Inspectierapport over rekenonderwijs

Daar is hij dan eindelijk: het inspectierapport over rekenonderwijs.

Naar aanleiding hiervan kondigde het ministerie meteen een vergelijkend onderzoek aan naar rekenmethoden. Maar….hoe dat te doen: immers alle nederlandse rekenmethoden zijn heden ten dage realistisch.

23 Reacties

  1. onderzoek
    De eerste vraag is: wie voert het onderzoek uit. Ik heb enige hoop dat naar andere wegen wordt gezocht dat het gebruikelijk FI. Die wegen zijn er wel degelijk. Zo zal op de reken conferentie Kees van Putten laten zien dat onderzoek heeft aangetoond dat de realistische rekenstrategieën slecht scoren. Als mensen als van Putten gevraagd worden, dat is onderzoek wel degelijk mogelijk.

    Ook het inspectierapport: goed rekenen vooral bij scholen met oudere mannelijke leerkrachten kan aanleiding zijn tot verder onderzoek en daaruit zou je kunnen concluderen dat andere dan realistische didactiek vrucht dragen.
    Inderdaad: elke andere aanpak heeft een enorm probleem: het moet aansluiten bij de cito en je kunt kinderen toch niet geheel zonder methode door het rekenen loodsen. Je ebnt dus verplicht om een realistische methode als uitgangspunt te nemen en daarbij zaken aan te vullen. En dat kan dan weer verwarring opleveren.

    In de laatste wiskundE-brief werd dat door iemand expliciet genoemd. VO leraren zien af van het repareren van de rekenproblemen omdat de leerlingen van verschillende basisscholen komen en dus verschillend hebben leren rekenen. Daar één methode tegenover stellen brengt ze maar in verwarring, werd gezegd.

    Zo erg zijn we dus afgegleden: dat de wiskunde leraren op het VO niet meer in staat zijn het rekenen te repareren omdat er geen uniforme manier van rekenen is aangeleerd.
    Nog even en er wordt ook per school een ander Nederlands onderwezen, dat voor het VO niet meer te repareren is.

  2. Hoog tijd
    Hoog tijd voor alternatieve methodes en een genuanceerdere visie op de noodzaak van Realistisch Rekenen.

  3. Het boetekleed aangetrokken???
    Bijlage I -Geraadpleegde deskundigen

    Dr. Nina Boswinkel Freudenthal Instituut
    Gert Gelderblom CPS
    Prof. Dr. Koeno Gravemeijer Freudenthal Instituut
    Prof. Dr. Marja van den Heuvel Freudenthal Instituut
    Prof. Dr. Wied Ruijssenaars Rijksuniversiteit Groningen

  4. Verschillende oplossingsprocedures
    Ik heb het rapport nu gelezen. Een opmerkelijke zin:

    Wat nog belangrijker is: de bevindingen wijzen uit dat interactief onderwijs positief samenhangt met zowel de resultaten gedurende de schoolperiode als de resultaten aan het einde van de schoolperiode, maar dit is voor het reflecteren op de verschillende oplossingsprocedures niet het geval. Het ontbreken van een statistische significantie betekent niet dat reflectie op oplossingsprocedures geen meerwaarde heeft voor reken-wiskundeonderwijs.

    • Wat niet bewezen is, kan best waar zijn. Ja toch niet dan?
      Uiteraard.


      Leerlinggericht onderwijs levert betere resultaten op dan leerstofgericht onderwijs, ook al is dat statistisch niet aangetoond.

      Evenzo zijn homeopathisch geneesmiddelen effectief, maar het effect onttrekt zich aan de reguliere wetenschappelijke waarneming.

      En God bestaat. Het tegendeel is immers nooit bewezen. Daarom hebben we onderwijs op godsdienstige grondslag.

      Tegen geloof helpt geen wetenschap. Zelfs geen oneindig verdunde wetenschap.

      • Goed gezegd
        Ik heb een hekel aan commentaar als ‘Met de vorige spreker ben ik het eens.’ Commentaren mogen alleen nieuwe invalshoeken bieden. Toch wil ik tegen deze regel zondigen: goed gezegd Couzijn, die vergelijking tussen homeopathische rotzooi en HNL is treffend.

        • Toch een beetje vreemd
          Het verschil is, dat die “homeopatische rotzooi” geen schade toebrengt, en HNL wel.
          Dus toch een beetje vreemde vergelijking…

          • Het dokter-Moermandieet voor het onderwijs
            De ‘baat het niet, dan schaadt het niet’-opvatting t.a.v. alternatieve geneeskunde is te vriendelijk. Als een patiënt met een bepaalde aandoening de aangewezen en voorhanden zijnde remediëring wordt onthouden, lijdt hij onnodig en kan de kwaal van kwaad tot erger gaan. Neem nu het geval Sylvia Millecam. Hoe onschuldig waren de idiote adviezen van de te hulp geroepen alterneuten daar?

            Zo is ook in het onderwijs de ‘baat het niet, dan schaadt het niet’-opvatting t.a.v. onzinonderwijs te vriendelijk. Leerlingen besteden jaren van hun leven aan onderwijs, in de veronderstelling dat zij daar beter van worden, meer kansen in hun leven krijgen etc. Als beroerd onderwijs de nadruk legt op ‘leuke dingen’ maar leerlingen te weinig leert, is dat in het nadeel van de leerlingen (niet van de wanpresterende school of leraar, want die wordt daar niet of nauwelijks op afgerekend).

            De homeopathische vergelijking gaat dus meer op dan je denkt.

          • Dokter Moerman
            Een homeopatisch werkend arts is opgeleid als arts. Hij zal kankerpatienten echt niet een reguliere behandeling onthouden. Hij zal wellicht wel proberen m.b.v. homeopatische middelen de persoon sterker te maken om, bijvoorbeeld, de chemotherapie goed te doorstaan.
            Die mevrouw uit de Betuwe, wier naam mij even ontschoten is, heeft geen verstand van geneeskunde maar trekt wel volle zalen. Haar zou ik mijn vertrouwen niet schenken.

            We proberen onze leerlingen kritisch te leren denken. Daar hoort bij dat je niet op één hoop gooit wat niet op één hoop thuishoort.

            Overigens ben ik het geheel eens me je kritiek op de klakkeloosheid waarmee HNL wordt geaccepteerd. Onderwijs gaat over leren, en als het ook leuk is, is dat mooi meegenomen.
            En onderwijs waar je wat leert wordt door leerlingen gewaardeerd. Zelfs als zij het niet leuk vinden.

          • Artsendiploma weerhoudt alterneutici niet van onzingeneeskunde
            Ik verzoek je vriendelijk om dit stukje te lezen.

            Het is feitelijk onjuist dat personen die zowel tot arts zijn opgeleid als homeopathische middelen voorschrijven, zich per definitie aan reguliere wetenschappelijke normen voor een deugdelijke beroepsbeoefening houden. Dat argument (samen met het feitelijk onjuiste ‘baat het niet…’-argument) wordt door voorstanders van de homeopathie gebruikt om hun waren de reguliere praktijk binnen te smokkelen – waar het niets te zoeken heeft.

            Het geval-Millecam is geen unicum. Bovendien zijn er tal van niet-artsen die homeopathie of andere alterneutica om het gewin aan goedgelovige patiënten slijten.

            Het staat astronomen vrij om in astrologie te geloven. Maar de kwaliteit van hun astronomische wetenschappelijke arbeid dient niet te worden geïnfecteerd met onverifieerbare ‘astrologische inzichten’. Dat geldt voor ‘homeopathische artsen’ evenzeer.

            En uiteindelijk ook voor onderwijskundigen, didactici, beleidsmakers, schoolleiders en leraren die met grote stelligheid zaken beweren over ‘de effectiviteit van onderwijs’ terwijl elke serieuze empirische evidentie ontbreekt.

            Met een mening of opvatting hoeft op zich niks mis te zijn, mits iemand deze maar niet verkoopt als ware het een feit.

            Tot slot: ik gooi hier geenszins ‘onkritisch’ verschillende zaken ‘op een hoop’. Ik houd graag gescheiden wat gescheiden dient te blijven.

          • De analalogie HNL
            De analalogie HNL homeopathie is prima: Gelovers zullen zeggen: “Hoe meer je het verdund, hoe sterker het medicijn”. Ofwel hoe minder inhoud hoe beter het onderwijs.

          • Zie je hoe mooi alles in elkaar past, zei mijn wiskundeleraar
            Zelfs het ultieme homeopathische basisprincipe blijft in de analogie met Het Nieuwe Leren overeind: Similia similibus curantur.

            Oftewel: de stof die bij gezonde mensen een ziekte opwekt, kan deze bij zieke mensen juist verdrijven.

            Toegepast op Het Nieuwe Leren luidt dit principe: leeghoofdigheid bij leerlingen valt te bestrijden door leeghoofdig onderwijs.

            Terwijl leeghoofdig onderwijs van gewone, gezonde leerlingen juist leeghoofden maakt.

            Ik houd de analogie dus nog maar even overeind.

          • Verkouden
            Als je verkouden bent, en je neemt een homeopathisch middeltje word je na een tijdje weer beter. Vermoedelijk niet sneller of langzamer dan zonder dat middeltje. Dat middeltje schaadt je dus niet.
            Als je een leergierige leerling bent, en je krijgt HNL over je heen, word je na een tijdje niet beter. HNL schaadt je dus wel.

            Ik heb het niet over niet-opgeleide kwakzalvers. Die kunnen zeker schade toebrengen.
            Net als degelijk opgeleide reguliere artsen trouwens. Er overlijden nogal wat mensen aan verkeerde medicijnen, en een veelvoud daarvan wordt ziek van hun regulier voorgeschreven medicijnen.

            Vandaag heb ik een van mijn leerlingen nog voorgehouden een beetje te blijven twijfelen, vooral als iemand iets met veel stelligheid beweert. De werkelijkheid is doorgaans toch iets gecompliceerder.
            Ik blijf dat een goede stelregel vinden. Ook bij het vergelijken van HNL met homeopathie.

          • Tegen deze vergelijking is geen kruid gewassen
            Homeopathische middelen zijn op zichzelf net zo onschadelijk als een glas water. Het verschil is dat een glas water niet wordt verkocht met onjuiste informatie over de werkzaamheid, noch voor kwalen wordt voorgeschreven die beter bediend waren met een andere remedie. Ook doen glazen water geen aanslag op het beschikbare budget voor de zorg bij verzekeraars die kostbare ‘onschadelijke’ glaasjes water in hun basispakket menen te moeten opnemen omdat sommige verzekerden graag bedrogen willen worden. Tot slot zijn er geen miljoenen in rook opgegaan met wetenschappelijk onderzoek naar de werkzaamheid van glaasjes water.

            Ook in dat opzicht houdt de parallel met HNL dus stand. Scholen nemen een plek in in de onderwijsmarkt, souperen overheidsgeld op en doen goedgelovige ouders onzinbeloftes met een product waarvan de werkzaamheid in de praktijk allerminst is bewezen. Voor de leerlingen kan het effect schadelijk uitpakken, indien zij met andere onderwijsvormen beter geholpen waren. Zelfs van de parallel met kostbaar maar vruchteloos onderzoek kan men een punt maken.

            Dat ook reguliere artsen schade kunnen toebrengen is letterlijk waar, maar als argument ondeugdelijk. Van geen enkele benadering is uit te sluiten dat deze incidenteel of structureel schade veroorzaakt. Waar het om gaat is of de ene benadering succesvolLER blijkt dan de andere. Die vraag kan, wegens het uitblijven van succes met homeopathische middelen dat het placebo-effect te boven gaat, eenvoudig worden beantwoord.

            Dat gezegd hebbende lijkt het me uitstekend dat je jouw leerlingen twijfel als grondhouding bijbrengt. Hopelijk blijft deze wijze les op ons allebei van toepassing.

          • Veel eenvoudige ziektes en
            Veel eenvoudige ziektes en klachtjes gaan vanzelf over. Toch worden daar vaak medicijnen voor voorgeschreven. Dat kost nogal wat.
            De kosten voor homeopatische middelen in diezelfde situaties zijn vermoedelijk veel lager.
            Dat kostenargument vind ik dus niet overtuigend.
            De reguliere farmaceutische industrie lijkt me trouwens ook niet het toppunt van zuinigheid en effectiviteit in het gebruik van onderzoeksgelden.

            Zelf ben ik volstrekt niet overtuigd van de werkzaamheid van homeopatische middelen, maar ik ken zeer verstandige mensen die daar anders over denken.
            Misschien spreekt de vergelijking met Lourdes je aan.
            Ik geloof meteen dat sommige mensen zich beter voelen na een pelgrimage naar Lourdes. Maar het helpt alleen als je erin gelooft.
            Zoiets geldt wellicht ook voor homeopathie: je voelt je alleen beter als je erin gelooft.
            Beide typen gelovigen gun ik hun geloof, en hun idee dat ze er beter van worden. Sterker nog, ik wil best aannemen dat beide categoriën er daadwerkelijk beter van worden.
            Maar zelf slik ik liever een paracetamolletje, en ik ga zeker niet naar Lourdes.

  5. Het FI over het inspectierapport
    Het Freudenthal Instituut heeft op haar website een bericht over het inspectierapport.

    Ten eerste merken ze op dat 23% van de scholen ‘zwak’ is in de definitie van zwak ingebakken zit. Hier hebben ze een punt (overigens: bij taal is de spreiding tussen scholen kleiner dan bij rekenen; het FI zegt hier niets over).

    Maar dan komt het: Op diverse manieren wordt het wegwerken van achterstanden ter hand genomen, het Freudenthal Instituut zal daar in de komende tijd nauw bij betrokken zijn en Gezamenlijkheid van het ‘wat’ en ‘hoe’ en gezamenlijkheid van scholen en onderzoekers. Een uitdaging voor alle betrokkenen!

    De afbraak van het rekenonderwijs gaat dus gewoon in volle gang door.

    • Over de 23% van het F.I.
      Wat kan mij het eigenlijk schelen wie men ‘zwak’ of ‘sterk’ noemt? Al roepen alle Freudenthal instituten, CITO-toetsen, PPON en PISA onderzoeken e.d. ter wereld dat iemand een geweldige rekenaar is, als hij geen tafels kent, niets van breuken snapt en niet uit het hoofd (of voor mijn part op een blaadje) 2 × 17 of 3 ÷ ¾ kan uitrekenen, dan zuigt hij, wat mij betreft (excusez le mot). De leerling in mijn 3 HAVO-klas die voor de som 1 × 15 naar haar rekenmachine greep is in de ogen van het F.I. misschien nog wel een sterke rekenaar(ster).

      • Een modelleerling
        Zo iemand is toch de ideale leerling van 2008: iemand die op school voldoende heeft opgestoken om te begrijpen dat ‘1×15’ een som is, en dat je daarvoor dus je rekenmachine nodig hebt en niet Van Dale, Wikipedia of Google. Voorwaar, een strategisch gebruiker van de informatie die de moderne mens ter beschikking staat!

        • Google search-bar
          Type maar eens 1*15 op je Google search-bar in: een antwoord volgt alsof je een rekenmachine bedient.

          • Verrek!
            Ik wist wel wat er gebeurt als je “the answer to life, the universe and everything” in google intypt 😉

        • de calculerende dwaler
          “1 X 15” of “1 * 15” is geen som maar een produkt. Of bedoel je dat de calculerende scholier een som definieert als iets waarvoor hij een calculator moet gebruiken? (je hebt “een som” niet tussen aanhalingstekens geplaatst)
          Seger Weehuizen

          • Som en sommetjes
            Een leerling die 5 rijtjes met elk 10 vermenigvuldigingen maakt is gewoon sommetjes aan het maken, hoewel hij niet de som van twee getallen uitrekent.
            Er is vermoedelijk nog nooit een leerling geweest die zei, dat hij ‘productjes’ aan het maken was.

            Het aloude gezelschapsspel ’trekpotten’ (ook wel ’trekpotje’ genoemd) is gebaseerd op dergelijke verschillende betekenissen van woorden. Dit spel zou een vaste plaats verdienen in alle huiselijke kringen.

Reacties zijn gesloten.