe te voegen* aan de capaciteiten en de uitgangssituatie van de leerlingen die zij binnenkrijgen. Het is evident dat scholen enorm verschillen in ‘leerlingen die zij binnenkrijgen’. Het is oneerlijk om bij het bepalen van de onderwijskwaliteit alleen maar te kijken naar de leerresultaten bij de uitstroom.

          • Inderdaad
            bedoelde ik het bizonder onderwijs.
            De kwaliteit van het onderwijs als toegevoegde waarde is inderdaad een betere maatstaf maar onderwijskwaliteit wordt vooral bepaald door ‘hoort-zegt-het-voort’. Marketing en communicatie dragen ook hun steentje bij.

          • Zijn we nu echt allemaal
            Zijn we nu echt allemaal vergeten dat de IJ in het Nederlands een digraaf is en dus beide hoofd- dan wel kleine letter moet zijn?

        • IJzer (met IJ). Smeden. Heet. Nu.
          “Ik gok op Jasper van Dijk in het nieuwe kabinet SP-GL-D66 en PvdA.”

          Ja, ook ik had vannacht plezierige dromen maar stond vanochtend toch weer met mijn blote voeten op het koude zeil.

          Bovengenoemde coalitie, die naar ik vrees om andere dan onderwijsredenen binnen BON niet zeer populair zal zijn, kan momenteel in de peilingen rekenen op slechts 62 zetels (zowel bij De Hond als bij Politieke Barometer) met D66 als grootste partij (en we weten dat bij die partij de retoriek de daadkracht verre overstijgt).

          Nee, het wordt geen linkse regering deze keer. Zoals alle voorgaande keren, trouwens.

          BON kan maar beter inzetten op een lobby bij *alle* partijen, in de hoop dat hun onderwijsparagrafen elkaar in BON-gehalte zullen overtreffen. De burger is er ontevreden genoeg voor.

          • Terpstra
            Het wordt CDA-PVV-VVD-CU. Met Doekle Terpstra als minister van onderwijs. Gaat Doekle lekker met de PVV benoemen en bouwen.

          • doekle
            Als Doekle minister van onderwijs wordt moet de Drion-pil in het ziekenfonds.

            Willem Smit

          • Drion
            Ook zonder Doekle zou een kabinet met de PVV al voldoende reden daarvoor zijn.
            Maar emigreren is een beter alternatief.

      • Tom Poes, verzin een list
        “Van de casus Plasterk hebben we hopelijk geleerd dat het niet om de poppetjes gaat.”

        Hangt er van af hoe je kijkt. Het inzetten van poppetje Van Bijsterveldt was, samen met de verdeling van de portefeuilles over de poppetjes, voor het CDA een bijzonder effectieve manier om ervoor te zorgen dat de geniale PvdA-minister vleugellam werd. Met onderwijs had hij niets te maken (hij deed Cultuur) behalve als bovenbaas van de twee inhoudelijk verantwoordelijke benedenbazen. De typische CDA-beleidspunten t.a.v. onderwijs (bescherming bijzonder onderwijs, uitbesteding van macht aan het maatschappelijk middenveld c.q. de besturen) hebben in de afgelopen periode niets ingeboet dankzij poppetje Van Bijsterveldt.

        Nodig is een goede minister die zelf over onderwijs gaat en geen slaafse volger is van bovengenoemd CDA-beleid (ha die Doekle). Daarbij moet rekening gehouden worden dat in het regeerakkoord specifiek onderwijsbeleid al afgetimmerd kan worden (‘aan het huidige niveau van governance zal niet worden afgedaan’).

        “Laten we ons concentreren op de onderwijsparagraaf van de politieke partijen”.

        Mee eens. Zie de laatste alinea van mijn blog. Het voorstel poppetjes te noemen heeft ook dat doel: aandacht vragen voor wat BON inhoudelijk belangrijk vindt, en welke standpunten en kwaliteiten dus gewenst zijn van bewindslieden.

        BON kan een brief sturen, maar ook zichzelf uitnodigen voor een persoonlijk onderhoud met de schrijfcommissies die bij de diverse politieke partijen aan het werk gaan. Het laatste lijkt mij effectiever.

        “Met het doorbreken van de macht van de onderwijsschil staat of valt alles.”

        Ook mee eens. Maar hoe valt dit in een aantrekkelijk beleidspunt te formuleren? Negatieve keuzes (afbreken macht) werkt zelden wervend. Benadrukt moet worden wat daar de verhoopte positieve gevolgen van zijn (meer autonomie voor docenten, het duidelijker vaststellen van de feitelijke onderwijskwaliteit en leerresultaten).

        • Poppetje Van Bijsterveldt
          Ik ben het eens met je analyse, maar die maakt duidelijk dat het niet gaat om het poppetje Van Bijsterveldt (dat was slechts een middel), maar om de onderwijsideologie van het CDA.

          Ik denk dat bepaalde negatieve keuzes heel wervend kunnen werken. Aan de peilingen kun je dat ook zien. Het gaat eigenlijk alleen maar om negatieve keuzes…

          Elke partij die niet expliciet opschrijft dat de macht van de onderwijsschil gebroken moet worden moet gewantrouwd worden, die zien zeer waarschijnlijk het onderwijs vooral als managersparadijs.

        • Judoka-capriolen
          Het ligt voor de hand dat na de nare ervaring van Plasterk elk door ons voorgesteld poppetje zegt “ik doe het niet”. Daarmee worden pogingen om via het poppetje steun te krijgen voor onze opvattingen meteen afgekapt. Iemand met capaciteiten moet wel masochist of machtsgeil zijn om nu nog te willen werken onder een door het CDA gedomineerde regering.
          Maar als je vraagt om bescherming voor bijzonder onderwijs, waaronder dan natuurlijk ook BON-onderwijs moet worden verstaan, en om uitbesteding van het onderwijs aan het maatschappelijk middenveld, waarbij raden natuurlijk niet hun macht zouden mogen gebruiken om hen ongevallig bijzonder onderwijs te verstikken, zou bij inwilliging van deze wens BON de ruimte kunnen krijgen om zelf zonder fnuikende tegenwerking scholen op te richten. Het lijkt me moeilijker voor het CDA om openlijk zijn principes te verloochenen dan die te moeten opgeven. Het bestuur van de landelijk verspreide BON-scholen zou dan 3 taken hebben: Controleren of haar scholen zich aan de uitgangspunten van BON houden, de organisatie moeten verdedigen tegen haar vijanden en, wat hopelijk haar hoofdtaak zal worden, BONscholen faciliteren.
          Seger Weehuizen

          • Bijzonder onderwijs en het CDA
            Het CDA is alleen pleitbezorger van het confessionele bijzondere onderwijs en niet van het algemeen bijzonder onderwijs (zoals Montessori scholen). Het CDA kan makkelijk haar principes volgen en tegelijkertijd BON-scholen tegenhouden. Sterker nog: het tegenhouden van niet confessionele scholen is het leidende onderwijsprincipe van het CDA.

          • geheime agenda?
            Ik ben het helemaal met je eens dat het CDA alleen geïnteresseerd is in confessioneel bijzonder onderwijs. En dat niet, zoals jij vast ook zult menen, vanuit christelijke overtuiging maar om de smaak van macht, invloed en geld. Maar de vraag is wel of de CDA-ers wel durven te belijden dat alleen confessionaliteit een reden mag zijn om om bijzondere scholen te vragen. Ze zullen zich dan moeten keren tegen de mensen die in reactie daarop ventileren dat dat juist niet een reden mag zijn. De schoolstrijd zou opnieuw kunnen losbarsten en in deze tijd van ontkerkeling zal dat de confessionele partijen verzwakken. En dat zal het CDA niet willen.
            Ik kan me moeilijk voorstellen dat het tegenhouden van niet-confessionele bijzondere scholen een punt van een niet-geheime CDA-agenda is.
            Seger Weehuizen

  2. Zin in “stakeholders” onderwijs?
    Wie stemt voor Rinnooy Kan stemt ook voor “stakeholdersonderwijs”. Dat heeft hij een keertje uit de doeken gedaan tijdens een lezing in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Het betekent dat betrokkenen bij een school het onderwijs zelf in de hand nemen. Elke school zijn eigen “bedrijf”. Toen ik hem vroeg waar dan de leermiddelen vandaan komen, zei hij: “daar zorgen de leraren zelf voor, dat is tegenwoordig heel makkelijk van het internet te halen”. Ik was daar toen helemaal niet gerust op. Jullie wel?

    • stakeholders onderwijs
      Dat gebeurt al. Middelbare scholen krijgen € 300 boekengeld per leerling en geven aan de vaksectie de opdracht om voor het nieuwe schooljaar zelf het lesmateriaal te maken “er staat genoeg op internet”. De sectie m a g geen boeken bestellen voor zijn vak, de leerlingen gaan met readers aan de slag.

Reacties zijn gesloten.