Een intolerante overheid verdient…..

……… afzijdige en wantrouwende burgers
“Politieke partijen die het meest verantwoordelijk worden gehouden voor de stand van zaken in onze verzorgingsstaat, staan op verlies in opiniepeilingen. Partijen die de onvrede articuleren scoren beter. Er lijkt soms sprake van een legitimiteitscrisis van de collectieve voorzieningen” (aldus TROUW in zijn “Verdieping” bij monde van Pierre Heijnen onder de titel “Burger moet weer gaan meedoen”). Verheugend, die eerste twee zinnen. En die legitimiteitscrisis ervaar ik in mijn huidige interesse-gebied ten volle. Een overheid dient TOLERANT te zijn zo lang de vrijheid van de ene burger de vrijheid van de andere burgen niet onnodig of in onbillijke mate schaadt. Dat is in de onderwijspolitiek niet terug te vinden. Het verdwijnen van basisscholen waar je je kind nog goed kunt laten leren rekenen en zinsontleden, de verplichte basisvorming zonder grammatica en met die idiote freudentaalse “wiskunde”, het studiehuis, bijna verplicht competentiegericht leren in het VMBO, de vriendjespolitiek t.o.v. de machtigen in Onderwijsland, het zijn allemaal tekenen dat de overheid bedillerig en intolerant is. Van wat ik merk in de onderwijs-wereld en –politiek extrapoleer ik naar buiten het onderwijs. en ik voel volledig mee met andere burgers die een afkeer hebben van de overheid en niet willen meedoen.
De overheid geeft geld uit aan scholing en educatie en moet natuurlijk controleren dat dat geld goed gebruikt wordt. Wat ligt er als uitgangspunt voor onderwijs meer voor de hand dan tegen de ouders zeggen. “Wij hebben er X EURO voor over als jouw kind diploma Y haalt. Opleiding Y wordt afgesloten met een staatsexamen. Je mag van door de staat ingesteld onderwijs gebruik maken waarvoor dan de X EURO bestemd zijn. Je mag je kind naar een particuliere school sturen of afstandonderwijs laten volgen. Je mag zelfs het onderwijs zelf doen of samen met andere ouders. Het bedrag X ligt vast en het wordt alleen volledig uitbetaalt als je kind dat diploma haalt.
Een overheid die zo veel vertrouwen in haar burgers heeft dat ze dat doet verdient en krijgt respect. Natuurlijk zullen er bij de implementatie van een beleid gebaseerd op bovenstaand beginsel grote practische problemen opduiken en is het mogelijk dat er flink wat water in de wijn gedaan moet worden. Maar elk onderwijsbeleid moet m.i. beginnen met een principiële erkenning van dit uitgangspunt. De overheid legt een einddoel vast en de ouder zoekt voor zijn kind de beste weg uit om dat te bereiken.
Seger Weehuizen