Kranten over de commissie Dijsselbloem: 6 december

Dit is wat de kranten schreven over de verhoren door de commissie Dijsselbloem van 6 december.

Deze dag werden kamerleden en een minister gehoord:

  • Barth en Dijksma (PvdA)
  • Cornielje (VVD)
  • Lambrechts (D66)
  • Vergeer (SP)
  • Van der Hoeven (minister)

Het Financieele Dagblad
Netelenbos was doof voor kritiek en onthield de Kamer informatie

Staatssecretaris Tineke Netelenbos wilde niet horen dat de meerderheid van de scholen niet op tijd klaar zou zijn om in 1998 nieuwe profielen in te voeren in de bovenbouw van havo en vwo. Klagers deed ze bewust af als achterblijvers die toch nooit zouden meewerken aan vernieuwing, terwijl in werkelijkheid juist de proefscholen bij haar aan de bel trokken.

Dit heeft Ursie Lambrechts, oud-onderwijswoordvoerder van D66 in de Tweede Kamer, gisteren gezegd tegen de parlementaire commissie die de onderwijsvernieuwingen onderzoekt. Ik voel me met terugwerkende kracht genomen , zei Lambrechts. Als het waar is wat haar ambtenaren hier hebben gezegd, en ik heb geen reden daaraan te twijfelen, dan is ons bewust informatie onthouden.

Toen de tweede fase met de profielen in 1998 werd ingevoerd, bleek algauw dat het overladen programma onuitvoerbaar was voor scholieren en docenten. Dit leidde in 1999 tot een massale scholierendemonstratie.

Volgens Lambrechts heeft zij voor de invoering regelmatig Kamervragen gesteld, waarop steevast geruststellende antwoorden kwamen van Netelenbos. De uitgevers zouden gegarandeerd op tijd klaar zijn en het zou allemaal niet ingewikkelder worden, eerder simpeler. Lambrechts: Nou, u weet hoe het gelopen is. Ik heb de staatssecretaris wel eens gezegd: draait u mensen soms de arm om? De ene na de andere partij in het onderwijsveld ging in de laatste fase om en zei: oké, dan moet het maar. Blijkbaar stonden ze niet erg stevig in hun schoenen.

Lambrechts neemt het zichzelf achteraf kwalijk dat ze als Kamerlid niet heeft gevraagd om een onafhankelijk onderzoek naar de tweede fase. Morgen wordt Netelenbos door de commissie gehoord.

Behalve Lambrechts werden gisteren nog vier andere onderwijswoordvoerders gehoord, ieder met hun eigen teleurstellingen over de onderwijsvernieuwingen. Marleen Barth van de PvdA, Kamerlid van 1998 tot 2002, toonde zich nog steeds een groot voorstander van de basisvorming, die ze ziet als opvolger van de middenschool, het socialistische ideaal van gelijke onderwijskansen voor iedereen. Bij haar komst in de fractie moest ze echter constateren dat een deel van de PvdA ers die idealen niet langer deelde. De tragiek van de basisvorming is dat er nooit is geïnvesteerd in de pedagogisch-didactische gereedschapskist. Er is te weinig tijd geweest om het een kans te geven en de leraren in de onderbouw te leren hoe ze ermee 0m moesten gaan.

Clemens Cornielje van de VVD betuigde spijt dat hij zich niet sterker heeft verzet tegen de negatieve beeldvorming van scholen in ontwikkeling. Er zijn veel te snel oordelen geveld over het al dan niet slagen van onderwijsvernieuwingen. Als voorbeeld noemde hij de vmbo-scholen. Nog voordat de eerste leerling eindexamen had gedaan, werd dat schooltype afgeschoten.

Cornielje betreurde overigens niet dat na de invoering van het vmbo minder leerlingen doorstroomden naar de havo. De route vmbo-mbo-hbo is in zijn ogen nog steeds de koninklijke weg .


De Volkskrant
Tegenstemmen was in de coalitie geen optie’ Basisvorming 1993;
De fractiespecialisten Onderwijs geven toe dat het fout liep met de onderwijsvernieuwingen

Ze hebben dagen, soms weken achtereen over de onderwijsvernieuwingen gedebatteerd. Kritiek gehad, maar uiteindelijk stuk voor stuk ingestemd. De fractiespecialisten van CDA, PvdA, VVD en D66 geven bij de commissie-Dijsselbloem toe dat het mis ging.

CDA-Kamerlid Wim van de Camp is in de karavaan getuigen een van de weinigen die ondubbelzinnig verantwoordelijkheid nemen voor de basisvorming. ‘We gingen er op dat moment van uit dat het zou werken.’ De basisvorming was volgens hem een historische doorbraak. ‘We maakten het onderwijs gereed voor de multiculturele samenleving.’ Eén ding is fout gegaan, zegt de CDA’er. ‘We hebben de vbo-leerling overschat. Het pakket was voor hen te theoretisch.’

Ook Sharon Dijksma, destijds onderwijswoordvoerder van de PvdA, nu staatssecretaris, was ervan overtuigd dat brede basiskennis goed was voor kinderen. ‘Het was de algemene opinie. Het inzicht dat je kinderen niet helpt door ze allemaal gelijk te behandelen, kwam pas later.’

Haar opvolger op het dossier, Marleen Barth, nu voorzitter van de vakbond CNV Onderwijs, hield zelfs toen andere fractiegenoten gingen twijfelen, hardnekkig aan de basisvorming vast. ‘We hadden als PvdA al te veel water bij de wijn gedaan’, aldus Barth donderdag. De PvdA had al moeten afzien van het echte ideaal: de middenschool, waarin alle leerlingen tot 16 jaar in één klas zitten.

De VVD stemde tegen de basisvorming vanwege de afwezigheid van beroepsgerichte vakken.
——————
Bij de tweede fase (profielen en studiehuis in de bovenbouw) wijzen de Kamerleden boosdoeners aan: staatssecretaris Netelenbos, vakbondsvoorzitter Tichelaar en de overenthousiaste procesmanagers die de introductie begeleidden. Vooral Ursie Lambrechts van D66 was fel. ‘Draaide Netelenbos critici de arm om, of chanteerde ze ze?’ De druk was groot, zegt Lambrechts. ‘Voor een coalitiepartner was tegenstemmen geen optie.’

Samen met Cornielje van de VVD dicht ze Tichelaar (nu PvdA-fractievoorzitter) een dubieuze rol toe. De avond voor het ‘go/no go’-debat dineerde de vakbondsvoorzitter met Netelenbos in Nieuwspoort, om de volgende dag per fax zijn kritiek in te slikken. Dat brak de laatste weerstand in de Kamer.

Het ministerie hield bij het beslissende debat bovendien een onwelgevallig rapport van de onderwijsinspectie onder de pet, zeggen Lambrechts en Cornielje. Het kwam drie dagen later: bij de pilots bleken minder goede leerlingen af te haken. ‘Of Netelenbos het achterhield, of de inspectie… Maar de Kamer is op het verkeerde been gezet’, aldus Cornielje.

De procesmanagers – ‘een sekte’ volgens Lambrechts – staan er bij de hele Kamer negatief op. ‘Ze legden aan niemand verantwoordelijkheid af’, stelt Dijksma.
—————
Het vmbo, zegt VVD’er Cornielje, hoort helemaal niet in het rijtje mislukte onderwijsvernieuwingen thuis. ‘Op negen van de tien scholen gaat het goed’, aldus de huidige commissaris van de koningin (Gelderland) donderdag. ‘En op die ene waar het fout gaat, ligt het aan de omgeving, niet aan de onderwijsvorm.’ De negatieve beeldvorming heeft het vmbo in de kiem gesmoord, zegt Cornielje. ‘Nog vóór de eerste lichting leerlingen een diploma haalde, is het afgeschoten.’

Fractiespecialisten van andere partijen zijn niet over het vmbo ondervraagd.


Algemeen Dagblad
Oud-Kamerlid: Netelenbos lichtte Kamer onvolledig in

Bij de invoering van de tweede fase in het voortgezet onderwijs heeft toenmalig staatssecretaris Tineke Netelenbos (Onderwijs) de Tweede Kamer onvolledig ingelicht.
Dat zei oud-Kamerlid Ursie Lambrechts gisteren bij de parlementaire onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Terwijl Netelenbos volgens Lambrechts wel moest weten dat proefprojecten met dat onderwijssysteem niet goed liepen, vertelde ze daarover niets aan de Kamer. Kort nadat de Kamer Netelenbos het groene licht voor de tweede fase gaf, presenteerde de onderwijsinspectie een vernietigend rapport over de proefprojecten. ,,Ik voel me met terugwerkende kracht genomen,” aldus Lambrechts.
Oud-Kamerlid en huidig staatssecretaris van Onderwijs Sharon Dijksma zei eerder op de dag dat er volgens haar bij de komst van de tweede fase te weinig naar de goede invoering is gekeken, maar vooral naar de samenstelling van het vakkenpakket. En toen het pakket eenmaal was ingevoerd, ging de politiek al bij eerste golf kritiek op de zwaarte van het lesprogramma over op het schrappen van vakken. ,,Een vak als algemene natuurwetenschappen heeft daarmee niet zo veel bestaansrecht meer.”


NRC
Tegenstemmen was niet aan de orde;
Voormalig Kamerleden tonen onmacht om onderwijs vernieuwingen te controleren

Kamerleden hadden de vernieuwingen in het onderwijs kunnen terugdraaien. Maar ze werden bedrogen en genegeerd, zo zeiden ze gisteren tegen de commissie die dit onderzoekt.

Het is onmogelijk om een staatssecretaris tegen te houden die haar regeerakkoord moet uitvoeren.

Dat bleek gisteren, de dag dat de parlementaire commissie onderwijsvernieuwingen Kamerleden ondervroeg over hun rol bij de invoering van diverse onderwijsvernieuwingen.

Het was ook niet makkelijk om Kamerlid te zijn, in de periode dat de basisvorming, de Tweede Fase, het nieuwe leren en het vmbo werden ingevoerd. Het was soms zó onoverzichtelijk, verzuchtten de Kamerleden.

Neem de invoering van de Tweede Fase met nieuwe vakkenpakketten (profielen) op havo en vwo. Lobbygroepen liepen de Kamerleden plat; elk schoolvak had een lobby, zo vertelde voormalig Kamerlid Sharon Dijksma, thans staatssecretaris van Onderwijs voor de PvdA. Door al die focus op de vakken hadden de Kamerleden, zo gaf Dijksma toe, amper aandacht gehad voor de vraag of scholen de Tweede Fase eigenlijk wel konden uitvoeren. En was het dus misgegaan.

De voormalige Kamerleden Ursie Lambrechts (D’66) en Clemens Cornielje (VVD), hadden daarbij nog een ander probleem: ze voelden zich belazerd door de voormalige staatssecretaris Tineke Netelenbos (PvdA).

Lambrechts bijvoorbeeld, hoorde rond de invoering van de Tweede Fase voortdurend kritiek van leraren en scholen, dat de nieuwe vakkenpakketten veel te zwaar waren voor de leerlingen. En dat scholen nog lang niet klaar waren voor de invoering. Maar Netelenbos bezwoer de Kamer dat alles prima ging.

Lambrechts dacht nog “ben ik nou gek of is de staatssecretaris het”, en liet een eigen enquête uitvoeren. Daaruit bleek dat haar “gut feeling” klopte: scholen waren niet klaar voor de Tweede Fase. Maar Netelenbos “wilde de kritiek niet meer horen”. Lambrechts liet het daarbij.

Clemens Cornielje, voormalig Kamerlid voor de VVD en thans commissaris van de Koningin in Gelderland, vertelde dat kort na een debat in de Kamer over de Tweede Fase, toen bijna alles al was afgesproken, er ineens een kritisch rapport van de Inspectie uitkwam. Daaruit bleek dat op scholen waar geëxperimenteerd werd met de Tweede Fase, minder goede leerlingen afhaakten. Cornielje voelde zich “op het verkeerde been gezet”.

De educatieve uitgeverijen hadden Lambrechts laten weten dat ze hun methodes niet op tijd klaar zouden hebben voor de invoering van de Tweede Fase in 1998. Maar een paar weken later las Netelenbos in de Kamer een brief voor van diezelfde uitgeverijen, dat ze het wél zouden halen. Van de voormalig ambtenaren Roelco Offerein en Ankie Verlaan, die eerder voor de commissie lieten weten Netelenbos te hebben gewaarschuwd voor te overhaaste invoering van zowel vmbo als Tweede Fase, had Lambrechts nooit wat gehoord. Lambrechts voelde zich daarover “alsnog genomen”.

Ze dacht wel eens: wat gebeurt daar, tijdens het overleg met de staatssecretaris? Wat doet ze met al die critici? “Draait ze hen de arm om?” Want na z’n overleg “valt de één na de ander om en zeggen ze ‘het moet maar zo’. Dan heb je als Kamerlid geen instrument meer, dan zijn al je wapens uit handen geslagen.”

Lambrechts had nog een goede tip om dit soort leugens en pushgedrag te vermijden: zet voor grote veranderingsprocessen als de onderwijsvernieuwingen geen aanvangsdatum in het regeerakkoord. “Anders wordt het een prestigekwestie.”

Alle Kamerleden stemden uiteindelijk voor de Tweede Fase. Lambrechts nam genoegen met een jaar uitstel. “Tegenstemmen was niet aan de orde”, zei ze. “Er moest iets gebeuren.” Ze bedoelde: D66 zat in de coalitie, dan stem je niet tegen. “Het ging niet over de vraag moeten we dit wel doen, maar om de vraag ‘wanneer’, en of er genoeg tijd en geld voor was”, zei ook Sharon Dijksma.

Lambrechts had het achteraf anders moeten doen, zei ze. De Kamer had een buitenstaander moeten vragen om de besluitvorming op een rij te zetten. “Niemand overzag het geheel meer.”

Ook raar: dat er niets gedaan werd met goede ideeën van Kamerleden, zoals die van Fenna Vergeer. Zij had geopperd lerarensalarissen niet langer door de scholen te laten betalen, maar door het Rijk.

Dat was sinds 1996 veranderd, toen scholen een grote zak geld kregen, de lump sum, waaruit ze alles moeten betalen. Logisch dat ze dan gaan bezuinigen op lerarensalarissen, zei de voormalige lerares Vergeer. “Leraren werden een kostenpost, waren niet langer menselijk kapitaal.” Logisch dat scholen dan minder leraren voor de klas zetten en kinderen zelfstandiger laten werken, zei Vergeer. Dat was goedkoper. Logisch dat dan het niveau van het onderwijs dan daalt. Daarmee had ze de kern te pakken van vrijwel alle huidige onderwijsproblemen.

Voormalig onderwijsminister Maria van der Hoeven (CDA) vertelde even later waarom Vergeer geen gehoor had gevonden. De lump sum was ingevoerd om scholen “meer autonomie” te geven. “Dan moet je de salarissen daar niet weer uit gaan halen, dan werp je schotten op.”

Wat er dan zo erg is aan die schotten, dat vroeg de commissie niet.


Trouw
‘Ik vrees dat politici zelden iets leren’;

De hoorzittingen in het parlementaire onderzoek naar onderwijsvernieuwingen worden vandaag afgesloten. In het onderwijs zelf heerst veel scepsis over de afloop.

Oud-D66-Kamerlid Ursie Lambrechts verbaasde zich telkens weer hoe in 1997 mensen hun standpunt wijzigden na een onderhoud met staatssecretaris Netelenbos die de tweede fase in het vervolgonderwijs moest invoeren. “Hoe kwam het toch dat al die mensen in vrijheid verklaarden: het is allemaal heel ingewikkeld en moeilijk, en die na een overleg met de staatssecretaris bijdraaiden. Wat deed zij toch met die mensen? Draaide ze armen om? Zette zij hen onder druk? Was er sprake van chantage?”

Ze doelde gisteren tijdens de hoorzitting onder meer op de overeenkomst tussen de toenmalige voorzitter Tichelaar van de Algemene Onderwijsbond met Netelenbos. De AOb had grote bezwaren maar liet zich afkopen met vijftig miljoen (toen nog) gulden voor invoeringskosten. Hetzelfde gold voor de uitgevers van schoolmateriaal die waarschuwden de boeken niet op tijd klaar te zullen hebben. Na overleg met Netelenbos draaiden ze bij.

Lambrechts zelf had, naar aanleiding van contacten met schoolleiders en leraren, haar twijfels over de verbreding en verdieping van het programma in de tweede fase. Maar ook zij liet zich overtuigen door Netelenbos dat de scholen er klaar voor waren. Achteraf, voor de commissie, noemde ze het procesmanagement voortgezet onderwijs (pmvo) dat de tweede fase begeleidde een ‘club met sekteachtige trekjes, met een blind geloof in de vernieuwing’.

Het pmvo wekte ook de stellige indruk dat het studiehuis verplicht was, zoals vele scholen dachten, maar dat was helemaal niet zo. Alleen de vier profielen waren verplicht. Dit beeld weersprak de staatssecretaris niet, omdat het studiehuis het leren in de profielen zou stimuleren, dacht het pmvo.

Ondanks haar twijfels heeft Lambrechts nooit gedacht tegen te stemmen. De handtekening van haar partij stond immers in het coalitieakkoord onder de invoeringsdatum. Lambrechts: “Dat was zeer onverstandig. Dan wordt het een prestigestrijd voor de staatssecretaris om die datum te halen. Daarin hebben we fout gehandeld.” Een paar dagen nadat de Kamer akkoord was gegaan, luidde de Onderwijsinspectie plotseling de noodklok. Scholen waren er inderdaad niet klaar voor, het lesprogramma was overladen. De daadwerkelijke invoering verliep rampzalig en moest al snel door de opvolger van Netelenbos, Adelmund, worden aangepast.

Lambrechts voelde zich belazerd. Tijdens de verhoren voor de commissie onderwijsvernieuwingen is haar gebleken dat Netelenbos waarschuwingen van Onderwijsraad, Onderwijsinspectie en andere ambtenaren negeerde. “Ik voel me met terugwerkende kracht genomen. We zijn op het verkeerde been gezet.”