De essentie is niet veranderd

De essentie is niet veranderd

Wie ooit op Schiermonnikoog geweest is kent het ‘fameuze hotel Van der Werff’ ( NRC Weekblad, 15 augustus 2009). De eigenaar , de wat norse Jan Fischer, heeft zich laten verleiden om uit te leggen waarom het hotel zo aantrekkelijk en karakteristiek gebleven is voor zijn gasten: ‘Ik heb de zaak aangepast aan de eisen van de moderne tijd. Men kan hier enig comfort verwachten en die dunne houten wandjes tussen de kamers zijn vervangen. Maar aan de essentie van het instituut is niets veranderd.’
Met die essentie bedoelt hij ‘dat wat in de jaren zestig in dit soort zaken helemaal kapot is gemoderniseerd.’ En bij verder doorvragen zegt hij: ‘Het is gebrek aan zelfbeheersing om altijd maar alles te willen veranderen en vernieuwen. Waarom moet dat? Ik zat hier net een paar dagen, komt er een of andere mafkees op me af. Een verlaagd plafonnetje, kaarsen op tafel, nieuw tapijtje en je hebt een wereldzaak. Ik heb hem weggekeken.’
De parallel met het voortgezet onderwijs is niet moeilijk aan te wijzen. Het is inderdaad een gebrek aan zelfbeheersing om altijd maar alles te willen veranderen en te vernieuwen – maar vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw is dat in het Nederlandse onderwijs onstuitbaar gebeurd. Sfeerloze schoolgebouwen met heel veel glas, lage plafonds en benauwde lokalen – dat is nog maar één symptoom.
De invoering van de vernieuwingen gebeurde veelal zonder zelfbeheersing, dat wil zeggen zonder behoorlijk na te denken, zonder zich af te vragen wat de gevolgen zouden zijn voor leraren en leerlingen. Door de wijze waarop het onderwijs bestuurd en gefinancierd wordt is het bijna onmogelijk geworden voor individuele scholen zich te onttrekken aan de veranderzucht.
Maar toch, de behoefte aan degelijk onderwijs blijft bestaan. Hotelier Fischer zegt nog iets over hotel van der Werff dat mij aansprak: ‘ Dit is een van de weinige ongeschonden plaatsen waar mensen elkaar op een ouderwetse manier kunnen ontmoeten.’
Welnu, als er nog scholen in ons land zijn waar leerlingen en leraren elkaar nog op een ouderwetse manier kunnen ontmoeten, leren kennen in echte klassen, gedurende meerdere jaren, dan moeten die gekoesterd worden en hopelijk voor al die andere scholen als voorbeeld dienen om er meer van te maken dan nu vaak het geval is.
Een school is meer dan een ingewikkeld rooster met heel veel menu’s en pakketten , met wegwijzers , programma’s en gewijzigde programma’s, met kansen en herkansingen, met excursies en alternatieve excursies. Een school moet karakter hebben om echt iets te kunnen betekenen voor de leerlingen en dat kan alleen als een school werkt vanuit een traditie die niet wordt aangetast door de waan van de dag.

Cornelis Verhage

2 Reacties

  1. Niet meer van deze tijd
    Ik heb ook met genoegen dit artikel gelezen en het laat zich mooi combineren met de column van Schaberg over jhr. Kalff in dezelfde krant.
    Het is frappant dat in beide stukken de (oude) elite een hoofdrol speelt, mensen die vasthouden aan waarden die door de maatschappij- en onderwijsvernieuwlers op de mestvaalt zijn gedumpt. Het conserveren van goede zaken is voor vernieuwlers bij voorbaat verdacht, alleen het woord elite is al voldoende om hele horden de straat op te jagen.
    En het patroon is steeds hetzelfde. In het oude systeem zijn er zaken die niet deugen. Die dienen dus te worden aangepakt, en wel stante pede. Met de oogkleppen op wordt het (deel)probleem opgelost zonder voldoende aandacht voor de negatieve gevolgen voor de rest van het systeem. Daardoor ontstaan elders nieuwe problemen, ad infinitum. Vernieuwlers hebben voordeel bij het zoeken naar ongerechtigheden en het meedogenloos oplossen daarvan. De collateral damage zal hen een rotzorg zijn.

  2. Herkenning, geen oplossing
    Ik had precies dezelfde reactie als C. Verhage bij het lezen van dit verrukkelijke artikel; loop eens binnen in een Bastion-hotel (nee, dat is geen cellencomplex maar een hotel) en daarna in van der Werff: het verschilt als dag en nacht.
    Helaas is het probleem niet opgelost met de vaststelling dat er nog karakteristieke scholen bestaan, dat er nog ouderwets degelijk onderwijs bestaat, dat dat zo waardevol is, etc. etc. Dat zijn argumenten die de machthebbers meteen zullen bevestigen waarna ze zich er vervolgens niets van aantrekken. Een makelaar kan een wanstaltig glazen flatgebouw in een historische binnenstad of aan de rand van een stad zetten en dat aan de man brengen met argumenten als ‘unieke lokatie’ en ‘heerlijk vrij uitzicht’ zonder een kwaad geweten te krijgen bij de gedachte dat hij nu net met zijn flatgebouw die unieke lokatie en andermans vrije uitzicht aan het verpesten is. Zo werkt het bij onze machthebbers ook.
    We zullen dus met hardere argumenten moeten komen, anders worden we voor de zoveelste keer medelijdend in de ’terug naar vroeger’ hoek geduwd. Dat gevoel voor traditie helemaal niet verkeerd is, dat ‘het goede behouden’ alleen maar een kwestie van gezond verstand is, dat de meeste mensen liever een huis met een tuin en een puntdak hebben dan een glazen doos doet er niet toe. Er zijn echter meer dan genoeg ‘harde’ argumenten en die moeten we blijven inzetten. Dat het onderwijsniveau vreselijk is gezakt, dat het niveau van de docenten enorm is gezakt, dat er gigantisch veel tijd en geld aan onzin wordt verspild, dat er in het onderwijs een dikke bureaucratische kleilaag is, waarom al dat gepraat over lapmiddelen (zomerschool, bijspijkercursussen, etc.) steeds maar weer de kop op steekt, etc.

Reacties zijn gesloten.