Uit schooljournaal 17:
Mommers lijkt in zijn lange loopbaan lange tijd alleen te hebben gestaan in zijn roep om goed taal- en leesonderwijs. Maar hij heeft volgens Hoogerboord (directeur) inmiddels bijstand gekregen. Op de prijsuitreiking waren opvallend veel wetenschappers aanwezig. Dr. Mommers was in ieder geval zijn tijd ver vooruit, want het besef dat goede leerprestaties vallen of staan met degelijk taal- en leesonderwijs op jonge leeftijd, is pas in de laatste jaren doorgedrongen in de onderwijswetenschap. En het lijkt erop dat dit idee zich ook op de Nederlandse scholen aan het verspreiden is.
En:
Caesarius Mommers, voorloper op het gebied van leesonderwijs, kreeg onlangs postuum een prijs naar zich vernoemd die lees- en taalvaardigheden op basisscholen moet stimuleren. De eerste winnaar is samenwerkingsschool De Klaver-Heijplaat uit Rotterdam: ‘De onschatbare waarde van interactief voorlezen op jonge leeftijd dringt eindelijk tot ons allemaal door’.
lezen en taal
ref : hendrikush, hierboven
Precies, heel juist. Sterker nog : héél vroeg beginnen.
Ik heb een paar maal eerder op het forum gepost over de verbanden tussen taal leren, rekenen, muziek, motoriek, rhythme en dgl. Met name ook meer dan één taal, en op vroege leeftijd beginnen, vóór groep 3.
Het principe is : aansluiten bij waarin/waaraan heel jonge kinderen (een paar maand, een jaar, twee tot vier, vijf jaar) zich van nature ontplooien. Dat begint bij geluid > horen > nabootsen > woorden > daarna zinnen. Motoriek en rhythme, net zo in verband met muziek. Rekenen, idem (blokkendoos, tellen, speelgoedautotjes, ordenen).
Wat niet vaak wordt ingezien : de dwarsverbanden tussen muziek, rekenen en taal. Vooral op heel jonge leeftijd komen initiele vaardigheden snel aan, door kruis-assimilatie. Het zijn dan nog niet “aparte vakken”, dat begint pas na groep 1 of 2. Vanaf deze leeftijd wordt het leren “aanleren”, en gaat het geleidelijk steeds moeizamer (de jaren tot en na de puberteit). De biologische mechanismes zijn duidelijk. Het fundament van leren (eigenlijk : assimileren) ligt in de jaren tot vijf, zes jaar, zeven jaar misschien. Daarna wordt het steeds meer “fragmentarisch aanleren”.
maarten
Tja
Iedereen in het (basis-)onderwijs weet hoe essentieel taal en rekenen zijn. Het is een ergerlijk brevet van onvermogen dat onderwijskundigen (“wetenschappers”?) dat nu pas ontdekken. Straks komen die wijsneusen dit allemaal als “evidence based” eigen werk verkopen. Zoals het Freudenthal bezig is het rekenonderwijs opnieuw uit te vinden.
Bankdirecteuren en onderwijskundigen lijken overal mee weg te komen. Ongehoord!