LSVB wil betere informatie bèta studies

De LSVB wil betere informatie over bètastudies voor nieuwe studenten, door uitvallers te vragen waarom ze stoppen. Zie hier.

Maar kunnen scholieren niet beter gewoon via gedegen onderwijs worden voorgelicht over inhoud en moeilijkheidsgraad van bètastudies? Door eenvoudig de bètavakken op school al op niveau aan te bieden, gegeven door universitair geschoolde en wetenschappelijk onderlegde docenten? Dat zou m.i. veel uitval schelen.

8 Reacties

  1. Vragen naar de bekende weg …
    De LSVB is ook al in de bres gesprongen voor PABO-leerlingen die hun rekentoets niet konden halen. De wonderolie die daarvoor werd bedacht:
    “Een opleiding moet fatsoenlijk rekenonderwijs aanbieden. Met de checklist kan een student nagaan of dat op zijn hogeschool aan de orde is”.
    Waarom wordt daarmee gewacht tot de “student” op de hogeschool/universiteit mislukt? Het is noodzakelijk om eerst de fundamenten in PO en VO te restaureren.
    Voorlichting helpt weinig als er tot dovemansoren wordt gesproken.

  2. Open dagen
    Tijdens open dagen worden er proefjes uit de kast gehaald, die tijdens de opleiding nooit meer gedaan worden. Maar ja wat wil je: meer studenten brengen meer *geld op de plank*, en als een overheid er niet meer geld voor over heeft, *tja….*

    Ik bedoel dus: een bètastudie is minstens drie maal zo duur als een alphastudie.

    *Adios*

  3. Alfa, beta, gamma
    Mee eens, maar je pleidooi geldt natuurlijk niet alleen voor betastudies. Het geldt net zo hard voor alfa- en gammastudies.

  4. Speelt voorlichting wel een rol?
    Mijn studie natuurkunde stelde mij destijds in het geheel niet voor verrassingen. Open dagen waren er niet, of heb ik in elk geval nooit bezocht. Het was precies wat ik dacht: het vak van de middelbare school, alleen zeer veel moeilijker. Ik kan mij niet voorstellen dat iemand die civiele techniek gaat studeren er niet op is voorbereid dat hij nogal wat wiskunde en mechanica zal moeten bestuderen.
    Zo’n voorlichtingsronde heeft alleen maar zin wanneer het om een vak gaat waar je op school nog helemaal geen kennis mee hebt kunnen maken. Of natuurlijk wanneer het om iets communicatie-achtigs gaat, met een dusdanig mistige inhoud dat zelfs een voorlichtingsweek niet voldoet. Maar we hebben het hier over de ß-vakken.
    Ik vrees echter dat dit een probleem is dat nauwelijks met voorlichting te maken heeft, maar veel meer met karakter en capaciteiten van een student. Ik geloof dat het al sinds jaar en dag zo is dat die uitvalpercentages zo hoog zijn. Dat de LSVB daar nu opeens werk van wil maken toont aan dat ze in wezen een ‘voorbereidend politieke’ organisatie zijn, zoals de PvdA ook steeds weer nieuwe ‘achterstandsgroepen’ weet op te sporen.
    Maar als er dan toch iets voor te lichten valt, dan ben ik het eens met de heer Roth, dat dan de beste voorlichting moet komen van adequaat opgeleide docenten in het VO. Iemand die t/m 6 VWO blijft suggereren dat een exact vak uit ‘proefjes doen’ en ‘onderzoeksvaardigheden’ bestaat en die unverfroren hulp blijft bieden bij vraagstukjes in de trant van a = b . c (wat de Vlamingen de ‘regel van drie’ noemen), zo iemand doet aan misleiding.

    • Schoolvakken
      Toen ik nog in Nederland werkte gaf ik werkcollege wiskunde aan natuurkunde studenten. Het wiskundeniveau van de studenten was niet hoog, maar 1 student sprong er uit: die kon echt niks van wiskunde. Dus ging ik met hem praten. Hij bleek een 5 te hebben voor wiskunde op het eindexamen. Toen vroeg ik hem waarom hij dan natuurkunde was gaan studeren. Zijn antwoord: ik dacht dat je daar geen wiskunde voor nodig had……

      De beta vakken in het voortgezet onderwijs geven tegenwoordig een totaal verkeerd beeld van deze vakken. Natuurkunde zonder wiskunde, wiskunde als cursus rekenmachine; dat is niet hoe deze wetenschappen zijn. Voorlichtingsdagen en een dag meelopen als student vallen in het niet bij 6 (of 14) jaar desinformatie.

      • Veelzeggend
        Inderdaad een veelzeggend verhaal! Het verkeerde beeld dat op middelbare scholen ontstaat maakt, dat mensen kiezen voor een studie waar ze niet geschikt voor zijn. Zo’n jongen is echt een geval om medelijden mee te hebben.

        Ik vermoed trouwens ook dat het spiegelbeeld van deze situatie zich voordoet (zij het minder vaak): mensen die talent hebben maar door de sufheid van de middelbare-schoolvariant van het vak geen uitdaging zien in de universitaire studie. Ook deze ‘negatieve mismatch’ zou wat mij betreft onderzocht moeten worden. (Hoe zou je dat statistisch moeten aanpakken, mark79? Is daar een vinger achter te krijgen?)

        Overigens vreemd dat de universiteit deze jongen dan wel heeft aangenomen. Vroeger had je toch een – weliswaar niet al te strenge – selectie voor zware studies als natuurkunde? Ik hoorde onlangs in een nieuwsitem over de introductie van eerstejaars dat universiteiten iedereen met een VWO-diploma (en naar ik aanneem wel een passend profiel) moeten toelaten. Klopt dat?

        • Selectie
          Er is op Nederlandse universiteiten geen selectie, volgens de wet moet je iedereen met een VWO diploma en het juiste profiel toelaten. De enige uitweg is om een numerus fixus of numerus clausus in the voeren, daarvoor heb je toestemming van het ministerie nodig en aangezien het ministerie graag meer beta studenten wil is het hopeloos om dat aan te vragen (als de universiteit dat al wil).

        • Voorspellende wiskunde voor de harde β-vakken
          Het voorkomen van beide mismatches zou voorkomen kunnen worden als leerlingen van 4 en 5 VWO een door de gezamelijke universiteiten opgezette en met een examen afgesloten cursus wiskunde of wiskunde&natuurkunde zouden kunnen volgen die hen duidelijk maakt of ze voldoende capaciteiten voor of feeling met de harde β-studies hebben.
          Veel universiteiten bieden VWO-leerlingen al speciale cursussen aan maar die dienen om hen te verleiden wat bij bovengenoemde cursus slechts een secundair doel zou moeten zijn. Bovendien is de cursus met examen niet gericht op een bepaalde universiteit. Met een beetje geluk zou de overheid die cursus uiteindelijk willen erkennen als extra/reserve keuzevak voor het eindexamen. Die status van extra of reserve- keuzevak is belangrijk omdat nu al veel leerlingen om hun slaagkans te vergroten kiezen voor Natuur & Gezondheid i.p.v. voor Natuur & Techniek. Ze moeten dus het gevoel hebben dat ze de cursus kunnen laten vallen. (Ik heb begrepen dat kwaliteitsvermindering bij de harde bèta-studies voor de universiteiten geen optie is omdat ze binnen een internationaal kader werken).
          Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.