Plasterk centrale figuur

Afhankelijk van iemands ervaring en inzicht zal het oordeel over het afgelopen jaar van onderwijsbeleid en onderwijsberoering, negatief of positief uitvallen.
Positief is dat dagbladen en tijdschriften bijna zonder uitzondering een scherp oordeel vellen, meestal goed geïnformeerd, over de prestaties van bewindslieden en politici ten behoeve van het onderwijsveld. Je zou zeggen, de diagnose is gesteld en wordt ook in tweede en derde instantie bevestigd, nu moet er iets gebeuren!
Dat valt tot nu toe tegen. De boosdoeners die voor de commissie Dijsselbloem verschenen, voelden zich niet schuldig en gaven, zoals ik al voorspeld had, de schuld aan anderen of aan de werkers in het veld. Wie illusies had over het functioneren van het parlement kon uit de droom geholpen worden: ook wanneer politici de risico’s van de voorgestelde vernieuwingen zagen, moesten ze, als hun partij deel uitmaakte van de regering, hun kritiek voor zich houden. Politici zijn een soort kuddedieren en onderwijs is nooit zo belangrijk dat er een minister of staatssecretaris om weggestuurd wordt, laat staan dat de regering zou vallen. Zo was het een jaar of tien geleden toen Ursie Lambregts de drammende en dreigende Netelenbos moest laten doorgaan, zo is het ook nu.
In die zin was het debat over de onderwijsbegroting in de afgelopen week nauwelijks een debat, want, zo vermeldt de krant: ‘De coalitiepartijen staan vierkant achter hun minister’.
Ik zou er aan toe willen voegen: dat was al zo voor de aanvang van het debat en dat bleef zo.
Daardoor is de positie van Plasterk alleen maar belangrijker geworden. Bovendien, hij heeft zich verdiept in de complexe problematiek en hij durft wat te zeggen, bijvoorbeeld dat je niet in vier jaar ‘een gedurende dertig jaar van koers geraakte mammoettanker’ de juiste kant op kunt sturen. Als hij nu zo vriendelijk wil zijn om te onderhandelen met de bonden kan er misschien nog iets veranderen maar natuurlijk niet te veel want dat zou gezichtsverlies opleveren.
Vandaar dat mijn oordeel over de nabije toekomst niet erg gunstig is. De bestuurders en managers hebben in het nabije verleden de macht over het personeelsbeleid op de scholen in handen gekregen, die laten ze niet graag uit hun kleverige vingers glippen.
De bestuurders van de lerarenbonden zijn zichtbaar zwak, ze hebben zich al te vaak laten gebruiken en vernederen, het zou wel een wonder zijn als ze echte moed toonden en hun leden konden inspireren.
Ouders en leerlingen vormen nooit een eenheid en daarom zal ook het komende jaar leiden tot grotere ongelijkheid in het onderwijs. Een kleine groep zal goed onderwijs krijgen, een grote groep zal zich behelpen met onderwijs van middelmatige kwaliteit en een groeiende groep ( van veelal de zwaksten in de samenleving) zal het moeten doen met slecht onderwijs.

Cornelis Verhage

45 Reacties

  1. en ook wordt dan
    de PvdA er nogmaals (dat begon al bij de invoering van de basisvorming) de hoofdschuldige voor de terugkeer van de tijd dat goed onderwijs een privilege was voor kinderen van welgestelden. (Ook veel andere partijen in de quid pro quo tolerantie van regeringscoalities waren schuldig maar die hebben nooit verkondigd dat alle arbeiderskinderen naar het Gymnasium moesten)
    Seger Weehuizen

    • Hoofdschuldige?
      Maar waarom zou de PvdA hier meer te verwijten zijn dan het CDA en de ChristenUnie? Het is toch een gezamelijk regeerakkoord? Plasterk calculeert toch de politieke verhoudingen in bij het beleid dat hij uitstippelt? Juist die coalitiepartners maken toch dat je beweegruimte beperkt is? Om maar iets te noemen, of je het er nu mee eens bent of niet: Van wie mocht Plasterk niet aan de basisbeurs komen?

      Zou het dus zoveel anders, zoveel béter zijn gelopen als er een minister van CDA- of ChristenUnie-huize gezeten had? Ik betwijfel het. Het lijkt me dat CDA en ChristenUnie iets te goed wegkomen door de PvdA hier als hoofdschuldige aan te wijzen. Vergeet ook niet welke partijen er tegen dat POOV waren.

      De hoofdschuldigen zijn m.i. vooral de mensen die straks niet in actie willen komen om regering en parlement te dwingen met iets beters te komen. Democratie is meer dan periodiek een knop indrukken in een stemhokje.

      • kleine schepen tussen Mammoettankers
        Ik denk dat het afwijzen van een salarisverhoging voor hooggeschoolden voortkomt uit het adagium van betere verdeling van macht, kennis en inkomen en daarin past een hoog inkomen voor hooggeschoolden niet. Het is een imagekwestie. Want voor een betere verdeling van kennis en macht is zijn afwijzing funest. Maar ook bij politiek gaat het tegenwoordig om het bouwen van een mooi decor. De PvdA had er ook voor kunnen kiezen om de koers van de mammoettankers die op de onderwijszee varen snel te laten veranderen. Plasterk hoeft alleen maat deze zee open te stellen voor kleine wendbare schepen die één enkel soort onderwijs vertegenwoordigen. Als hij de feitelijke blokkade voor nieuwe schepen onder de vlag van het gesubsidieerd onderwijs opheft zullen die grote tankers plotseling heel wendbaar blijken. Ze moeten dan snoeien in de kosten van hoogbetaald overbodig personeel en, vallen goedfunctionerende leraren op de werkvloer niet lastig met hun onderwijsstokpaardjes en ze moeten hun leraren goed gaan betalen. Als ze dat niet doen zullen steeds meer leerlingen en goede leraren embarkeren op de kleine wendbare scheepjes. Hoe dan ook zal het gevolg beter onderwijs zijn. Maar de onderwijszee is CDA-vaarwater en de PvdA zou bereid moeten zijn om een coalitie met andere partijen aan te gaan.
        Seger Weehuizen

        • De onderwijszee is CDA-vaarwater?
          Ik deel je analyse, maar als de onderwijszee CDA-vaarwater is, dan lijkt het me ook wel duidelijk wie er hier de hoofdschuldige is.

      • Plasterk doet gewoon wat zijn partij van hem wil
        Laten we wel zijn: de PvdA heeft klip en klaar in verkiezingstijd aangegeven dat de grootste salarisverhoging *niet* naar de hoogst opgeleide docenten moest gaan. Plasterk was mede-auteur van het PvdA-verkiezingsprogramma, waarin staat:

        “Leraren die lesgeven in kansarme wijken of dorpen of aan lastige kinderen zouden de waardering voor dat belangrijke werk terug moeten zien op hun salarisstrook.”

        “In de arbeidsvoorwaarden van leraren op de basisschool (en het VMBO) komt 10% ruimte voor salarisverhoging, scholing en het verlagen van het aantal lesuren, zodat er meer ruimte ontstaat voor een grotere variatie in carrièremogelijkheden.”

        En verder stond ook in het verkiezingsprogramma van de PvdA Amsterdam:

        “De stad zet zich actief in voor de komst van een topopleiding voor onderwijzers, verpleegkundigen en politieagenten, met speciale aandacht voor de problemen in grote steden. Hiervoor wordt samenwerking gezocht met de stedelijke HBO-opleidingen en de gemeenten Utrecht, Rotterdam en Den Haag. Afgestudeerden van deze opleiding die in Amsterdam gaan of blijven werken ontvangen een toeslag op het salaris.”

        Let wel: alléén de (tweedegraads) afgestudeerden van de HBO-(leraren)opleiding.

        De PvdA houdt niet van eerstegraders, dat is duidelijk. Wellicht uit een (volstrekt misplaatst) anti-elitarisme, of de misvatting dat eerstegraders geen stimulansen nodig hebben.

        Het mag dus niet verbazen dat Plasterk niet besloot te doen wat Rinnooy Kan wilde, maar wat zijn partij wilde.

        Trouwens, er zijn ook heel wat meer tweedegraads kiezers te winnen dan eerstegraads.

        • De PvdA houdt niet van eerstegraders
          Dat klopt, couzijn, en dank voor je onderbouwing. Alleen lees ik helemaal geen citaten uit de programma’s van het CDA en de ChristenUnie. Staan daar wél expliciet zaken in over eerstegraders die beter beloond moeten worden of onderwijs dat verbeterd moet worden? Of is dat niet het geval, en loont het dus als je er gewoon je mond over houdt? Of dat je het wel in je programma noemt, maar er na de verkiezingen zelfs als regeringspartij geen werk van maakt? En ben je ineens niet de hoofdschuldige als je je coalitiepartner met dit soort wanbeleid laat komen? Of is dat “geen extra geld voor eerstegraders” gewoon wisselgeld omdat CDA en ChristenUnie in hun ogen veel belangrijker dingen dan onderwijs aan hun hoofd hebben? Dat vind ik dan bepaald niet minder erg. Ik zie dus zeker drie belangrijke schuldigen, de één echt niet minder dan de anderen, en dan hebben we het alleen nog maar over de partijen die in het kabinet zitten.

          • CDA en CU wilden iets anders dan Plasterks PvdA wilde
            Omdat PvdA-er Plasterk als minister inhoudelijk verantwoordelijk is voor het gevoerde onderwijsbeleid, leek het mij opportuun om zijn handelwijze te verklaren vanuit ‘zijn’ PvdA-verkiezingsprogramma. Regeringsbeleid is immers een compromis tussen de wensen van de coalitiepartijen. Hoewel je gelijk hebt dat elke regeringspartij ‘verantwoordelijk’ is voor het hele beleid (hoewel dat een probleem geeft i.v.m. het alom bezongen ‘dualisme’), zijn in het beleid toch onderscheiden CDA-, CU- en PvdA-invloeden te herkennen.

            Om op je wens in te gaan: ziehier de relevante passages uit de CDA- en CU-verkiezingsprogramma’s 2006:

            CDA-verkiezingsprogramma 2006:
            “Scholen krijgen meer financiële mogelijkheden om leraren een beter carrièreperspectief te bieden door prestatiebeloning en meer belonings- en functiedifferentiatie toe te passen. Dat moedigt leraren aan om zich verder te ontwikkelen en te scholen. Zij kunnen in een hogere schaal terecht komen en/of doorstromen naar hogere onderwijsvormen. De hogere beloning kan even goed bij praktijkdocenten als academici terecht komen. Daarover beslissen de scholen zelf. De overheid faciliteert dit door meer geld toe te kennen aan onderwijsinstellingen, en het houdt daarbij rekening met de extra problematiek in de grote steden.”

            CU-verkiezingsprogramma 2006:
            “Van belang is dat de variatie aan functies binnen het leraarschap toeneemt en dat vakdocenten ook in materiële zin worden gewaardeerd.”

            De CU-tekst zegt niks concreets. De CDA-tekst maakt geen onderscheid tussen hoger en lager opgeleide docenten, maar tussen hen die zich scholen en die dat niet doen; de beloning hoeft niet financieel te zijn (een tweedegrader kun je ook ‘belonen’ met bovenbouwlessen, kennelijk). Het extra belonen van po- en vmbo-docenten is dus typisch PvdA.

          • Wat een domheden bij elkaar
            “Scholen krijgen meer financiële mogelijkheden om leraren een beter carrièreperspectief te bieden door prestatiebeloning en meer belonings- en functiedifferentiatie toe te passen. Dat moedigt leraren aan om zich verder te ontwikkelen en te scholen. Zij kunnen in een hogere schaal terecht komen en/of doorstromen naar hogere onderwijsvormen. De hogere beloning kan even goed bij praktijkdocenten als academici terecht komen. Daarover beslissen de scholen zelf. De overheid faciliteert dit door meer geld toe te kennen aan onderwijsinstellingen, en het houdt daarbij rekening met de extra problematiek in de grote steden.”
            Carriéreperspectief en functiedifferentiatie. Wat een onzin als je vindt dat het allergrootste deel van het personeel in de klas bezig moet zijn met het overdragen van kennis en inzicht. Je moet een leraar die graag wil lesgeven en dat goed doet niet met financiële prikkels verleiden om binnen de school iets anders te gaan doen. En wat valt er naar hogere onderwijsvormen binnen je school door te stromen naar hogere onderwijsvormen als je op de middelbare school start als eerstegrader in de eerstegraads sector? Verder reduceert “daarover beslissen de scholen zelf” mondige leraren tot loonslaven. De opvattingen van het CDA over het uitgeven van het extra geld voor onderwijs garanderen absoluut geen goed onderwijs voor VWO-ers en Havisten.
            Seger Weehuizen

          • CDA
            Het ‘daarover beslissen de scholen zelf’ is dus wel heel erg CDA. Alle macht aan het ‘maatschappelijk middenveld’ en schijt aan democratie.

          • democratisch tekort
            Mark, jij maakt daar een erg interessante opmerking. Het actieplan van Plasterk is een plan voor versterking van het al bestaande democratisch tekort. 30 miljard euro wordt uitgegeven in het onderwijs: en de tweede kamer kan er de minister niet over op het matje roepen, want die roept ‘middenveld’. Is dat niet iets voor een brief aan de krant, of zelfs een opinieartikel?

          • Het blijft aanmodderen, ook bij de anderen
            Uit het VVD-verkiezingsprogramma 2006:
            “Een goede leraar moet meer kunnen verdienen dan een middelmatige leraar, zodat het loont meer energie in het vak te steken. En waarom zou een goede vmbo-leraar dan niet hoger kunnen uitkomen dan een matige vwo-leraar? Bijscholing wordt vergoed zodra je vijf jaar voor de klas staat. Dat betekent drie maanden inhoudelijk bijtanken – om extra gemotiveerd weer door te gaan voor de klas.”

            De SP:
            “De salarissen en de rechtspositie van het onderwijspersoneel worden centraal vastgesteld. Startende leraren kunnen sneller doorgroeien naar een hogere salarisschaal. Lesgeven moet beter worden beloond.”

            En D66, ‘de onderwijspartij’:
            “De waardering voor het werk van leraren dient mede tot uitdrukking te komen in de financiële beloning. Op dit moment zijn er per sector en soms ook per vak grote verschillen in aantrekkelijkheid van het beroep. Vooral in het vmbo en het basis onderwijs schiet die aantrekkingskracht flink tekort. D66 wil daarom tien procent meer investeren in de salarissen van docenten, onder meer door het beter waarderen van goed opgeleide en excellente docenten.”

            Bij gevestigde partijen is een algemene fixatie op het mantra ‘verschil in beloning voor verschil in kwaliteit’. Hoewel dat leuk klinkt, schat elke leraar zichzelf te hoog in op het kwaliteitsspectrum, en is er nog geen begin van overeenstemming over beoordelingscriteria voor ‘goede’ docenten. Tevens laat de praktijk zien dat schoolleidingen, die al een decennium naar kwaliteit *kunnen* beoordelen, dat in de praktijk niet *doen*.

            Ergo: belonen naar opleiding was eind 2006 geheel uit de gratie. Daarom is het advies-Rinnooy Kan ook zo dapper.

            Hamvraag: leiden individuele beoordelingen tot meer of minder onrechtvaardigheid, demotivatie en kwaliteitsverlies dan groepsgewijze beoordelingen naar opleidingsniveau?

          • inschaling naar vooropleiding! (R-K)
            Beoordeling moet objectief gebeuren, zodat een norm als ‘goed kunnen communiceren’, bijvoorbeeld, afvalt. De kwaliteit van het werk van een docent wordt bepaald door grofweg twee zaken: (1) het niveau van de docent in het vak waarin die docent lesgeeft, en (2) de ervaring als docent. Het niveau (1) wordt het meest objectief bepaald door de vooropleiding, en (2) de ervaring wordt het meest objectief bepaald door de anciënniteit. Uiteraard zijn er uitzonderingen, de geniale docenten bijvoorbeeld die een VMBO hun genialiteit ten dienste stellen. Maar beleid, ook inkomensbeleid, moet worden gevoerd op basis van het algemene beeld. Dit algemene beeld is toch, dat het niveau van een docent hoger is naarmate de vooropleiding hoger is. Voor ervaring geldt in het algemeen dat deze toeneemt met anciënniteit in het vak. Een systeem van inschaling naar vooropleiding en anciënniteit is dus wat mij betreft het eerlijkst. Zoals het vroeger was, kortom. Toeval?

          • Om andere redenen
            Ook ik denk dat voor leraren op de werkvloer een inschaling naar opleiding en leeftijd het beste is. Maar ik moet toch tegen de redenering van Bram Roth bezwaar maken. Als het niveau van een docent als zodanig met de jaren aanzienlijk toeneemt zouden leerlingen met jonge, pasbeginnende docenten slecht afzijn. Je zou daarom verwachten dat in de tijd van de vroegere salarisschalen de leerlingen voor een bepaald vak óf een enigszins ervaren leraar gekregen zouden hebben óf afwisselend een pasbeginnende leraar en een oudgediende. (Of bij een jonge leraar meer lesuren voor hetzelfde vak). Voor zover ik weet was dat nergens het geval. Ook kregen pasbeginnende leraren voor een full time job niet minder lessen om hun geringe ervaring te compenseren met meer voorbereidingstijd. Eigenlijk zou dat rechtvaardig geweest zij want nu kregen ze voor hetzelfde aantal lessen minder geld. Het idee dat er grote kwaliteitsverschillen tussen beginners en oude rotten waren leefde toen dus niet. Daarom zou een docent gedurende zijn hele diensttijd hetzelfde salaris moeten houden. Maar ik denk dat het voor de psyche van de leraar beter is als hij zo nu en dan een salarisverhoging krijgt. Dan lijkt het meer op de carrière die zijn studiegenoten buiten het onderwijs maken. Bovendien zouden dan slimme mensen eerst in het onderwijs gaan werken en aan het eind daarvan er buiten. Daarom ben ook ik voor betaling naar opleiding en leeftijd. Ik ben er ook niet van overtuigd dat in het algemeen bijscholing van docenten hen tot betere docenten maakt.Seger Weehuizen

          • gevaarlijke demagogie
            “En waarom zou een goede vmbo-leraar dan niet hoger kunnen uitkomen dan een matige vwo-leraar?” Het zou in principe niet fout zijn als salarisvoorschriften het mogelijk maken om bij uitzondering een excellente VMBO-leraar hetzelfde salaris te geven als een matige VWO-docent. In de praktijk kan die mogelijkheid zonder acceptabele en geloofwaardig toegepaste criteria wel tot veel haat en nijd onder de VMBO-leraren leiden. Maar welke spreiding je ook in de salarissen van VMBO-leraren mogelijk maakt, als je in het VWO universitair opgeleide masters in hun vak wilt hebben moet het salaris voor die leraren in hoogte ongeveer gelijk zijn aan wat mastergediplomeerden in dat vak buiten het onderwijs verdienen. Als er in het VMBO zo veel excellente leraren blijken rond te lopen dat er voor de eerstegraads docenten te weinig geld overschiet bevoordeel je het VMBO boven het VWO. Het gemiddelde van VMBO-docenten kan best een stuk onder dat van universitaire masters liggen zonder dat je de mogelijkheid om acceptabele docenten te vinden verliest.. Als je universitaire eerstegraders te weinig betaalt daalt de kwaliteit van de gesubsidieerde VWOopleidingen en doe je niet alleen de VWO-leerlingen te kort maar ondermijn je de Nederlandse economie en tast je de gelijke kansen op een goede préuniversitaire opleiding voor alle daartoe geschikten aan. Seger Weehuizen

          • Beloningssysteem parlementariërs en bewindslieden
            Hoe worden parlementariërs, ministers en staatssecretarissen eigenlijk betaald? Volgens mij krijgen ze allemaal een vastgesteld salaris dat om de zoveel jaar collectief verhoogd wordt. Ik neem verder aan dat:
            – een minister meer verdient dan een parlementariër;
            – een minister ook wat meer verdient dan een staatssecretaris;
            – de minister-president meer verdient dan de ministers.

            Dat lijkt me overigens een prima systeem.

            Krijgen we nu beter gemotiveerde en hoger presterende politici als we een beoordelingssysteem gaan invoeren, met prestatiebeloning, waarbij je een deel van het loon dat je anders toch al kreeg alleen nog maar krijgt bij een zeer positieve beoordeling? Hoe gaat dit beoordelingssysteem eruit zien? Wie gaat er dus beoordelen op basis van welke criteria? Is dit ook de wens van de politici? Zo nee, waarom niet?

          • beloningsuitstapje
            Ik kan me de tijd nog herinneren dat de beloning van de 1e grader (max) en de vergoeding van een parlementariër niet veel verschilden.

          • Vind je ook niet
            dat de lonen van de parlementariërs de laatste 30 jaar relatief weinig zijn gestegen?

          • Relatief…
            Het blijft allemaal relatief natuurlijk. Wat ik bedoelde is dat de salarissen van de parlementariers geen gelijke tred hebben gehouden met de salarissen van de hogere ambtenaren en vooral van de bestuurders van ziekenhuizen, scholen etc.
            Of dit waar is, weet ik eerlijk gezegd niet. Het ligt er maar aan waar je precies mee vergelijkt. Ik heb wel een overzicht van de salarisontwikkelingen gevonden

            En de salarissen van 1e graders hebben zelfs geen gelijke tred gehouden met de salarissen van de parlementariers.
            Ik ga eens op zoek naar de salarisontwikkeling van 1e graders over diezelfde periode.

          • van 12 naar 16
            Het klopt dus wel.
            Ik refereerde aan de salarissen uit de periode omstreeks 1970.
            In 1991 gaan de parlementariërs naar max schaal 14.
            Nu is de schadeloosstelling op het niveau van max schaal 16.
            De 1e grader (LD) zit nog steeds op het niveau van schaal 12, voor zover mij bekend.

          • Van 12 naar 10
            “De” 1e grader bestaat niet. Was het maar waar: de modale eerstegrader van nu wordt, zoals bekend, doorgaans afgescheept met schaal 10, en verdient daardoor nauwelijks meer dan een kleuterleidster.

        • Ondergesneeuwd
          Wat de discussie over de salariëring van eerstegraders niet meer genoemd wordt is dat de overheid bij het bepalen van de hoogte van de lump sum voor de scholen er van uit gegaan is dat eerstegraders werkzaam in de eerstegraadssector volgens schaal LD zouden worden betaald. Als Plasterk nu toch de gelden die de schoolbesturen voor de salarisverhoging van hun leraren op de werkvloer zullen krijgen wil afschotten binnen de lump sum zou dat meteen kunnen worden meegenomen. Hij dwingt de scholen dan om het extra geld dat zij al voor eerstegraders kregen voortaan ook te gebruiken waarvoor het bedoeld was. (Dat dat zo bedoeld was bleek ook uit de misleidende Brusselse weergave van de eerstegraads salarissen in Nederland in het salarisoverzicht van docenten in de theoretische secundaire bovenbouw in de Europese landen). De salariëring van de docenten bovenbouw HAVO/VWO naar de vereiste vooropleiding zouden de schoolbesturen dan uit hun eigen bestaande budget moeten betalen en Plasterk hoeft dan niet bang te zijn om bij de PvdA zijn politieke nek te breken bij het zoeken naar deze noodzakelijke pijler voor zijn herstellingsplan van het onderwijs. Seger Weehuizen

          • Eerstegraads docenten en eersteklas sopranen
            Dat is een interessant punt. Als ik voor een concert een sopraan en een bariton nodig heb, en een goede sopraan kost zo’n 1000 euro en een goede bariton heb je al voor 700 euro, en ik geef een impresario 1700 euro voor een goede sopraan plus goede bariton, ben ik dan in mijn recht aangetast als op het concert de sopraan ondermaats blijkt, en de impresario bij nader inzien sopraan en bariton beide voor 700 euro heeft ingehuurd, en 300 euro in z’n eigen zak heeft gestoken? Dachtet wel.

            Als het echt zo is dat scholen de eerstegraads lessen in LD vergoed krijgen (dat zou ik graag feitelijk bevestigd zien) en in LB uitbetalen, dan heb ik een terecht punt van kritiek als de docent tegenvalt. Vandaar mijn gehamer op bevoegdheden en op gestandaardiseerde toetsen, die aan het licht kunnen brengen of de sopraan de hoge noten ueberhaupt wel kan halen.

            Ik merk op dat in dit voorbeeld de bariton op zijn gebied totaal niet onderdoet voor de sopraan op haar gebied, ondanks het verschil in marktwaarde. Een goede sopraan is nu eenmaal duurder, ook al zingen ze even zuiver. Zo is het leven, punt. En het publiek heeft recht op zuiver gezongen noten van zowel sopraan als bariton.

            Kortom, als de belastingbetaler via OCW de scholen een LD-salaris vergoedt voor bovenbouwuren (en dat is natuurlijk niet geoormerkt) dan is het aan de belastingbetaler om goed op te letten of hij/zij waar voor het goeie geld krijgt. Hadden we maar niet zo’n matige impresario in de arm moeten nemen en hem een all-in-bedrag moeten betalen.

          • bevestiging
            “Als het echt zo is dat scholen de eerstegraads lessen in LD vergoed krijgen (dat zou ik graag feitelijk bevestigd zien)”

            Als het goed is heb ik nog een (juist hierom bewaard) SchoolJournaal van het CNV liggen, met een artikel waarin e.e.a. uit de doeken wordt gedaan. Niet voor niets was op de omslag een foto te zien van een ‘vette worst LD’ met een treurend docenten-gezicht erachter.
            Als ik binnenkort even tijd heb duik ik m’n boekenkast in.

          • ik vertrouw(de) op mijn herinnering
            Ik ga op dit moment af op wat ik mij herinner gelezen te hebben. Bij het overdragen van de bevoegdheid om salarissen te regelen zou het ministerie bij zijn toelichting op de hoogte van de lump sum wel degelijk het hogere salaris van eerste graders genoemd hebben maar tevens de schoolbesturen toestemming gegeven hebben om af te wijken van zijn salarissystematiek. Ik ontdekte dit toen ik meedeed aan de strijd om de rectificatie van het in Brussel opgegeven bedrag van het salaris voor eerstegraders. Dat was namelijk op LD gebaseerd.
            Seger Weehuizen

          • Bekostiging scholen
            Ik heb een tijdje terug gekeken naar bekostiging van scholen (zie hier op de BONsite). Dat ging over de 1040 uren norm, maar voor deze discussie zijn de feiten die ik toen boven tafel haalde ook relevant.

            Een korte samenvatting: de lumpsum is ooit vastgesteld op basis van een aantal aannamen. Voor een VBO leerling kreeg een school 0.06 docent FTE, per VWO leerling 0.05 docent FTE (voor een LWOO leerling is dit maar liefst 0.11 FTE). De bekostiging is er dus op gebaseerd dat VBO klassen kleiner zijn dan VWO klassen. Echter: per VBO docent FTE krijgt een school 60.000 euro en per VWO docent FTE krijgt een school 70.000 euro. De bekostiging is ook gebaseerd op het feit dat een VWO leraar meer verdient dan een VBO leraar.
            Het is (natuurlijk) iets ingewikkelder dan boven beschreven, maar kortweg komt het hier op neer.

          • Geef de vwo-leerling wat de vwo-leerling toekomt
            Volgens deze norm maakt een vbo-school met 300 leerlingen dus 12 klassen met 25 leerlingen, en een even grote vwo-school 10 klassen met 30 leerlingen. Zo zijn die factoren 0.06 en 0.05 fte verdisconteerd in klassengrootte. Maar voor het onderwijs aan die 12 vbo-klassen zijn (12 * 1040) / 750 = 16,6 docenten nodig, en voor het onderwijs aan die 10 vwo-klassen (10*1040)/750 = 13,8 docenten.

            Het onderwijs aan die 300 vbo-leerlingen kost dan 16,6 * 60.000 euro = 996.000 euro.
            Onderwijs aan die 300 vwo-leerlingen kost dan 13,8 * 70.000 euro = 966.000 euro.

            Als we alle vwo-docenten het hoge salaris geven, investeren we nog steeds 30.000 euro minder in vwo-leerlingen.

            Sterker nog, als we beseffen dat vwo-onderbouwers door tweedegraders (of als tweedegrader betaalde eerstegraders) onderwezen worden, kosten die 300 vwo-leerlingen 6,9 * 60.000 euro + 6,9 * 70.000 euro = 897.000 euro.

            Volgens de lumpsum-norm investeert de samenleving dus een ton minder in deze vwo-school dan in de vmbo-school, alleen al aan salarissen.

            In de praktijk wil men vbo- en vwo-docenten hetzelfde betalen, namelijk LB. De vwo-school kost dan 13,8 * 60.000 euro = 828.000 euro. Maar de school *ontvangt* 966.000 euro.

            Uiteraard is lesgeven aan 30 leerlingen zwaarder dan aan 25 leerlingen, zowel in de les (orde, aandacht) als buiten de les (correctiewerk, feedback), nog afgezien van het mentoraat. Leraar en leerling betalen de prijs.

            Schoolleidingen sjoemelen bij het leven – met dank aan de wet BIO, de lumpsum, het onzichtbare personeelsbeleid, en de naar eigen hand te zetten en te maskeren schoolprestaties. We kunnen wel raden wat er gebeurt. Eerstegraders mogen lesgeven aan grote klassen voor een laag salaris; de schoolleiding strijkt die twee ton extra op om er joost-weet-wat mee te doen; het kost geen centje pijn om de eerstegrader te vervangen door even goedkope tweedegraders; ende vwo-leerling heeft het nakijken.

            Omdat er niemand zijn belang verdedigt.

          • extra periodiek
            Eens was een braaf en ijverig ambtenaartje. Zo kreeg ik eens 3 periodieken in een jaar. Op deze wijze kan je de uitmuntende tweede grader ook een extra blijk van waardering geven in LB.
            Geen zinnig argument gehoord waarom de eerstegrader niet weer in 12 zou horen.
            Standaard ieder jaar een periodiek. En een extra soms als incentive, dat kan in iedere schaal. Alleen de scholen houden ons arm, in plaats van het doelgericht inzetten van beloningsinstrumentarium.

          • Soms ben ik pessimistisch – maar met reden
            Historica schreef: “De scholen houden ons arm”.

            Het is nog erger. Dat ‘arm houden’ houden de scholen vol, totdat je vertrekt. En dan zetten ze er een on(der)bevoegde voor in de plaats (voor hetzelfde salaris). De facto daalt de kwaliteit van het onderwijs, maar de belastinbetaler is hetzelfde kwijt en kan de daling in kwaliteit niet waarnemen. De leerling is de dupe.

            Nog een jaar klagen in dit BON-forum, en je bent zo opgefokt dat je de eerste de beste kans aangrijpt om leuker werk tegen een betere beloning te doen. Of je blijft in het onderwijs werken maar voelt je een carriere lang verongelijkt. Te weinig bevoegde docenten kiezen voor de laatste optie, zodat het tekort aan leraren nog flink zal oplopen.

            Je zult momenteel maar kinderen op de basisschool hebben. Die over vijf, zes jaar afhankelijk worden van de ‘leraren’ die over vijf jaar in het vo de dienst uitmaken. Ik herinner er nog maar eens aan dat nu al, aan de vooravond van de Grote Uittocht uit het vo, al een derde van de lessen onbevoegd wordt gegeven.

          • per leerling even veel
            “Als we alle vwo-docenten het hoge salaris geven, investeren we nog steeds 30.000 euro minder in vwo-leerlingen”????
            In jouw voorbeeld wordt aan een leerling, onafhankeleijk van het VMBO-er of VWO-er zijn 3320 EURO per jaar uitgegeven. Een VWO-leerling moet daarvoor echter accepteren dat hij in een grotere klas zit en de eerstegrader mag mag daarom per lesuur meer verdienen.
            Seger Weehuizen

          • Vwo-leerlingen delven onderspit
            Je hebt toch wel meegerekend? In mijn voorbeeld kosten 300 vbo-leerlingen 996.000 euro en 300 vwo-leerlingen 966.000 euro. Het verschil bedraagt 100 euro per leerling, en dat is dan nog in het geval de vwo-leerling louter eerstegraders en de vbo-leerling louter tweedegraders voorgeschoteld krijgt. Het is dus niet zo, zoals jij stelt, dat vwo- en vbo-leerlingen precies hetzelfde kosten. In vwo-leerlingen wordt structureel ondergeïnvesteerd. Dat is mijn punt.

          • Niet helemaal
            Zoals ik al zei is het iets ingewikkelder dan ik boven kort schetste (zie de link die ik gaf voor referenties naar achtergronddocumenten van het ministerie). Zo lijkt het dat een school die ook VBO aanbied voor een VWO leerling 0.06 docent FTE krijgt. Een categoriale VWO school krijgt slechts 0.05 docent FTE per leerling. Ook is er nog een vaste voet die brede scholen bevoordeelt. Het bekostigingssysteem lijkt vooral negatief voor de categoriale gymnasia en lycea.

          • Raar om te vergelijken
            Naar mijn gevoel zou er gekeken moeten worden naar wat een leerling op een bepaald niveau nodig heeft om (toch) tot het eindniveau te geraken. Het is idioot om dat alleen op basis van getallen te doen. Iemand met kanker kost ook veel meer verzekeringsgeld dan ik. Moet ik nu ook eisen hetzelfde te ontvangen?

            Een ander aspect van hetzelfde is dit: bij ons in het MBO barst het van de jongeren met problemen. Juist degenen die de meeste aandacht opeisen (spijbelen, rotgedrag, justitieproblemen etc.) verdwijnen vaak voortijdig van school. Zij kosten ons veel energie en tijd (is geld) en ze leveren niets op, want als ze voortijdig stoppen krijg je (door de twee leerlingtellingen per jaar) geen geld meer voor ze en kun je ook fluiten naar de outputfinanciering. Dat kan voor veel scholen hééél goed een reden zijn om risicoleerlingen niet meer door de intake te laten komen.

            Je moet trouwens leerlingen die consequent spijbelen of wangedrag vertonen kunnen verwijderen van de school. Dat kost veel energie (brieven sturen, schorsen etc.) Als je dan een dossier hebt mag je ze (dankzij de aanval op de uitval) misschien wegsturen. Wordt wel direct je inputfinanciering (tweede telling) ook stopgezet. Ik snap heel goed dat veel opleidingen lekker accepteren dat jongeren wegblijven. Dan heeft toch iedereen zijn zin. De jongere een stufi en de school een inputfinanciering. Bovendien spaart dat een hoop begeleidingsenergie.

          • Ken je de nieuwe wetgeving, Hinke?
            Leerplicht (kwalificatieplicht) opgetrokken tot 18 jaar. Dit kreeg ik in mijn mailbox:
            Deelnemers van 16/17 bijvoorbeeld mogen niet meer zomaar uitgeschreven worden en de opleiding krijgt een inspanningsverplichting om een leerling, die vastloopt, een goede herplaatsing aan te bieden. Ook moeten we veel meer nog op de presentie gaan letten en veel eerder gaan melden bij leerplicht.
            Anderzijds kunnen leerlingen (ouders), die te veel verzuimen, een boete of erger gaan krijgen.

          • Gezondheidszorg vergelijking
            Hinke, ook in de gezondheidszorg worden sommetjes gemaakt. Als er bijvoorbeeld een nieuw kankermedicijn op de markt komt, dan wordt gekeken hoeveel maanden (gezond) leven dit oplevert. De kosten voor die pil worden door dit aantal maanden gedeeld. Is dat bedrag te hoog, dan wordt dit medicijn niet vergoed.

            Je kunt geld maar 1 keer uitgeven en je wilt het daar besteden waar dat het meeste oplevert. Dan maak je dus een keuze tussen een nieuw kankermedicijn of een nieuw aidsmedicijn vergoeden of tussen kleinere VMBO klassen of meer geld voor de VWO leraar.

          • en jij kiest voor VWO…??
            Keuzes moeten gemaakt worden. Klopt. Het hangt ervan af op welke gronden je kiest.
            Mag ik uit je reactie opmaken dat jij kiest voor investeren in de VWO leerling?

            Dan zul je begrijpen dat ik dat geheel niet met je eens ben. De samenleving heeft veel belang bij goed opgeleide kenniswerkers, maar ook buitengewoon veel belang bij goed opgeleide verzorgsters, loodgieters enz. Daarnaast heeft de samenleving er een zeer groot belang bij dat mensen hun leven niet in ledigheid gaan leiden, geen doel in hun leven hebben, last krijgen met hun identiteit, slechts korte-termijnplannen hebben, zichzelf niet als losers zien enz. De laatste categorie zal zo ontevreden worden of zijn, dat ze -hoe dan ook- aan hun trekken willen komen. Diefstal, geweld en andere criminaliteit is hierbij het grootste risico. Wie niet zorgt voor de kwetsbaarste groepen krijgt zijn trekken thuis.

            Misschien is dit vraagstuk trouwens een nieuwe discussie waard.

          • ad mare librum edcativum
            De overheid mag van mij tonnen uitgeven aan de opleiding van jonge mensen die een loser dreigen te worden. Als ze haar wurggreep op het VWO maar zou opgeven. Als wij hetzelfde geld per VWO-er zouden krijgen als de bestaande scholen zou ik met een aantal andere ouders een kleine VWO-school kunnen oprichten die zonder aanvullend schoolgeld daartoe geschikte leerlingen in zes of vijf jaar goed zou kunnen voorbereiden op universitair onderwijs. Andere ouders op andere plaatsen in Nederland zouden ons in dit voorbeeld volgen. Maar al het subsidiegeld blijft naar de besturen van grote schoolorganisaties gaan die er een zooitje van maken. Wat zijn dat toch voor rare politici en beleidsmakers die hun geld alleen maar willen geven aan de leiders van de scholen die de de opvolgers zijn van de scholen die er toevallig waren toen het budgetsysteem werd ingevoerd. De overheid steunt, soms zelfs financieel, mensen die een eigen bedrijfje beginnen maar op het onderwijsveld laten ze het afweten. De schoolbesturen runnen hun scholen alsof het familiebedrijven zijn die een bepaalde put through moeten verwezenlijken om het welvaartsniveau van de famiglia aan de top te kunnen garanderen. Een famiglia die mede verantwoordelijk is voor de basivorming en studiehuis die onze kinderen dom moesten houden. Maar niemand anders krijgt de kans om te laten zien dat hij het beter kan en bereid is om van ongefundeerde zelfverrijking af te zien ten behoeve van goed onderwijs. Let our people go. Seger Weehuizen

          • Nee dat mag je niet
            Nee Hinke, uit mijn reactie mag je niet opmaken dat ik kies voor investeren in de VWO leerling in plaats van investeren in de VMBO leerling.

            Ik vind het systeem zoals de overheid dat bedacht had zo slecht nog niet: besteed aan alle leerlingen in het VO hetzelfde, maar besteed dit geld voor VMBOers aan kleinere klassen en voor VWO leerlingen aan meer salaris voor de leraar. Dat aan LWOOers meer besteed werd dan aan anderen (nog kleinere klassen en meer salaris om de extra opleiding die de leraar zal moeten volgen om met deze moeilijke leerlingen te werken), ook dat kan ik goedkeuren.

            Jij (Hinke) doet alsof alle VMBOers probleemleerlingen zijn en als LWOOers behandelt moeten worden. We hebben het hier wel over 60% van de Nederlandse kinderen! Ik kan hierin dan ook absoluut niet met je meegaan. Een speciale (LWOO) behandeling zou voor zeker niet meer dan 10% van de kinderen moeten gelden. Als meer dan dat percentage allerlei psychosociale problemen heeft, dan definieer je psychosociaal probleem te ruim.

          • … dan definieer je psychosociaal probleem te ruim
            Ik vrees van niet Mark.
            Ik denk dat dat het aantal psychosociale probleemgevallen geen natuurconstante is. Door de maatschappij zoals we die nu hier hebben is er iets heel erg verkeerd gegaan (en gaat dat nog steeds verkeerd) met de opvoeding van enorme aantallen kinderen. Wellicht ook genetische problemen zelfs.

            Voeg daarbij dat “we” daar in het onderwijs volslagen verkeerd op hebben gereageerd door het individueel technisch onderwijs af te schaffen en alles bij elkaar in het VMBO te zetten.
            Zelfs dát zou wellicht nog te overkomen zijn met degelijk en gestructureerd onderwijs, maar als je die psychosociale probleem gevallen vooral in projectjes met anderen samen laat werken, dan zijn er in plaats van de 30 mogelijke interacties (van een leerling naar de docent), 30×29 mogelijke interacties (alleen al binnen tweetallen)

            Kortom: het is veel n eveel erger dan 30 jaar geleden en de onderwijsvernieuwlers hebben enorm hun best gedaan om de werkelijk absoluut stomste manier te bedenken om daar mee om te gaan.

          • Onderwijsvernieuwling
            Maar de oplossing is dus niet om die eigenhandig gecreeerde psychosociale gevallen in klassen van 10 samen te laten werken aan projectjes. Dat kost een heleboel geld en lost niks op.

            Voor zo een hooguit 10% zal gestructeerd onderwijs in klassen van 20 leerlingen door een ‘gewone’ leraar niet voldoen, die moet je in kleinere klassen zetten met een ‘speciale leraar’ (en -dus- met nog beter gestructeerd onderwijs). Maar alle ‘gewone’ VMBO leerlingen kun je in een klas van 20 zetten met een ‘gewone’ leraar ervoor. Zo een ‘gewone’ VMBO leerling hoeft dan niet meer te kosten dan een VWO leerling.

            Als onze maatschappij inmiddels qua nurture en nature zo ver is dat 60% van de leerling feitelijk in het speciaal onderwijs thuishoort, dan is de situatie zo goed als hopeloos. Zo erg is het denk ik nog niet (al moet ik toegeven dat mijn laatste persoonlijke ervaring met wat nu het VMBO is 10 jaar geleden was, dus ik kan het mis hebben).

          • Niet alle VMBO-ers
            Mark, ik doe niet alsof alle VMBO-ers probleemgevallen zijn. Ik bedoel wél dat vrijwel alle probleemgevallen in het VMBO zitten. Helaas gebeurt dat vaak doordat VWO en HAVO hun lastige leerlingen (maar wel met een normale begaafdheid voor HAVO of VWO) afschuiven naar het VMBO. Daarover ben ik werkelijk ontzettend kwaad.

            Ik vind het zó onrechtvaardig dat de (formeel) laagste vorm van onderwijs die we in dit land hebben ook de probleemgevallen onder zijn hoede moet nemen. Dát is pas onrecht!

            Overigens: jouw opvatting: zelfde geld, bij VMBO besteden aan kleinere klassen, bij VWO aan hoog-opgeleide leraren vind ik zo slecht nog niet als principe. Je zou moeten kijken hoe het uitwerkt.

            Ik vind echt dat je in het VMBO met MAXIMAAL 20 leerlingen per klas moet kunnen werken om een goed resultaat te kunnen krijgen. Misschien kan dat in het VWO 25 zijn….?? Mijn ervaring is dat boven de 25 ll per klas een leerling niet meer gekend kan worden. Zeker als je de meeste vakken maar 2 of 3 uurtjes per week hebt. Vooral voor de stille leerlingen is dat erg. De schreeuwers worden toch wel gezien.

          • Afspraak
            Bij ons is het een principe-afspraak, wat jij hier schetst. VMBO max 20, havo/vwo max 25. Bij meer lln worden extra uren toegekend; bij meer dan 5 vindt er splitsing plaats.

          • een zes is ook een negen
            Een typische Segerfout. In mijn perceptie stonden rechts en links twee negens, maar nu zie ik dat er één op zijn kop staat. Er moest ook iets niet kloppen want je hebt een verhouding van 5:6 en van 6 :7 dus ik begreep al niet dat er dezelfde antwoorden uitkwamen. Op een analoge klok lees ik wel eens 10 0ver 11 als het in feite 10 voor 1 is. Ik ben duidelijk gestoord. sorry
            Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.