Op Vrije scholen scoort kind laag

De NRC heeft een artikel over het proefschrift van Hilde Steenbergen waarin zij stelt dat leerlingen op vrije scholen fors lager scoren op wiskunde en Nederlands dan leerlingen op andere ‘witte’ scholen.

3 Reacties

  1. Hoe Hilde meet
    DIt artikeltje roept bij mij meer vragen op dan dat het beantwoordt. Dat van de wiskunde en het Nederlands, dat vermoeden hadden natuurlijk wel meer mensen die dat wereldje kennen.
    Maar hoe meet Hilde ‘probleemoplossend vermogen’? Hoe stelt ze vast dat de kleine antroposoofjes ‘milder’ zijn, of ‘gemotiveerder’? Ze doet nogal wat uitspraken over menselijke eigenschappen waarvan je je kunt afvragen of ze meer betekenis hebben dan ‘ik vind moeder zo opvliegend’.
    Gelukkig heeft ze de ‘creativiteit’ niet gemeten. Maar ze had ook kunnen antwoorden dat je zoiets vaags helemaal niet kunt meten. In welk vak zou ze eigenlijk promoveren?

    • Proefschrift
      Hilde Steenbergen zal op 12 Maart promoveren in de onderwijskunde. Het proefschrift is beschikbaar via een link in het NRC artikel. Met het proefschrift in de hand zijn je vragen over ‘hoe Hilde meet’ vast te beantwoorden Bernard.

  2. nogal wiedes
    Ik heb het proefschrift van Hilde Steenbergen niet gelezen maar het bericht in de NRC en het interview met haar in diezelfde krant hebben bij mij toch een paar vragen opgeroepen. In groep 8 worden normaliter kinderen o.a. op grond van hun beheersing van rekenen en schrijven naar een bepaald type/niveau voortgezet onderwijs verwezen. Aannemend dat dat zorgvuldig gebeurt begrijp ik de uitspraak niet dat deze leerlingen een achterstand hebben die ze nooit meer inlopen. Die uitspraak snijdt alleen hout als veel leerlingen in groep 8 lager presteren dan ze zouden kunnen, ze daardoor ook in een lager type onderwijs terecht komen dan wat ze op grond van hun capaciteiten aankunnen en bovendien dat hogere type bij deze uitspraak als maatstaf gebruikt zou worden. Zo niet, dan zouden de leerlingen van de vrije basisschool, als ze naar een gewone (niet vrije) vervolgschool zouden gaan, daar naar verwachting presteren of zelfs beter omdat ze daar van hun nog niet gebruikte capaciteiten gebruik kunnen maken. In haar interview zegt Steenbergen dat vooral de minder intelligente kinderen uit de hogere sociale milieus op een vrije school terecht komen. Mij lijkt daarom dat ook als het onderwijs op een vrije basisschool in cognitief opzicht even goed zou zijn als op een “gewone” witte basisschool de resultaten van die school toch “zwart” zouden moeten zijn.
    Ik denk wel dat wat zij wil aantonen waar is maar wat er over haar onderzoek in de NRC staat heeft, zoals het geformuleerd is, weinig bewijskracht.
    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.