Competentie gericht onderwijs? Dat moet….van het bedrijfsleven.

Competentie gericht onderwijs? Dat moet….van het bedrijfsleven.

 

Eerst was het antwoord: “ de wereld verandert en wij moeten mee”. Daarna kwam: “als wij onze jeugd willen voorbereiden op de toekomst, moeten we ons onderwijs aanpassen”. In een laatste stuiptrekking orakelde de onderwijsvernieuwer: “ Omdat kennis snel veroudert, en de technologie het mogelijk maakt om veel, zo niet alles, snel op te zoeken, wordt de vorming van competenties de belangrijkste uitdaging voor het onderwijs in de komende decennia.” Uiteindelijk zijn de smoezen en uitvluchten uitgeput en bijt de onderwijsdeskundoloog de vragensteller nors “dat moet ….van het bedrijfsleven” toe.

U hebt al begrepen dat het bovenstaande het antwoord is op “waarom moet het competentiegerichte onderwijs ingevoerd worden op MBO en HBO". Voor de onwetenden onder ons, competenties schijnen clusters van vaardigheden te zijn. Deze competenties zoals daar zijn, presenteren, samenwerken, op tijd komen, telefoon aannemen, neuspeuteren, mannekens tekenen en flauw ouwenelen, de laatste weet ik niet zeker maar ik ga af op wat ik dagelijks om mij heen zie, zijn nodig om het vak van loodgieter, verpleegster, onderwijsassistent, kapster en kok goed uit te kunnen oefenen. Zowel in het middelbaar beroepsonderwijs als in het hoger beroepsonderwijs is de omslag naar het competentiegericht onderwijs bijna helemaal gemaakt, jargon incluis. De leerling is deelnemer, de docent is opgeheven en vervangen door de coach, muren doorgebroken zodat “ het klaslokaal” veranderd is in een “een leerplein”, de trage en stille bibliotheek is verbrand en vervangen door de snelle en altijd rumoerige “ elektronische leer omgeving”, lessen zijn nu ‘workshops’, de workshoptijd is gehalveerd ten faveure van ‘beroepspraktijkvorming’ of stage en last but not least de directeur is vervangen door minimaal 4 managers met aanhang.

Dit alles omdat het bedrijfsleven competenties wil. De toekomstige werknemer moet een doorzetter zijn, een teamspeler die het gezicht van het bedrijf is, een ‘winner’ die niet kijkt op een uurtje meer of minder. Als het kan nog een vleugje discipline, stressbestendig, representatief en meedenkend. Vakkennis is minder belangrijk, dat leren ze in het bedrijf wel.

Met stomme verbazing las ik deze week in de krant een stukje over de ‘ mieterse kanjers van de olumpuse speulen’ van mevrouw Terpstra. De topsporters blijken na hun sportcarrière ontzettend moeilijk aan een baan te komen. Wat mij niet verbaast, immers het merendeel heeft alles maar dan ook alles opgeofferd voor de sport. Studie afbreken, geen sociaal leven, elke dag vies eten, plassen op commando en badderen in ijswater lijken mij geen goede voorbereiding op een werkzaam leven na de sportloopbaan. Maar als er een groep is in dit land dat discipline, teamwork, stressbestendig, representatief, meedenkend en ‘winnen’ hoog in het oranje vaandel voert, dan is het wel de topsporter. Toch moet het bedrijfsleven hen niet, en waarom niet? Omdat ze niet beschikken over vakkennis. En hier kijk ik niet raar van op. Het bedrijfsleven wil geen competentiegericht onderwijs, het bedrijfsleven wil het onderwijs.

Ergens in Apeldoorn is er een ROC dat het goed begrepen heeft. Het begint de opleiding ‘ Minnie en Mickey’. De voorzitter van de raad van bestuur was deze zomer, tijdens zijn vakantie eventjes in Disneyland in Parijs. Zoals elke weldenkend bestuurder moest er ge-netwerkt worden en zo kwam hij in contact met Goofy en Assepoester van de personeelsafdeling. Goofy was een tevreden hond, hij ging over management en elk jaar stonden de studenten voor de gouden poort te trappelen. Ja, ook uit Nederland,  die lezen namelijk de Donald Duck en zijn bekend met het metier. Het geweeklaag van Assepoester daarentegen greep onze bestuurder naar de keel. Te weinig jonge mensen die zin hadden in een (vakantie)baantje bij de afdeling sprookjes, ze vroeg zich af hoe het kwam dat daar in Nederland nog geen opleiding voor was. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd, een maand en vele mailtjes later heeft Disney zijn eigen opleidingsinstituut in Apeldoorn.

Onder de titel ‘Het bedrijfsleven redt het onderwijs’ bepaalt het delen van de lesstof, bepaalt de aan te leren competenties, bepaalt nu al delen van de examinering, bepaalt de beroepspraktijk en dank zij Disney staat de deur open om te bepalen welke opleiding, waar gegeven wordt. Nog eventjes en het bedrijfsleven bepaalt wie een opleiding mag volgen. Dan zijn we terug bij af.

 

 

Sjeekspier

 

1 Reactie

  1. Geen banen maar alleen stages bij Disney
    Het kan zijn dat de kranten het weer eens verkeerd weergeven. Ik lees alleen maar over al die gemiste stagekansen bij Disney. Voor zover ik weet zijn stages ervoor om je voor te bereiden op het ‘echte werk’. Ik ben dan wel benieuwd waar dat echte werk gaat plaats vinden. Nou ja, ze leren in ieder geval Frans. Da’s tegenwoordig al heel wat.

    Het argument dat onze Olympische sporters met al hun zelfontwikkelde en bewezen competenties zo slecht aan werk komen vind ik wel heel sterk! Zouden we hiermee dan eindelijk de competentiedwaasheden onderuit kunnen halen….?

    Wie bewijst mij overigens dat het bedrijfsleven CGO wil. Er is geen enkel bedrijf of bedrijfsvereniging die ik dit zo letterlijk heb horen zeggen, laat staan beargumenteren.

Reacties zijn gesloten.