Dokter, ben ik nog normaal?

Wel, wat ik nu ga doen is heel gevaarlijk: twijfelen aan mijn inzichten met betrekking tot het nieuwe leren. Trouwe lezertjes zullen weten dat ik altijd een fervent tegenstander van het competentiegerichte onderwijs ben geweest.
Ook ons onderwijsinstituut, een eerbiedwaardige MBO-opleiding in het midden des lands, waar men de kinderen opleidt tot brave boeren en zorgzame dierverzorgers, is meegegaan in de vaart der volkeren en heeft het nieuwe leren omarmd, zij het met enige tegenzin. Agrariërs zijn van nature wat behoudend en in dit geval kan ik -stadsmens- ernstig met hen meegaan.

Nu kan men natuurlijk tot in lengte van dagen tegen de voortwalsende onderwijsontwikkelingen te hoop blijven lopen, maar in mijn geval heb ik daar op een gegeven moment de fut niet meer voor gehad en heb besloten er dan maar het beste van te maken. Het scheelt in elk geval een enorme hoop stress, en als je van binnenuit nog wat van de nieuwe fundamenten kunt ondergraven heeft dat meer effect dan er van buiten tegenaan te schoppen. Het cement is daar immers al verhard.

En zie, het wonder geschiedde: ik heb zowaar een aantal zaken ontdekt waar ik toch wel iets mee kan. Onze leerlingen lijken bijvoorbeeld inderdaad wat zelfstandiger te kunnen werken en komen ook zelfstandig tot bepaalde resultaten.

Nu hebben wij al het oude niet meteen overboord gegooid maar – binnen de ruimte die wij kregen – een mix toegepast van moderne en ouderwetsche onderwijselementen. Een aantal zaken staat natuurlijk vast, bijvoorbeeld de Proeve van Bekwaamheid ( wat een woord! ) waar wij naartoe moeten werken. En zo nog wat dingen. Maar ook hierbij kun je toch nog heel aardig voort met traditionelere vormen van onderwijs. “Onderzoekt alles en behoudt het goede” is het motto.

Misschien moeten we hééél voorzichtig binnen de BON de deur op een klein kiertje zetten voor bepaalde elementen van het competentieleren. Het is natuurlijk vloeken in de kerk wat ik doe, en op de komende ledenvergadering zal ik ongetwijfeld standrechtelijk worden gefusilleerd, maar toch, ik kijk anders tegen de zaken aan dan een jaar geleden, nu ik ook een beetje van het competentieleren in de praktijk geproefd heb.

Er zitten best een hoop onsmakelijke brokjes in deze maaltijd, maar als we de gerechten een beetje combineren met de oude vertrouwde keuken kan er toch nog wel een aardig en eetbaar menu uit voortkomen.
Eet smakelijk allemaal, en reacties op de smaak zijn natuurlijk van harte welkom.

20 Reacties

  1. deur op kier
    Hallo Rein,

    De deur is bij BON voor echt competentie onderwijs nooit dicht geweest. Voor goed CGO welteverstaan. Dus geen cgo gecombineerd met allerlei vormen van NL. Zelfstandig leerlingen laten werken, daar is niets mis mee zolang de docent dat als middel ziet om een bepaald doel te bereiken en zolang hij zelf de keuze heeft gemaakt voor die bepaalde didactische vorm. Bij veel opleidingen is het cgo met vormen van NL gemixt waardoor de methodiek doel geworden is i.p.v. middel.

    • Niet op hol slaan
      Een helder verhaal. Maar wat kost het nou als je er voor het gehele onderwijs zo veel geld instopt, zowel voor de dure opstartfase als voor het dure werken er mee? Als het na de opstart überhaupt te duur blijkt om er mee door te gaan, te duur blijkt voor wat het verbetert of als de resultaten uiteindelijk tegenvallen zijn er miljarden verloren gegaan en moet het oude onderwijs gerestaureerd worden. Onverantwoord. Daarom moet het werken met CGO beperkt blijven tot een klein aantal experimenten uitgevoerd door geloofwaardige experimentatoren op plaatsen in het onderwijs waar ze het meest belovend zijn.
      Seger Weehuizen

      • Het grote projecten principe
        Alle grote projecten van de overheid lopen via dezelfde paden. Stopera, Noord-Zuid metro, Betuwelijn, HSL, maakt niks uit.
        Eerst wordt bedacht dat het (om welke reden dan ook) uitgevoerd moet worden. Dan wordt een schatting gemaakt van de kosten. Die schatting is heel bewust te laag. Maar iedereen heeft daar belang bij. Mede dankzij de lage kostenschatting en de overdreven verwachtingen worden dergelijke projecten gestart en in beton gegoten (in regeerakkoorden bv). Dan is er geen weg meer terug want halverwege stoppen is kapitaalvernietiging.
        Bij het onderwijs is het vergelijkbaar. Wellicht met dit verschil dat er in het onderwijs bij welk project dan ook van uitgegaan wordt dat het helemaal niets kost (budgetneutraal) en dus de kostenaspecten gewoon buiten beschouwing worden gelaten.
        Als het dan mislukt, dan kunnen de bedenkers en de uitvoerders zeggen dat het idee erg goed is, maar dat er geen geld genoeg was. Zo heeft iedereen gelijk, hebben veel mensen fiks verdiend in de tussentijd (dat geld komt ergens ra ra vandaan), heeft iedereen weer een mooie carierestap kunnen maken en is het onderwijs na afloop van de vernieuwling toch echt toe aan een grondige.. vernieuwling.

    • Vele MBO’s hebben voor deze
      Vele MBO’s hebben voor deze kosten een oplossing gevonden: onbevoegde docenten aanstellen of mensen uit het bedrijfsleven aanstellen en deze een cursus van een jaar aanbieden: woeps bevoegd.

      • Goedkope krachten uit het bedrijfsleven?!
        Ik begrijp de redenatie van kafka niet, want hoezo betekent het aanstellen van mensen uit het bedrijfsleven met een tovercursus (“woeps”) van een jaar een besparing van de kosten?

  2. Als doctrine is CGL een mislukking
    Als doctrine is CGL een grandioze mislukking. Goede elementen hebben niks met CGL maar gewoon met goed onderwijs te maken. Nog maar even op een rijtje:
    – de doelstellingen zijn vaag, subjectief en oncontroleerbaar. Dit is echt een groot serieus verwijt.
    – de werkwijze (samenwerkend, zelfstandig, opzoekend) zijn voor de meeste leerlingen niet haalbaar of niet wenselijk
    – CGL is veel te talig, te weinig doenig (ik leer toch niet voor secretaresse…???)
    – de middelen zijn niet beschikbaar om er zelfs maar het beste van de maken.
    – Examens zijn niet meer eenduidig. Niveau is te zeer uiteenlopend, werkgever kan niet rekenen op bepaalde basiskennis en vaardigheden.

    Wat goed zou kunnen zijn:
    – zoveel mogelijk theorie gekoppeld aan de praktijk (is niet altijd te doen, omdat basis soms ontbreekt)
    – de leerling is verantwoordelijk voor eigen leerproces (was ook in HOL zo), maar kan in uiterste negatieve consequentie niet haalbaar zijn (leerling doet niks, dus geen diploma)
    – betrekken van het bedrijfsleven bij het onderwijs (mooi idee, bedrijfsleven zit er niet op te wachten helaas)
    – meerdere werkvormen (kon ook heel goed in het oude leren, werd alleen weinig toegepast)

  3. Zelfstandig werken
    HNL en zelfstandig werken, waar zit nu het verband tussen beide begrippen. In mijn tijd had ik 8 tot 12 uur college in de doctoraalfase van mijn studie. Dit betekende 28 tot 32 uur zelfstandig werken. Tentamens sprak je zelf af, zo’n 2 maanden voordat je op wilde gaan. Haalde je de tentamens niet dat was het opkrassen geblazen, jij faalt dus jij betaalt. Uit mijn lichting zijn de meeste uitgegroeid tot professor, zelfstandig ondernemer of manager bij grote organisaties en sommige zijn inmiddels schatrijk.
    Op de middelbare school had je les en huiswerk, veel huiswerk. Je kreeg een opdracht en een datum en je wist dus wat er van je verwacht werd. Nu als werknemer heb ik zeer eenzijdige functioneringsgesprekken in een bedrijf waar mijn taak steeds minder vrijheid kent. ICT en projectmatig werken maken een klein radertje van je, alleen als expert heb je nog enige vrijheid. Om de school efficiënter te maken is een strakke hiërarchie ingevoerd met veel regels en procedures. Je maakt een Pop maar er moet wel instaan dat je een ontwikkeling kiest in de lijn van de behoefte van de organisatie. Zelfs als je ziek wordt hangt binnen een uur een leidinggevende aan de telefoon om je te reïntegreren, vreemd toch als je uitgaat van gemotiveerde en zelfstandige werknemers.
    Studenten reflecteren en poppen dat de stukken ervan afvliegen maar iemand anders bepaalt hoe vaak, in welke vorm en wat erin moet staan. Het is juist geen verzelfstandiging maar een preventief sturen hetgeen nodig is omdat je ze juist niet als zelfstandige leerlingen ziet. We willen of kunnen niet meer sanctioneren en we kunnen de toekomstige werknemers ook niet meer missen maar noem het dan geen verzelfstandigen. Betalen kunnen we dit preventief sturen feitelijk niet en dus moet er bezuinigd worden op inhoud en de overdracht daarvan.
    Corgi

  4. Beste Rein,
    ik heb je

    Beste Rein,

    ik heb je artikel nog eens aandachtig gelezen. Er zijn 2 dingen, die me opvallen: je hebt het zowel over HNL en CGO – en dat zijn toch eigenlijk 2 verschillende zaken – en je duidt niet nader aan wat jullie nu precies veranderd hebben. Hebben jullie nu HNL of CGO geintroduceerd of beide? Heb je het alleen over verschillende onderwijsvormen (die ook buiten het HNL of CGO toegepast kunnen worden) of laten jullie bv. vakken los en werken jullie met projecten, waarin alles geintegreerd is? Is de mentor een trajectbegeleider geworden, die portfolio’s controleert etc. Verder noem je de proeve van bekwaamheid, waar jullie naar toe moeten werken. Maar dat is nu net een van de vaagheden van het CGO. Deze proeve van bekwaamheid is in de plaats gekomen van de examens, en dermate vaag beschreven, dat men er alle kanten mee op kan. I.p.v. de nog redelijk “objectieve” eindtermen, kan men dit zodanig subjectief interpreteren, dat instituten waar dezelfde opleidingen plaats vinden, compleet verschillende eisen aan examenkandidaten kunnen stellen. Ik ben benieuwd naar je antwoord.

  5. CGO een doorslaand succes?
    Ik denk dat alle innovaties doorslaan, zo ook met CGO. De echte succesvolle vernieuwing in het onderwijs zal bestaan uit een combinatie van oud en nieuw.

    In mijn weblogitem: “CGO een doorslaand succes?” geef ik aan dat het CGO in sommige situaties doorgeschoten is naar alleen maar zelfstandig werken. Geen klassikale lessen meer, geen heldere instructies, alles moet zelf uitgezocht worden met het internet stand bye. Ook ik ben doorgeschoten, maar als je in het zoekproces, want dat is innovatie, goed blijft kijken en met elkaar blijft communiceren, dan merk je dat er zaken beter gaan, maar ook zaken minder gaan. De zaken die minder gaan ontstaan vaak uit het afschaffen van de klassikale lessen. In mijn beleving bestaat de ideale CGO implementatie uit de combinatie van oud en nieuw.

    Wij gebruiken een groot klaslokaal waarin de studenten zelfstandig kunnen werken aan opdrachten uit de beroepscontext. Om deze opdrachten te kunnen doen mist er kennis en vaardigheden. Deze kennis en vaardigheden worden in practica en ouderwetse lessen aangeboden. Het lokaal heeft dan ook naast de PC’s, een white bord, beamer, printer, dossierkast, et cetera.

    Alles wordt begeleidt door een Studieloopbaanbegeleider die ervoor zorgt dat de student zijn eigen studie kan (leren) plannen en hem op zijn gedrag aanspreekt. Daarnaast zijn er vakdocenten die begeleiden of gewoon les gegeven.

    Kortom: voor- en tegenstanders ga samen aan de slag en combineer oud en nieuw.

    • Vragen voor pkoning
      Hallo P
      Wil je nog eens definiëren wat volgens jou de essentie van CGO is?
      Welke onderdelen daarvan konden niet in het voorgaande onderwijs?
      Hebben jullie nu: een hoger niveau van gediplomeerden? Meer gediplomeerden? Of welke andere concrete voordelen zie jij in dit systeem?
      In welke onderwijssoort werk jij? Doen jullie BGL of zelfgemaakt CGO?

      • De essentie van CGO?
        Voor de helderheid van de discussie. Ik ben docent binnen een ICT-opleiding in het MBO. Wij zijn 5 jaar geleden gestart met CGO, en hebben ondertussen het 4de beroepsdossier langs gehad, en zo met vallen en opstaan een, denk ik, werkbare situatie gecreëerd.

        Voor mij is het verschil tussen eindterm gericht onderwijs en CGO met name te vinden in het aanbieden van hetgeen geleerd moet worden binnen de beroepscontext. Zo wordt bijvoorbeeld bij Nederlands geleerd om een handleiding van een computeronderdeel snel te analyseren, en die juiste informatie te vinden, en vervolgens te begrijpen. Bij Engels wordt bijvoorbeeld geleerd om een ingerichte computer netjes af te leveren bij een klant. De student vertelt bijvoorbeeld wat hij aan de PC gedaan heeft. Het vervangen van een onderdeel van een PC is altijd voor een klant, de student zal hiervoor met de klant moeten overleggen, hem goed te woord moeten staan, op de juiste manier het onderdeel vervangen, en zijn werkzaamheden op de juiste manier moeten rapporteren aan zijn baas.

        Het in 1 keer doorlopen van deze stappen, en het tegelijk toetsten van deze stappen, maakt het verschil, denk ik.

        Ik vergelijk het mijn mijn eigen studie informatica. Ik leerde heel veel, maar toen ik in het bedrijfsleven ging werken, knalde ik in een donker gat. Ik had nog nooit vergaderd. Presenteren had ik bijna nooit geoefend. En werd zeker niet getoetst. Hoe doe je een functioneringsgeprek. Hoe solliciteer je, en voer je een gesprek met een klant. Deze aspecten voegt het CGO toe.

        Natuurlijk kan bovenstaande in elk type onderwijs, echter “verplicht” CGO, lees: de nieuwe beroepsdossiers, je om elke kerntaak volledig te toetsen, dus Nederlands in de context van het beroep, Engels in de context van het beroep, et cetera. Waarschijnlijk zijn er opleidingen die dit al zo deden, maar er zijn er ook een hoop waar Nederlands

        • Zo wordt bij Nederlands geleerd om een handleiding …….
          Dit is voor mij de cruciale zin in je betoog. Hier geef je aan dat er een vak Nederlands bestaat en dat bij de invulling van dat vak het beroepsperspectief leidend is. Daar is NIKS mis mee. Maar het is ook niet wat ik onder CGO versta.

          Mijn begrip van CGO (of HNL of…) is dat er een “kanteling” is van uitgangspunt. Je doet ene project. Bij dat project blijkt (in dit geval) dat er een ahndleiding moet zijn in taal x. Dan leert CGO dat je snel een workshop in taal x doet om in staat te zijn die handleiding te schrijven. Kortom: de theorie komt alleen ter sprake als er op dat moment in die situatie aanleiding voor is. Die “kanteling” zorgt voor wielen aan de zijkant, zoals bij een vrachtwagen die kantelt. Iedereen kan bedenken dat je niet even snel Nederlands leert zodat je een handleiding kunt schrijven. Maar in CGO wordt het wel degelijk gepropageerd. Soms in afgezwakte vorm: “alle begeleiders letten ook op de taal van de eindproducten en daarover geven we feedback” is soms een op het oog minder extreme variant. Maar ook daar versnippert het leren van de taal en wordt het gedoceerd door niet vakmensen.

          In jouw voorbeeld is het anders, Binnen het vak Nederlands worden werkelijke voorbeeldebn gebruikt. Ik kan me heel goed indenken dat dat uistekend werkt. Ik denk alleen dat het wat dat aangaat niet afwijkt van wat al eerder gebeurde. In mijn statistieklessen op het HBO sluit ik al jaren aan op de context van de verschillende opleidingen. Maar soms ok niet, als de verhandeling wat theoretischer wordt. Dan is het beter om het abstracter en algemener te formuleren. Bij MBO ligt dat denk ik wat anders, daar is meer concreet toegespitst waarschijnlijk in alle gevallen beter. Dus ok hier weer: doceren is voornamelijk doseren. Wat kies je voor welke groep, voor welke student, voor welk beroep. Taak avn een vakman. Een leerkracht die weet waar hij het over heeft. HEEL iets anders dan een kootsj.

          In je eigen vakgebied (en ook het mijne voor een deel) zijn vergelijkbare keuzes te maken. Leer je studenten programmeren? Als je dat doet, kies je dan voor een op dat moment gangbare programmeertaal? Laat je meerder essentieel verschillende talen bestuderen? Zet je een vak Grammatica’s van kunstmatige talen op het rooster? Bij de universiteit zeker het laatste, mag ik hopen. Maar ook bij HBO’s zou ik pleiten voor een diepe theoretisch basis. Simpelweg omdat de praktijk in de ICT snel verandert, maar de theorie al tientallen jaren redelijk robuust blijkt. Wil je studenten een solide, in de tijd robuuste opleiding geven, dan laat je die theorie bestuderen. Dat maakt ze “veranderingsbekwaam” zoals dat heet. Hoe je dat in een MBO opleiding implementeert weet ik niet. Het lijkt me dat daar een zekere theoretische basis ook zinvol is, maar je makt andere keuzes. Misschien wel meer theorie bij Nederlands en Engels.

      • De essentie van CGO
        We gebruiken bij het samenstellen van het onderwijs een aantal uitgangspunten, o.a. de leerlijnen van de Bie. En hier vindt o.a. oud en nieuw onderwijs elkaar. In de contextuele leerlijn wordt alles in de context van het beroep compleet geleerd, b.v. op basis van een project, echter om het project te succesvol te kunnen uitvoeren, zal er kennis en vaardigheden geleerd moeten worden. Je kunt geen brief voor een klant schrijven als je niet fatsoenlijk geleerd hebt hoe spelling werkt. Je kunt geen presentatie geven als je niet geleerd hebt hoe een opbouw van een presentatie is. Je kunt niet veilig werken als je niet enige theorie, maar vooral ook de ingesleten vaardigheid hebt aangeleerd om elke keer bepaalde materiaal te gebruiken. De Bie noemt dit de vaardigheden en theoretische leerlijn. De twee laatste leerlijnen zijn de studieloopbaanleerlijn (oftewel: plannen van je eigen opleiding), en relfectieleerlijn.

        Op dit moment behalen we bij de bol-2 opleiding een rendement van tussen de 67 en 76%. Landelijk ligt dat op ongeveer 45%. Dit heeft niet direct met CGO te maken, want ook in het eindtermgerichte onderwijs haalden we hoge een score van rond de 65%. Dus, wel iets hoger, maar lastig om dat direct te koppelen aan CGO.

        Wat we vooral merken, en dat geven onze bedrijven terug, is dat we onze studenten zelfstandiger (kunnen plannen) opleveren, dat ze beter kunnen communiceren dan voorheen, en beter binnen de beroepscontext functioneren dan voorheen.

        Daarnaast zijn onze studenten zeer tevreden over het onderwijs. Ze vinden het leuk om bij ons te studeren.

        Met name het motivatieaspect vind ik zelf duidelijk zichtbaar. Het is veel leuker om in een bijna echte situatie te leren. Hetgeen je leert is direct te relateren aan je werk later.

        • MBO geen studenten
          Beste P.
          Sluipend probeert men het door te voeren: leerlingen/deelnemers aan het MBO verbaal up te graden tot studenten. Onzin! Studenten zitten op de universiteit, desnoods in het HBO. Of zullen we na het MBO ook leerlingen van het VMBO en later van het basisonderwijs omdopen tot studenten?

          Ik geef Nederlands, óók toevallig op het MBO. Hoewel je best wel kunt proberen om je lessen rond concrete vaardigheden aan te bieden (dat doe ik nu met ‘oud onderwijs’ ook, zelfs specifiek richting Techniek) zit er een probleem in de basisvaardigheden en vooral ook in de algemene ontwikkeling. Leerlingen hebben met lezen geen ‘kilometers gemaakt’ en zijn bij mij althans functioneel analfabeet. Dan kan ik wel leuke toegepaste vaardigheden proberen aan te leren, maar het werkt niet. Als ze niet weten wat een zin is, of een werkwoord, begin ik niets met een spellingsles, laat staan met het uitleggen van de opzet van een nette brief. Als niemand ze ooit enige gangbare Nederlandse uitdrukkingen geleerd heeft, dan missen ze de helft van een mondelinge uitleg van de leraar. Als ze zich niet kunnen concentreren, door de terreur van ‘leuk onderwijs’ en veel te veel gamen en tv-kijken, dan is het lastig om hen langer dan 5 minuten aan een opdracht te laten werken.

          Ik ken wel meer opleidingen die pretenderen een hoog rendement te halen (hoewel een uitval van ruim 30% eigenlijk schrikbarend is), maar dan zijn daar altijd kritische kanttekeningen bij te maken. Zo rekent een aantal afdelingen bij mij op school een leerling die doorstroomt naar een andere opleiding (omdat hij het niet leuk vindt, of het te moeilijk vindt) niet tot de uitvallers. Ja, dan hebben we bij techniek ook een hoog rendement….. (niet dus!).

          • Rendement?
            Hinke, je hebt helemaal gelijk. Ook je vorige reacties. Al dat glibberig gepraat en getover met getallen. En MBO niveau 2 leerlingen worden inderdaad op de school van pkoning studenten genoemd! Als mensen hele stukken tekst gaan typen en glibberig, trendy gaan praten, dan liegen ze of ze weten niet waar ze het over hebben.

  6. Uitersten
    tussen klassikaal lesgeven, ik zat zelf in een klas met 45 leerlingen op de basisschool en totale zelfstandigheid zit een heel spectrum.

    Maar bepaalde “nieuwe” vormen van onderwijs, soms oude wijn in nieuwe zakken, worden verheerlijkt en als het absolute beschouwd.

    Zoals laatst een leraar MBO mij vertelde ze moeten nu alles “zelf ontdekken”, maar als ze het niet zien, moet ik ze er eigenlijk weer wel op wijzen, anders heb je echt een hiaat in je kennis en/of ervaring.

    En zo is het en “helaas” niet anders…………………………

    Joao

Reacties zijn gesloten.