Hier maar weer een update. Op verzoek van de rechtbank hebben beide partijen, de voormalige werkgever en ik, besloten, onze handtekening te zetten onder het volgende: het toestemming geven aan de Rechtbank om een uitspraak te doen, zonder verdere behandeling ter zitting, omdat men nu voldoende informatie heeft om tot een oordeel te komen.
Ik kreeg hierop een brief van de Rechtbank, gedateerd 6 april 2009, waarin het volgende:
“Met betrekking tot bovenvermeld beroep deel ik u mede dat alle partijen toestemming hebben gegeven om in deze zaak uitspraak te doen zonder dat behandeling ter zitting heeft plaatsgevonden. De Rechtbank heeft het onderzoek thans gesloten en zal binnen zes weken schriftelijk uitspraak doen”.
Vandaag vrij genomen, en zojuist naar de Rechtbank gebeld, want de termijn is immers vandaag verstreken. Ik heb hun eigen schrijven voorgelezen. “O, dan krijgt u een brief waarin staat dat de termijn met zes weken wordt verlengd, want dat mag wettelijk”. Ik antwoordde dat die brief dan gedateerd moet zijn op of na de datum van vandaag, en dus naar aanleiding van mijn telefoontje. Ook heb ik gezegd dat ik mijn kinderen Nederlands leer, en hen zal proberen uit te leggen wat de term “binnen zes weken” betekent.
In een eerder stadium handelde de Rechtbank trouwens exact hetzelfde.