Overhead op HBO en universiteiten volgens Berenschot

Berenschot heeft in opdracht van de HBO-raad en de VSNU onderzoek gedaan naar de overhead bij HBOs en Universiteiten. Zie het persbericht op de VSNU site. Het rapport (en een bijlage) is hieronder te downloaden.

Berenschot heeft om de overhead te berekenen gekeken naar de functietitels. Een medewerker personeelszaken telt bijvoorbeeld als ‘zuivere overhead’ en een medewerker kwaliteitszorg als ‘onderwijs- en onderzoeksondersteuning’. Zie de bijlage. Opvallend: de functietitels van wat niet onder overhead in ruime zin wordt verstaan worden niet vermeld.

Met deze definitie komt Berenschot tot 25% zuivere overhead en 35% overhead in ruime zin.

25 Reacties

  1. overhead in het HBO en universitair onderwijs
    het overhead percentage lijkt hoog, vooral voor zuivere onderwijs funkties ;
    maar zolang er geen differentiatie is naar vakgebieden (tussen beta en alfa disciplines, bijvoorbeeld), zegt het cijfer nog niet veel ;

    maarten sev

      • overhead
        de overhead in onderwijs hangt niet alleen af van de bestuurlijke structuur (managers en diensten incluis) maar ook van de voorzieningen : die zijn voor de exacte vakgebieden (zeg maar : scheikunde, natuurkunde, biologie, maar ook medicijnen) veel uitgebreider dan voor de alpha of gamma richtingen (bijvoorbeeld letteren, rechten, economie, bedrijfskunde, bestuurskunde) ;

        voor de eerste groep (aannemende dat voorzieningen zoals lab faciliteiten bij de overhead kosten gerekend worden) is 25 of 35 pct (bereschot cijfers) een lage uitkomst ;
        voor de tweede groep lijken de percentages veel te hoog ; je zou vermoeden dat in die gevallen de kosten voor bestuurs-lagen een onenvenredig hoog deel van de uitgaven vormen ;

        • Re: overhead
          Beste saccoc,

          Berenschot keek alleen naar personeel. Gebouwen, lab faciliteiten etcetera worden buiten beschouwing gelaten.

          Wat het rapport van Berenschot laat zien is dat 25% van het personeel op een HBO of universiteit op geen enkele manier met onderwijs te maken heeft (het zijn managers, kantinejuffrouwen etcetera). Nog eens 10% heeft slechts zijdelings met onderwijs te maken (medewerker kwailiteitszorg, roostermaker etcetera). Wat onder de overige 65% valt is niet duidelijk: hoort de secretaresse van de hoogleraar hier ook bij? De analist? De opleidingscoordinator? Het lijkt van wel. Dus die 65% zijn niet allemaal docenten.

          • overhead
            thnx voor de verduidelijking ; ik had nog geen tijd om het berenschot rapport te fileren ; bij de cijfers die je noemt : dan is de situatie nog slechter dan men zou denken ;
            er is wel verschil tussen beta en alpha/gamma overheads :
            ondersteuning bij onderwijs, praktika, onderzoek in beta vakken vereist meer man-hours, vergeleken met alpha/gamma vakken ;
            gegevens van de wereldbank en van hun opleidingsinstituut EDI (helaas niet meer direct te traceren) geven aan dat een overhead van 25 pct normatief, maar wel aan de hoge kant was ; het komt dan ook op de preciese defintie van aan, hoe dat uitvalt ;
            docent input minder dan 65 pct (je schatting) is alarmerend ; natuurlijk hoort de juffrouw van de hoogleraar bij de overhead, ze draait geen productieve onderwijs-uren ;

  2. Fout.
    Dit onderzoek begint al fout, zie de eerste zin: “Berenschot heeft in opdracht van de HBO-raad en de VSNU onderzoek gedaan…..”.

    • Re: Fout
      Dat het in opdracht van de HBO-raad en de VSNU is geschreven maakt het onderzoek nog niet waardeloos. Het is wel iets om in de gaten te houden en een reden om het heel kritisch te bekijken.

  3. Nog erger dan ik dacht.
    Dus 60% primair / 40% secundair en 25% primair budget / 75% secundair budget (Meting van bureaucratie op scholen van Jan Bouwens en Anne Marie Oudemans). 1€ primair kost 4,5€ secundair.

    • Wat je niet wilt weten, meet je niet
      Een heleboel docenten in het hbo die ook als zodanig te boek staan, hebben geen enkel of nauwelijks contact met studenten (lessen bedoel ik). Het zijn “coördinatoren, ontwikkelaars” (taken die vroeger de docenten zelf uitvoerden), en wat dies meer zij. Toch tellen deze “docenten” volgens Berenschot in de berekening gewoon mee voor het primair proces. Het zijn immers docent-fte’s en dus primair proces. Tel datgene wat hierboven in de commentaren te lezen is erbij en de conclusie wordt dan: “wat je niet wilt weten, meet je niet”!

  4. Overhead
    Overhead is mede een gevolg van het lesmodel. PGO vraagt om meer overhead dan het pushmodel vanwege het multidisciplinaire karakter. In termen van kosten moet je dus ook afwegen of de extra lasten verbonden aan een model opwegen tegen de extra voordelen van dat model.
    Deze kosten/baten analyse heeft volledig ontbroken in deze onderwijsdiscussie. Op deze manier worden er gemakkelijk zaken ingevoerd zonder dat men feitelijk de consequenties begrijpt.
    Stel nu eens dat het PGO-systeem als consequentie heeft dat het aantal SBU-’s per DBU verdubbelt, vinden we het dan nog steeds een goed onderwijsmodel.
    Zo zijn de uren voor coördinatie, vergaderen, scholing etc. verdubbeld( van 300 klokuren naar 600 klokuren per jaar per FTE) mede als gevolg van het steeds ingewikkelder onderwijsproces. Is nu dat proces ook in dezelfde mate verbeterd? Volgens mij dus niet. Sterker nog, het is zo hopeloos ingewikkeld geworden dat de docenten vooral met zichzelf en het proces bezig zijn i.p.v. met de student.
    Tel hierbij de alsmaar verslechterende student/docent ratio( van 16 in de jaren 80 naar 27 nu in het hbo) en het alsmaar oprekken van bekwaamheidseisen van docenten en het is duidelijk dat de onderwijskwaliteit sterk aangetast is. Deze ratio wordt bepaald door het bestuur waarmee zij vastleggen welk deel van de inkomsten gebruikt mag worden voor het onderwijzend personeel. Ook dat oprekken van de bekwaamheidseisen komt voor rekening van de besturen. We zijn van 20 SBU per DBU afgezakt naar 45 SBU per DBU in 20 jaar onderwijsvernieuwing waarbij tevens de kwaliteit van de DBU sterk aangetast lijkt.
    Corgi

    • Re Corgi: afkortingen
      Beste Corgi, als ik uw stuk doorlees krijg ik het gevoel dat ik het helemaal met u eens ben. Maar omdat u nogal veel afkortingen gebruikt weet ik dat niet zeker. FTE, SBU, DBU, PGO…..zo’n insider ben ik nu ook weer niet.

      • Afkortingen
        Beste S.,
        Een SBU = studentenbelastingsuur(normaal is circa 1600/jaar)
        Een DBU = docentenbelastingsuur(normaal is 1659/jaar)
        FTE= full-time equivalent(komt overeen met een voltijd baan)
        PGO= probleemgestuurd of projectgestuurd onderwijs
        Corgi

        • meten
          Het enige wat echt gemeten kan worden zijn contacturen, waarbij de docent voor de klas staat. Om alle andere taken kan een rookgordijn worden opgetrokken.

  5. Is jullie opgevallen
    dat alleen de concerncommunicatie gerekend wordt onder overhead? Specifieke producten worden gerekend tot het primaire proces. Dus alle marketingcommunicatie is primair proces? En interne communicatie? En is in de opvatting van de instellingen interne communicatie wel of geen concerncommunicatie (als ik het me goed uit mijn NIMA-cursus herinner, is dat niet gangbaar).

    • Ja Fritzi
      Berenschot neemt een hele ruime definitie van primair proces. De definitie die Berenschot hanteert van ‘zuivere overhead’ is echter wel handig. Zo is het duidelijk dat 25% van de mederwerkers op HBOs en universiteiten morgen op straat gezet kan worden zonder dat de studenten daar ook maar iets van zouden merken.

      • Nog meer communicatie
        die betaald wordt van geld dat niet naar de leerlingen gaat (en afkomstig is van het stadsdeel): een vacature bij een scholengemeenschap voor een eigen medewerker pr en communicatie. De tekst staat hier.

  6. Studiegidsen etcetera
    Intussen hoorde ik van iemand die bij de HvA gewerkt heeft, dat het maken van producten als studiegidsen en interne nieuwsbrieven daar inderdaad niet werd gezien als concerncommunicatie en evenmin onder de afdeling marketing viel. Het schrijven van de gidsen was oorspronkelijk een taak van de docenten zelf.

    • Da’s bij ons eigenlijk ook zo
      Voor elk vak levert elke docent z’n pta-versie aan bij de admi. Zij maken er vervolgens een studiegids van; de secretaris eindexamens controleert of de pta’s wettelijk kloppen.

Reacties zijn gesloten.