Omdat jullie Bart Tromp zo goed vonden

Mijn vorige blogitem viel in goed aarde lijkt het, dus nog maar wat columns van Bart Tromp over Het Nieuwe Leren (ik hoop maar dat het knippen en plakken mag van Prof Tromp).
================================================
Het Parool 20 oktober 2005

Omgekeerde wereld ; Het onderwijs is een speelveld geworden voor nieuwlichters, bezeten van hun vaak bizarre theorietjes.

Lang geleden zag een universitaire studie er ongeveer als volgt uit. Hoogleraren gaven hoorcolleges. Die kon je bijwonen, maar dat hoefde je niet te doen. Als je een tentamen wilde afleggen in een bepaald vak, maakte je daarover een afspraak en kreeg je een lijst met de boeken die je daarvoor moest bestuderen.

Dat was heel lang geleden. De verschoolsing van het universitaire onderwijs neemt al jaren hand over hand toe. Er komen steeds meer werkcolleges in plaats van hoorcolleges, en die worden steeds verder gedisciplineerd. Bij vele geldt ten minste een aanwezigheidsplicht en de voorgeschreven stof wordt opgedeeld in wekelijkse porties, waarover om de haverklap toetsen worden afgenomen, terwijl het streven ook is studenten elke week een werkstuk te laten inleveren. Het eind is nog lang niet in zicht.

De voornaamste reden voor deze verschoolsing is het abominabele niveau waarop studenten de studie beginnen. Dit geldt zowel voor hun kennis en vaardigheden als voor hun vermogen tot zelfstandig studeren. Aan Nederlandse universiteiten zijn Duits en Frans allang dode talen. Dat betekent niet dat studenten het Engels en het Nederlands beter beheersen, omdat ze die andere talen niet meer hoeven te leren. Integendeel. Als in een werkstuk een passage te vinden is die helemaal in correct Nederlands geschreven is, gaat het met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid om plagiaat.

De inrichting van het huidige universitaire onderwijs is echter volkomen in strijd met het pedagogische regime in de voorgaande onderwijsfase, waarin het er nu juist om gaat scholieren voor een universitaire studie klaar te stomen. Welnu, dat doet dit voorbereidend wetenschappelijk onderwijs steeds minder. Daarvoor zijn verschillende oorzaken aanwijsbaar. De degradatie van het leraarschap bijvoorbeeld, waardoor het een uitzondering aan het worden is als leraren aan het vwo zelf een academische opleiding hebben doorlopen. De vermindering van de leerstof, kwantitatief (het aantal vakken) en kwalitatief (het niveau waarop die worden afgesloten). Op gymnasia werd vroeger Caesars De bello Gallico (over de Gallische oorlog) in de tweede klas gelezen. Nu is men daar pas in de zesde aan toe .

Maar de voornaamste factoren die het falen van het vwo verklaren, zijn ‘het studiehuis’ en ‘het nieuwe leren’. Beide zijn didactische vernieuwingen die erop gericht waren het vwo beter te laten aansluiten op de universiteit. In dit opzicht zijn ze een mislukking geworden, zoals ook blijkt uit een recente evaluatie die het ministerie van OCW heeft laten maken van het in 1999 ingevoerde ‘studiehuis’.

In ‘het studiehuis’ en ‘het nieuwe leren’ culmineerde een ontwikkeling die dertig jaar geleden is begonnen door de toenmalige minister van Onderwijs, Jos van Kemenade. Deze stelde dat didactiek, de methode van lesgeven, in het onderwijs belangrijker moest zijn dan vakinhoud en dat dit tot uiting diende te komen in de opleiding van leerkrachten en de inrichting van het onderwijs. Dit volkomen subjectieve uitgangspunt is kritiekloos gevolgd door opeenvolgende bewindslieden.

Het onderwijs is in deze jaren een speelveld geworden voor pedagogische nieuwlichters, bezeten van hun niet zelden bizarre theorietjes. Dat deze in het algemeen geen enkele wetenschappelijke fundering hebben, was allerminst een belemmering om ze op grote schaal in te voeren en af te dwingen. Zo vindt de Onderwijsinspectie klassikaal onderwijs verkeerd en krijgen scholen die daaraan vasthouden, strafpunten. Toch is er geen enkel bewijs dat deze onderwijsvorm slechtere resultaten boekt dan zogenaamde vernieuwingen.

De opzet van het studiehuis doet sterk denken aan de universiteit van een halve eeuw geleden. De scholieren zoeken het zelf maar uit, de leraar is ‘een begeleider’ geworden, die cijfers geeft aan de op basis van internetgrazen gefabriceerde ‘zelfstandige werkstukken’.

‘Het nieuwe leren’ versterkt deze aanpak. Uitgangspunt hier is dat kennis te snel veroudert om daar leerlingen mee lastig te vallen. Zij hoeven niets te weten; als ze alles maar kunnen opzoeken. Het gaat om ‘leren leren’, en dat moet gebeuren als de leerling daar zelf zin in heeft.

Aldus is in het onderwijs een omgekeerde wereld ontstaan. In het middelbare onderwijs wordt uitgegaan van leerlingen die zo zelfstandig en gemotiveerd zijn dat ze zichzelf alles zullen leren wat nodig is om aan de universiteit zelfstandig en gemotiveerd te functioneren. Maar omdat dit uitgangspunt niets met de werkelijkheid van doen heeft, moeten universiteiten wel verschoolsen, ook al gaat dat uiteindelijk ten koste van hun niveau.
=========================================================
Het Parool 3 november 2005

Het nieuwe leren ; maar leerlingen kunnen tegenwoordig geen staartdeling meer maken, ze zijn afhankelijk van hun rekenmachinetje

‘Het nieuwe leren’ schijnt nu het algemene uitgangspunt te zijn bij de inrichting van het middelbaar onderwijs. Een van de uitgangspunten ervan is dat ‘het oude leren’ achterhaald is, omdat kennis tegenwoordig voortdurend vernieuwd wordt. In het nog bestaande tv-programma Buitenhof legde een PvdA-Kamerlid uit dat het in de kenniseconomie niet om voor je het weet verouderde kennis gaat, maar om onderwijs in wat zij netwerken noemde. Kennis is tegenwoordig zo snel verouderd, dat het onzinnig is er in het onderwijs aandacht aan te besteden. Dit is al een cliche geworden onder de figuren die het onderwijs tegenwoordig sturen, zonder ooit een klaslokaal van binnen te zien.

Ik begrijp daar niets van. De meeste kennis die van belang is, veroudert helemaal niet. De tafels van vermenigvuldiging niet, bijvoorbeeld. Ook niet de 2500 jaar oude stelling van Pythagoras, evenmin als wiskunde in het algemeen. Maar dankzij het nieuwe leren kunnen leerlingen geen staartdelingen meer maken; ze zijn afhankelijk geworden van een rekenmachinetje, zonder dat zij enig benul hebben van hoe de berekening wordt gemaakt.

Dit is niet een gevolg van veroudering van kennis, maar van het negeren ervan. Wie eenmaal goed Nederlands heeft leren lezen en schrijven, moet er veel moeite voor doen om dat af te leren. Precies hetzelfde geldt voor elke andere taal. Hoezo, veroudering van beheersing van Nederlands en vreemde talen? Natuurwetenschappelijke kennis en de praktische toepassingen verouderen evenmin. Gelijkstroom blijft gelijkstroom en wisselstroom wisselstroom. Water kookt bij honderd graden onder normale omstandigheden. Enzovoorts.

Een tijdje geleden gaf ik college aan officieren op een militair instituut, waarvan de toegang werd bewaakt door functionarissen van een particuliere beveiligingsdienst. (Een kolonel, die daarover ging, had mij eerder uitgelegd dat de inzet van beroepssoldaten voor deze taak te duur zou zijn geweest.) Bij de slagboom informeerde een aardige beveiligingsbeambte naar wat ik die ochtend had gedaan. Ik vertelde dat ik college had gegeven, waarna hij vroeg over welk onderwerp. “De Balkan,” zei ik. Hij keek mij even aan en vroeg toen: “De Balkan! Maar wat is dat?” Hij zag er niet uit alsof hij slachtoffer was geweest van het nieuwe leren, waarmee ik maar wil zeggen dat de ellende in het Nederlandse onderwijs al ver voor de introductie van ‘het nieuwe leren’ begonnen is.

Maar, om door te gaan op het onderwerp van dit artikel, ook als het gaat om geografie, is geen sprake van veroudering van kennis. De Balkan is zowel naam van het zuidoostelijke schiereiland van Europa als van een bergrug in Bulgarije. Die bergrug is er al heel lang, en die verdwijnt ook niet op afzienbare termijn. De naam Balkan voor het schiereiland bestaat nu bijna tweehonderd jaar, maar ik geloof niet dat er gauw iets nieuws voor in de plaats zal komen. Ik zwijg maar over geschiedenis, die per definitie niet kan verouderen.

De enige kennis die tijdens mijn leven zeer snel is verouderd, heeft te maken met computers. In de twintig jaar dat ik ze gebruik, heb ik twee totaal verschillende besturingssystemen moeten leren beheersen, met al hun jaarlijkse vernieuwingen, en vier programma’s voor tekstverwerking. En hier geldt inderdaad dat je helemaal niets overhoudt aan kennis van het verouderde systeem. Een typemachine van 1880 is nog bruikbaar, maar niemand heeft nog wat aan al die ingewikkelde MS-Dos-formules die je vroeger uit je kop moest leren om een pc te kunnen gebruiken.

Maar daarover hoor je de napraters van ‘het nieuwe leren’ niet. Hoe verstandig is het geweest dat tien en vijftien jaar geleden nooit iets is terechtgekomen van al die aanbevelingen van praatjesmakers uit het bedrijfsleven en het openbaar bestuur om leerlingen al in het basisonderwijs een groot deel van hun schooltijd te laten besteden aan geknoei met computers. In plaats van behoorlijk lezen, rekenen en schrijven te leren, hadden ze dan hun tijd verdaan aan computerprogramma’s die al achterhaald en afgeschaft waren voordat ze een diploma hadden behaald.

Het thema van ‘het nieuwe leren’ is eindelijk op de maatschappelijke agenda gezet met een reeks korte beschouwingen van de journalist Martin Sommer in de Volkskrant. Ik hoop dat dit thema nu ook op de politieke agenda terechtkomt, want dat is hard nodig.
=================================================
Het Parool 24 november 2005

Mijn spelen is leren ; in het hart zou een minibrein schuilen dat via radiogolven informatie uitwisselt met andere minibreintjes.

De ophef over het Nieuwe Leren die ontstond naar aanleiding van een reeks artikelen van Martin Sommer in de Volkskrant, kreeg twee weken geleden officiele onderbouwing. In een rapport van het ministerie van OCW werd de mislukking van het Studiehuis vastgesteld en erkend. Acht jaar geleden verdween een ander rapport voor het ministerie, dat van hoogleraar pedagogiek J.D. Imelman, in een diepe la. Het had niets heel gelaten van het voorstel het Studiehuis in te voeren en werd daarom door de onderwijsvernieuwers afgedaan als niet ter zake doende.

Inmiddels heeft minister van OCW Maria van der Hoeven maatregelen afgekondigd de ergste misstanden terug te dringen. In de media vernam ik gemopper van politici die indertijd tegen beter weten in het Studiehuis hebben doorgezet. Tineke Netelenbos (PvdA) en Jan Franssen (VVD) klaagden voor de radio volgens hetzelfde patroon dat ik ooit optekende bij Jacques Wallage, ook onderwijsvernieuwer. Toen ging het om de mislukking van de door hem ingevoerde basisvorming. Volgens Wallage was echter niets mis met de basisvorming. Deze was slechts mislukt, omdat de leraren, de leerlingen, de ouders en de gebouwen niet deugden.

Maar ‘onderwijsvernieuwing’ is allang niet meer een zaak van de kleine dwingelanden die het ministerie van OCW bevolken. Nieuwe generaties slecht opgeleide leraren weten niet beter en vooral bestuurders van moderne opleidingsmammoeten zijn er dol op, want het nieuwe leren is een probaat middel om op onderwijs te bezuinigen, zodat meer geld overblijft voor het zich almaar uitbreidende management. En onderwijsvernieuwing is een handelswaar geworden, die door enkele grote bedrijven voor een mooie prijs aan gretige (hoge)schoolbesturen wordt verkocht.

Inhoudelijk is niets nieuws aan het nieuwe leren. Het gaat om simpele ideeen die in de achttiende eeuw naar voren zijn gebracht, vooral door Jean-Jacques Rousseau (1712-1788). Leren moet geen enkel beroep doen op theorie en abstractie, maar is louter op interesse en onmiddellijke ervaring gestoeld. ‘Kunt u piano spelen?’ ‘Weet ik niet, nog nooit geprobeerd.’

Een contemporaine echo van dit pedagogisch regime beluisteren wij in de dichtregels van Hieronymus van Alphen (1746-1803):

Mijn spelen is leren, mijn leren is spelen

En waarom zou mij dan het leren vervelen?

De denkbeelden van Rousseau hebben geen enkele wetenschappelijke onderbouwing gekregen, maar het hedendaagse ‘nieuwe’ leren beroept zich daar wel op. Maar wie zich in die ‘wetenschappelijke onderbouwing’ verdiept, stuit louter op pseudo-geleerdheid, complete nonsens en vage beweringen die op geen enkele manier empirisch getoetst zijn, kortom: kwakzalverij van de ergste aard.

Een van de profeten van het nieuwe leren is de Amerikaan Daniel Coleman, die onder invloed van de Indiase goeroe Neem Karoli Baba het begrip ‘emotionele intelligentie’ bedacht, omschreven als ‘een andere manier om slim te zijn’, namelijk doordat ‘je je gevoelens kent en gebruikt om de juiste beslissingen in je leven te nemen’. Emotionele intelligentie (EQ) is vier keer zo belangrijk als het intelligentiequotient (IQ) en kan door het nieuwe leren groeien. Hoe dit EQ gemeten kan worden en hoe berekend zou kunnen worden dat het vier keer zo belangrijk (?) is als het IQ, blijft uiteraard volstrekt duister.

Een uitwerking van Colemans quasi-wetenschappelijke kletskoek is de theorie van het zogenaamde hartbreinleren. Deze gaat ervan uit dat het hartritme een indicator is van gespannenheid en dus (?) voor leerprestaties. In de Volkskrant (3 oktober) beschreef Arjen Rienks het gedachtegoed van de HeartMath-organisatie in Californie. In het hart zou een minibrein schuilen dat informatie uitwisselt met de minibreintjes van andere mensen via radiogolven over dna-antennes. Wij zijn, kortom, in de wereld van aardstralen en vliegende schotels beland.

Een citaat over de werking van dit hartbreinstelsel (voor het bestaan hiervan is vanzelfsprekend geen enkele aanwijzing, al was het alleen maar omdat het natuurwetenschappelijke onzin is):

‘Wat we nu optimale verbinding tussen het emotionele brein en de cortex noemen, werd in boeken over meervoudige intelligentie als hartintelligentie beschreven. De intelligentie van het hart streeft blijkbaar naar een complete intelligentie. Het maakt waarneming en verbeeldingskracht zo groot dat ieder moment in een leermoment verandert.’

Dit citaat tekende Rienks op bij het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum, een van de belangrijkste bedrijven die geld verdienen aan het nieuwe leren, omdat overheid en onderwijsbestuurders het onderwijs verkwanselen door dit moderne bijgeloof serieus te nemen.
=============================================

1 Reactie

Reacties zijn gesloten.