Kees van Putten (in reactie op Treffers) over het rekenonderwijs

Tja, ik kan deze tekst van Kees van Putten wel proberen samen te vatten, maar daarmee doe ik hem onrecht. Zeer lezenswaardig!

(Zie vooral figuur 2. Die zou op elke basisschool op het prikbord moeten hangen!)

2 Reacties

  1. Moed
    De moed zinkt me zó in de schoenen, te weten dat mijn dochter over een jaar of twee naar de basisschool gaat en dat de diverse schooldirecties vol vuur nog steeds het realistisch rekenen verdedigen.

    Onlangs zat ik met een stel oud-studievrienden/leeftijdgenoten in een restaurant; allen inmiddels ook voorzien van kinderen. Een ‘discussie’ hierover krijgt bij hen geen vaste voet aan de grond; “als de school maar goed bekend staat”, “niet te ver weg is”, “een goede sfeer heeft” … verder stellen zij zich geen vragen. Ook omdat ze inhoudelijk weinig van het onderwijs weten – maar ik ben ook geen wiskundige, waarom maak ik me dan wél zorgen?

    • Inzake voorstellingsvermogen
      Toen mijn kind naar de basisschool moest werkte ik zelf nog niet in het onderwijs. Ik gedroeg me precies zo als die vrienden van u. Bij die kleuters richten ouders zich (terecht?) veel meer op het sociale aspect van het schoolgaan.
      Wat daar echter bij komt is het feit dat men zich gewoonweg niet kan voorstellen hoe ernstig het probleem is. Ondanks alle fouten in het Nederlands die ze aantreffen in de uitgaande schoolcorrespondentie, kan de gemiddelde ouder zich, als zijn kind naar groep 5 of 6 gaat, niet voorstellen dat dat kind daar dan les krijgt van iemand die niet kan rekenen of spellen. Zó bont zal de school het toch niet maken? En wanneer men dat wél onder ogen durft te zien is daar altijd de uitvlucht ‘Juf X, ja die was slecht, maar gelukkig zit mijn kind nu bij juf Y’.
      De waarheid is gewoon te griezelig; bovendien, wat doe je wanneer je daar na 5 jaar achter komt? Kind van school halen en er vervolgens op een andere school (na weer een jaar) achterkomen dat het daar net zo erg is?

Reacties zijn gesloten.