Draagvlak en tegengeluid

Draagvlak en tegengeluid

Draagvlak is voor een bestuurder het belangrijkste onderwerp van zijn bestuurdersleven. Elke bestuurder heeft van zijn goeroe geleerd dat draagvlak primair belangrijk is voor elke verandering, aanpassing, verbetering of omgooien van een proces, organisatie of bedrijf. Zonder draagvlak heeft geen enkele reorganisatie of implementatie een kans van slagen. Daarom zijn er veel methoden om ‘draagvlak te creëren’.

Vooreerst is er de ‘luchtmachtmethode’, in bestuurderskringen beter bekend als ‘de JSF-variant’. Bij deze variant komt het er op aan om binnen de inner-circle consensus te bereiken over een vastgesteld doel. Dit doel wordt angstvallig geheim gehouden en het tegengeluid wordt zo lang mogelijk in de waan gelaten dat ook zij wat in de pap te brokkelen hebben. Bij deze methode bedient de bestuurder zich over het algemeen van interne stukken en memo’s die voor derden het predicaat ‘geheim’ dragen. Nadeel van de JSF-variant, de bestuurder moet over ijzersterke zenuwen, een uitstekende hartconditie en een hele lange adem beschikken. De luchtmachtmethode wordt dan ook weinig beoefend in de kringen van onderwijsbestuurders. Alleen bij een beoogde samenwerking met het bedrijfsleven komt deze variant in beeld.

De tweede en beter bekende methode is de ‘poldermethode’. In bestuurderskringen bekend als ‘de Kok-Lubbers variant’ , genoemd naar de uitvinders van dit model. Deze methode steunt op ‘trapsgewijs draagvlak creëren’. Het is in een hiërarchisch opgezette organisatie de meest gebruikte methode om het mogelijke tegengeluid in de kiem te smoren. Bestuurderen onderling formuleren het doel. Iedere bestuurder heeft hier financieel baat bij, de zogenaamde win-win situatie en ondersteunt dan ook onvoorwaardelijk het in consensus genomen besluit. Tegengeluid vanuit het tweede garnituur, de manager, wordt tegengegaan door een driedaagse ‘op de hei’ te organiseren. Vele deskundologen, goeroes en andersoortig ongeregeld worden ingehuurd om het genomen besluit mondjesmaat in de onderliggende managerslaag te masseren. De werkvloer wordt op zijn beurt middels trainingen, cursussen en dagelijks opbeurende mailberichten er van doordrongen dat de organisatie de enige en goede weg is ingeslagen. De ‘ poldermethode’ is uitstekend geschikt om mogelijk tegengeluid te minimaliseren en te isoleren. Groot nadeel van deze methode is de lange duurtijd en het niet te verwaarlozen gevaar van georganiseerd tegengeluid. Ook deze methode wordt tegenwoordig in het onderwijs maar mondjesmaat meer ingezet.

Een derde methode, die met veel liefde wordt bedreven door onderwijsbestuurderen is de ‘Generaal Schwarzkopf-methode’, onder intimi liefkozend de ‘Shock and Ow variant’ genoemd. Hierbij speelt een subtiele maar doortastende samenwerking tussen bestuurderslagen van organisaties, overkoepelende organisaties en werknemersorganisatie een cruciale rol. Hier gaat het niet meer om het creëren van draagvlak maar om het volledig elimineren van tegengeluid, immers het ontbreken van tegengeluid staat gelijk aan een volledig draagvlak, dat is logisch. Actief wordt er gezocht naar geluid dat afwijkt van het bestuurdersstandpunt. Meerdere methoden zijn daarvoor geschikt. Oproepen van het management om plannen te bekritiseren moeten gezien worden als een actieve poging het tegengeluid in kaart te brengen. Managers worden geïnstrueerd om tijdens functioneringsgesprekken dwarse sujetten een ietwat moeilijke onderwijstoekomst voor te spiegelen wanneer zij vasthouden aan hun tegendraadse ideeën. De weinige tegenstand die dan nog overblijft, kan door middel van taakbeleid, uurrooster, teamspirit, kleine en grote pesterijen, en intimidatie, tot het absolute minimum worden beperkt.

Anderzijds is het zaak om politiek, ouders en de rest van de goegemeente door voortdurende jubelteksten, alleluja aanhef, gemanipuleerde enquêtes, grove leugens en visionaire voorspellingen ondersteund door gekleurde animatie, een rad voor ogen te draaien.
Voor alle methoden geldt dat de bestuurder zich arrogant gedraagt, hoog van de toren blaast, geen genade kent en altijd, altijd, maar dan ook altijd, hel en verdoemenis predikt als hun plannen geen doorgang vinden. Dit kan gaan van het simpele ‘dan dooft het licht’ tot het angstaanjagende dreigen met een derde wereldoorlog, of nog beter, de dag des oordeels die naderbij komt. Overdrijven is een kunst die de bestuurder goed beheerst.

Draagvlak is lucht, al of niet gebakken, en diegene die roept om meer draagvlak is de verkoper ervan.

Sjeekspier

5 Reacties

  1. draagvlak
    Jeronimoon,

    De laatste methode herken ik helemaal, wordt op dit moment veelvuldig toegepast op onze VMBO school,
    kritische geluiden verstommen nadat betrokkenen een “degelijk”gesprek hebben gehad met adjunct.
    Vooral de zin: zeg jij het vertrouwen in de directie op????? dan…. Nou reken maar dat dat intimiderend is.In een paar gevallen zie je dan ook dat de aangesproken persoon de volgende keer wel oppast!!!
    Ik word hier letterlijk misselijk van . En dan vraagt men zich in de Tweede Kamer af hoe het toch kan…
    er was toch zoveel draagvlak?????
    Iris

    • Nare truc
      Vooral de zin: zeg jij het vertrouwen in de directie op?????

      Dit lijkt mij een ernstige vorm van een stromanredenering: iemand woorden in de mond leggen die deze persoon niet eens denkt of bedoelt en vervolgens daarop de aanval openen. Nare discussietruc.

    • Welkom Harald en Iris
      Ik zie dat jullie pas sinds kort geregistreerd zjin op dit forum. Dus: van harte welkom!
      Zegt het voort, want samen kunnen we veel veranderen.

Reacties zijn gesloten.