Wetsvoorstel professionele ruimte

Ik kreeg dit via-via opgestuurd, maar had nog helemaal niet van dit voorstel-in-de-maak gehoord. De memorie van toelichting zegt over het doel van de wet:

Dit wetsvoorstel beoogt de totstandkoming van afspraken binnen de school over de door de WRR, de Commissie Leraren en de Onderwijsraad bepleite stevige positie voor de leraar. Dit gebeurt door bevoegd gezag, management en leraren te verplichten afspraken te maken over de wijze waarop de zeggenschap van de leraren over het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid in de school wordt georganiseerd.

Wat de uitwerking van dit doel betreft, hieronder volgt het deel dat over VO gaat; er zijn bijna identieke delen over PO en HBO:

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt gewijzigd als volgt:

Na artikel 32b wordt ingevoegd artikel 32b1, luidend als volgt:
Artikel 32b1 Professionele deskundigheid en verantwoordelijkheid leraren
1. Met het oog op de professionele deskundigheid en verantwoordelijkheid van de leraar voor de inhoud en de kwaliteit van het onderwijs beschikt de leraar over professionele ruimte, waaronder ten minste wordt verstaan de interne zeggenschap van de leraar bij het ontwerp en de uitvoering van het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs, binnen de afgesproken beleidsmatige en organisatorische kaders en binnen de eindverantwoordelijkheid ter zake van het bevoegd gezag.
2. De leraar geeft in samenwerking met de andere leraren en in overleg met het bevoegd gezag vorm en inhoud aan de professionele ruimte, bedoeld in het eerste lid,
3. De leraren en het bevoegd gezag bepalen in onderling overleg op welke wijze de interne zeggenschap van leraren wordt georganiseerd en leggen dat vast in een professioneel statuut.

Ik vind het goed dat de MvT realistisch is; ze slagen er hiermee alleen in om de machtsverhoudingen op het gebied van onderwijskundig beleid binnen een school expliciet te maken. Dat professioneel statuut, dat die machtsverhoudingen regelt, wordt wel een interessant ding om in de gaten te houden. Zorg dat je er op jouw school bij bent om daarin zoveel mogelijk ruimte voor de leraar te krijgen!

Oproep: welke leden zouden een voorstel willen doen voor een BON-versie van dit statuut?

3 Reacties

  1. Zeggenschap
    Zeggenschap is makkelijk als het over jezelf gaat of je eigen klassen. Het wordt lastig als ze je verplichten met je hele team (of nog erger: je hele school) tot democratie te komen.

    Wij maken dat nu mee met het taakverdelingsmodel op het MBO. Wij moeten nu onderling uitmaken welke taken waard zijn gedaan te worden en hoeveel uren je ervoor krijgt. Stel je de discussie voor tussen de docent Nederlands en de praktijkleraar of de gymleraar. Hebben zij recht op evenveel voor-en nawerkuren?? Geen fijne discussie hoor! Of tussen twee leraren die beiden leerlingbegeleiding doen: de één staat altijd klaar en is bereikbaar per mail of telefoon, de ander houdt 1 x per week een uur spreekuur (op een tijd dat ouders meestal niet kunnen).

    Ik heb gekozen om leraar te zijn: les te geven, lesmateriaal te schrijven, toetsen te ontwikkelen en leerlingbegeleiding te verzorgen. Daarnaast wil ik best nog wat opleidingshandleidingen schrijven, collega’s inwerken en (mits beperkt) voorlichting geven. Ik heb er NIET voor gekozen om me door middel van verplichte inspraak bezig te houden met de financiën (datgene wat over is nadat CvB en beleidsmedewerkers ‘hun’ deel eraf hebben gehaald) en ook niet om te kissebissen met collega’s over voor- en nawerk, kwaliteit van leerlingbegeleiding etc. Dit is de democratie van kwaadwilligen. Met 30 mensen (normale teamgrootte) kún je geen afgewogen beslissingen nemen en je moet het ook niet willen.

  2. vakgroep of sectie
    Ik zou willen dat op een of andere manier wordt vastgelegd dat vakinhoudelijk en didactisch overleg gevoerd wordt binnen de secties of vakgroepen van een opleiding.
    Dat vermindert de macht van de “teams”.

  3. Afspraken
    Van mij natuurlijk een cynische reactie.

    Is dit wetsvoorstel goed nieuws? Ja, het is enigszins goed nieuws, maar dan ook alleen omdat het een probleem erkent; niet omdat het de belangrijkste problemen gaat oplossen.

    Even kort door de bocht: we hebben waterschappen waarvoor we om de zoveel jaar verkiezingen hebben. Die waterschappen zorgen voor “schoon water en droge voeten”. Maar dat kunnen ze alleen, omdat ze ook onafhankelijk belasting kunnen heffen: zonder genoeg geld geen schoon water, en zonder genoeg geld ook geen droge voeten.

    Het is fijn dat docenten meer invloed lijken te krijgen, maar invloed zonder voldoende middelen voor een school is geen invloed; dat is machteloosheid.

    Iets anders is dat het besturen nog meer kan aanzetten tot het aannemen van onderdanig en vernieuwlingsgezind personeel. Dan mogen de docenten meebeslissen, maar de docenten zijn dan alleen niet het soort mensen die wij bij BON het bewerkstelligen van goed onderwijs toevertrouwen. Inspraak op papier keurig gerealiseerd, maar doel gemist.

    Ik blijf het zeggen: beter onderwijs krijg je in de kern niet door regels en controle; je krijgt het primair door goeie docenten. En goeie docenten krijg niet door ze slecht op te leiden, ze vervolgens niet goed te betalen, en ze ook nog eens hun tanden stuk te laten bijten op onbeheersbare ordeproblemen.

Reacties zijn gesloten.