Problemen MBO niet langer verdoezelen

Zojuist heb ik onderstaande vragen over het MBO schriftelijk ingediend bij staatssecretaris Van Bijsterveldt. Ze moeten binnen drie weken beantwoord worden. Zie ook bijgaand persbericht.

MBO-problemen niet langer verdoezelen

Problemen in het MBO moeten niet langer verdoezeld worden. De regering dient klachten van leraren en leerlingen te inventariseren en op te lossen. Dat zegt SP-Kamerlid Jasper van Dijk in reactie op het rapport van de inspectie en alarmerende berichten waaruit blijkt dat er grote problemen zijn in het MBO. De inspectie constateerde deze week dat er 64 zeer zwakke MBO-opleidingen zijn, maar het heeft er alle schijn van dat dit slechts het topje van de ijsberg is. “Berichten over chaotisch onderwijs en leerlingen die een jaar lang geen Nederlands krijgen, zijn volstrekt ontoelaatbaar”, aldus Van Dijk.

Deze week kwamen er schokkende berichten over slecht MBO-onderwijs naar buiten. Stadsdeelvoorzitter Marcouch kreeg honderden klachten over roosterproblemen, lesuitval, het ontbreken van schoolboeken en andere basisvoorwaarden. Sommige leerlingen kregen een jaar lang geen Nederlandse les. Ook journalist Paul Andersson bracht zijn ervaringen naar buiten. Veel leerlingen komen voor niets naar school door voortdurende lesuitval. Vooral op MBO niveau 1 heerst op sommige ROC’s totaal geen orde of discipline. Leerlingen hangen rond in de kantine en spelen tafelvoetbal. Je hebt geen flauw idee dat je op een school bent, schrijft de journalist.

Van Dijk pleit al jaren voor intensief MBO-onderwijs in kleinschalige scholen. Het competentiegericht onderwijs is onverantwoord, aangezien leerlingen aan hun lot worden overgelaten. Daarnaast zitten MBO-bestuurders op grote afstand van de werkvloer naar hun jaarverslagen te staren. Een groot deel van het budget verdwijnt in de overhead. Vervolgens publiceren ze hun goed-nieuwsberichten in een glanzende brochure. Het heeft weinig te maken met de realiteit en het contact met docenten is ver te zoeken.

Van Dijk: “Het MBO verdient beter, want deze leerlingen hebben juist alle aandacht en structuur nodig. Daarom vraag ik staatssecretaris Van Bijsterveldt om klachten van leerlingen en leraren actief te inventariseren, zodat we aan de slag kunnen met de echte problemen. Ook de inspectie moet veel beter toezien op het onderwijs in het MBO. De regering kan zich niet langer laten bedonderen door nietszeggende rapporten van bestuurders in hun ivoren torens.”

Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart van OCW over slecht onderwijs op het MBO.

1
Wat is uw oordeel over het bericht waaruit blijkt dat de lijst van zeer zwakke MBO-opleidingen slechts het topje van de ijsberg is? (1)

2
Is de inspectie voor het MBO “een soort brandweer die alleen uitrukt als ze ergens rook zien”? Gaat de inspectie pas op onderzoek bij klachten of hoge uitvalcijfers, zodat zwakke opleidingen die genoeg diploma’s uitreiken onopgemerkt blijven?

3
Wat gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat zwakke opleidingen eerder worden opgemerkt?

4
Wat zegt het u dat de MBO-raad “heel tevreden” is over het rapport van de inspectie en het aantal zwakke opleidingen?

5
Wat is uw oordeel over de “honderden klachten” die stadsdeelvoorzitter Marcouch heeft ontvangen over roosterproblemen, lesuitval, het ontbreken van schoolboeken en andere basisvoorwaarden bij verschillende MBO-scholen in Amsterdam Slotervaart? (2)

6
Bent u bereid deze klachten te onderzoeken en de Kamer over uw conclusies te informeren?

7
Hoe is het mogelijk dat sommige leerlingen “een jaar lang geen Nederlandse les kregen”? Hoe kan het dat u hier niet tegen heeft opgetreden, aangezien dit niet via de inspectie, maar via een meldpunt naar buiten is gekomen?

8
Wat is uw oordeel over het artikel “Mijd de mbo-school in de grote stad”? (3)

9
Hoe kan het dat een docent “elke middag zijn klas in de steek liet en een stagiaire voor de klas zette”? Is dit toegestaan en vindt u dit aanvaardbaar?

10
Hoe kan het dat leerlingen “vaak voor niets op school kwamen door voortdurende lesuitval”? Wat onderneemt u hiertegen?

11
Wat is uw oordeel over de opmerking: “Er heerst totaal geen orde of discipline. Vooral op mbo 1 niveau is er een hele groep die de hele dag in de kantine rondhangt en aan het tafelvoetballen is”?

12
Hoe verklaart u de negatieve berichten over het onderwijs in het MBO? In hoeverre spelen zaken als schaalvergroting, autonomie, financiering en competentiegericht onderwijs hierbij een rol?

13
Zijn deze berichten voor u aanleiding om grondig na te gaan hoe het MBO-onderwijs kan worden verbeterd? Bent u bereid open te staan voor mensen die constructieve ideeën hebben over gewoon goed onderwijs?

14
Bent u bereid klachten van docenten en leerlingen te inventariseren – bijvoorbeeld via een Meldpunt – zodat u veel actiever op de hoogte wordt gesteld van de situatie in het MBO en tevens aan de slag kan gaan met suggesties voor verbeteringen?

1 Trouw, 2 februari 2010
2 Metro, 2 februari 2010
3 NRC, 3 februari 2010