27 Studeren in Frankrijk: Echo’s uit Nederland

Aller Zielen 2007
Meeresstille: tiefe Stille herrscht im Wasser, ohne Regung ruht das Meer…
Glückliche Fahrt: Geschwinde! Geschwinde! Es naht sich die Ferne, schon seh’ ich das Land!

Meeresstille und Glückliche Fahrt! Zou de opdracht aan onze dochter kunnen zijn op het katholieke Collège Stanislas, waar ze 60 à 70 uur/week moet werken. Romantiek bestaat er voor de Hollanders niet meer en Duits ook al niet, ‘radiostilte uit de hoofdstad en maar zien wat de eerste resultaten zijn’ zou een willekeurling er van maken. Ondertussen blader ik door de Vaderlandse schrijfsels die hier belanden, ze staan bol van internationalisering, kenniseconomie, Anglosaxon inuendo, knusheid, glunderfoto’s en studentengeluk, afgewisseld met bijtende kritiek: ‘Mijn generatie weet helemaal niks. En maar denken dat snel internetten een gave is’ (H. Wieger), men vraagt zich af of de critici in het zelfde land wonen. Ikzelf heb au fond niets met het Nederlandse onderwijs te maken, maar ik ben wel in een positie dat ik het kan vergelijken met wat in Frankrijk nog zo heel goed is, verbaas me over de zeldzaamheid van kennis door echte inspanning verkregen en mis het ‘opwekken van de bewondering’ (dixit Sarkozy) zoals ik dat zelf in mijn eigen studententijd heb aangevoeld, zij het niet binnen het Rotterdamsch Studenten Corps; de waardering van de geschiedenis en vooral van de litteratuur die aan een land diepgang geven; het respect voor wat goed is/was in het Koninkrijk, ook in esthetische zin; de ambitie van een goede taalbeheersing; interesse in- en talenkennis van de buurlanden. Dames en Heren Hooggeleerden, met alle respect, waarom bent U collectief niet in staat inhoud te geven aan ‘intellectueel Nederland’, hoge eisen weten te stellen; te versterken wat zo goed was, waar nodig de teugel te vieren? De moderne Droogstoppels die Kist, Van Rooy, Ritzen, van Wieringen (de Mijnheer van de ‘expatriots’), Franses)* enz. enz. heten, hebben in het pak van Sjaalman zitten graaien, alles wat ze niet meteen begrepen of dat imponderabel was hebben ze weggegooid. De arme Stern hebben ze er uit geflikkerd, die was te ‘schwärmerisch’(sic) )**. Van de ‘koffyhandel’ hebben ze alleen interesse in ‘handel’, wat de ‘koffy’ impliceerde aan inspanning en zweet, organisatie, ondernemingszin, samenleven met de locale bevolking, uitbundige natuur, doorzettingsvermogen, pioniersgeest, tropisch leed is hun worst. En van de brief over het doel van het onderwijs die ook in het pak zat: ‘Verlichting, Verfyning, Beschaving, Ontwikkeling, Veredeling’ hebben ze tot iets onherkenbaars herschreven,‘ultra light’ moet men tegenwoordig zeggen. ‘A camel is a horse designed by a committee’, als rechtschapen internationaal (?) denkende vergaderaars hebben zij zich daar aan gehouden en het gevolg is dat ze het land dat al zo plat was nog platter hebben gewalst en er een land van hebben gemaakt zonder een eigen stem, papegaaien delen er nu de lakens uit. Ze kunnen alleen nog maar gekolonialiseerd denken. Internationalisering? Pure onderwerping aan Amerika! Money! Money! Kenniseconomie? De kennis wordt al 25 jaar lang afgebroken. BON staat er bol van. Het is bij de beesten af dat in de economische faculteiten kennelijk de algemene kennis ontbreekt om het verband te doorgronden tussen de intellectuele armoede van de ‘internationalisering’ en de uitverkoop van het bedrijfsleven. Ze hebben geen gevoel voor nationale eigenwaarde en al helemaal geen gevoel voor de samenhang tussen de economie en de transcenderende krachten van een Koninkrijk. Het is het land geworden van de minste weerstand. Voor hen is alles ‘volk’ met behoeften zonder bezieling. Dat volk was al gewend andermans trappen op en af te gaan. Met de verkwanseling van de ABN-Amro Bank en zovele andere grote bedrijven zijn ze met z’n allen vreemdelingen geworden in hun eigen paleizen. Ze komen niet meer in aanmerking voor de hoogste verdieping, ook niet voor de uitbouw, de tooi, het gebruik, het pleizier ervan. En naar de Glorie kunnen ze fluiten. Naar hun mening wordt niet meer geluisterd. Besluiten worden nu genomen over hen, zonder hen. Onderin de wereldstapel mogen ze blij zijn dat ze wat snoep in hun knuistjes gedrukt krijgen als ze niet al te veel praatjes hebben en zich rustig houden. Internationaal? Ja, als knechten.

Wij, de Droogstoppels, denken daar anders over. We spreken nu Engels, dat soort Wall Street English! waar ze in de Parijse metro’s reclame voor maken (‘réussite garantie par contrat’); wij zijn de Wereldburgers van ons dorp en we slepen de overblijvende mooie banen in de wacht… Wij sturen onze kinderen als het enigszins kan niet naar zo’n rotuniversiteit waar we zelf op hebben gezeten, vooral nu nog minstens 10 jaar HNL analfabeten en 3e keuze buitenlanders er doorheen geperst worden die het niveau omlaag halen… Ja, we weten wel dat we in de ‘beaux quartiers’ van London en Parijs als aartsschlemiel worden versleten, maar dat hebben we er voor over, we voelen ons daar sowieso niet senang, de sfeer is er te elegant angehaucht. Wat internationale carrières betreft, hebben we weliswaar geruchten gehoord dat het gastland niet op ons zit te wachten en dat onze hoge kwaliteit, meestal niet op juiste waarde wordt geapprecieerd, ook niet door de nieuwe bazen in het eigen land, God betere het, maar dat vegen we voorlopig onder het tapijt)***. Ons best doen om Frans of Duits te leren, vinden we verloren moeite. De klassieken lezen doen we allang niet meer…

Waar is men in Nederland mee bezig?

)* We moeten hem dankbaar zijn dat er nog één Nederlandstalige masteropleiding op de Faculteit der Economische Wetenschappen in Rotterdam is. Fiscaal Recht. Naar ik hoor heeft hij alles wat niet materialistisch is, uitgeroeid. Hij heeft de langste CV (curriculum ‘vaitie’, zoals je dat nu moet zeggen) die ik ooit ben tegengekomen: 30 bldz. Ik denk dat vroeger Prof. Tinbergen dat op een A-4 deed.

)** ‘Als de borst hem gloeide van gevoel voor het ware en het schone, geen macht ter wereld hem beletten kon de tonen aan te slaan, die met zulk een gevoel overeenstemmen, en dat hy liever zweeg, dan zyn woorden omklemd te zien door de onterende kluisters der alledaagsheid’

)*** over de Heer J. Bennink, rapportage in het NRC van 12 november 2007: ‘Hij begreep dat hij geen kans maakte directeur te worden bij een Frans bedrijf, dat is voorbestemd voor Fransen’. U mag mediteren over de implicatie van die constatering: alle echelons moeten één toon lager zingen….