Staatscommissie om het onderwijs uit het slop te halen

Van de Volkskrant:

‘Onderwijs heeft staatscommissie nodig’
Van onze verslaggever Gerard Reijn
gepubliceerd op 29 september 2008 15:07, bijgewerkt op 29 september 2008 17:35

AMSTERDAM – Een staatscommissie. Dat is wat Karl Dittrich nodig vindt om het Nederlandse onderwijs uit het slop te trekken. Dittrich is voorzitter van de NVAO, de instantie die in Nederland en Vlaanderen opleidingen in het hoger onderwijs keurt. Maar de problemen in het hoger onderwijs zijn niet oplosbaar zonder die in andere onderwijssectoren aan te pakken, stelt hij.

Daarom moet ‘een soort staatscommissie’ vaststellen waar het naartoe moet met het hele Nederlandse onderwijs. Van voorschoolse educatie tot programma’s voor volwassenen (Leven Lang Leren). ‘Een commissie onder leiding van iemand als Alexander Rinnooy Kan, of Herman Wijffels. Dat zijn mensen met veel gezag die de klus wel kunnen klaren.’

We hebben toch net het parlementaire onderzoek van Dijsselbloem gehad?
Dat is waar, en die commissie-Dijsselbloem heeft ook heel goed werk verricht. Maar dat onderzoek ging over wat er allemaal fout is gegaan. Wat ik nu mis, is een beeld van waar het met het onderwijs naartoe moet. Een grand design. Bijvoorbeeld: wat is de rol van de overheid?

Die vraag is door Dijsselbloem met een simpele slogan beantwoord: de overheid gaat over het wat, de instellingen zelf gaan over het hoe.
Dat klopt, en dat is een heel goed uitgangspunt. Maar de vraag is dan: wat is dat wat? Als je kijkt naar het vmbo en mbo, en naar de geweldige uitval die daar plaatsvindt, wat moeten we daar dan mee? Jagen we niet hordes kinderen van school weg door ze veel te theoretisch onderwijs te geven omdat wij het belangrijk vinden algemeen vormend onderwijs te geven? Inderdaad, er zijn tegenwoordig ook weer vakscholen. Maar dat zijn maar kleine draadjes. Ik zie overal losse draadjes waarvan ik niet weet hoe ze aan elkaar moeten worden geknoopt. Ik zie een cascade van problemen, waar allemaal ad hoc oplossinkjes voor worden gezocht.

Vorig jaar constateerde de Oeso (organisatie van rijke landen, red.) dat het Nederlandse onderwijs te vroeg selecteert. Namelijk al op twaalfjarige leeftijd. Mogelijk is dat zo, maar wat doen we er aan? En hoe kan het dan dat een kwart van die zo vroeg geselecteerde leerlingen toch geen diploma haalt? De Oeso constateerde trouwens ook dat de Nederlandse overheid niet genoeg sturingsmogelijkheden heeft.

Is het probleem niet heel simpel: Nederland geeft te weinig geld uit aan onderwijs?
Op zich is het wel waar. Maar niet alle problemen verdwijnen door er meer geld in te stoppen. Als je overal schakelklassen moet inzetten om basisschoolleerlingen verder te helpen, dan is er met de inrichting van je basisonderwijs iets aan de hand. Dan moet je je toch afvragen: moet iedereen op de basisschool wel de zelfde vaardigheden leren?

Elk deelprobleem op zich lijkt al complex genoeg. Maak je het niet onoplosbaar door alle problemen tegelijk te willen behandelen?
Je loopt het risico te verzanden in abstracties. Een grand design is ook niet de oplossing voor alle problemen. Maar je kunt tenminste vaststellen waar we heen moeten. Zoals Dijsselbloem dat heeft gedaan, en Rinnooy Kan voor de oplossing van het lerarentekort. In Engeland heeft het gewerkt. Eind jaren negentig is er de commissie Dearing geweest die de scenario’s voor de toekomst heeft geschetst. Daar zie je dat de onderwijsdiscussie veel minder verpolitiekt is dan hier.

4 Reacties

  1. Waarom neemt
    iedereen voetstoots aan dat de de voortijdige schooluitval voor het grootste deel te wijten is aan een teveel theorie in de opleiding. Vorige week nog bleek ‘bore-out’ voor 36% van de voortijdige schooluitval in het MBO te zorgen. Jonge mensen die puur uit verveling, omdat er in het MBO maar mondjesmaat meer les wordt gegeven de opleiding verlaten. Laat verdorie eens grondig en degelijk onderzoek doen naar de reden van de voortijdige schooluitval alvorens te toeteren. En met degelijk bedoel ik wat anders dan op een boot op het ijsselmeer een vragenlijstje laten invullen door 20 leerlingen met daarna een ‘goed en positief opbouwend gesprek’. Moet ik ineens denken aan een Einstein-generatie zonder theoretische kennis. Raar hé.

  2. Eén stap tegelijk
    Ik ben niet zo’n voorstander van GRAND DESIGN. Dat biedt teveel kans op enorme miskleunen.
    Ik houd meer van een politiek van kleine stapjes; kleine, maar zekere verbeteringen. Verbeteringen zoals die hier op het forum op allerhande terreinen worden voorgesteld.
    Zit je in een lekke boot, dan begin je eerst alle lekken te stoppen, zelfs al zou je eigenlijk een andere kiel en een andere motor wensen. En laten we vooral ook weer eens achterom kijken zonder ons daar per definitie voor te generen. Voor wat betreft het rekenonderricht zou dat zeker geen kwaad kunnen.
    En niemand houdt ons tegen om simultaan meerdere kleine verbeterstapjes te zetten.

  3. In tegendeel
    “In Engeland heeft het gewerkt. Eind jaren negentig is er de commissie Dearing geweest die de scenario’s voor de toekomst heeft geschetst. Daar zie je dat de onderwijsdiscussie veel minder verpolitiekt is dan hier”

    Waar zie je dat dan ? en wie ziet dat ?

  4. Dearing rapport
    Het Dearing rapport ging alleen maar over het hoger onderwijs, zo een ‘grand design’ was het dus niet. Dat in Engeland de onderwijsdiscussie sinds Dearing (1997) niet verpolitiekt is komt omdat sinds die tijd er altijd een Labour regering zat. In Schotland en Wales, waar de nationalisten inmiddels de regering vormen (met zeggenschap over het onderwijs) was de eerste actie het (gedeeltelijk) afschaffen van de veranderingen voorgesteld door Dearing.

Reacties zijn gesloten.