Voorzitter LSVb: “Daag studenten maar meer uit”

BRON: De Gelderlander 12 juli 2008

Lisa Westerveld uit het Achterhoekse Lintelo is sinds een jaar de voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond LSVb. Waar een voorzitter normaliter na een jaar zijn studie hervat, plakt zij er nog een jaar aan vast. Als het aan haar ligt, wordt de druk op de studenten verhoogd.. De lat mag omhoog, daag studenten maar meer uit.”

Haar familie is er nog wel eens verbaasd over dat Lisa Westerveld (26) zich ineens met speels gemak in de wereld van 4e Haagse politiek beweegt. “Sinds ik voorzitter van de studentenvakbond ben, zijn politici voor mij mensen geworden met wie je sms’t of een biertje drinkt. Voor mijn ouders zijn het mensen van de tv. Mijn oma vindt het maar verbazingwekkend dat ik bijna elke week wel contact heb met minister Plasterk. Ik vind het zelf ook wel vreemd dat ik ineens de nulzesnummers van Kamerleden in mijn telefoon heb.”
Welkom in de wondere wereld van Lisa Westerveld: Een dik jaar geleden was zij een eenvoudig studente filosofie in Nijmegen, nu is ze gebiologeerd door de Haagse Wereld van beleidsnota’s, Kameroverleg en belangenbehartiging. Sinds een jaar is ze voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond LSVb. Ze is de tweede in de 25-jarige geschiedenis van de LSVb die er een jaar aan vastknoopt. “lk vind het ontzettend leuk. Er is nog geen dag hetzelfde geweest.”

Hoe heb je ervoor gezorgd dat op het ministerie van Onderwijs de mannen in de krijtstreeppakken niet denken: kijk, daar is dat meisje uit de Achterhoek weer?
“Ik dacht in het begin zelf ook: weet ik hier wel genoeg van? Maar we zijn bij de LSVb de hele dag bezig met hoger onderwijs. We hebben een kennisvoorsprong, we weten echt meer dan Kamerleden. En daarom worden we vaak gevraagd naar onze mening, zowel door de Kamerleden als door het ministerie. We zijn in de wet ook aangewezen als overlegpartner van het ministerie.”

Zit besturen in de familie?
Nee hoor. Mijn familie stemt ChristenUnie, vanwege de christelijke waarden. Maar mijn ouders zijn nooit politiek actief geweest. Ikzelf op de middelbare school ook niet. Pas in Nijmegen werd ik actief in de studentenvakbond Akku.”

Hoe verloopt de werkweek van een voorzitter van een studentenvakbond?
Het is een fulltime functie. Ik heb mijn studie filosofie in Nijmegen hiervoor onderbroken. De bestuursleden krijgen een beurs van het ministerie om dit te kunnen doen. Mijn week begint ’s maandags met een interne dag. We hebben een bestuursvergadering die al gauw de hele middag in beslag neemt en ik neem de mail door. De rest van de dagen zijn ontzettend variabel. Ik ben heel veel in Den Haag om vergaderingen van Kamercommissies bij te wonen. Ik maak aantekeningen en ik praat na afloop met de Kamerleden. En ik ben de spreekbuis van de studenten. Toen Jacques Tichelaar begin dit jaar in de krant zei dat studenten de hele studie maar bij elkaar moesten lenen, werd ik de rest van de dag gebeld voor commentaar. Ik was op een voetbaltoernooi in Alkmaar. Na iedere wedstrijd had ik drie nieuwe voicemails. Ik woon in Nijmegen en ons kantoor is in Utrecht. Ik blijf soms hier op kantoor slapen. Vaak begint mijn dag om een uur of negen en ben ik om middernacht pas weer thuis. Alleen op zaterdag kan ik bijslapen. Al word ik dan soms ook om acht uur gebeld door een journalist met een vraag waarvan ik denk: had je die niet drie uur later kunnen stellen?”

Heb je zelf goed onderwijs genoten?
“Ja. De eerste jaren op het VWO, bij Schaersvoorde in Aaken, heb ik weinig gedaan, daar had er wel wat meer van mij gevraagd mogen worden. Daarna moest ik wel echt aan het werk. Op de universiteit ging ik eerst culturele antropologie studeren. Daar voelde ik me niet uitgedaagd. Een algemeen probleem is dat universiteiten op voorlichtingsdagen altijd les laten geven door de leukste docent.”

Moeten de scholen op voorlichtingsdagen voortaan de slechtste docenten inzetten?
“Ze moeten meer nadruk leggen op de struikelblokken. Heel veel studenten psychologie struikelen over statistiek. Vertel van tevoren dat dat een belangrijk vak is. Dan zullen zich minder studenten voor dat vak aanmelden. Vervelend voor de instelling misschien, omdat ze minder studenten krijgen, maar je voorkomt problemen.”

Is het onderwijs in Nederland goed genoeg?
“Nee, de lat mag veel hoger, daag studenten maar meer uit. Uit onderzoek blijkt dat eenderde van de studenten zich onvoldoende uitgedaagd voelt. Het onderwijs moet intensiever en kleinschaliger. Er zijn genoeg studenten die het nu met twintig uur in de week goed afkunnen. Er zijn studies waarin de studenten maar acht contacturen per week hebben. En die contacturen zijn dan ook nog hoorcolleges met honderd mensen waarbij je niet eens een vraag kunt stellen. Uit onderzoek blijkt dat studenten veel tevredener zijn als het onderwijs kleinschaliger is.”

Zijn studenten niet meer lui dan?
“Nee, als je studie en bijbaan optelt, kom je boven de veertig uur in de week. Dat verhaal van de luie student voldoet niet, maar wordt door de media in stand gehouden. Journalisten zijn er sterk in bepaalde beelden te versterken. Er staan hierin ons kantoor kratten bier in de gang en als we hier een cameraploeg hebben, merk ik dat ze bijna altijd moeite doen ommij bij die kratten in beeld te krijgen”

Als je dat niet wilt, kun je ze beter niet midden in de gang laten staan. Als je de trap oploopt, kun je er niet omheen.
“We kunnen ze beter opruimen, ja. Beeld kan heel veel doen. Toen wij iets naar buiten brachten over de brandveiligheid in studentenhuizen, bracht het journaal dat in beeld door een krant in een broodrooster te stoppen. Hoe vaak ik daarna niet gehoord: je kunt wel klagen over de brandveiligheid, maar jullie stoppen zelf kranten in broodroosters! Terwijl dat dus verzonnen was door het journaal.”

Is Ronald Plasterk een goede minister van Onderwijs?
“Ja, ik vind van wel. Hij zorgt voor rust in de tent. En dat is wel eens prettig na Annette Nijs en Mark Rutte die met wilde plannen het onderwijs op de kop wilden zetten. Plasterk wil dat juist niet. En dat is ook wel eens prettig. Hij belt ons ook geregeld om te horen wat wij ergens van vinden. Hij zou van mij wel af en toe harder met de vuist op tafel mogen slaan. Neem de pabo’s. Het onderwijs is daar gewoon heel slecht. We kennen allemaal het voorbeeld van de rekentoetsen die slecht gemaakt worden. Wij hebben de HBO-raad opgeroepen wat aan het rekenonderwijs te doen. Zij willen dat niet en zeggen dat daar op de middelbare school maar meer aandacht aan besteed moet worden. Het ligt allemaal aan die domme studenten.
Plasterk laat zo’n onderwerp dan helemaal aan de instellingen zelf over en bemoeit zich er niet mee. Dat vind ik raar. Hij trekt veel geld uit voor zij-instromers en pogingen om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken. Aan de andere kant doet hij niets als er 1500 studenten onderweg op de pabo uitvallen. Als een pabo-student wil weten welke fouten hij in zijn reken- toets heeft gemaakt, moet hij zelf naar het Cito in Arnhem gaan. Daar kan hij te weten komen welke vragen hij fout heeft beantwoord, maar hij komt er niet achter wat hij fout heeft gedaan.”

Kunnen ze dat niet even mailen?
“Nee, dat kan allemaal niet. Zo’n student moet naar het Cito en komt dan nog niet te weten wat hij wil weten. Dat moet te veranderen zijn.”

Jullie hebben Plasterk een petitie aangeboden waarin jullie zeiden: het hele onderwijs moet in handen komen van een minister, geen staatssecretarissen meer. Hij veegde dat meteen van tafel.
“Ja, volgens hem zijn er geen problemen. Maar volgens mij zit er iets anders achter. Hij heeft nu ook cultuur in portefeuille. Hij was hier laatst op kantoor en zat uitgebreid te vertellen voor welke festivals en voorstellingen hij was uitgenodigd. Hij vindt dat veel te leuk en wil dat echt niet opgeven.”

Is uitval van studenten het grootste probleem in het onderwijs?
“Ja, we vinden dat daar echt wat aan moet gebeuren, door betere studiebegeleiding. Nu haalt een kwart van de studenten het niet, dat is echt te veel.”

Ga je het zelf wel halen eigenlijk? Je bent er na dit jaar twee jaar uit.
“Ja, ik ga het zeker afmaken. Maar ik denk niet dat ik er daarna in verder ga. Je hebt studenten die ook in de pauze nog heel erg met filosofie bezig zijn. Dat heb ik niet. Ik vind het goede aan mijn studie dat ik geleerd heb heel diep over onderwerpen na te denken, maar ik houd ook erg van het praktische werk.”

Wat ga je na je studie doen? De politiek in, net als voorgangers zoals Mariette Hamer (nu voorzitter van de PvdA-fractie) en Maarten van Poelgeest, wethouder in Amsterdam?
“Dat zou heel goed kunnen. Ik heb alleen geen benul van welke partij. Het zou ook niet verstandig zijn daar iets over te zeggen want als LSVb proberen we juist de lijnen naar alle partijen open te houden. Wij zijn er voor het onderwijs en niet voor andere dingen. In het verleden spraken we niet met de SGP omdat die geen vrouwen in bestuursfüncties toelaat. Dat hebben we teruggedraaid, wij zijn geen politieke jongerenorganisatie. Doekle Terpstra heeft me ook gevraagd of ik zijn pamflet tegen Wilders wilde ondertekenen op persoonlijke titel. Dat heb ik niet gedaan, we willen goede contacten met alle partijen hebben, ook met de PVV. En dan is het politiek niet handig als je een manifest tegen Wilders hebt ondertekend.”

39 Reacties

  1. Weer een nieuw laagje klei
    Deze dame vindt dat (voor anderen) de lat best hoger kan, maar zelf is ze maar al te blij dat ze haar studie nog even een jaar kan ontlopen. Ze is ongezond blij met al die contacten in de Tweede Kamer. Ja, haar ouders kennen al die BN’ers alleen maar van de TV, maar zij heeft toch maar mooi hun 06-nummer!
    Studenten zijn niet lui, want ‘als je studie en bijbaan bij elkaar optelt’ (het staat er echt!) kom je aan meer dan veertig uur. Ja, en als je daarbij de tijd die je in het café doorbrengt telt, de tijd die je over je leven nadenkt, de tijd die je slapend doorbrengt, dan kom je aan nog veel meer uur!
    Ik denk dat dit meisje binnenkort de kleilaag om het onderwijs (als ze daar eigenlijk niet al deel van uitmaakt) nog wat komt verstevigen. Doekle Terpstra, Marleen Barth: hier is je opvolgster.

    • niet te hard Bernard
      Ik begrijp je bedenkingen, maar het is toch niet zo vreemd dat ze “vol” is van al die BN-ners die ze nu plotseling op voet van gelijkheid spreekt. Lijkt me best menselijk eigenlijk. Misschien niet zo verstandig om dat zo naar voren te brengen, maar het siert wat mij betreft haar openheid.

      Ook ik denk dat studenten niet lui zijn. Niet luier dan dat ik zelf was in ieder geval. Niet luier dan de meeste leraren, dan de meeste andere mensen die ik ken. En de noodzakelijke tijd voor een baantje optellen bij studietijd lijkt me zeer gerechtvaardigd. Die kroeg haal je er zelf bij en is van andere orde.

      Of ze onderdeel wordt van de kleilaag, weet ik niet. De kans is reëel. En als dat gebeurt, dan heeft het van alles te maken met de manier waarop we in Nederland besturen en maar heel weinig met haar eigen intenties.

      Laten we haar niet op oneigenlijk gronden afbranden voordat ze heeft laten zien wat ze waard is. Ik ben blij met haar opmerking dat de lat hoger kan overigens. Ik denk ook niet dat dat strijdig is met het feit dat ze blij is dat haar studie kan worden onderbroken. Die twee zijn niet gekoppeld en wellicht wil ze haar eigen studie ook wel zwaarder (maar dan toch de gelegenheid een jaar er uit te gaan voor bestuursfuncties).

      • Wat is werkelijkheid?
        Jaren geleden was ik in het ministerie van onderwijs, De minister kwam er aan en ik wilde weten of hij echt bestond en keek vol aandacht. Ook ik kende hem slechts van de TV. Ik moet zo zeer met intense aandacht gekeken hebben dat zijn entourage er verontrust door werd. Ik kan in dit opzicht helemaal met haar meevoelen.
        Seger Weehuizen

      • Inzake bijbaantjes
        Of studenten lui zijn? Daar heb ik niet eens een mening over. Waar ik mij woest aan erger is de vanzelfsprekende koppeling van twee dingen die m.i. helemaal niet bij elkaar horen: studie en ‘bijbaan’. Relevant is alleen maar hoeveel tijd men aan die studie besteedt, en verder niets.
        Zelf had ik destijds ook een baantje tijdens mijn studie; dat was uitsluitend voor de lol en om luxezaken te financieren. Het zou niet in me zijn opgekomen om dat in rechtstreeks verband te brengen met mijn studie. Mijn zoon van 16 heeft een baantje. Denkt u dat hij zonder dat baantje niet naar school zou kunnen gaan? Zorgen wij zo slecht voor hem? Als hij straks blijft zitten, dan is het eerste wat eraan gaat precies dat baantje. Nergens voor nodig. En waarvoor hebben wij in Nederland die studiefinanciering eigenlijk? Om studenten te dwingen een bijbaantje te nemen? Straks komt deze juf met het verhaal dat iemand nog maar 3 uur college per week kan volgen, want hij heeft het zo druk met zijn bijbaantje… Laten we de zaken nu niet op zijn kop zetten.

        • bijbaan of werk?
          Met de huidige schamele studiefinanciering, de prijzen voor kamerbewoning, studie- en collegegeldkosten moet je de vraag stellen of er sprake is van een bijbaan (voor luxezaken) of voor velen gewoonweg “werk” om in het levensonderhoud te kunnen voorzien.
          Ik zou in ieder geval heel voorzichtig zijn met dit soort conclusies. Natuurlijk zullen er best zijn die een luizenleventje leiden. Maar ik had zelf géén ouders die mijn kamerhuur voor mij konden betalen, m’n collegegeld en boeken betaalden, mijn boodschappen betaalden etc. etc. En van mijn stufie (mèt volledige lening) ging al 1/3 naar de stichting studentenhuisvesting …. kortom, mijn “bijbaantje” had ik destijds echt wel nodig voor levensonderhoud & studiekosten & vervoermiddel (pre-OV tijdperk maar stages waren, evenals de verbinding naar mijn ouderlijk huis, via onmogelijke tijdrovende OV-verbindingen). En dat was dan nog een bijbaan waarbij ik mijn boeken mee kon nemen en onder werktijd mijn afstudeerscriptie heb kunnen uittypen.

          • Een zeer rekbaar verhaal
            95% van wat u vertelt komt me bekend voor van mijn eigen studietijd. Ik denk alleen dat ik daar andere conclusies uit zou trekken.
            Dit is een soortgelijke discussie als die over de hoogte van de uitkeringen. Wat heeft iemand per se nodig? Er zijn nu eenmaal mensen die van vrijwel niets kunnen rondkomen, en ook mensen die zich er in ernst over beklagen dat hun kind niet meer op paardrijden kan.
            Mijn punt was, dat je door zoiets rekbaars als de ‘eerste levensbehoeften van de student’ te koppelen (via zo’n bijbaantje) aan zijn studie-uren elke zinnige discussie over de tijd die een student aan zijn studie zou moeten besteden onmogelijk maakt.

          • Maar de discussie …
            …. is wel nodig wanneer men met ’t woord belijdt dat studeren voor iedereen mogelijk moet zijn, maar in de praktijk financieel voor sommigen onhaalbaar blijkt. En dat er dan op die laatste groep, die de eindjes bij elkaar moet schrapen en daardoor het vereiste aantal studie-uren niet haalt, het etiket ‘luie student’ wordt geplakt schiet mij in ’t verkeerde keelgat. Mijn ervaring is dat juist die groep de geleverde inspanningen veel meer op waarde weet te schatten en zich doorgaans meer inzetten, dan diegenen die toch al door pa en ma rijkelijk in de financiële behoeften worden voorzien (even chargerend).

            Blijft natuurlijk overeind dat bij voltijds studie gewoon een voltijds studielast hoort. Maar ook dat is een rekbaar begrip, bijvoorbeeld wanneer het aantal te lezen pagina’s literatuur wordt omgezet in SLu’s. En ook zal de ene student de studie gewoon moeilijker vinden dan ’n ander (en daardoor weer tijd overhouden voor ’n bijbaantje of bestuursactiviteiten ….)

          • mijn ervaringen met wiskunde
            Misschien heb je wel een beetje gelijk: heel moeilijke studies kunnen meer tijd overlaten voor een bijbaantje. Het is alleen mijn persoonlijke ervaring en ik durf het niet te veralgemeniseren, maar met echt moeilijke dingen, kan ik geen 8 uur per dag bezig zijn. Tijdens mijn studie herinner ik me boeken, hoofdstukken, bladzijden en zelfs zinnen die ik zo vreselijk moeilijk vond dat ik er maar relatief kort echt intensief over kon nadenken. En in een werkdag passen maar een beperkt aantal van die intensieve uren. Op een gegeven moment is het simpelweg op en lukt het niet meer.

            Is een studie eenvoudiger, dan is het veel gemakkelijker om hele dagen studerend door te komen. En zeker met de studies waarin veel in projecten wordt gewerkt is dat geen enkel probleem.

            Voorzichtige conclusie: iets dat heel moeilijk is, laat meer tijd over voor bijbaantjes.

            Overigens: het kan zijn dat ik feitelijk op het randje van mn capaciteiten heb gestudeerd, ik had wellicht slimmer moeten zijn voor deze studie. En dan is het verhaal anders: als je je hersencellen niet op vol vermogen nodig hebt, dan is de duur”denk” veel beter te doen.

          • Ik heb nog het oude
            Ik heb nog het oude programma van 5 jaar uni gevolgd. In het vierde jaar had ik tijd om 20 uur erbij te werken en in de zomervakanties van ca. 2,5 maand werkte ik, in zoverre ik niet met vakantie was, fulltime (toen 40 uur).
            Toch was ik, denk ik, geen luie student, want ik doorliep het 5 jarige programma in 5 jaar, terwijl soortgenoten er rustig 8 of zelfs 10 jaar over deden.
            In het vijfde jaar werkte ik trouwens maar 7 uur, want voor mijn scriptie moest ik 4 hele dagen in de bieb aan de slag met materiaal wat niet uitleenbaar was.
            De ervaring van mijn bijbaan heeft mij na mijn studie verder geholpen bij het vinden van een baan. Dus het was een strategisch slimme keuze. Let wel, die ervaring was erg belangrijk met het arbeidsoverschot eind jaren tachtig.
            Een slimme student werkt dus niet alleen voor de centen.
            Trouwens het is ook wel prettig om iets concreets te presteren, voor je afstuderen.
            Maar school/studie dient ten alle tijden voor het geldelijk gewin op korte termijn te gaan. Dat vertel ik ook mijn leerlingen. Dus smoezen als:’ ik kan geen huiswerk voor morgen maken want ik moet nog pizza’s bezorgen’, gaan er bij mij niet in.

          • Keuzes
            Voor de studenten zonder vermogende ouders zijn er twee keuzes: OF niet al teveel werken naast je studie, in een redelijk tempo afstuderen en vervolgens aan het werk, met een fikse studieschuld. OF twintig uur in de week aan het werk, jaren over je scriptie doen en dan uiteindelijk toch nog afstuderen, maar wel zonder studieschuld.

            Al met al maakt het weinig uit. Ik was zo’n “snelle”, heb vervolgens nog jaren als student geleefd op een klein kamertje, om mijn studieschuld af te betalen. Daar was ik mee bezig tot kort na mijn dertigste, ongeveer het moment dat mijn studiegenoten, schuldenloos, afstudeerden. Zo kom je toch beide weer op hetzelfde punt uit.

            Ik zou geen van beide categorieen als lui willen bestempelen.

          • ad Classicam
            Uit eerdere bijdragen heb ik begrepen dat je als leraar werkzaam bent en niet volgen schaal LD betaald wordt. Bij beroepen die beter betalen zou daarom snel afstuderen het voordeligste zijn.
            Seger Weehuizen

          • Bewust en onderbewust
            Er bestaat ook een groot verschil tussen de bewust aan studie gewijde uren en het totaal aantal bestede uren, omdat veel van ons denken onbewust plaatsvindt. Dit geldt met name voor een moeilijk vak als wiskunde. Wat dat vak betreft heb ik eens een vergelijking gezien (van E.T. Bell) tussen het verwerven van inzicht en het ontwikkelen van een foto. De beginner in een moeilijke discipline (zeg topologie) verliest zich in eerste instantie in de details en de veelheid van de definities, stellingen en bewijzen, zonder de grote lijn te ontwaren. Dan, na een aantal dagen of weken niet bewust met de materie bezig te zijn geweest, ontstaat opeens uit het onderbewuste een totaalbeeld als een scherpe foto, met alles op zijn juiste plaats, in de juiste proporties en met de juiste nadruk.

            Ik heb dit soort ervaringen zelf ook vaak gehad. Ik vermoed dan ook dat een moeilijke studie weliswaar meer intellectuele inspanning vereist, maar dat naar verhouding een groter deel van die inspanning onbewust geleverd wordt. Dat zou verklaren waarom moeilijke studies meer tijd overlaten voor eenvoudige bijbaantjes.

          • incubatietijd
            Na flink wat jaren lesgeven krijg je op een gegeven moment bijna vanzelf een zeker inzicht in (of intuïtie voor) hoe begrijpen en leren in zn werk kan gaan. Ik herken je observatie volledig. In gesprekken met mn studenten noem ik het wel de incubatietijd: een soort rijpingstijd die een nieuw begrip in je hersenen nodig heeft om zich een plek te verwerven. Je bent al met het nieuwe begrip “besmet” maar vertoont nog niet het gedrag waaruit blijkt dat je het ook werkelijk onder de leden hebt.
            Ik weet alleen nooit of het nog verschil maakt of je in die rijpingsperiode of incubatietijd aandacht besteedt aan de nieuwe kennis. Helpt dat? Misschien werkt het zelfs tegen: niet roeren tijdens het rijpingsproces.
            Ik zou wel eens willen dat onderwijs onderzoekers naar dergelijke zaken onderzoek deden.

          • incubatietijd
            C’était juste à ce moment là que je dus partir en excursion géologique. Au moment où je mis pieds sur la marche du bus, l’idée me vint, sans que rien de mes pensées précédentes semblaient y avoir conduit, l’idée que les transformations que j’avais utilisées pour définir les fonctions Fuchsiennes étaient identiques à celles de la géométrie non-Euclidienne. Je ne vérifiais pas l’idée; je n’en aurais pas eu le temps, car en prenant ma place dans l’omnibus, je repris une conversation déjà entamée mais je sentais une assurance parfaite. A mon retour à Caen, par acquis de conscience, je fis la vérification en toute tranquillité.
            Ensuite, je tournais mon attention à l’étude de quelques questions arithmétiques sans trop de succès et sans la suspicion d’une connexion avec les recherches précédentes. Dégoûté par mes insuccès, je partis pour quelques jours au bord de la mer et me mis à penser à autre chose. Un matin, marchant sur la plage, l’idée me vint, avec la même caractéristique brièveté, soudaineté et immédiate certitude, que les transformations arithmétiques des formes quadratiques ternaires indéterminées étaient identiques avec celles de la géométrie non-Euclidienne.
            Le plus étonnant au premier abord est cette apparition d’une illumination soudaine, un signe manifeste d’un long travail inconscient. Le rôle de ce travail inconscient dans l’invention mathématique m’apparaît incontestable, et on pourrait en trouver des traces dans d’autres cas moins évidents. …Ces inspirations soudaines n’apparaissent pas s’il n’y a pas eu au préalable quelques jours d’effort volontaire qui est apparu complètement infructueux et dont rien de bon semble être sorti, où le chemin pris semble être complètement à côté. Ces efforts semblent donc ne pas avoir été aussi stériles qu’on pense. Ils ont mis en place la machine inconsciente et sans eux, elle ne se serait pas mis en mouvement et n’aurait rien produit. HP

          • Vertaling incubatietijd deel 1
            Het was precies op dat moment dat ik moest vertrekken bij een geologische excursie van de mijnschool. Op het moment dat ik de bus instapte kwam, zonder dat ook maar één van mijn voorafgaande gedachten ertoe geleid leken te hebben, het idee bij mij op dat de transformaties die ik gebruikt had om de Fuchse functie te definiëren identiek waren aan die van van de niet-Euklidische meetkunde. Ik verifieerde het idee niet; ik zou er ook niet de tijd voor gehad hebben want terwijl ik op mijn plaats in de bus ging zitten ging ik verder met een gesprek waaraan ik al begonnen was maar ik voelde volkomen zekerheid. Na mijn terugkomst in Caen heb ik uit plichtsbesef in alle rust de verificatie gedaan.
            Seger Weehuizen

          • Vertaling incubatietijd deel 2
            Vervolgens richtte ik mijn aandacht zonder succes op het bestuderen van enkele arithmetische vraagstukken en vermoedde nog geen verband met de voorafgaande onderzoekingen. Walgend van mijn vergeefse pogingen vertrok ik een paar dagen naar de zeekust en richtte me op het denken over iets anders. Op een dag, toen ik op het strand liep, kwam, met dezelfde karakteristieke kortheid, onverhoedsheid en onmiddelijke zekerheid, bij mij op dat de arithmetische transformaties van de kwadratische onbepaalde ternaire vormen identiek waren met die van de niet-euklidische Meetkunde. Het meest verbazingwekkende was op het eerste gezicht dat verschijnen van een plotselinge ingeving, een duidelijk teken van een lange onbewuste arbeid. De rol van die onbewuste arbeid bij wiskundige vindingrijkheid scheen mij onweerlegbaar, en men kon sporen vinden bij andere minder klaarblijkelijke gevallen. Die momenten van plotselinge inspiraties traden niet op indien daaraan niet enige dagen van vruchteloos lijkende vrijwillige inspanning vooraf waren gegaan. Die inspanning leek waar de gekozen weg volkomen een zijweg scheen niets goed op te leveren. Deze inspanningen schijnen dus niet zo onvruchtbaar geweest te zijn als men denkt. Zij hebben de onbewuste machine op haar plaats gezet en zonder hen zou die niet in beweging zijn gekomen en zou ze niets geproduceerd hebben.
            Seger Weehuizen
            N.B. Het genoemde boek heet The Creative Process

          • Een oude wens
            Mathématiques et créativité
            La genèse de la création mathématique est un problème qui devrait intéresser intensément les psychologues. C’est l’activité dans laquelle l’esprit humain semble prendre le moins du monde extérieur, dans laquelle il agit ou semble agir de lui-même et sur lui-même, si bien qu’en étudiant le processus de la pensée géométrique on pourrait espérer atteindre ce qu’il y a de plus essentiel dans l’esprit humain.

            Un premier fait devrait nous surprendre, ou plutôt nous surprendrait si nous n’y étions pas si habituer. Comment se fait-il qu’il y ait des gens qui ne comprennent pas les mathématiques ? Si les mathématiques invoquent les règles de la logique, telles qu’elles sont acceptées par l’esprit normal; si les évidences mathématiques sont basées sur des principes communs à tous les hommes, et que personne ne saurait nier sans être fou, comment se fait-il alors que tant de personnes yy sont si réfractaires ?
            Henri Poincaré
            Ook te lezen in in Brewster Ghiselin; Mathematical creation

          • Vertaling een oude wens
            Wiskunde en Creativiteit
            Het ontstaan van wiskundige creaties is een probleem waarvoor de psychologen een intense belangstelling zouden moeten hebben. Het is die activiteit waarbij de menselijke geest het minste schijnt mee te nemen van de buitenwereld, waarbij hij handelt of schijnt te handelen vanuit zichzelf en op zichzelf zodanig dat men door het bestuderen van het proces van van de geometrische gedachte zou kunnen hopen te komen bij dat wat het meest essentieel is in de menselijke geest.
            ….
            Een eerste feit zou ons moeten verbazen, of liever ons zou verbazen, indien wij daar niet zozeer aan gewend zouden zijn. (Poincaré heeft hier een spelfout gemaakt van het type “ik vindt”) is: Hoe komt het dat er mensen zijn die wiskunde niet begrijpen? Als wiskunde een beroep doet op de regels van de logika, zoals die geaccepteerd worden door een normale geest, als de wiskundige klaarblijkelijkheden gebaseerd zijn op uitgangspunten die gemeenschappelijk zijn voor alle mensen en niemand zou die kunnen ontkennen zonder gek te zijn, hoe kan het dan zijn dat zoveel mensen weerspannig zijn? {Ik denk dat hij bedoelt dat de wiskunde voor hen ontoegangkelijk is; hij zou ook kunnen bedoelen dat ze er een hekel aan hebben. Wie heeft een goede vertaling?}
            {In deze tijd vol jonge Einsteins zou het zeker nuttig moeten zijn om te bestuderen hoe Poincaré dacht}
            Seger Weehuizen

          • Creatief proces
            Ook Herri Poincaré heft over dat onderwerp geschreven:
            Nous savons que ce sentiment, cette intuition d’un ordre mathématique, qui nous fait deviner des harmonies cachées et des relations, ne peut pas être possédé par tout un chacun. D’aucuns n’auront ni ce délicat sens si difficile à définir, ni la capacité de mémoriser, ni une attention au-delà de l’ordinaire, et alors ils seront absolument incapables de comprendre les mathématiques supérieures.

            Créer consiste précisément à ne pas faire de combinaisons inutiles et à faire celles qui sont utiles et qui sont si rares.

            Parmi les combinaisons choisies, les plus fertiles seront souvent celles formées d’éléments tirés de domaines qui sont très séparés. Non pas que je veuille dire qu’il suffise pour une invention de mettre ensemble des objets aussi disparates que possible; la plupart de telles combinaisons seraient complètement stériles. Mais certaines d’entre elles, très rares, sont parmi les plus fructueuses.

            Inventer, je l’ai dit, c’est choisir.

            …que se passe-t-il dans l’âme même des mathématiciens ?

            Pendant 15 jours, je m’efforçais de prouver qu’il ne pouvait pas exister de fonctions comme celles que j’allais baptiser les fonctions Fuchsiennes. J’étais alors bien ignorant; chaque jour je m’asseyais à mon travail, y restait une heure ou deux, essayais un grand nombre de combinaisons et n’obtenais aucun résultat. Un soir, contrairement à l’habitude, je but du café noir et je ne pouvais pas dormir. Une foule d’idées me vinrent à l’esprit. Je les sentais entrer en collisions jusqu’à ce que des paires s’accrochaient ensemble, pour ainsi dire, faisant une combinaison stable. Le matin suivant, j’avais établi l’existence d’une classe de fonctions Fuchsiennes, celles qui viennent des séries hypergéométriques; je n’avais plus qu’à écrire le résultat, ce qui ne me prit que quelques heures.
            (ook in: Brewster Ghiselin; Mathematical creation)

          • Ik dacht al dat ik niet de enige was
            Mijn Frans is niet zo geweldig, maar beiden spreken over die momenten dat er begrip komt, na een tijd schijnbaar vruchteloos blokken en onbegrip. Ik denk inderdaad dat dat vaak zo werkt. Op eht niveau avn deze grootheden, maar ook op het niveau van het kind dat met breuken aan het rekenen is en plotseling valt het kwartje. Magisch hoe hersenen werken.

          • Frans/
            Kunnen we niet beter Esperanto spreken op het forum? Dan gaan we iedereen in het geniep met modder bekladden.
            Komisch, spreken op het forum. Terwijl de werkelijkheid typen is in een digitaal systeem van bits en bytes.

            Historia vitae magistra

          • Het gekke is dat het in de
            Het gekke is dat het in de alfa-wetenschappen niet zo veel anders gaat. Veel werk daarin is niet gebaseerd op nieuwe baanbrekende bronnen. Maar er komt na veel wandelingen en gepieker een inzicht om bestaande gegevens op een nieuwe manier te ordenen en zo tot nieuwe inzichten te komen

          • In de alfa-wetenschappen
            In de alfa-wetenschappen gaat het zo, akkoord, maar gaat het bij alfa-studies ook zo? In mijn beperkte ervaring (rechten) is het zo dat zowel de bronnen zelf als het ordeningsprincipe werden aangereikt, en dat de studie geen bijzondere vermogens vergde de zaken in een ander licht te plaatsen. Maar uiteraard hebben die studenten die dat vermogen wel bezitten een aanzienlijk efficiency-voordeel.

          • Vertaling Creatief proces deel 1
            Wij weten dat dat sentiment, die intuitie van een wiskundige orde, die ons het vermoeden geeft van verborgen harmonieën en relaties, niet het bezit van iedereen kan zijn. Sommigen zullen het delicate gevoel dat zo moeilijk te omschrijven is, het vermogen om te memoriseren (ik denk dat hier bedoeld wordt om zonder moeite een bewijs te reproduceren) noch een belangstelling die voorbij gaat aan het gewone bezitten en dus zullen zij absoluut niet in staat zijn om hogere wiskunde te begrijpen.
            ….
            Scheppen bestaat precies uit het niet maken van nutteloze combinaties en het maken van die combinaties die nuttig en zo zeldzaam zijn.

            Onder de gekozen combinaties zijn meestal de combinaties samengesteld uit elementen afkomstig van ver van elkaar verwijderde gebieden het vruchtbaarste. Daarmee wil ik niet zeggen dat het voor een uitvinding voldoende is om zo ongelijk mogelijke objecten bij elkaar te zetten; het merendeel van zulke combinaties zou volkomen onvruchtbaar zijn. Maar bepaalde combinaties ervan –en dat gebeurt slechts zelden- vallen onder de vruchtbaarste.
            Uitvinden betekent, zoals ik gezegd heb kiezen.

            {Als jullie van mijn vertaling vinden dat zij duidelijk is en in goed Nederlands gesteld is begrijpen jullie hoe zeer het onderwijs verarmd is sedert de invoering van de Mammoetwet.}

            Seger Weehuizen

          • Sober studentenleven kan écht zonder bijbaan
            Ik geef onmiddellijk toe dat het niet ruim is, maar het kán volgens mij wel. En dat ook nog luxueuzer dan het leven dat ik destijds leidde met een volle studiebeurs (eerst 500, later 600 gulden per maand, zonder OV).
            In grote lijnen zijn de normen zo: Je krijgt als universitair student 250 van de overheid, 250 van je ouders (als die dat niet kunnen krijg je het ook van de overheid) en 250 euro verzorg je zelf, bijvoorbeeld door dat bedrag te lenen (Je kunt relatief makkelijk trouwens ook meer lenen).
            Je kunt natuurlijk een dure kamer nemen, omdat die zo mooi in het centrum ligt, maar dan ben je teveel geld kwijt. In álle studentensteden (ook in Amsterdam) kun je in een studentenflat onder de 300 euro (all in) terecht. Andere vaste kosten zijn het collegeld (125 pm), je boeken (40 pm) en je ziektekostenverzekering (60 pm na inning van de toeslag). Zonder je voedsel ben je dan per maand ongeveer 525 kwijt. Dan heb je 225 euro per maand te besteden aan voedsel en cadeautjes. Voorwaar; er zijn mensen die het met minder moeten doen.
            Bijbaantjes (meestal kun je het gerust bijbanen noemen) zijn er voor de luxe. Helaas kom ik te vaak tegen dat deze inderdaad zwaar concurrerend voor de studie-inzet zijn. En de universiteiten? Althans de meeste opleidingen vinden het prettig het curriculum zo licht mogelijk te maken. Je hoeft echt geen superbrein te hebben om (bij de meeste studies) twee opleidingen te volgen.

          • Sober studentenleven
            Hinke, je rekent zelf voor dat de basisbeurs met aanvullende beurs niet genoeg is. Inderdaad, als je maximaal leent kom je net boven het niveau van een bijstandsuitkering en daar valt best sober van te leven. Maar vergeet niet, een lening moet je terugbetalen! Stel dat je een beta studie doet (5 jaar) en je leent die 250 euro per maand, dan leen je 15.000 euro over je gehele studie. Doe je er een jaartje langer over (niet ongewoon) dan is het al 24.000 euro (want het 6e jaar zul je 750 euro per maand moeten lenen, je krijgt immers niets meer van de overheid). Dat is alleen al aan rente iets van 100 euro per maand dat je terug moet betalen.

          • Toch is het daarop gebaseerd
            Ik vind het ook niet leuk, maar ons (democratisch vastgestelde..!) ondersteuningssysteem voor studenten is hierop gebaseerd. Het wordt normaal geacht om te lenen en je beroepscarrière te starten met pakweg 20.000 euro schuld.
            Hier staat (in mijn ogen helaas) tegenover dat ALLE studenten hiervoor in aanmerking komen. Vroeger gold de studiebeurs alleen voor kinderen van ouders met een laag inkomen. Ik heb er zelf mijn HBO opleiding aan te danken. De bijbehorende schuld nam ik voor lief. Ook toen moest je de helft terugbetalen na je studie.
            Ik bedoel te zeggen dat je niet persé hoeft te werken. Als je bereid bent sober te leven kun je gewoon je tijd aan je studie besteden. Het is niet leuk om schulden te hebben, maar het is ook niet onoverkomelijk.

            Ook mijn beide dochters lenen gewoon 250 euro per maand. Ze zullen met een flinke studieschuld de arbeidsmarkt opgaan. Het is niet anders.

          • En de ouders ?
            Waar blijft de bijdrage van de ouders ? Ik heb de studie van mijn drie kinderen gewoon (terug)betaald.

          • Ouders
            De overheid gaat ervan uit dat ouders 250 euro per maand betalen, dit is de hoogte van de zogenaamde aanvullende beurs die studenten van bijvoorbeeld ouders met een bijstandsuitkering krijgen. Dit is meegenomen in de berekening.

      • Voorstelbaar
        Mij lijkt het ook best voorstelbaar dat Lisa Westerveld “vol” is van de omgang met bekende mensen.

        Wat nu ondersneeuwt is het stukje over de lat die hoger mag, namelijk dit:
        Is het onderwijs in Nederland goed genoeg?
        “Nee, de lat mag veel hoger, daag studenten maar meer uit. Uit onderzoek blijkt dat eenderde van de studenten zich onvoldoende uitgedaagd voelt. Het onderwijs moet intensiever en kleinschaliger. Er zijn genoeg studenten die het nu met twintig uur in de week goed afkunnen. Er zijn studies waarin de studenten maar acht contacturen per week hebben. En die contacturen zijn dan ook nog hoorcolleges met honderd mensen waarbij je niet eens een vraag kunt stellen. Uit onderzoek blijkt dat studenten veel tevredener zijn als het onderwijs kleinschaliger is.”

        Er staat voor BON-aanhangers niets nieuws, maar zij onderschrijft wederom dat kleinschaliger en intensiever onderwijs te verkiezen valt. Het is toch leuk om dat te horen vanuit een studentenvakbond, afgezien van de kwaliteitsverschillen die er kennelijk met ISO bestaan (zie commentaar BT de Jong), daar kan ik verder niet over oordelen.

        • Kleinschaliger en intensiever…
          ….dat is duurder. Ik ben bang dat de belastingbetaler dat niet wil gaan financieren. Als studenten dit echt willen dan zullen ze er dus voor moeten betalen (door bijvoorbeeld een hogere studiegschuld aan te gaan).

  2. Volgens Plasterk
    “…zijn er geen problemen. … Hij was hier laatst op kantoor en zat uitgebreid te vertellen voor welke festivals en voorstellingen hij was uitgenodigd. Hij vindt dat veel te leuk en wil dat echt niet opgeven.”
    Binnenkort weer een tochtje door de Amsterdamse grachten; zo komt hij wel aan z’n trekken.

    • De lsvb? Weg ermee.
      Tot op heden heb ik geen hoge pet gehad van de lsvb. Ik kon beter samenwerken met het ISO. Die zijn meer gericht op doelen, ipv je eigen cv opleuken.
      De lsvb komt afspraken niet na, zijn mooi-praters en vinden zichzelf erg goed. Zo, dat was even een momentje van gal spuwen.
      Waar het ISO met wetsvoorstellen, verbeteringen en wijzingen komt en problemen aan de kaak stelt, gaat de LSVB met een mooie LSVB-bus alle hogescholen en universiteiten langs om te kijken of de al bekende problemen ook echte problemen zijn.
      Het is een kwalijke zaak dat besturen van dit soort studentenclubjes langer dan een jaar blijven zitten.

      Historia vitae magistra

    • Uitjes voor P
      Afgebrande faculteiten
      Ongeopende tunnels
      Neerkomende balkons
      Ontspoorde trams
      Verzakkende binnensteden

      (bij de les blijven)

  3. Het probleem in de politiek
    Mevrouw Westerveld is het perfecte voorbeeld van wat er mis is in de Nederlandse politiek. Ze wil best de politiek in maar zegt: “Ik heb alleen geen benul van welke partij”.

    • een gewoon beroep
      Voor vele politici is politicus een beroep zoals elk ander. Ze hebben ook een belangenvereniging: Het parlement. Geen enkele vakvereniging is zo machtig.Seger Weehuizen

    • Ik wil adviseur worden ….
      … zei het hulpje van de goeroe die ons kwam uitleggen hoe we het onderwijs moesten vernielen. Toen ik vroeg waarover ze wilde adviseren kwamen de gevleugelde woorden: dat maakt me niets uit.

      En ik zal je zeggen: ze had nog gelijk ook. Het maakt haar toekomstige opdrachtgever ook niets uit. Als er maar een kantoor van naam op haar visitekaartje staat en de uitkomst van het advies op voorhand vast staat.

      Zeer nuttig!

Reacties zijn gesloten.