Toetsen en werkdruk

Het probleem is dat schoolleidingen, het voldoende vinden dat je aan de hand van een methode met zijn werkboeken en toetsboeken loopt en niet meer voor maatwerk zorgt.
Dat is gek want :
-dat is typsch wel hooggeschoold werk in het belang van individuen en groepen
-vakken als geschiedenis en aardrijkskunde moeten aansluiten bij de regionale context en daarmee de belevingswereld van het kind
-Het programma De Rooy is ingevoerd voordat de uitgevers klaar waren met de aansluitende methodes. Dus historici moeten nu wel.
Elders heb ik de kennishiaten van mijn 4 HAVO-leerlingen beschreven en daardoor hun zwakke antwoorden. Dat is moeilijk nakijken en nog eens herhaald nakijken (Dan heb ik het nog niet over de spel-, stel en grammaticafouten en de soms vreselijke handschriften. Voor die puzzels gebruik ik hardop voorlezen en het meelezen en denken van mij eigen pubers om de zaak te ontrafelen)
Wat kijkt nou snel en handig na ? Vragen die reproduceren uit het boek. Want dan staat er niets of het goede antwoord. Maar dat beantwoordt niet aan de kerndoelen.
Tijdrovend is : steeds weer op zoek naar goede achterliggende gedachten in een brij van woorden, die soms fout dan weer niet to-the point zijn.
Ik ben 16 jaar meewerkend chef geweest en die weten echt wel wat hun medewerkers doen. Maar die onderwijsbestuurders dus niet. Willen ze het wel weten?
Je bent bijna altijd met je werk bezig : naast mijn video ligt een band in de aanslag. Ben ik met mijn kind naar een tentoonstelling, dan spookt er ook door mijn hoofd, kan ik er ook in mijn les wat mee. De krant lees ik met de schaar in de buurt. Zelfs het vrijkaartje voor Astrix en de Olympische spelen was geen pure ontspanning, want ik heb mijn leerlingen gewaarschuwd voor de historische kul in deze film.
Dit is een niet-uitputtend rijtje voor mijn vak, maar het geldt ook voor andere vakken.
Ook dat is allemaal werkdruk en druk dat maar eens uit in cijfers.
Dat neemt niet weg dat ik af en toe voor mijn zelf wat aan tijdschrijven doe. Laatst zestien uur! voor het nakijken van 3 klassen schoolexamens (let wel, alleen nakijken dus niet opstellen, administatieve verwerking, bepreken met collega’s etc).
Bij OCW zullen ze wel vinden dat ik het niet juist aanpak….

3 Reacties

  1. Topmannen
    Ik hoorde een aantal jaren geleden een topman – ik meen van Shell – die vanuit z’n kantoor over het IJ uitkeek: “Fantastisch toch, dat ik word betaald om regelmatig een half uur over het water te kunnen staren en na te denken, tot bezinning te komen”.
    Precies dat mis ik in de werkdruk van nu. Het is niet alleen dat het nakijkwerk 2 uur duurt ipv één uur, het voorbereiden waar je eigenlijk 3 uur voor nodig hebt in een half uurtje moet gebeuren … ik mis gewoon de tijd om na te denken over waar ik eigenlijk mee bezig ben. Hoe zou mijn onderwijs (nog) beter kunnen, hoe kan ik bepaalde thema’s goed behandelen, zijn daar nog andere manieren voor, zou dat profielwerkstuk nog op een andere manier kunnen …..
    Eigenlijk is dat het enige voordeel aan surveilleren bij de schoolexamens. Enerzijds grote ergernis want je weet wat voor stapel werk er thuis ligt te wachten. Anderzijds voor mij een moment om op een proefwerkblaadje wat ideeën te krabbelen, een voorstel voor een ander pta etc. ….
    Helaas sterven veel van die ideeën voordat ik er aan begonnen ben – (te) druk met de dagelijkse praktijk.

    • Ja, voor inspiratie is ook
      Ja, voor inspiratie is ook rust naast transpiratie nodig. Van dat eerste is er te weinig in het onderwijs van het tweede te veel. Die inspiratie leidt dan mogelijk weer tot Begeisterung (Wie weet een mooier Nederlands woord)

      • Oppervlakkig jakkeren
        Dat is het alleronbevredigendste aan werken in het huidige middelbaar onderwijs. Niet de salariering, niet de lage status. De onmogelijkheid om iets interessants voor je klassen uit te denken, de onmogelijkheid van enige vorm van verdieping. ‘Oppervlakkig jakkeren’ is gewoon niet interessant, niet voor mij, niet voor de leerlingen.

Reacties zijn gesloten.