3 Reacties

  1. Nathints: niet makkelijker
    Nee, het wordt niet makkelijker.
    Dit is weer een hulpmiddel uit de categorie antwoordenboeken-hulpboeken-uitwerkingenboeken.
    Voor de luie leerling is het hoe dan ook al teveel moeite om naar die site te gaan. De ijverige maar niet zo slimme leerling vindt a) het programma te moeilijk om te bedienen en b) de hints te ingewikkeld om te begrijpen. In mijn klas ben ik een belangrijk deel van mijn tijd kwijt aan het uitleggen van uitwerkingen uit het uitwerkingenboek. Dat is nogal zinloos, en ik doe het dan ook alleen als er tijd over is. Het probleem zit namelijk voor een belangrijk deel bij het niet begrijpend kunnen lezen. Leerlingen die het boek niet kunnen lezen kunnen de opgaven meestal ook niet lezen en al helemaal de uitwerkingen niet.
    Zo’n hulpmiddel is alleen bruikbaar bij de ’tussen’ groep die wèl begrijpend kan lezen. Maar zij kunnen, als ze in de klas opletten, de uitleg van een leraar ook wel volgen. Heb je nu in die categorie een aantal slaapkoppen, dan kunnen die naderhand bij zo’n programma wel baat hebben. Maar het lijkt erg op het beschieten van een mug door een kanon.

    • Lezen en nadenken
      Dat niet begrijpend kunnen lezen herken ik. Maar waar ik nog meer tegenaan loop is dat leerlingen geen logische denkstappen kunnen zetten, dan wel hun denkstappen niet logisch kunnen formuleren waardoor zij de onlogica in die denkstappen niet kunnen herkennen.
      Dat heeft ook alles met taal te maken, maar meer met het actief gebruik ervan.

      Ook de leerlingen met diepe onvoldoendes snappen proefwerkvragen en -antwoorden meteen na een paar zinnen uitleg. “O ja, stom. Dat had ik eigenlijk wel moeten weten.”
      Het moeilijke van (in mijn geval) scheikunde zit niet in de scheikunde, maar in logisch denken, analogieën zien, begrijpen welke latent aanwezige kennis je moet gebruiken.

      Het moet niet zo moeilijk zijn leerlingen in een paar jaar wat dit betreft de noodzakelijke vaardigheden (competenties?) bij te brengen.
      Helaas is het op mijn school sinds enkele jaren ongebruikelijk om dergelijke problemen eens met elkaar te bespreken en aan te pakken. Ook wij moeten in teams de tijd zien door te komen.
      En hoewel ik veel collega’s Nederlands hoogacht vraag ik mij soms toch af wat mijn leerlingen bij dat mooie vak leren.

    • In het ideale geeft bepaalt
      In het ideale geval bepaalt een leraar volledig zelf hoe hij zijn vak geeft (dus geen officiële uren voor zelfstudie als de leraar dit niet wil), geeft de leraar de leerling regelmatig oefeningen mee naar huis (evt. uit het boek) die de leerling zelfstandig dient te maken, kijkt de leraar nog extra oefeningen na wanneer de leerling zelfstandig nog wat extra oefeningen maakt en heeft de leraar alle vrijheid om regelmatig een toets te geven om te controleren wat de leerlingen wel en niet geleerd hebben en om ze te pushen om bepaalde zaken op tijd te leren. Uistellen tot aan de deadline is immers heel menselijk.
      Zo kan ik me heel goed voorstellen dat bij sommig wiskundeleraren de vingers jeuken om regelmatig kleinte toetsen te geven om te garanderen dat alle leerlingen bepaalde regeltjes hebben geleerd, bijvoorbeeld voor differentiëren, integreren, de Simpson-regeltjes enz.

Reacties zijn gesloten.