Liever de hele waarheid

Liever de hele waarheid

Ik ben, waarschijnlijk onbewust, geneigd een verslaggever te geloven die boeiend over zijn of haar ervaringen kan vertellen. Zo iemand is Anja Vink, die in de afgelopen weken zowel in NRC Handelsblad (16 januari), als in Het Onderwijsblad (30 januari), schreef over haar ervaringen op een zwarte vmbo-school in de Amsterdamse Bijlmermeer. Je voelt meteen, die ervaringen zijn authentiek, wat ze vertelt is de waarheid. Een deprimerende waarheid van kansarme kinderen met grote taalachterstand, op een school die geen kans ziet behoorlijk onderwijs te geven. Op de school waar zij werkte was ‘een kleine groep leerlingen, hooguit 5 procent, die met hun storende gedrag de school lamlegden’. Een andere negatieve factor, aldus Vink, op achterstandsscholen, is de kwaliteit van de docenten: soms 40 procent van de leerkrachten heeft geen volwaardig diploma.
Anja Vink is verontwaardigd over het bestaan van dergelijke scholen, over wat zij onderwijssegregatie noemt. Zij is ook boos op de commissie Dijsselbloem die gezegd zou hebben ‘dat onderwijs als motor van het opheffen van achterstand een achterhaald principipe is. En daarmee veegt Dijsselbloem onder het tapijt dat in deze tijd een gesegregeerd schoolsysteem juist bijdraagt aan een steeds groter wordende onderklasse die niet goed toegerust op de arbeidsmarkt verschijnt.’
Ja, wat de schrijfster hier doet is wat de Engelsen ‘begging the question’ noemen. Zij doet het voorkomen of wat zij noemt ‘segregatie’ een wettelijk vastgelegd systeem is, zoals eens de apartheid in Zuid – Afrika. Maar daar is natuurlijk geen sprake van. Dat er achterstandsleerlingen zijn, dat er grote ongelijkheid bestaat, valt moeilijk te ontkennen, maar die ongelijkheid wordt niet veroorzaakt door de school, de school registreert die ongelijkheid en die achterstand maar biedt, als het goed is de leerlingen ook de kans om hun toekomstperspectief te verbeteren.
Maar goed, Anja Vink heeft nog meer pijlen op haar boog. Zij meent, het is bepaald geen nieuwe gedachte, dat het gewenst zou zijn te kiezen voor een ‘evenwichtig gemengde school’van arme en niet-arme leerlingen zonder een ongecontroleerde instroom van achterstandsleerlingen. Zij heeft ontdekt dat dergelijke gemengde scholen op enkele plaatsen in de Verenigde Staten bestaan, met name in New York en in Cambridge ( Massachusets). En dan volgt de magische uitspraak: ‘Uit onderzoek blijkt dat de prestaties van arme leerlingen vooruitgaan en misschien nog belangrijker: de prestaties van de middenklasseleerlingen lopen geen schade op.’
Wie ben ik om dat tegen te spreken. Ik kan allen wijzen op een niet onbelangrijke omissie. In Groot Brittannië en in de Verenigde Staten gaat zo’n acht procent van de leerlingen – op sommige plaatsen uiteraard meer – naar particuliere scholen. Ook geslaagde ‘allochtone’ ouders laten hun kinderen daar graag heen gaan. En, er is in het verleden wel gebleken toen progressieve autoriteiten de ouders via ‘middenschool’ en ‘busing’ wilden dwingen om hun kinderen mee te laten werken aan een gemengd systeem: hoe groter de druk, hoe meer ouders naar wegen zoeken ( verhuizen, in naam godsdienstig worden, desnoods kromliggen onder de financiële last) om hun kinderen niet aan dat systeem prijs te geven.

Cornelis Verhage

3 Reacties

  1. ‘kansarme’ armen?
    Ten eerste blijf ik er op wijzen dat het onderwijs gratis is. Er is dus ALLE kans voor de ‘armen’ om onderwijs te genieten.
    Maar er moet dan wel onderwijs zijn dat genoten kan worden.
    Het toenemende spielerei-gehalte van het onderwijs kan de problemen klaarblijkelijk niet oplossen (ondanks alle pretenties waarmee vernieuwingen werden ingevoerd).
    De aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling op de basisschool, de persoonlijke aandacht, de maatschappelijke probemen (over de gevaren van alcohol en drugs b.v.) die met de kinderen werden besproken, het bevorderen van de ‘eigenheid’ van het kind, het stimuleren van de persoonlijke creativiteit, heeft klaarblijkelijk niet voorkomen dat pubers ernstige gedragsproblemen gingen vertonen. Hoewel vernieuwers het onderwijs steeds de fata morgana van de ‘evenwichtige en volwaardige’ mens hebben voorgespiegeld.

    Ik concludeer dan dat er een beter medicijn nodig is, en dat is het beproefde medicijn van de klassikale lessen, waarbij stevige eisen werden gesteld.
    Ik pretendeer niet dat hiermee alle problemen de wereld uit zijn; geenszins! Maar de kans op goede resultaten wordt er beduidend groter door. Het verleden heeft dat dus bewezen.
    Het vernieuwde onderwijs heeft m.i. nauwelijks iets bewezen, behalve dan, dat het niet heeft gewerkt en niet heeft gebracht wat beloofd werd.
    Dit is tamelijk grof gesteld natuurlijk: ik doe niet aan allerlei ‘wetenschappelijke’ mitsen en maren.
    Het zijn de bevindingen van iemand die gewoon zijn ogen en oren goed openhoudt, en zich niet laat misleiden door de taal van de reclamefolder.

  2. fixatie op een glibberpad
    Het onbegrijpelijke voor mij aan het verhaal van Anna Vink is dat ze ons er liever van probeert te overtuigen dat middenklassen leerlingen geen schade zouden ondervinden van schooldesegregatie dan dat ze met minder riskante voorstellen komt over de wijze waarop men van slechte zwarte scholen goede kan maken. Zwarte scholen presteren om vele redenen slecht en één daarvan is de afkomst van de leerlingen. Die factor wil zij coûte que coûte uitschakelen. Maar de grote verrassing in Vink’s verhaal is nu juist dat zij een nieuwe factor gevonden en benoemd heeft die een veel aantrekkelijker oplossing biedt. Bij haar domineert nu eens niet de gedachte dat de leerlingen assertiever zijn dan vroeger en dat wij daarom het onderwijs moeten aanpassen maar dat 5% van de leerlingen het voor iedereen op school verpest zodat de effectieve lestijd samengeschrompeld is tot ⅓ van haar maximum. Door het noemen van deze factor legt zij ons, blijkbaar ongewild, een simpeler en meer succes belovende oplossing voor waarbij de schuldigen gestraft worden en niet, zoals bij de door haar wel als zodanig aangedragen oplossing, kinderen als proefkonijn fungeren. Ook al zou ze gelijk hebben en zou scholendesegregatie middenklassekinderen niet schaden dan nog kost haar oplossing veel tijd want hun ouders zullen haar niet geloven en de uitvoering van haar voorstel trachten te boycotten. Ik geloof Vink wel met haar 5% onderwijsterroristen en de 200% meer effectieve lestijd die mogelijk wordt als die uitgeschakeld worden En ik acht het onwaarschijnlijk dat die 200% meer effectieve lestijd wel bereikt wordt door het vermengen van de twee leerlingenpopulaties. 2½ % onderwijsterroristen die niets te vrezen hebben kunnen het onderwijs immers ook verzieken. Dat zou dan op ALLE scholen kunnen gebeuren. Die gevaarlijke 5 % was Vink blijkbaar vergeten.Seger Weehuizen

  3. Verplaats de docent en niet het kind
    ” Een andere negatieve factor, aldus Vink, op achterstandsscholen, is de kwaliteit van de docenten: soms 40 procent van de leerkrachten heeft geen volwaardig diploma.”

    En zelfs als ze al een “diploma” hebben .

    Zorg er dus voor dat de docenten voor die klassen wel goede docenten zijn.
    (Opleiding, motivatie, vrijheid, … )

    Verplaats de docent en niet het kind.

Reacties zijn gesloten.